- Klassieke oudheid (Grieken & Romeinen) 800 v.C. – 500 n.C.
- Vroegchristelijke kunst 50-500
- Middeleeuwen 405-1453
- Byzantijnse kunst 500-1453
- Karolingische kunst 800-900
- Romaanse kunst 900-1150
- Gotiek 1100-1400
- Renaissance 1400-1530
- Maniërisme 1530-1600
- Barok 1600-1720
- Rococo 1720-1750
- Neoclassicisme 1760-1840
- Romantiek 1800-1840
- Realisme 1840-1880
- Impressionisme 1870-1905
- Pointillisme en postimpressionisme 1884-1905
- Symbolisme 1885-1900
- Arts and Crafts 1875-1900
- Jugendstil 1890-1910
- Art Deco 1910-1940
- Expressionisme 1905-1920
- Kubisme 1907-1914
- Futurisme 1909-1916
- De Stijl 1917-1931
- Constructivisme 1917-1924
- Functionalisme in de architectuur vanaf 1900
- Bauhaus 1919-1923
- Dadaïsme 1916-1923
- Surrealisme vanaf 1924
- Nieuwe zakelijkheid en magisch realisme 1920-1950
- Abstract expressionisme in Amerika 1943-1959
- Abstract expressionism in Europa 1940-1959
- Pop-art 1955-1970
- Nouveau réalisme 1960-1970
- Foto- of hyperrealisme vanaf 1965
- Op-art 1955-1980
- Postmoderne kunst na 1945
Griekse kunst
- Geometrische periode
- Archaïsche periode
- Klassieke periode
- Hellenistische periode
- Korintische, Ionische & Dorische zuilen
- Zuilen à massief
- Contrapost: steunbeen, plastisch realistische knik in de knie
- Nadruk op schoonheid + harmonie
- (zoeken naar) ideale verhoudingen
- Bestudering v menselijk lichaam
- Verhoudingen architectuur overeen met verhoudingen menselijk lichaam
- Vormgeving beelden steeds realistischer + dynamischer
- Vaasschilderingen à Griekse mythologie, dierfiguren + geometrische vormen als uitgangspunten
- Kouros à stramme houding, glimlach
Romeine kunst
- Fresco’s
- Afgeleid van Griekse kunst
- Ruimtelijke weergave
- Plastisch
- Mythologische mensfiguren + prominente figuren
- Veel aandacht aan weergave van gezicht + stofuitdrukking (oppervlaktestructuur v een materiaal)
- Beste beeldhouwers uit de geschiedenis
- Halve zuilen
- Beton ≠ massief
- Cassette plafond
- Kloosterkunst
- Mozaïeken
- Architectuur à nadruk op praktische functie
- Tongewelf + kruisgewelf
- Koepelconstructies
- Schilderkunst à dient ter verfraaiing
- Schilderijen levensechte indruk
Vroegchristelijke kunst 50-500
- Architectuur kerken gebaseerd op Romeinse basilica
- Centraalbouw
- Half losstaande beelden
- Symbolen
- Religieuze onderwerpen
- Onpersoonlijk
- Sobere weergave
- Gestileerd (menselijke afbeeldingen)
- Fresco’s + mozaïeken
- Bijbelse verhalen als inspiratiebron
Byzantijnse kunst 500-1453
- Val van het Romeinse rijk à Oost-Romeinse rijk = Byzantanium
- Centraalbouw à Grieks kruis (+)
- Koepelconstructies
- Mozaïeken met goede kleurovergangen
- Iconen
- Ivoorsnijkunst + edelsmeedkunst
- Versierende decoratieve functie
- Kleurrijk
- Menselijke afbeeldingen gestileerd
- Godsdienst centraal
- Bijbelse verhalen als inspiratiebron
Karolingische kunst 800-900
- Karel de Grote
- Hofkunst
- Manuscripten nemen centrale plaats in
- Centraalbouw + basiliekvorm
- Stenen bouwconstructies
- Levensecht
- Expressieve stijl
- Plooien
- Ruimtelijk
- Zware contourlijnen
- Miniaturen
- Vlechtmotieven
Romaanse kunst 900-1150
- Latijns kruis
- Basiliek (basilica)
- Verhoogde middenbeuk, dwarsschip
- Straalkapellen à ronde kapellen aan de zijkant van een kerk
- Christus met 4 evangeliën afgebeeld als 4 dieren
- Dikke muren met tongewelven
- Zware contouren
