Tien tijdvakken samenvatting

Beoordeling 5.6
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas vwo | 3592 woorden
  • 19 februari 2013
  • 24 keer beoordeeld
Cijfer 5.6
24 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Studeer met een open blik

Een studie die filosofie, psychologie en sociologie combineert, en waarin je ook nog eens goed leert te reflecteren en gesprekken te voeren – klinkt dat als jouw droomstudie? Dan is de bachelor Humanistiek misschien iets voor jou.
Kom kennismaken op de Open Dag van 16 november.

Meld je aan voor de Open Dag

Samenvatting Historisch Overzicht van de 10 tijdvakken

Tijdvak 1: Jagers en verzamelaars (-300 v.c.)

Levenswijze, ontstaan landbouw en samenlevingen

KA1: De levenswijze

van jagers-verzamelaars

-Verzamelen vruchten noten

-Jacht en visserij

-Carrying Capacity

-Nomaden

KA2: Het ontstaan van

landbouw en –samenlevingen

-Ontdekking landbouw (vruchtbare halve maan: eufraat en tigris, rond 11000 v.chr)

-Planten/dieren gedomesticeerd

-Ploeg + wiel uitgevonden à dieren werden ingezet

-Mensen op één plek wonen à samenleving

KA3: Het ontstaan van de eerste stedelijke samenlevingen

-Eerste steden aan eufraat en tigris

-Landbouwoverschot à

mensen met andere zaken bezighouden

-Kenmerken steden: hiërarchische opbouw, godsdienstig centrum, taakverdeling en het schrift

Tijdvak 2: Grieken en Romeinen (3000 v.c – 500 n.c.)

Ontwikkeling wetenschappelijk denken, romanisering, uitwisseling cultuur, eerste monotheïstische godsdiensten

KA4: De ontwikkeling van wetenschappelijk denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat

-Athene was democratie à

door goede economie. Andere Griekse stadstaten niet. (480 v.c)

-Sofisten veel invloed in democratie

-Wetenschap en filosofie grote ontwikkeling

-Burgers gingen nadenken over verschillende regeervormen: oligarchie, aristocratie, tirannie, monarchie, democratie

KA6: De groei van het Romeinse Imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde.

-Romanisering verliep slecht in Spanje à

Carthagen meer te bieden dan Spanje en de infrastructuur was slecht

-Door mijnen en landbouw veel immigranten uit Italië, infrastructuur beter à aantrekkelijk voor handelaren en kooplieden à basis vergaande romanisering in de keizertijd

KA7: De confrontatie tussen de

Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur van Noordwest-Europa

-Romeinse Rijk liep tot de Rijn en de Donau à daarboven Germaanse Rijk

-Limes-systeem à door handelen met Germanen kwamen zij in aanraking met Romeinse cultuur

-Na een tijdje Germanen sterker à eigen bestuur in het RR à beide kanten was sprake van cultuur-uitwisseling

KA8: De ontwikkeling van het Jodendom en het christendom als de eerste monotheïstische godsdiensten.

-Eerst polytheïstisch in RR à maar later ook Joden à

zij moesten extra belasting betalen

-Jezus werd geboren à christendom ontstaat (aftakking jodendom) à is verboden

-Trajanus keizer: actief opsporen christenen verboden. Constantijn keizer: christen staatsgodsdienst.

Tijdvak 3: Monniken en Ridders (vroege middeleeuwen)(500-100)

verspreiding christendom en islam, samenleving wordt agrarischer, ontstaan hof- en leenstelsel

KA9: De verspreiding van het christendom in geheel Europa

-496: Koning Clovis liet zich dopen à eerste stap overbrugging van godsdienstige verschillen tussen Franken en Gallo-Romeinse bevolking

-Eerste monniken en missionarissen waardoor geloof werd verspreid

-Eerst plaatselijke adel bekeren à lokale bevolking volgt vanzelf

-Door Clovis bekering à katholicisme leidende godsdienst van West-Europa

KA10: Het ontstaan en de verspreiding van de Islam

-570: Mohammed geboren in Mekka, 610: openbaring Allah, 622: vluchten naar Medina (hedsjra) 632: Mohammed stierf

-Verspreiding Islam begin moeilijk doordat handelaren bang waren dat de handel zou afnemen

-Moslims zien het heilige plicht om het te verspreiden(jihad): door handel en oorlog.

