S.O. aantekeningen:
Nederland is een internationaal erkende staat (zo`n staat staat op de kaart, atlas):
Er moeten 3 elementen aanwezig zijn:
1. Er is een vast grondgebied of territoir.
2. Op het grondgebied woont een bevolking.
3. Er wordt een vorm van gezeg uitgeoefend.
Ieder samenleving heeft regels nodig. Regels hebben alleen zin als iedereen zich eraan houdt:
Je hebt gezag nodig. Het hoogste gezag in een staat wordt vaak aangeduid met het begrip soevereiniteit. Dit wordt uitgeoefend door de overheid, die het land bestuurd. De overheid heeft een wettelijk geregelde macht over de bevolking. In een dictatuur is de macht in handen van één persoon of één kleine groep mensen, binnen deze regimes, zijn politie, leger en de rechters enz., zij moeten opvolgen wat de persoon tegen hem zegt. En is daarvoor verantwoordelijk. Bij een dictatuur is er geeb objectieve controle van het parlement. Landen als Cuba, Noord-Korea, China en Libië zijn hiervan een voorbeeld.
Nederland is een rechtstaat:
De burgers genieten rechtsbescherming. Het gedrag van de burgers is beperkt door wettelijke regels. De overheid mag niet alles doen wat ze willen. De belangrijkste rechten van de burgers zijn opgenomen in de grondwet. In 1983 is de grondwet herzien. En bevat klassieke en sociale grondrechten.
Klassieke grondrechten zijn =
1. Het recht op gelijke behandeling. à Artikel 1.
2. Recht van onaantasbaarheid van het lichaam en eerbiedeging van de persoonlijke levenssfeer.
3. Politieke rechten, kiesrecht, recht van vereniging, recht van vergadring, recht van betoging.
4. Vrijheidsrechten = Vrijheid van Godsdienst, vrijheid van levensovertuiging, vrijheid van drukpers, media, film.
Onder sociale grondrechten vallen =
Het recht op =
1. Werkgelegenheid.
2. Sociale zekerheid.
3. Schoon leefmilieu.
4. Volksgezondheid en woonruimte.
5. Onderwijs en maatschappelijk culturele ontplooing.
Het verschil tussen klassieke en sociale grondrechten zit in de mate waarin de overheid verplicht is de rechten te waarborgen. Om te zorgen dat de overheid z`n eigen wetten niet overtreedt, kan de burger naar de rechter toe stappen.
In de rechtstaat is de rechterlijke macht onafhankelijk en zijn de politici gebonden aan de uitspraak van de rechter. Democratie, demos = het Griekse woor voor volk en Cratijn = het Griekse woord voor. Regeert.
De burgers kiezen vertegenwoordigers die in hun naam besturen. Dit noemen we een represatieve democratie.
Kiesrecht: De eerste grondwet in Nederland, stamt vanaf 1798. Tijdens de bezetting van de Fransen in 1806 kwam er een grondwettelijk een koninkrijk. Lodewijk Napoleon was de 1e koning van Nederland. Willem de Ie werd koning in 1814, hij had bijna alle macht. Op initiatief van Minister Thorbeck werd de grondwet gewijzigd.
In 1848 werd de macht van de koning aan banden gelegd. Burgers krijgen meer invloed op het bestuur. Alleen mannen konden stemmen die een bepaald bedrag aan de belasting betaalden. Dit heet centsus kiesrecht. In de grondwet van 1917 werd algemeen kiesrecht voor mannen ingevoerd. En in 1919 aangenomen. In 1919 werd ook het kiesrecht voor vrouwen aangenomen. En werd in 1922 vastgelegd in de grondwet. Alle Nederlandse staatsburgers die 18 jaar of ouder zij hebben kiesrecht zowel actief als passief. Actief betekent, recht om te kiezen, passief betekent recht om gekozen te worden (als kandidaat meedoen). Wettelijk is vastgelegd dat stemmen geheim zijn. Niemand kan nagaan wat inviduele burgers gestemd hebben. Nederland heeft 3 bestuurslagen:
1. Rijk
2. Provincie bestuurder (Provinciale staten) - van Noord-Brabant is dat Mevr. May Wegge.
3. Gemeente à Gemeenteraad.
Heb je geen Nederlandse nationaliteit, dan mag je niet stemmen. Woon je langer dan 5 jaar in Nederland en heb je geen Nederlandse nationaliteit, dan mag je wel stemmen voor de gemeenteraadsverkiezingen.
Wie zijn uitgesloten voor stemmen?
1. Mensen die door een rechterlijke uitspraak, onbekwaam zijn geraakt (geestelijke stoornis).
2. Mensen met een strafblad.
De 4 grote steden: Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Groningen, hebben stadsdeelraden.
Partijen registreren zich bij de kiesraad. Ze betalen daarvoor 450,- euro. Dit bedrag wordt teruggegeven aan de partij als ze mee doen aan de verkiezingen. De partij moet in elke kieskring waarbij het mee wil doen een kandidatenlijst inleveren. De partij moet in elk kiesdistrict een steunbetuiging van 30 mensen hebben. Die 30 mensen moeten zich melden met hun eigen geldige paspoort op het gemeentehuis in hun regio komen en hun handtekening zetten. De partij moet een bedrag betalen en ze krijgen dit bedrag terug als ze 75% van de stemmen haalt die nodig is om 1 zetel te krijgen. Kiesstelsel = In nederland is het kiesstelsel gebaseerd op evenredige vertegenwoordiging, dat wil zeggen, dat alle uitgebrachte stemmen worden verdeeld over het beschikbare aantal zetels. Bij de berekening wordt uitgegaan van de kiesdeler = De hoeveelheid stemmen die je nodig hebt voor 1 zetel. Het voordeel van een evenredige vertegenwoordiging is dat iedere stem telt even zwaar meetelt als het gaat over de verdeling. Het nadeel is dat veel kleine partijen een plaats kunnen krijgen in de volksvertegenwoordiging waardoor het debatteren onoverzichtelijk wordt. Ook is het lastig om met zoveel partijen onderling afspraken te maken om aan dit bezwaar tegemoet te komen, daarom hebben sommige landen zoals Duitsland en Oostenrijk een kiesdrempel (àEen kiesdrempel is het minimum aantal stemmen, uitgedrukt in een percentage van het totale aantallen uitgebracht stemmen, dat een partij moet behalen om een zetel in een volksvertegenwoordiging te krijgen.) ingevoerd. In Nederland is de kiesdrempel 0,67 procent
En in Duitsland is de kiesdrempel 5%.
REACTIES
1 seconde geleden