Nederland en de Rechtspraak

Beoordeling 4.8
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 3e klas vwo | 1078 woorden
  • 10 augustus 2005
  • 33 keer beoordeeld
Cijfer 4.8
33 keer beoordeeld

1. Rechtsregels en Rechtsbronnen Regels zorgen ervoor dat we zonder al te veel problemen met elkaar kunnen samenleven. Sommige regels worden zo belangrijk gevonden dat ze schriftelijk zijn vastgelegd door de overheid; rechtsregels. De vindplaatsen van deze rechtsregels noem je de rechtsbronnen:

- Wetten: Wetten zijn geschreven regelingen van de overheid. Deze rechtsregels zijn samen gebracht in boeken. In het Burgerlijk Wetboek staan o.a. regels over huwelijk, echtscheiding, adoptie, erfrecht, kopen, huren en arbeidsovereenkomsten. In het Wetboek van Strafrecht worden strafbare feiten genoemd en de straffen die je kunt krijgen als je een strafbaar feit begaat. In veel wetten krijgen Provinciale Staten en gemeenteraden de opdracht om bepaalde zaken in regels verder uit te werken. Deze regels worden verordeningen genoemd. - Uitspraken van Rechters (jurisprudentie): Rechters moeten in wetten vastgelegde rechtsregels uitleggen. Zo wordt een rechtszaak bepaald. - Verdagen: Een verdrag is een overeenkomst tussen landen. In een verdrag leggen landen rechten en plichten vast. Europese Conventie van Rechten van de Mens is verdrag waarin landen zich aan mensenrechten te houden hebben. Soms staan er in een verdrag alleen rechten en verplichtingen waar de overheid voor geldt (NAVO-verdrag), soms gelden de rechten en verplichtingen ook voor de burgers. Hier kan iemand in proces dan beroep op doen. - Gewoonten: de rechter houdt rekening met de gewoonten die zijn ontstaan.

2. Soorten Processen Voor verschillende conflicten zijn er verschillende processen:

- Burgerlijk (of civiel) proces: Hierbij kunnen twee (of meer) burgers tegenover elkaar komen staan. Ook de Overheid kan tegenover een burger komen te staan. - Strafproces: Hierbij staat iemand, die ervan verdacht wordt een strafbaar feit te hebben gepleegd, tegenover de overheid. - Administratief proces: Hierbij kan een burger proberen een voor hem nadelig besluit van de overheid ongedaan te maken. Je kan door middel van administratieve rechtspraak of administratief beroep terugvechten. Dit wordt nader uitgelegd.

3. Verschillende Rechtsgangen In Burgerlijk- en strafrechtspraak spelen vier rechtbanken een rol: kantongerechten, arrondissementsrechtbanken, gerechtshoven en de Hoge Raad. In Nederland wordt in maximaal drie fases recht gesproken. Wanneer iemand het niet eens is met de uitspraak van de rechter, dan kan hij in hoger beroep gaan. Is hij het dan weer niet eens, dan kan hij zijn beroep in cassatie stellen. Hierbij ga je na de Hoge Raad voor een nieuw onderzoek van de lagere rechter.

Administratieve rechtspraak, of ook wel bestuursrechtspraak genoemd, gaat over geschillen tussen burgers en het overheidsbestuur. Administratief beroep houdt in dat iemand tegen een besluit van een lagere overheid protesteert bij een hogere overheid. Bij Arrondissementsrechtbanken kun je dan terecht met klachten over onder andere bouwvergunningen, ambtenarenzaken en sociale verzekeringskwesties. Je kunt in hoger beroep gaan bij de Raad van State in Den Haag of bij Beroep in Utrecht. Voor geschillen over economische wetten moet je naar het College van Beroep. De Rechtbank Nieuwe Stijl wordt in de toekomst misschien een rechtbank voor alle zaken (burgerlijke, strafrechtelijke en administratieve zaken).