KA11: De Vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienend agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid.

-Door komst Franken werd het weer agrarisch à steden namen in omvang en aantal af

-Er kwam vernieuwde standenmaatschappij

-Elite: koning en vazallen(eed van trouw), tweede sociale laag: Frankische vrijen(gewone boeren)

-Laatste groep verdeeld in 3 groepen: 1. Colonie, vrije boeren die moesten pachten 2. Horige, ruil voor bescherming deel van oogst aan vazal geven 3. Lijfeigenen, persoonlijk geboden aan een heer

KA12: Het ontstaan van feodale verhoudingen

-Het leenstelsel ontwikkelde zich (belangrijkste kenmerk middeleeuwen)

-Vorst ging ridder belonen met grondbezit à ontstaan leenheren

-Doordat leenmannen hun gebied wild overdragen aan erfgenamen à leidde tot versnippering en verzwakking van macht

-Koning dilemma à weigering: conflict leenman, toegeven: verlies controle

Tijdvak 4: Steden en Staten(De hoge en late Middeleeuwen) (1000-1500)

Investituurstrijd, kruistochten, weer agrarisch-urbanisch, zelfstandigheid steden nam toe, centralisatie bestuur

KA13: De Investituurstrijd in de christelijke wereld.

-De opvatting in de bijbel was dat God de paus en de keizer had aangesteld om als plaatsvervangers te heersen à Paus: geestelijke en Keizer: wereldlijke macht à in theorie hadden zij evenveel macht.

-In werkelijkheid: vaak onenigheid wie het hoogste gezag had à de Investituurstrijd hield tientallen jaren voort.

-Uiteindelijk werd het keizerschap een lege titel door de vele onafhankelijke landsheren

KA14: De kruistochten zijn een voorbeeld van expansie van de christelijke wereld naar buiten toe

-Het Christelijke Byzantijnse Rijk dreigde slachtoffer te worden van de islamitische expansie à keizer vroeg aan Paus Urbanus II ridders te sturen

-Kruisvaarders gingen toen op kruistocht omdat: zonden werden vergeven en voor buit en rijkdom

-Door verdeeldheid van islamitische volken à 1099: Jeruzalem snel veroverd à veel pelgrims keerden terug maar de gebieden werden moeizaam behouden à in 12e en 13e eeuw daarom nieuwe kruistochten

KA15: Door de opkomst van de handel en ambacht ontstonden nieuwe steden en kwam er een agrarisch-urbane stedelijke samenleving

-Door: nieuwe landbouwmethoden, verbeterde ploeg, drieslagstelsel à meer eten

-Meer eten betekent automatisch meer mensen

-Meer mensen betekent dat er meer beroepen komen à opnieuw agrarisch urbane samenlevingen

KA16: De stedelijke burgerij werd steeds belangrijker en de zelfstandigheid van steden nam toe.

-Mensen in de nieuwe steden waren vrij: slaagde erin horigheid af te werpen

-In 1128: vochten verschillende adellijke families om de macht à Diederik won door steun steden

-Steden wilde iets terug nl: betere rechtspraak, kanalen graven en meer vrijheid à stadsrechten

-Graaf moest patriciërs kiezen als schepenen om stedelingen te berechten en besturen

KA17: Staten werden gevormd en door centralisatie werd het bestuur efficiënter

-14e/15e eeuw Bourgondië bestond oorspronkelijk uit twee delen à

streefde naar een nieuwe staat

-Wilde door centralisatie alle belastingen overal hetzelfde laten

zijn(uniformering) en centraal innen

-Hiervoor kwamen ambtenaren à adel verloor bestuurlijke en rechterlijke

functies.