- Weinig plasticiteit
- Platte kleurvlakken
- Attributen kenmerken personen
- Zware bouw, ronde bogen
- Beeldhouwkunst maakt deel uit vd architectuur
- Anatomie ≠ belangrijk
- Miniaturen
- Opkomst reliekverering
Gotiek 1100-1400
- Vroege Gotiek: primitieve uitbeelding van perspectief + anatomie
- Late Gotiek: meer aandacht voor perspectief + anatomie
- Kruisribgewelven, spitsbogen, steunberen, luchtbogen, hoogbouw
- Verticaal
- Veel ramen + licht
- Bouwen naar de hemel
- Skeletbouw, maar muren niet meer dragend
- Goddelijk licht
- Profane onderwerpen spelen een rol, natuurportretten, eigentijdse modellen
- Blauw: hemels, wit: maagdelijkheid, rood: liefde, passie
- Glas-in-lood
- Miniatuurschilderkunst
- Sacrale schilderingen
- Plastische weergave mensfiguren
- Ruimtelijke weergave
- Eitempera + olieverf (opkomst)
- Kalf perkament
- Colonnetfiguren steeds minder statisch + komen losser te staan vd architectuur (= zuilvormige beelden van heiligen aan weerszijden vd toegangsdeuren)
- Op de timpaan altijd Christus met 4 apostelen om in gewijde stemming te komen
- S-bocht houding
- Half losstaande beelden
- Dynamischer
- Tapijten betere kleurovergang door hachure
Renaissance 1400-1530
- Hergeboorte klassieke idealen
- Mens staat centraal
- Contrapost
- Harmonische verhouding
- Gulden snede
- Modulus
- Geometrische basisvormen
- Symmetrie
- Centraalbouw
- Cassettes à verdiept rechthoekig, vierkant of trapeziumvormig vlak
- Rustica à natuursteen
- Geledingen, pilasters, kroonlijst, halfzuilen, nissen
- Realistische weergave
- Mythologie
- Opdrachtgever staat centraal
- Portretkunst
- Lijnperspectief
- Sfumato à techniek waarmee schilders omtrekken in schilderij wazig maken + laten vervloeien (Mona Lisa)
- Afometrisch perspectief
- Vrijstaande beelden
- Geïdealiseerd
- Anatomie + perspectief
- Plastische plooien, lichtval
- Hellenistische periode
- Pièta – Michelangelo
Maniërisme 1530-1600
- Eigen stijl overdreven, emoties ingewikkelde houding
- Tempelfaçade klassieke elementen door eigen stijl gecombineerd
- Zuilen, timpanen, architraven + kapitelen als versiering, niet als dragers
- Veel mythologische + religieuze onderwerpen
- Theatraal, vreemde lichtval, licht-donker contrasten, gekunstelde mensfiguren, dramatisch
- Dure materialen beeldhouwkunst
- Figura serpentia (ingewikkelde houding)
- Afzet tegen klassieke perfecte vormgeving
- Schrille kleurcontrasten
- Onrealistische verhoudingen
Barok 1600-1720
- Contrareformatie Rooms-katholieke kerk
- Barocco grillige parel
- Symmetrische architectuur
- Gevelpartijen
- Kolossale zuilen
- Klassieke vormgeving
- Beeldhouwkunst gaat over in architectuur, Trefi fontein
- Reliëfwerking
- Plastische vlakken
- Exterieur + interieur even belangrijk
- Lichtval
- Classicisme in NL à sobere vorm Barok
- Portretten, historie, stilleven, natuur, genre stukken, onderwerpen dagelijks leven
- Illusionistisch ruimte-effect
- Diagonale compositie (door snijlijnen)
- Clair-obscur
- Dynamische compositie
- Natuurgetrouw
- Tempera, aquarel, olieverf
- Versterking geloof, statussymbool, decoratie
- Emotie + gevoelens in beeldhouwkunst
- Gekleurd marmer
Rococo 1720-1750
- Barocco + rocaille schelpeffecten à naam
- Geliefd door aristocratie
- Klassieke vormgeving + mythologie
- Kleur + emotie
- Frivole engeltjes, slingerende plantmotieven, mensfiguren, mythologische figuren