Bij Nationale Ombudsman kan je een klacht indienen als je geen oplossing voor een conflict met ambtenaren van de rijksoverheid kunt vinden. Deze onderzoekt of het overheidsorgaan waarover een klacht bij hem is ingediend, zich behoorlijk heeft gedragen. De Nationale Ombudsman kan geen straffen of maatregelen nemen, maar wel bemiddelen in conflicten. De Geschillencommissies zijn commissie die je zonder dat je naar de rechtbank moet, je kunnen helpen met je probleem. Je hebt zo voor reizen, recreatie, parket, woninginrichting, keukens etc. etc.

4. Gang van Zaken in een Burgerlijk Proces Een Proces bij de Arrondissementsrechtbank gaat als volgt: Eerst wordt er door de eiser een eis gevraagd aan de gedaagde. Het proces begint dan met een dagvaarding; een oproep van de eiser aan de gedaagde om voor de rechter te verschijnen. Hierbij wordt er een verslag gemaakt door de advocaat van de eiser met de omschrijving van de gebeurtenis. De deurwaarder brengt een kopie naar de gedaagde. Dan volgen er zittingsdagen. Nu overhandigt de advocaat van de gedaagde zijn stuk over de gebeurtenis met alle argumenten daarbij. Dit heet een Conclusie van Eis. In de volgende zittingsdag mag de advocaat van de eiser zich verdedigen door een Conclusie van Antwoord te overhandigen. Nu kan de advocaat van de gedaagde antwoorden met een Conclusie van Repliek en als laatste kan de advocaat van de eiser antwoorden met een Conclusie van Dupliek. Eventueel is het moegelijk voor een Pleidooi: een mondelinge toelichting op de zaak. Als de rechtszaak meent genoeg te weten wordt er uitspraak gedaan. Bij een Kantonrechter loop het zo goed als het zelfde. Een belangrijk verschil is dat je de zaak zelf zonder advocaat mondeling kan toelichten.

4. Gang van Zaken in een Strafzaak Een strafbaar feit bestaat uit een misdrijf (moord, mishandeling, diefstal) of uit een overtreding (dierenmishandeling, dronkenschap, zwart rijden). De verschillen hiertussen zijn:

- Misdrijven worden in eerste instantie berecht door de arrondissementsrechtbank, overtredingen door het kantongerecht. - Misdrijven worden bestraft met een geldboete of gevangenisstraf, overtredingen met geldboeten of gevangenisstraf van maximaal 12 maanden. - Misdrijven worden op je strafblad geschreven. - Misdrijven geeft de politie meer bevoegdheden.

Bij een rechtszaak van een misdrijf of een overtreding komt veel kijken. Je hebt bijvoorbeeld de Rechters, die benoemd zijn voor hun leven. De Aanklagers, ambtenaren van het Openbaar Ministerie (OM), geven leiding aan de opsporing, de vervolging en de bewijsvoering van strafbare feiten. De Aanklager wordt de officier van justitie genoemd en bij de Hoge Raad de Procureur-General. De ambtenaren van het OM worden geholpen door de politie en andere opsporingsambtenaren zoals douanebeambten, belastinginspecteurs en spoorwegpolitie. Er wordt Proces -Verbaal opgemaakt als ze strafbare feiten opmerken. Daarna wordt er een opsporing verricht en wordt er een verdachte aangehouden. Die wordt op het bureau verhoord door politieagenten of rechercheurs. Alles wat de verdachte zegt, wordt opgeschreven in het proces-verbaal. Hier heeft de verdachte inzagening op en mag eventueel wijzigen.Verder heeft de verdachte nog rechten op:

- Een advocaat. - Het inzien van de processtukken. - Verbinden met zijn advocaat.

Na dit wordt de verdachte voorgeleid voor een officier van justitie. Deze heeft de volgende mogelijkheden:

- De zaak afdoen met een boete. - De zaak stop zetten (seponeren). - Een gerechtelijk vooronderzoek instellen.

Bij een Gerechtelijk Vooronderzoek draagt de officier van justitie de zaak over aan een rechter-commissaris. Tijdens dit onderzoek wordt er door de officier van justitie zoveel mogelijk bewijzen verzameld. Is dit genoeg, dan komt er een dagvaardig. Daarin staat dat hij een oproep om op een bepaalde tijd voor de rechter te verschijn en zijn ten laste leggen (wat, waar, wanneer en de straf).

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.