Vroeg christelijke kunst, byzantijnse kunst &gotiek

Beoordeling 5.3
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas havo | 1220 woorden
  • 4 april 2016
  • 12 keer beoordeeld
Cijfer 5.3
12 keer beoordeeld

Vroeg christelijke kunst. Voor de middeleeuwen

Na de dood van Jezus, verspreidde de christelijke kunst maar ondergronds.

  •  

 

Middel-
eeuwen

 

Duurde tot 5e eeuw komt daarna komt er een einde aan het Romeinse rijk.             

  • 500-1500 Deze periode wordt de Middeleeuwen genoemd.
  • Keizer Constantijn legaliseerde de Christendom met de Edict van Milaan.
  • Onderwerp: bijbelse verhalen
    Dus opdracht uit christendom, symbolen uit christelijke geloof.
  • Benedctus sticht benedictijnorde EN richt overal abdijen
    waarin monniken leven onder leiding van een abt.
  • Gevolg: nieuw cultuur leven

bouwkunst

  • Kerkgebouwen is de bouwkunst van de middeleeuwen.

    SYMBOLEN
  • vis = christus
  • herder = christus
  • lammeren = apostelen

schilderkunst

Er werd geschilderd op fresco’s
Het was gestilleerd, bijna geen ruimtewerk
religie was belangrijker om uit te beelden.

Architectuur

bij kerk bouw -> juist niet romeinse voorbeelden overgenomen.
 

basiliek (kerk) is overgenomen van Romeinse

basilica = plek voor rechtsspraak
 

Middenschip

zijbeuken

zuilenrij met ronde bogen (arcade’s)

absis, halve ronde koepel

bisschop/altaar

met daaronder crypte of grafkelder

 

zoals Santa Maria Saggioro

 

 

  • beelden uit oude en nieuwe testament
  • figuren staan niet los van de wand,
  • als ze wel los zouden staan zou men denken dat het om echte mensen  zou gaan, en dat was niet de bedoeling.
  • Voorstellingen hebben
    verhalende en religieuze bedoeling: ter educatie.

 

DUS KENMERKEN VAN VROEG CHRISTELIJKE KUNST.

  • gestileerde en eenvoudige weergave van mensbeelden (niet natuurgetrouw)
  • Godsdienst staat centraal
  • Symboliek
  • bijbelse verhalen zijn inspiratiebron: educatie
  • architectuur kerk gebaseerd op Romeinse basilica (markthal)

Byzantijnse kunst

Architectuur

  • oosterse elementen: koepel op een vierkante onderbouw
    San Marco
    San vitale

kunst

  • mozaik : gestilleerd
  • goud
  • houterig
  • figuren lijken op elkaar
  • Iconen
    Maken gebruik van gebeden Iconen, zoals een kruis. Het is een gestilleerd kunstwerk van een heilige met als ondergrond bladgoud

Karel de grote verspreid Karolingisch kunst 5e eeuw en Cristelijke hof kunst

Hij sticht scholen, kerken en kloosters

Kloosters ontwikkelen educatie

Monniken alleen gericht op gebed en religie hun motto: ora et labora (bid en werk)

Klooster waren belangrijk voor kennis: Boek/manuscripten van bijbelse verhalen werden door monniken over geschreven.

 

korte samenvatting

Vroeg christelijke kunst:

  • gestileerde vereenvoudige vormen,
  • geen persoonlijkheden.
  • bijbelse verhalen centraal

Byzantijnse kunst: west eu/rom rijk stort in,

  • oosterse invloeden,
  •  veel versiering, goud, iconen, mozaiek,
  • bijbelse verhalen centraal

Karolingische kunst: Duitsland en verspreiding,

  • kloostes, educatie,
  • manuscripten,
  • verspreiding christelijk geloof


romaanse kunst

In de middeleeuwen was religie heel  belangrij
Alleen kerkelijke kunst

In 1000 ontsond er een bloei van educatie, schoolbouw en ambacht

In de kerk werd er ruimte gemaakt voor bedevaart
en voor heiligen verering (bij de absisà de straalkapellen.

 

 

ROMEINS BASILICA

]]]]]]]]]]]]LICA

 

gebasseerd op de latijnse kruis de absis is uitgebreid met erbij

 

Kenmerken van Romaanse kerk

  • muren laag gebouwd
  • ramen zijn klein zodat de muren niet verzwakken
     
  • gesloten karakter à binnen geen schilderijen want de kleine ramen zorgde voor weinig licht dus je zag niks
  • de kerken doen zwaar en grof aanà mensen voelen zich nietig
     
  • op viering wordt toren geplaatst
  • construcie= tongewelf à            
                                      
  • kerkbouw gericht op oosten

 

 

 

 

 

 

DAARNA

  • Kerkbouw maakt grote ontwikkeling door à schilderkunst bijna NIET
  • Interieur is sober
  • Muren zuilen en bogen worden versierd met fresco’s à ter educatie

Schilderkunst

  • Fresco’s: met pigmenten gewerkt in natte kalklaag
  • Kenmerkend is dikke contourlijn
  • Tapijtkunst: ter decoratie of warmte