- Uitdagende, erotische taferelen, idyllische landschappen, spontaniteit vernieuwing in kunst
- Ovale motieven
- Decadente aanblik
- Gips gestucte reliëfs
- Rocaillemotieven
- Asymmetrische ornamenten uit de natuur
- Lichte kleuren, bladgoud, pasteltinten
- Gewichtloosheid door lichtval, uitbundige decoraties
- Rocaillemotief komt terug in bekleding
- Chinoiserie à Chinese motieven met rocaille
Neoclassicisme 1780-1840
- Theatrale gebaren
- Klassieke thema’s, kleding, architectuur als achtergrond
- Scènes als toneelstuk
- Gladde schildertoets
- Strenge/statische compositie
- Grote formaten
- Koele, vlakke kleuren
- Duidelijke, scherpe vormen
- Technisch perfect
- Geïdealiseerd
- Kloppende textuur
- Koel + zonder emotie
- Wit marmer
- Ingewikkelde poses
- Onzichtbare lichtbron
- David, Ingres, Smirke, Chalgrin
Romantiek 1800-1849
- Clair-obscur
- Forse toetsen
- Weinig contouren + lijnen
- Eclectisme = verschillende stijlen in 1 gebouw
- Hele verleden als leidraad, dramatische gebeurtenissen, exotische onderwerpen, natuur, actuele gebeurtenissen
- Veel bewegelijkheid (dynamisch)
- Drukke compositie
- Naturalistisch
- Atmosferisch perspectief + repoussoir
- Gevoel, fantasie, emotie, (persoonlijke) gedachten
- Kunstenaar op voetstuk
- Inspiratie uit dromen, sprookjes, bovennatuurlijke
- Nationalisme
- Symbolen
- Géricault, Turner, Caspar David Friedrich
Realisme 1840-1880
- Arbeiders/werkende mens/alledaags leven
- En plein air
- Naturalistisch
- Gietijzer + staal
- Contrapost
- Sombere kleuren + donkere tinten + monochroom kleurgebruik
- Zichtbare verftoetsen
- Bronzen sokkel + stofuitdrukking + factuur
- Rauw geschilderd
- Sociaal geëngageerd
- Franse Revolutie
- Courbet, Millet, Daubigny, Rousseau, Corot, Van Gogh
Impressionisme 1870-1905
- Snel (-le toetsen + forse toetsen)
- Fotografie (momentopname + afsnijding)
- En plein air
- Lichtval/kleur
- Stemming bepaald moment
- Zuivere kleuren + schaduw eigen kleur (complementaire kleuren + lichtmengsel)
- Japonisme
- Dynamisch
- Expressief
- Levensecht
- Manier v schilderen
- Alledaagse taferelen
- Silhouetten
- Ruimtesuggestie
- Warm-koud contrast
- Beeldhouwkunst: schetsmatige vormgeving + stemming + emoties
- Manet, Monet, Dégas, Pissarro, Renoir, Israëls, Maris broers, Breitner, Mesdag, Gabriëls, Tholen
Pointillisme 1884-1905
- Herstructering
- Puntjes/stippen
- Zuivere, primaire kleuren
- Sfeer + lichtval
- Optisch mengen
- Geen contourlijnen
- Scherpe contouren
- Evenwicht in compositie
- Statisch, onscherpe indruk
- Onrealistisch
- Complementair kleurgebruik
- Seurat, Signac
Postimpressionisme 1884-1905
- Onrealistisch kleurgebruik
- Persoonlijke visie + emoties kunstenaar
- Nieuwe uitbeeldingsvormen
- Japanse prenten
- Meer dan weergeven wat je ziet
- Werkelijkheid opnieuw geordend en op subjectieve wijze vormgegeven
- Abstrahering
- 2D
- À trois quarts (van gogh)
- Wervelend ritme
- Enorme dynamiek door dikke olieverf (pasteuze)
- Cézanne, Van Gogh, Gaugain, Ensor
Symbolisme 1885-1900
- Verstand
- Door symbolen diepere betekenis van zichtbare dingen duidelijk maken
- Weergave ziel kunstenaar
- Inspiratie uit literaire verhalen, poëzie, mystieke overleveringen, dromen, visioenen en gevoelens
- Japanse prentkunst
- Egale kleurvlakken
- Nadrukkelijke contouren
- Ontbreken schaduwen
- Fel kleurgebruik
- Decoratief
- Kleurcontrasten
- Ruimtesuggestie
