Ethiek

Ethiek
Aantekening Levensbeschouwing:

- Ethisch Relativisme: De ene ware moraal bestaat niet. Er zijn heel veel verschillende moralen met als “hoofd” moraal: ‘ Respecteer elkaars moraal’ Relativisme= relatie bijv. tussen: - tijd - plaats - omstandigheden - Sociale groepering

De vraag: Is er de mogelijkheid tot moraal kritiek? Met als voorbeeld over de verbranden weduwe, mogen wij zeggen dat ze dat niet mogen?

Sigmund Freud (1856-1939)

Menselijke psyche: het driehoekje waarvan alleen het puntje te zien is dat is je bewuste alles eronder is het onbewuste van je geest.

Psyche: 1: ES –onbewust
In de Es bevind het onbewuste met de driften deze driften zijn de Eros (de seksuele driften) en de Thanatos (de doodsdriften) Driften werken volgend het lustprincipe

2: Uberich – geweten
In de Uberich bevind je geweten dat wat gevormd is door je opvoeding. Je Uberich is uit op ideaalgedrag.

3: Ich – bemiddelt tussen ES en Uberich
in de Ich word er bemiddelt tussen ES en Uberich, dit gaat volgens het realiteitsprincipe: Toelaten van je driften voor zover dat maatschappelijk aanvaardbaar en verantwoord is.

Wat is goed?

Handeling1: à gevolgen ( je kijkt naar de gevolgen van de handeling) Utilisme: Zoveel mogelijk geluk voor zoveel mogelijk mensen

Handeling2: à Beginsel ethiek ( je kijkt naar de handeling zelf) Bijv. de ethiek van Kant, letten op de bedoeling of de wil achter de handeling

Volgens Kant: 1. Een handeling is goed als er sprake is van een goede wil ( een goede bedoeling) 2. Hoe weet ik of er sprake is van een goede wil? à Door het gebruik van de Rede (verstand) 3. Met behulp van de Rede kan ik vaststellen of er gehandeld is volgens de categorische Imperatief: categorische Imperatief: à Wat gij niet wilt dat U geschiedt, doe dat ook een ander niet. à Gebruik een ander mens nooit als middel, maar beschouw degene altijd ook als een doel op zich. à Zou ik van iedereen kunnen vragen die keus te maken

Maak bij een Ethisch dilemma altijd een ethische balans met de voor en nadelen de plus en minpunten. - Volgens Bentem degene met de meeste wint. ( dus met 4 pluspunten en 5 minpunten krijgt de minpunten gelijk) - Volgens Mill Afzonderlijk kijken welk punt het zwaarst weegt.