hoofdstuk 7.1 MEMO h/v 1

hoofdstuk 7.1 op weg naar de moderne tijd.

Kunstenaars en wetenschappers die rond 1500 leefden vonden dat er een nieuwe tijdperk was gekomen . de kunstenaar en geleerden waren verbijsterd van wat de grieken en romeinen allemaal maakten. In Italie zag je nog veel dingen (resten) van  tempels,theaters en beelden. In ''archieven" word onderzocht naar  teksten van de grieken en romeinen. Deze teksten werden aandachtig bestudeert door humanisten De Italiaanse man "Pertraca"(1304-1374) liet homerus van grieks naar latijn vertalen, hem noem je dus een Humanist. De periode van 15e eeuw naar de 16e eeuw noemen we de RENAISSANCE dat betekent wedergeboorte.

Wat er precies aan het denken veranderden was dat de christelijke kerk leerde niet alleen op het leven, geld enz te letten maar op de hemel en de god. Toch vonden de grieken het anders zij vonden dat je moest genieten van de aarde. In de renaissance dachten ze er ongeveer het zelfde over "ieder mens leeft maar een keer, dus maak er iets moois van". 

Daardoor veranderde het mensbeeld, vooral in de kunst. Michelangelo en Leonardo Da Vinci pastte hun tekeningen ook aan door mensen te tekenen hoe ze er echt uit zien. Geleerden bepaalde de dingen die ze onderzochten soms zelf daardoor kwamen er conflicten in de  kerk Bijvoorbeeld : Copernicus (1473-1543) die zei dat de aarde om de zom draaide. In de handelsteden veranderde ook veel de rijke mensen vonden dat je mocht laten zien hoe rijk je was en hoe machtig. Zij lieten mooie huizen, schilderijen voor zich zelf maken. Toch gaven ze wel geld aan de armen en gaven ze geld aan mooi gebouwen.