Tijdvak 5: Ontdekkers en Hervormers (1500-1600)

overzeese expansie, humanisme en renaissance, wetenschappelijke belangstelling, reformatie, Nederlandse opstand

KA18: Het begin van

de Europese overzeese expansie

-Hendrik de Zeevaarder: onbekende kusten in Afrika, Colombus: Amerika, Vasco da Gama: Indië

-Veel gebieden werden veroverd kwam mede door uitvinding karveel(1488)

-Spanje en Portugal veel onenigheid à verdrag van Tordesillas: Portugal kreeg Azië, Spanje Latijns-Amerika

-De reis naar Indië werd doordat Portugal recht op vrije handel en vestiging had een bruikbare route

-Door katholieke missionarissen die ook mee gingen werd een deel van de bevolking bekeerd.

KA19: Het veranderde mens- en wereldbeeld van de Renaissance en het begin van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling

-In de 16e eeuw kwam er waarheidsgetrouwe wetenschap

-Nieuwe wetenschappelijke benadering door cartografie

-Twee soorten kaarten: zonale kaart, met zones, de OT-kaart, de aarde werd door de T in drie delen opgesplitst

-Door boekdrukkunst snelle verspreiding van de wereldkaart van Ptolemaeus

KA20: De hernieuwende oriëntatie op het erfgoed van de Klassieke Oudheid

-eind 14e eeuw: Humanisme(literaire en filosofische kant) en

Renaissance(artistieke kant) ontstaat

-Standpunten: individualiteit, kunstenaar belangrijk, schoonheid, menselijk lichaam en erfgoed Klassieke Oudheid

-Door reizende geleerden, studenten en kustenaars en boekdrukkunst à ideeën snel verspreid

-Erasmus was bang voor 3 zaken: 1. Heidendom door bestudering oudheid 2. Jodendom

3. Scheuring van de kerk

-1517: Maarten Luther publiceert 95 stellingen, waarin katholicisme word bekritiseerd. Hij was tegen: aflaten, en geestelijken rijk en kerkvolk arm. à startsein Hervorming/Reformatie

KA21: De protestantse Reformatie die de splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg had.

-16e eeuw: verloor katholieke kerk veel gelovigen. Dat kwam door de reformatie die als gevolg hadden dat het protestantisme ontstond. Die kende twee belangrijke stromingen:

-Lutheranisme: Maarten Luther, vorst beslist over kerk

-Calvinisme: Johannes Calvijn, radicalere vorm, door bestudering bijbel leerde de gelovige wat God wilde, 5 van 7 sacramenten schafte hij af, bijbel was de kern, de kerk beslist de wet

-Reformatie leidde tot Contrareformatie: Concilie van Trente, betere opleidingen, celibaat opnieuw vastgesteld, eigen geloofsinterpretatie werden streng bestraft à leidde tot bloederige oorlogen

KA22: Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat

-Karel V en Filips vonden dat privileges moesten verdwijnen, FIlips had gewesten nodig om belastinggeld te innen. Gewesten eisten bestuursinvloed.

-Hoge adel boos door: hun inkomsten en aanzien verloor, veranderingen bestuur, harde aanpak hervormers à Smeekschrift der Edelen(1566)

-Margaretha van Parma landvoogdes der Nederlanden

-1550: Karel V bloedplakkaat à elke aanhanger van de Hervorming kreeg doodstraf

-Beeldenstorm: politieke, economische en godsdienstige oorzaken

-Economisch gebied: ontevredenheid belasting en strenge winters à kwam bereidheid de rijkdom van katholicisme te eigenen

-Alva en leger strenge maatregelen tegen volksopstand à 1568: Willem van O. verzamelde huurlingen à Alva reageert met militaire tegenacties à

Na mislukte pogingen trok Spaanse leger terug.

-Eenheid Nederland duurde kort: Unie van Atrecht(1579) en Unie van Utrecht werden gesticht.

-Willem van O. nieuwe koning want Filips werd gezien als de boosdoener à Willem van O. wordt vermoord(1584) à geen nieuwe koning: Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden werd gesticht(1588)

Tijdvak 6: Regenten en Vorsten (1600-1700)

ontstaan wereldeconomie, absolute macht, wetenschappelijke revolutie

KA23: Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie.

