H6 Nederland in de twintigste eeuw
§1 oorlogservaringen Vanaf de oprichting van het Koninkrijk der Nederlanden in 1813 probeerden Nederlandse regeringen altijd neutraal te blijven in oorlogen. Dat lukte goed en zelfs in de Eerste Wereldoorlog deed Nederland niet mee. Omdat het zo onpartijdig was vonden andere landen dat het een goede plek was om een internationaal gerechtshof te vestigen. Dat kwam er in 1913, in het Vredespaleis in Den Haag. Maar op 10 mei 1940 vielen Duitse soldaten toch het neutrale Nederland binnen. Na 5 dagen strijd werd Nederland bezet.
Het nazi-bestuur
Eerste gedroegen de nazi-bestuurders zich vriendelijk. Ze hoopten dat de Nederlanders op die manier zouden meewerken. Maar later werden de nazi’s strenger. Allen politieke partijen, behalve de NSB, werden verboden. Ambtenaren, burgemeesters, en politieagenten die de nazi’s niet vertrouwden werden vervangen voor NSB’ers. Als je je verzette werd je gearresteerd en soms ter dood gebracht. Kranten en radio kwamen onder censuur. Al deze maatregelen worden ook wel ‘gelijkschakeling’ genoemd: alle Nederlanders moesten op dezelfde manier gaan denken.
Meewerken of niet? De Nederlanders hadden zo lang in vrijheid en democratie geleefd dat zij zich niet konden voorstellen wat dictatuur betekende. Waarom legden veel Nederlanders zich neer bij de dictatuur: - in het eerste jaar dachten ze dat het nog wel zou meevallen met de dictatuur - ze dachten dat er weinig tegen de Duitse overmacht te doen was omdat ze in korte tijd half Europa hadden veroverd. Ze gingen dus gewoon naar hun werk, school en boodschappen doen. Sommigen werkten actief met de bezetters mee. Bijna alle grote en middelgrote ondernemingen sloten contracten af met het Duitse leger. Meer dan honderdduizend Nederlanders werkten uit vrije wil op vliegvelden van de Duitsers en meer dan tweehonderdduizend gingen in Duitsland werken. Een kleine groep begon zich te verzetten, bijvoorbeeld door verboden kranten rond te brengen of aanslagen te plegen. Hoe meer geweld de Nazi’s gingen gebruiken hoe heviger het verzet ook werd.
De jodenvervolging
In 1941 werden de eerste joden in Amsterdam opgepakt. Uit protest daartegen gingen niet-joodse Amsterdammers staken. De staking verspreidde zich snel buiten Amsterdam.
De bezetters arresteerden sommige stakers, anderen werden doodgeschoten.
De vervolging van Joden werd heviger. Ze mochten niet meer naar de bioscoop, naar parken, in de tram. Ze werden gedwongen in bepaalde wijken te gaan wonen. Vanaf 1943 werden de joden naar concentratiekampen gebracht en daar vermoord.
Sommige joden probeerden onder te duiken maar dat was moeilijk en gevaarlijk. Veel mensen begonnen daar niet aan om mensen in huis te nemen omdat ze dan zelf ook vermoord konden worden. Sommige Nederlanders waren het eens met de Duitsers en hielpen. Anderen dachten dat ze niets tegen de vervolgingen konden doen. Driekwart van alle joden werden vermoord.
De oorlog in Indonesië Na de 2e wereldoorlog heeft Nederland met nog meer oorlogen te maken gehad. Eerst moest de oorlog tegen Japan gewonnen worden. Dat land hielp de Nederlandse kolonie Indonesië bezet. Nadat Japan verslagen was, vochten Nederlandse soldaten nog larenlang door om de onafhankelijkheid van Indonesië tegen te houden.
Oorlog en vrede na 1945
Na de bezetting voerden de Nederlanders een andere buitenlandse politiek. Ze bleven niet langer neutraal maar zetten zich in voor vrijheid en democratie: Nederland werd lid van de NAVO. Nederlandse soldaten vochten tussen 1950 en 1953 in Korea tegen het communisme. Ze deden dit uit verzoek van de VN. niet als lid van de NAVO. De NAVO mocht officieel alleen oorlog voeren als 1 van de lidstaten bedreigd werd.
Ook na de Koude Oorlog bleef Nederland soldaten inzetten in conflicten om de vrede te bewaren. Zo kreeg het Nederlandse leger een nieuwe taak.
Terugkijken op oorlogen
In de eerste tijd na de oorlogen hadden de Nederlanders veel haat tegen de Duisters en Japanners. De Duitsers waren wrede onderdrukkers en de Japanners hadden de Nederlanders onderdrukt. Na zo’n oorlog vind je jezelf altijd ‘goed’ en de vijand ‘fout’.
Maar later gingen de Nederlanders anders over hun oorlogen denken. Was het wel allemaal de fout van de vijand? Was er wel genoeg verzet geweest tegen de nazi’s? hadden de Nederlanders niet zelf fouten gemaakt bij de oorlogen? Bij terugkijken op oorlogen gaat het vaak minder om de vraag wie ‘goed’ en wie ‘fout’ waren, maar belangrijker is om te begrijpen hoe dingen zo hebben kunnen gaan.
§2 Naar een consumptiemaatschappij Aan het eind van de negentiende eeuw was in Nederland de industrialisatie op gang gekomen. Toch verdienden nog steeds veel mensen hun brood in de landbouw, handel en dienstverlening. Vooral de handel was belangrijk. Daarom waren de gevolgen van de economische crisis hier groot: omdat er in andere landen minder geconsumeerd werd, viel er voor Nederland minder te verkopen en vervoeren. Zo kwamen alle sectoren in Nederland in een crisis terecht.
Crisis en oorlog
Werkloosheid was in de jaren 30 een ramp. Je kreeg geen uitkering maar ‘steun’. Er werd dan precies nagegaan wat je nodig had: als je nog goede schoenen had kreeg je geen nieuwe. Veel werklozen leefden jaren lang in bittere armoede.
Tijdens de bezetting werden veel Nederlandse mannen gedwongen om in Duitsland te gaan werken. Steeds meer spullen werden door de nazi’s weggeroofd. In het laatste jaar van de oorlog werd er veel gevochten in Nederland. Hele steden werden beschadigd. Het westen van het land raakte van de rest van het land afgesloten. Niets of niemand kon her nog in of uit. Duizenden stierven van de honger.
Een industriële samenleving
Na de oorlog hadden veel landen grote oorlogsschade. Daarom hielpen de Amerikanen Europa met het Marshallplan. Europa moest dan wel gaan samenwerken en hun economie verbeteren.
Nederland gebruikte de financiële hulp vooral om een moderne industrie op te zetten. Regering, werkgevers en werknemers spraken met elkaar af dat zij alles op alles zouden zetten om de economie te herstellen. De regering zou de infrastructuur verbeteren, de ondernemers zouden investeren in nieuwe bedrijven en de prijzen laag houden. De werknemers zouden niet gaan staken en geen loonsverhoging vragen. De regering zou er op toezien dat iedereen zich aan de afspraken hield.
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
1 seconde geleden
N.
N.
echt een goede samenvatting.
handig om te leren!
13 jaar geleden
Antwoorden