- Lijn
- Moréas, Gaugan, Much, Ensor
Arts and Crafts 1875-1900
- Ambachtelijk
- Middeleeuwse wereld geïdealiseerd
- Natuur
- Motieven (decoratief)
- Heldere, natuurlijke kleuren (niet altijd realistisch)
- Gestileerde vormen
- Symmetrische compositie
- Rapport = herhalend deel patroon/motieven op stof
- William Morris
Jugendstil 1890-1910
- Art nouveau/delftsche slaoliestijl
- Plantmotieven
- Natuurlijke elementen
- Duur
- Ambachtelijk
- Decoratief
- Organische versieringen + vormgeving
- Duidelijke contourlijnen + dunne/slingerende/gebogen lijnen à beweging
- Gestileerd
- Pastelkleuren
- Repoussoirwerking krullende planten
- Inspiratie uit middeleeuwen, Japanse kunst, vormen natuur
- Symboliek (+kleur)
- Toegepaste kunst
- Plastisch effect
- Licht, openheid, ruimtelijkheid
- Gesammtkunstwerk = combinatie van schilder-, beeldhouw- en toegepaste kunst in 1 gebouw
- Onregelmatige vormen (grillig) beeldhouwkunst
- Gaudí, Mucha, Klimt, Horta
Art Deco 1910-1940
- Toegepaste kunst (Parijse tentoonstelling)
- Weergaves (stileringen) vormen natuur
- Geometrische vormen
- Felle primaire kleuren
- Luxe
- Strak + gestroomlijnd
Expressionisme 1905-1920
- Fauvisme
- Uitdrukken gevoel, persoonlijke expressie, fantasie
- Sociale betrokkenheid
- Abstrahering
- Organische + decoratieve vormgeving
- Spontaan + ongerept
- Fel + niet natuurgetrouw kleurgebruik
- Krachtige vormen
- Grove penseelstreken
- Dynamische indruk
- Complementair kleurcontrast
- Duur
- Geen ruimtesuggestie
- Egale kleurvlakken
- Orfisme
- Geometrische vormen
- Barlach, Lehmbruck, Brancusi, Mendelson, Poelzig, Steiher, de Klerk, Kramer, Van der Mey, Henri Matisse, Van Dongen, Marc, Kadinsky, Klee, Macke, Delaunay
- Die Brücke à anonimiteit, seksualiteit, corruptie, mysterieuze verbondenheid vd mens met de natuur, pessimistische kijk op het leven, kleurvlakken, koele kleuren naast warme kleuren, warm-koudcontrast
- der Blaue Reiter à begin abstracte, Kandinsky: geen duidelijke voorstelling, natuur, primaire + secundaire kleuren, geometrische vormgeving, toetsen pasteus dekkend aangebracht
Kubisme 1907-1914
Analytisch (1905-1912)
- Vormen + opbouw object verder analyseren
- Weinig kleur
- Vanuit meerdere aanzichten
- Ieder fragment lijkt apart belicht
- Synthetisch (1912-1925)
- Herkenbaar
- Warme, sterke kleuren
- Vlak (niet beide kanten belicht)
- Collages
- Geometrische (kubische) vormen
- Geabstraheerd, gedeformeerd
- Geen venster werkelijkheid, verf op doek
- Hoekig
- Afrikaanse (primitieve) invloeden
- Verschillende standpunten in 1 beeld
- Lichtval vanuit verschillende kanten
- Ruimtelijkheid door verschillende aanzichten
- Compositie van verschillende vormen
- Restvorm
- Assemblages
- Kleur ≠ belangrijk
- Helderheidsverschillen
- Cézanne, Picasso
Futurisme 1909-1916
- Snelheid, dynamiek, techniek, geweld
- Origineel
- Herhaling vorm, vervorming, fragmentatie à suggestie beweging
- Abstracte composities door weergave van pure beweging en geluid
- Architectuur: alleen ideeën, utiliteitsmiddelen buitenkant gebouw
- Marinetti, Balla, Boccioni, Puchamp
De Stijl 1917-1931
- Primaire kleuren + zwart/wit
- Universele beeldtaal (geen persoonlijk handschrift)
- Kleurgewicht in evenwicht
- Design = tijdloos
- Geen diepte
- Alles vlak
- Geen lichte/donkere kant
- Mondriaan, Doesburg, Rietveld
Constructivisme 1916-1923
- Russisch (revolutie ondersteunend)