-In republiek was klein deel boer de rest van de bevolking werkte in de nijverheid, handel of verkeer à republiek lag ver voor tot de rest van Europa

-Door stijgende zeespiegel en inklinking werd akkerbouw onmogelijk. à Boeren gingen over op veehouderij

-Tegelijkertijd waren er graanoverschotten in Oostzeegebieden à vulde tekorten aan in Republiek à ontstaan bloeiende graanhandel

-Door  verbeterde scheepbouwtechnieken, en specialisatie en schaalvergroting à durfde Cornelis Houtman het eind 16e eeuw om te gaan varen naar Azië(1595). à VOC werd opgericht

-Amsterdam belangrijk voor wereldeconomie à stapelmarkt

KA24: Het streven van

vorsten naar absolute macht

-In Nederland: bestuur geregeld met Staten-Generaal maar stadhouder had veel macht.

-Men wist niet wie nou de hoogste macht had: twee groepen:

-Prinsgezinden: stadhouders hoogste macht, gecentraliseerd calvinistisch bestuur

-Staatsgezinden: Staten-Generaal hoogste macht

-In Frankrijk was er absolutisme: Lodewijk XIV à iedereen moest katholiek zijn. Door Edict van Nantes hadden calvinisten godsdienstvrijheid maar Lodewijk draaide dit terug.

-Economisch ging het slecht. à mercantilisme/protectionisme werd ingesteld

KA25: De wetenschappelijke revolutie

-Opleiding en wetenschap belangrijk in de Republiek

-Door grote verdraagzaamheid, vrijheid van meningsuiting en godsdienst à trokken veel buitenlanders aan

-Kwamen nieuwe ontdekkingen door hernieuwde mens en wereldbeeld à Renaissance

-In West-Europa ontstond uitwisseling van kennis en onderzoek, er ontstonden speciale gemeenschappen voor kennis. à Republiek was een groot aandeel hierin

KA26: De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economische en cultureel opzicht van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden

-Economisch en op het gebied van kennis, wetenschap, handel en nijverheid ging het goed

-Maar armen, nieuwkomers en katholieken hadden het wel zwaar

-De generaliteitslanden werden bestuurd vanuit de Staten-Generaal, katholieke kerken werden protestantse

Tijdvak 7: Pruiken en Revoluties (de Verlichting) (1700-1800)

slavenhandel, de verlichting, verlicht absolutisme, democratische revoluties

KA27: De uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-Atlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme

-door koloniën overzee en slaven hadden Europese landen een koppositie in de wereldeconomie

-Portugezen, Spanjaarden en Hollanders hadden wereldhandelsrijken

-Tussen Europa, Afrika en Amerika ontstond een driehoekshandel à werd beheerst door europa waaronder de WIC

-Europeanen stichtte plantagekoloniën waar tropische landbouwgewassen zoals: suikerriet, tabak en later katoen werd verbouwd.

-Door bevolkingsgroei in Europa steeg de vraag naar deze producten à slavenarbeid vormde de grondslag van plantageproducten

-Onder invloed van de verlichting ontstond het abolitionisme

KA28: Rationeel en optimisme en verlicht denken dat werd toegepast op alle terreinen van de samenlevig: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen

-Verlichting ontstaat: intellectuele en culturele beweging.

-Standpunten: eind geestelijke duisternis, rationalisme, kritiek op kerk, (vaak) kritiek op absolutisme, menselijk verstand was in staat alles op te

lossen, standenmaatschappij onrechtvaardig.

-Voltaire: vooral kritiek op de kerk, die zou de mens dom houden

-Montesquieu schreef boek(1748): trias politica

-Rousseau ging net een stapje verder: volksoevereiniteit

-Ideeën werden verspreid via brieven, romans, discussieavonden en drama.