KENMERKEN ROMAANSE KUNST

  • vlak, stapeling, overlapping
  • geen kennins à ruimte uitbeelding en perspectief
  • figuren zijn niet realistisch, verhoudingen kloppen niet à anatomie is niet belangrijk
  • veel aarde-tinten
  • dikke contourlijn
  • miniaturen, calligrafie, werken aan bijbel, manuscripten, decoratieve letters

BEELDHOUWWERKEN

  • pas in Romaanse kunst werd beeldhouwerken toegepast
  •  Reliëf: niet vrijstaand, beeld kan slechts vanaf één kant bekeken worden.
  • Vlakke, gestileerde vormen. Geen persoonlijkheden.
  •  Gelaatsuitdrukkingen van emotieloos.
  • Er word een verhaal verteld à educatie
  • Wat belangrijk is wordt groot afgebeeld; hoe groter, hoe belangrijker.

Beeldhouwwerken als in een timpaan, in de nartex (eerste hal bij ingang/westkant)
Beeldhouwwerken meestal aan de voorgevelàBuitenkant kerk.

van vrijstaande beelden is (nog) geen sprake; reliëfs.

 

 

 

 

 

 

 

Gotiek

  • Christelijk geloof breidt zich verder uit en de religieuze bevolking groeit.
  • In Parijs, Abt Suger van St. Denis klooster, ontwikkelt een theorie: Goddelijk Licht.
  • Mensen geloofden dat d.m.v van licht je dichterbij god komt.
     
  • Grotere kerken met ruime en lichtere meubels
  • Er is een ontwikkeling: tonggewelven zijn ontwikkeld naar spitstongewelven à hierdoor kunnen kerken hoger gebouwd worden à ribben vangen de druk op van het gewelf en het stroomt dan af via de pilaren
  •  

ONTSTAAT HIERDOOR EEN ANDER MANIER VAN BOUWEN
 

 

 

Steunberen komen los te staan van de kerk

De luchtbogen verbinden de steunbeer met de kerk.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

  • KENMERK van de gotische kerkbouw à skeletbouw (ribben)
  • Verticaal : men wilde bouwen richting de hemel

 

VERSCHIL TUSSEN ROMAANSE KERK EN GOTISCHE KERKBOUW

  • romaanse kerken – dikke muren dragen de kerk.
  • Gotische kerken – skeletbouw dragen het gewicht; luchtbogen, steunberen, pijlers en ribben

Voordelen van skeletbouw

  • Goddelijke licht werd haalbaar
  • Zware muren neit meer nodig
  • Ramen konden groter worden gebouwd à glas in lood

 

 

Dus van romaans naar gotiek:

  • abt suger – Goddelijk Licht werd haalbaar
     
  • ? tongewelf à spitstongewelf à kruisribgewelf
     
  • ribben en pijlers (skeletbout) àgeen zware muren meer nodig
  • steunberen komen los, luchtbogen verbinden
     
  • vieringstoren verdwijnt (bijna)
     
  • meer gelovigen, grotere kerken
     
  • lichter interieur

RAMEN

  • raampartijen werden bijbelse verhalen verteld
  • op de ramen werde geverfd à daarna gebrand à en door de de lood vastegehouden
  • (soms) natuur- bloem motieven

SCHILDERKUNST

  • Religieus
  • Opvallend kleurgebruik
  • Mens word plastischer weergeven (dus niet houterig)
  • ? Ruimteweergave vanuit 1 standpunt
  • Plooival ?
  • Mensen krijgen een persoonlijkhied, gezichten zijn menselijker, figuren die heilig zijn word aangegeven met een auriool
  • De verhoudingen zijn verbeterd à mensen worden hetzelfde grootte afgebeeld. Niet meer wat belangrijk is word groot afgebeeld. Heb ik dit goed begrepen?

 

Eerst was het vooral STAPELING nu is het vooral OVERLAPPING

 

  • Er ontstaat ook profane schilderkunst     niet religieus – niet kerkelijk.
    • dit door opkomst van steden, en door rijke burgerij.
    • Voornamelijk portretten
    • eitempera -> olieverf word toegepast
    • kleurovergangen, schaduwen zijn van toepassing

 

 

 

 

BUITENKANT VAN DE GOTISCHE KERK

  • sterk gedecoreerd.
     
  •  mens-figuren
  • naast ingang -> colonnetfiguren
  • beelden die een wild dier voorstellen worden bevestigd à buiten de kerk is de zonde à binnen is de hemel op aarde
     
  • bij romaans: relief
  • bij Gotiek: half-vrijstaand à
  • beelden komen dus iets losser van de wand/pilaar

latere gotiek worden beelden realistischer, de houdingen dynamischer, juiste verhoudingen.

DOEL: aandacht vestigen op de christelijke geloof

 

Op een rijtje de kenmerkn van gotiek zijn:

  • glas – in – lood
     
  • beelden komen losser te staan, van de wand, geen relief meer
     
  • meer aandacht voor anatomie en verhoudingen
     
  • olieverf word ook gebruikt
     
  • niet alleen kerkelijke/religieuze opdrachten meer maar ook van de rijke burgerij

 

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.