Aantekeningen.
Rusland was een economisch achtergesteld land waar de meeste mensen in de landbouw werkte, er was weinig industrie. Stalin wilde dit veranderen en van de Sovjetunie een geïndustrialiseerde staat maken. Daarom voerde hij de plan economie in.
In een plan economie wordt de hele productie van een bedrijf van te voren gepland door de overheid. Bedrijven mogen hiervan niet afwijken. In de Sovjetunie ging dat via
5 jarenplannen.
Nadelen van de plan economie:
- bedrijven kunnen niet inspelen op veranderingen en problemen binnen de economie.
- Alle bedrijven zijn in macht van de staat.
- Veel ambtenaren nodig
- Kwaliteit in een product is ondergeschikt aan de hoeveelheid.
- De nadruk werd gelegd op de zware industrie, de andere industrie kwam onder druk te staan.
De Sovjetunie in de jaren 20 had weinig fabrieken, de meeste mensen werkten/woonden op het platteland. Omdat Stalin van de Sovjetunie een geïndustrialiseerd land wilde maken had hij geld nodig en arbeiders. De Sovjetunie moest aan geld komen door de verkoop van landbouw producten aan het buitenland. En boeren moesten fabrieksarbeider worden. Dus:
De landbouwproductie moest omhoog en dat moest gebeuren met minder boeren.
Kolchoz, grote boeren bedrijven die zijn ontstaan door het samenvoegen van kleine boeren bedrijven. De boeren hadden de leiding samen. Ze moesten verkopen tegen een vooraf afgesproken prijs aan de staat. Er komt veel verzet tegen de collectivisatie. Dit verzet wordt keihard onderdrukt. Boeren worden massaal gedood of verdwijnen naar strafkampen in Siberië.
Kolchoz- staatsboerderij - landarbeiders in loondienst
Stalin wilde in de jaren 30 alleenheerser worden van de Sovjetunie. Dit bereikte hij op 2 manieren:
- Hij liet iedereen waarvan hij maar dacht dat ze tegen hem waren oppakken en vermoorden. - 1934-1938 Grote terreur.
- Propaganda en persoonsverheerlijking, via propaganda probeerde men een beeld van Stalin te schetsen als ideale vader voor het vaderland, ideale communist. Iemand die geen fouten maakte en het besten met iedereen voor had. Stalin werd dus op een voetstuk geplaatst en gezien als een halfgod.
Totalitaire staat
De Sovjetunie was en totalitaire staat. De onderdelen van het leven van de mensen werd beïnvloed en gecontroleerd.
Boek
In 1917 kwamen de communisten aan de macht. Lenin stierf in 1924, zijn opvolger was Stalin. Hij was een wrede dictator en heeft miljoenen mensen gedood.
In 1917 kwam in Rusland de boeren en arbeiders in opstand tegen de Russische keizer, de Tsaar. Het volk was ontevreden omdat er veel armoede was, terwijl kleine groepen adellijke families alle macht bezaten. Een groep opstandingen nam de macht over, over leiding van Lenin. Zij wilde via het communisme regeren.
Communisme: iedereen is gelijk en verdient evenveel. De staat bezit de grond, fabrieken en het kapitaal.
Kapitalisme: Ondernemers proberen zoveel mogelijk winst te maken, zij bezitten de grond, de fabrieken en het geld. De ondernemers verdienen veel meer dna de arbeiders.
De communistische regering nam de machtsovername over alle fabrieken, winkels en bedrijven. Boeren moesten hun oogst afstaan aan de staat. Alle parijen werden afgeschaft. De mensen mochten niet meer zeggen wat ze dachten, de Sovjetunie werd een totalitaire staat.
Toen Lenin was overleden kwam Stalin aan de macht, hij groeide uit tot de machtigste man van de partij. Stalin liet al zijn tegenstanders oppakken en vermoorden. Hij wilde van de staat een industrie land maken. Hierdoor ontwikkelde zich het vijfjarenplan. Hierin werd afgesproken hoeveel en wat er geproduceerd moest worden. Er werden nieuwe fabrieken gebouwd en de arbeiders moesten keihard werken. Ze kregen slecht betaald en hadden geen rechten. De landbouw moest meer gaan opleveren. Zodat de overtollige producten aan het buitenland verkocht konden worden. Met het geld dat daarmee werd verdiend kon de Sovjetunie mensen opleiden en fabrieken bouwen. De boeren werden gedwongen hun land af te staan. De communisten deden alsof de veranderingen in de landbouw een groot succes was.
Iedereen die Stalin niet vertrouwde liet hij oppakken en vermoorden, hij maakte de mensen zo bang dat ze niet tegen hem in durfde te gaan.
Stalin liet de mensen toch geloven dat hij een geweldige leider was. Dit deed hij door propaganda. Hij liet zichzelf op allerlei manieren huldigen. Hij vertoonde zich zo weinig mogelijk in het openbaar. De ontwikkeling van het land was afhankelijk van goed onderwijs. Op grote schaal werden scholen en universiteiten gebouwd. Dankzij de industrie groeide de Sovjetunie uit tot een grote mogendheid. Maar de bevolking merkte hier maar weinig van. Tot in 1953 bleef Stalin als dictator over de Sovjetunie heersen.
Stalin
5.5
ADVERTENTIE
REACTIES
1 seconde geleden