-De Verlichting legde de basis voor de Amerikaanse en Franse revoluties

KA29: Voortbestaan van het ancien régime met pogingen om het vorstelijk bestuur op eigentijdse verlichte wijze vorm te geven (verlicht absolutisme).

-O.l.v. Lodewijk XIV was in Frankrijk een absolute monarchie à ancien régime

-Verlichte despoten waren: Jozef II van Oostenrijk, Catharina de Grote van Rusland en Frederik de Grote van Pruisen à zij voerden veranderingen die goed waren voor het volk

-Dit verlicht absolutisme leidde niet tot meer inspraak maar wel tot modernisering van landbestuur, onderwijs en economie

-In Nederland niet het geval à kritiek op Willem V nam steeds grotere vormen aan

-in 1780 kwam revolutionaire beweging op: de patriotten à wilde herstel oude glorie à na escalatie vluchtten zij naar Frankrijk

KA30: De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap

-Door schuld van Engeland moest Amerika meer belasting betalen à zij weigerde dit want ze waren niet in het bestuur vertegenwoordigt. à

zij eisten lagere belastingen, meer zelfbestuur en inspraak

-Tea act was de druppel à gewapende opstand olv George Washington à 1776: onafhankelijkheidsverklaring, in 1781: constitutie opgesteld door Founding Fathers à

gebaseerd op trias politica en aangevuld door Bill of Rights

-Frankrijk: boeren waren ontevreden à richten Nationale Vergadering op à bestorming bastille(1789) à adel deed afstand van privileges à

verklaring Rechten van de Mens

-Napoleon kwam toen aan de macht en Frankrijk was weer terug bij af

-1795: Republiek binnengevallen door Franse Leger(waaronder de gevluchte patriotten) à Bataafse republiek à nieuwe grondwet,parlement,opheffing tol, eenheid belasting, onderwijsstelsel en godsdienstvrijheid

 Tijdvak 8: Burgers en Stoommachines (1800-1900)

Industriële revolutie, sociale kwestie, modern imperialisme, emancipatiebewegingen, kiesrecht, ontstaan politiek-maatschappelijke stromingen

KA31: De Industriële Revolutie die in

de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving

-Door bevolkingsgroei en veranderingen in landbouw à meer mensen die banen zochten

-Werden nieuwe fabrieken geplaatst à arbeidsproductiviteit steeg

 -Door uitvinding van de stoommachine hoefden fabrieken niet perse in de buurt van water te staan maar wel bij voorkeur in de stad

-Engeland maakt als eerst deze verandering mee. Vanaf 1850: Engeland oppermacht in de wereld

KA32: De sociale

kwestie

-Er waren meer arbeiders dan werk à fabrikanten maakten gebruik daarvan door lage lonen etc.

-Protesterende arbeiders werden ontslagen, er waren toch genoeg andere arbeiders

-Pas nadat artsen zich om hen ging bekommeren en de ellende openbaar kwam werd er iets aan gedaan.

KA33: De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie.

-Er kwam veel vraag naar grondstoffen zoals ruwe katoen, goud, kopererts, rubber en jute

-Doordat er steeds meer plantages kwamen, kwamen er ook steeds meer slaven.

-Vanaf 1850 gingen Europese landen het lokale bestuur in koloniën echt overheersen en er was sprake van modern imperialisme. 3 motieven voor het veroveren van nieuwe koloniën:

-Economisch motief: afzetmarkten, en grondstoffen uit koloniën

-Machtspolitiek motief: hoe meer macht hoe beter

-Cultureel motief: de beschaving in Europa was nog altijd het best dus die moest worden overgebracht

KA34: de opkomst van

emancipatiebewegingen

-Door de IR veranderde de samenleving van karakter, er kwamen emancipatiebewegingen op:

-Arbeiders: organiseerde zich in vakbonden en wilde betere werkomstandigheden en inkomen

-Vrouwen: de verzetsbeweging was het feminisme, zij wilde gelijke rechten, kiesrecht etc.

-Confessionelen: godsdienstige mensen wilden graag een herinrichting van de samenleving met als leidraad het geloof

KA35: Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politieke proces.