- Geen persoonlijk handschrift
- Geen verftoets
- Universeel
- Hoogst haalbare abstractie
- Gebaseerd op communistisch ideaal
- Vooral affiche kunst
- Geometrische vormen
- Orde
- Revolutionair constructivisme + esthetisch constructivisme
- Malerich (rechte lijn als essentiële vorm à suprematisme)
Functionalisme in de architectuur vanaf 1900
- Architraafbouw (Grieken & Romeinen)
- Tongewelf
- Voetsporen schilder- + beeldhouwkunst tot Industriële Revolutie
- Vorm volgt functie (bijv. paperclip)
- Licht, lucht, ruimte à buitenwereld meer naar binnen
- Voorkeur voor geometrische vormen
- Lichte kleuren
- Géén decoratie à functie moet naar voren komen
- Constructie zichtbaar: ‘moderne’ materialen (glas, staal, beton) à zuiverheid
- Flatiron Building (Burnham, geïnspireerd op neoclassicisme)
- Louis Henry Sullivan (ontwerper 1ste wolkenkrabber, skeletbouw (staal))
- Frank Loyd Wright (vader organische architectuur, ‘falling water’, ‘ruby house’)
- Le Corbusier
- Beton, cement
- Stadsplanning
- Gebouw moet voldoen aan:
- Pilaren (verheven)
- Ruimte vrij indeelbaar (≠ muren)
- Ramen horizontaal geplaats onder gevel
- Geen versieringen
- Natuur onder weg à teruggeven op ‘daktuin’
- De Modulor (maateenheid)
- Onder invloed van Bauhaus
Bauhaus 1919-1933
- 1919: Walter Gropius richt school op
- Ideaal was: mooi + praktisch design voor iedereen bereikbaar
- Vorm voor functie (accent op functionaliteit)
- Esthetisch
- Betaalbare producten voor industriële productieprocessen (eenvoudige Jugendstil)
- Samenwerking architectuur à Gesammtkunstwerk maken
- Integratie van kunst in dagelijks leven (kunst kan mens verheffen tot beter mens (socialistisch + avant-garde) à Hitler sluit school)
- Kleurenstudies (cirkel)
- Middeleeuwse gildensysteem + homo universale
- ‘nieuwe bouwen’ (door skeletbouw)
- Typografie
- Geen decoratie
- ‘less is more’
- Montagebouw + standaardisatie
- Overstekken + hoogbouw
- Gewapend beton, staal + glas (beton brut = zichtbaar gebruik beton)
- Asymmetrische compositie
- Geen dragende muren
- Das Triadisch Ballet
Dadaïsme 1916-1923
- Avant-garde
- Zelfstandigheid kunstenaars
- Ready-made = bestaand voorwerp met andere ogen (laten) bekijken, loslaten associaties
- Shockeren, hypocrisie doorprikken, gevestigde kunst belachelijk maken (Mona Lisa)
- Anti-kunst
- Gewone gebruiksvoorwerpen (ook afval) als kunst
- Duchamp (pisbak)
Surrealisme vanaf 1924
- Onderbewuste (Sigmund Freud)
- Absurde + onwerkelijke
- Geheimzinnige lichtval
- Lijn + atmosferisch perspectief
Abstract surrealisme
- Onderbewuste
- Automatisch schilderen
- Associaties schilderen/handelen
- Figuratief surrealisme
- Onderbewuste
- Naturalistisch
- Gladde schildertoets
- ‘nat in nat’ techniek
- Droombeelden à het kan niet
- Magisch surrealisme
- Het zou kunnen
- Zelfde kenmerken figuratief surrealisme
- Dali, Chagall (Russische volklore, heimwee), Arp (gebruik v toeval, nieuwe compositie), Rousseau, Magritte (manier v kijken naar werkelijkheid ondermijnen, niet vertrouwen wat je ziet, associaties zijn er maar kloppen niet)
Nieuwe zakelijkheid en magisch realisme 1920-1950
- = functionalisme in de architectuur
- Het ‘nieuwe bouwen’
- Ambachtelijke verwerking vd baksteen
- Rationalisme in de bouw
- Trieste sfeer (teleurstelling WO1)
- Moderne stedelijke cultuur
- Dromen, visioenen, geheimzinnige sfeer à grote rol