-Meer mensen gingen zich bemoeien met politieke besluitvorming

-Arbeiders progressieve liberalen vochten voor algemeen kiesrecht

-Er kwam algemeen mannenkiesrecht maar pas later vrouwenkiesrecht

-Het censuskiesrecht werd in 1848 door Thorbecke ingevoerd

KA36: De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme en socialisme

-Kapitaal en arbeid hadden elkaar nodig, maar andere belangen. Hierdoor

ontstonden 2 stromingen:

-Liberalisme: fabrikanten voelden zich hier bij thuis: vrije, ondernemende

individu staat centraal. Overheid bemoeit zich zo min mogelijk met de economie

-Socialisme: hierbij voelden de arbeiders zich thuis: gelijkheid staat voorop.

-Een andere iets extremere vorm van het socialisme is het communisme: Marx verwachtte een klassenstrijd die zou gewonnen worden door het proletariaat.

Tijdvak 9: Wereldoorlogen (1900-1950)

moderne propaganda, totalitaire ideologieën, de crisis, wereldoorlogen, genocide, Duitse bezetting, verwoesting met massavernietigingswapens, verzet modern imperialisme

KA37: De rol van de moderne

propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie

-Hitler was de eerste politicus die propaganda gebruikte als

machtsmiddel en het werkte effectief

-Er kwam censuur op muziek, film, theater, literatuur pers en radio.

-Er was geen persvrijheid en verplichte nationaalsocialistische activiteiten versterkte de macht van de nazi’s

KA38: Het in praktijk brengen van de totalitaire ideologieën:

communisme en facisme/communisme

-In de tijd van de crisis ontstonden drie totalitaire stromingen:

-Facisme: olv Mussoline in Italië

-Communsime: olv Lenin en Stalin in Sovjet-Unie

-Nationaal-socialisme: olv Hitler in Duitsland hij voegde er nog antisemitisme aan toe.

KA39: de crisis van het wereldkapitalisme

-Tijdens de WO1 probeerden landen elkaar economisch te slopen.

-De industriële productie kwam steeds meer in dienst te staan van oorlog à Eng en Fra leenden enorme bedragen bij de VS om oorlogsmateriaal aan te schaffen

-Duitsland was economisch gebroken door de herstelbetalingen van het verdrag van Versailles.

-Hierop zette de VS het Dawesplan op. à eind economische crisis van Duitsland

-Tussen 1924 en 1929 bloeide de economie tot 29 okt. 1929 door de ineenstorting van de beurs

KA40: het voeren van twee wereldoorlogen

-WO1 was van 28 jul 1914 tot 11 nov 1918. Oorzaak was de moord op Frans Ferdinand. à Servië was de schuldige, waardoor Oostenrijk-Hongarije de oorlog verklaarde.

Door de vele bondgenootschappen groeide het uit tot een wereldoorlog.

-WO2 begon toen Duitsland Polen binnenviel in 1939.

KA41: Racisme en discriminatie die leidden tot genocide, in het bijzonder op de joden.

-Nazi’s maakte onderscheid in rassen: het Duitse ras was het heersersras en

de Joden het minderwaardige ras.

-Doel: Derde rijk creëren dat raszuiver zou zijn à

wat een genocide betekende

-De vervolging van joden had verschillende fasen:

isolatie,deportatie,concentratie en eliminatie

-Op de Wannsee-conferentie werd besloten dat er speciale vernietigingskampen voor joden kwamen

KA42: De Duitse bezetting in Nederland

-Op 10 mei 1940 viel Duitsland Nederland binnen à het Nederlandse leger was niet opgewassen tegen het Duitse en met het bombardement op Rotterdam gaf NL zich over

-Op het begin leek de bezetting mee te vallen maar al snel kwamen er een aantal maatregelen:

-Joodse mensen kwamen in een isolement en werden later ook gedeporteerd

-Voor niet-Joodse mensen kwam het leven in teken te staan van Duitse oorlogseconomie,

er was minder bewegingsvrijheid, er kwam distributie, er was arbeidsinzet

-Er waren drie dringen die je kon doen: collaboreren, accommoderen of verzetten

-Er is maar één keer openlijk een staking geweest tegen de razzia’s de Februaristaking op 25 feb 1941

KA43: Verwoestingen op niet eerder vertoonde schaal door massavernietigingswapens en de betrokkenheid van de burgerbevolking bij de oorlogvoering

-Er kwamen veel nieuwe wapens

-In WO1: vlammenwerper, duikboot, gifgas 

en tank

-In WO2: vliegtuigen die bombardementen veroorzaaktenen atoombommen(bedreiging gehele mensheid)

KA44: Vormen van verzet tegen het West-Europese imperialisme

-Tijdens de WO1 kwam er in de koloniën een soort omslagpunt doordat soldaten uit de koloniën die meevochten kennismaakte met vrijheid en

democratie. Zij wilde onafhankelijk worden

-Door de 14 punten van Wilson in 1919 erkende hij dat elk volk had op

onafhankelijkheid

-De koloniale heersers wilde niet meteen soevereiniteit verlenen maar

onafhankelijkheid was rechtvaardig

-Door het machtsvacuüm in de WO2 greep Japan zijn kans en nam voormalige koloniën in.

Tijdvak 10: Televisie en computer (1945-1989)

twee ideologische blokken, atoomoorlog, dekolonisatie, eenwording Europa, sociaal-culturele veranderingen, Multiculturele samenleving

KA45: de verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog.

-Sovjet-Unie en VS kwamen na de WO2 al snel lijnrecht tegenover elkaar te staan. Ontstonden twee ideologische blokken: westen kapitalisme, oosten communisme

-Sovjet-Unie had in Europa verschillende satellietstaten waar ook het

communisme gelden

-Het wantrouwen nam steeds meer toe en het kwam tot een wapenwedloop

-1947: VS introduceert Marshallplan om Europese landen te helpen. Satellietstaten moeten hulp weigeren à

het plan verscherpten de tegenstellingen

-Spanningen leidden tot de Navo(1949) en Warschaupact(1955)

-Overal ontstonden spanningen als gevolg van de Koude Oorlog: Berlijn, Korea, Cuba en Vietnam

KA46: De dekolonisatie die een eind maakte aan de westerse hegemonie in de wereld

-Na de WO2 vond er vrijwel overal dekolonisatie plaats, dit heeft drie

oorzaken:

-Doordat de inheemse bevolking in contact kwam met westerse ideeën à verlangen groeide

-Aziatische nationalisten werden gemotiveerd door de overwinningen van Japan op

de geallieerden

-VS en Sovjet-Unie hadden het nu voor het zeggen: en zij vonden het

imperialisme onzin

KA47: De eenwording van Europa

-Na WO2 groeide het verlangen naar Europese integratie

-Dit kwam door de EGKS à EEG à

EG à en sinds 1993 de EU

-Sindsdien: uitbreiding meer lidstaten(vooral Oostbloklanden) en invoering van de euro

KA48: de toenemende westerse welvaart die vanaf de jaren zestig van de twintigste eeuw aanleiding gaf tot ingrijpende sociaal-culturele veranderingsprocessen

-Na WO2 begon de wederopbouw à

welvaart kwam snel terug mede door Marshallhulp

-De basis voor de verzorgingsstaat werd gelegd

-Economie groeide door het aardgasveld

-Er traden twee processen op: secularisering en individualisering

-Steeds minder mensen naar de kerk, sommigen jongeren keerden zich tegen de maatschappij af

KA49: de ontwikkeling

van pluriforme en multiculturele samenlevingen

-Vele westerse samenlevingen verkleurden vanaf de jaren 50 en 60

-In NL kwamen vooral: Mollukers, Indische Nederlanders, Surinamers, Antillen,

Aruba, Turkije en Marokko ook kwamen er gastarbeiders

-Dit alles maakten Nederland tot een Multiculturele samenleving

Afkortingen:

RR – Romeinse Rijk

IR – Industriële Revolutie

WO - wereldoorlog

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.