- Glaceertechniek à laagje voor laagje transparant olieverf aanbrengen
Abstract expressionisme in Amerika en Europa
- Emotie kunstenaar
- Willem de Kooning, Franz Kline, Jackson Pollock (drippings + pourings), Barnett Newman (hard-edge)
Amerika 1943-1959:
- Automatisch schilderen (surrealisme) + vormentaal Mondriaan
- Gevoel dmv abstractie
- Action-painting à deels figuratief deels abstract, drippings, ritmische composities, sterk verdund
- Colorfield painting à strak begrenst, ruimtesuggestie door overlapping kleurvlakken, kleursensatie
- Hard-edge à contrasterende kleurvlakken, onpersoonlijkheid, veel ruimtesuggestie door haaksheid, egaal ingeschilderd/ingespoten
Europa 1940-1959:
- Informeel
- Inspiratie: kinderen, gehandicapten, krabbels oerstammen
- Tachisme (action-painting)
- Cobra à agressieve felle kleuren, afbeeldingen zeer gedurfd, vrolijk + zer fel, expressieve primitievenkunst door stilering
- Materieschilderkunst à textuur + oppervlak waren heel belangrijk, reliëf, action karakter, non-fiction, natuur + aarde
Popart 1955-1970
- Neo-dada: popart geen kritiek massamedia
- Moderne consumptiemaatschappij
- Fel + contrastrijk
- Decoratieve + egale vlakken
- Vormen scherp afgebakend
- Blow-upà vergroting van bestaand voorwerp
- Technieken: airbrush + zeefdruk
- Onpersoonlijk + afstandelijk
- Seksualiteit
- Elementen dagelijks leven, commercie + consumptiemaatschappij
- Textiel, karton + kunststof
- Vervreemde werking
- Nouveau réalisme à nieuwe kijk dagelijks leven, fel + contrastrijke zeefdruk over fotografisch beeld heen, afzetten tegen bestaande kunst dmv onconventionele beeldende middelen, kritischer + emotioneler dan popart
- Combine painting à schilderij waarin niet alleen verf is gebruikt, basis is doek (verschil met assemblage = ruimtelijke collage)
- Collages (Richard Hamilton)
- Objet trouvé à ready-made, hier meer inspraak
- Environment à onderdeel van kunstwerk, kritiek
- Happening à gebeurtenis waar je bij bent als beschouwer, Yves Klein
- Amerikaanse popart à hard + zacht
- Harde pop à geen emotionele binding, glamourachtige kleuren, blow-ups, zeefdruktechniek, herhaling (hierdoor anders kijken), commercieel, Andy Warhol
- Zachte pop à wel kritiek consumptiemaatschappij + persoonlijk handschrift
- Engelse popart à erotiek + minder reclame (massamedia)
Foto- of hyperrealisme vanaf 1965 (tot 1975)
- Reactie abstract expressionisme
- Alledaagse onderwerpen echter dan echt laten lijken (sterk gedetailleerd)
- Schilderkunst à veel glimmende oppervlakten (chroom, glas)
- Voor- + achterkant even scherp à klopt niet
- Beelden uit moderne consumptiemaatschappij
- Zo objectief mogelijk
- Vervreemding door herkenning
- Blow-up
- Schok-effect à alledaagse combineren met allerechte
- Richard Estes (isoleren stukje alledaagse werkelijkheid, meer dan levensecht weergegeven)
- Ron Mueck (hedendaags, mensen op hun kwetsbaarst, ongemakkelijk, op ooghoogte)
- Tjalf Sparnaay
Op-art 1955-1980
- Lichtbeweging en optische effecten
- Illusie van beweging
- Reliëfs, ruimtelijke objecten, abstracte schilderijen
- Geometrische vormen
- Zweven
- Afstand van de uniekheid van een kunstwerk
- Moest voor breed publiek beschikbaar zijn à herdrukt
- Planmatige compositie
- Ritme + beweging
- Zo onpersoonlijk mogelijk
- Lijnen + vlakken + veel egale kleuren
- Onderzoeken van de optische illusie
Postmoderne kunst na 1945
Architectuur:
Mensvriendelijke architectuur:
- Streven naar een menselijker architectuur
- Kleinschalige projecten
- Experimentele woningbouw
Organische architectuur:
- Organische vormgeving
- Expressief
- Men streeft naar een vormgeving die het welzijn vd mens bevordert
- Milieuvriendelijk
Hightech:
- Technische vooruitgang staat centraal
- Constructie bepaalt de vormgeving vh gebouw
- Constructie is duidelijk zichtbaar
Postmodernisme:
- Mengeling verschillende stijlperiodes
- Veel kleuren
- Versieringen
- Gevarieerd materiaalgebruik
Deconstructivisme:
- Dynamische vormen
- Heldere constructies
- Veel verschillende materialen
- Chaotische vormgeving
Schilderkunst:
- Verschillende stijlen bestaan naast elkaar
- Persoonlijke beleving kunstenaar centraal
- Persoonlijke reflectie vd kunstenaar op gebeurtenissen in de maatschappij
- Straatkunst geaccepteerd als kunstvorm
Beeldhouwkunst:
Figuratieve en expressionistische beeldhouwkunst
- Expressief
- Onrealistische proporties en vormen
Organisch abstracte beeldhouwkunst
- Abstrahering
- Organische vormen
- Inspiratie uit primitieve kunst
Kinetische kunst
- Beweging
- Abstract
Minimal art
- Geometrische vormen
- Abstract
- Onpersoonlijke kleuren
Land art
- De natuur wordt gebruikt als beeldend middel
- Het concept staat centraal
- Kunstwerken worden vastgelegd dmv foto, video of tekeningen
Kunst in de openbare ruimte
- Kunst in opdracht
- Monumentale werken
- Symboliek
Textielkunst:
- Textielkunstwerken worden driedimensionaal
- Heroriëntatie op techniek
- Heroriëntatie op de symbolische en functionele betekenis
- Aandacht voor textuur + structuur
Hedendaagse modevormgeving:
- Grens tussen modevormgeving en kunst vervaagt
- Mode krijgt steeds meer een plaats tussen de beeldende kunst
- Japanse ontwerpers zorgen voor een omslag in het denken over het menselijk lichaam + kleding
- Defilés (modeshows) worden performances
- Concepten achter de collecties staan centraal
Conceptuele kunst:
- Meer aandacht voor het concept achter een kunstwerk
- Tekst gaat een belangrijke rol spelen
- Opkomst van performance + happening
- Fotografie speelt een grote rol bij de registratie van performances + happenings
- Menselijk lichaam ingezet als kunstwerk
- Dmv environments + happenings gaan toeschouwers deel uitmaken vh kunstwerk
Toegepaste vormgeving en grafisch ontwerp
- Meer aandacht voor vormgeving van gebruiksvoorwerpen
- Experimenteren met nieuwe materialen
- Meubels worden aangepast aan de nieuwe woonwensen
- Comfort + multifunctionaliteit zijn belangrijk
- Milieubewustheid worden steeds belangrijker
- Grafisch ontwerp wordt aangepast aan het imago van de opdrachtgever
Nieuwe Media
- Fotografie, video en digitale kunst verwerven status als autonome kunstvormen
- Nieuwe media zijn sterk verbonden met de realiteit
- Nieuwe media stellen vragen over hetgeen de toeschouwers als echt beschouwt
- Fotografie à vaak maatschappijkritisch, elementen van de schilderkunst komen terug in fotografisch werk, vervreemding
- Video à speelt met de verwachtingen van de toeschouwer, vervreemdend, vaak kritisch op de huidige beeldmaatschappij
- Digitale kunst à reflecteert de invloed van digitale media op de maatschappij, kritische reflectie, onderzoeken van nieuwe digitale technieken en de mogelijkheden die zij bieden voor de kunst
REACTIES
1 seconde geleden