Hoofdstuk 3

Beoordeling 7.6
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas vwo | 2154 woorden
  • 28 december 2009
  • 35 keer beoordeeld
Cijfer 7.6
35 keer beoordeeld

Paragraaf 1
-610: Mohammed wil zich van een berg afwerpen, dan ziet hij voor het eerst de engel Gabriël
-632: Mohammed sterft
-622: Mohammed verdreven uit mekka
-630: Mohammed verovert mekka
-632-650: Islam verovert Perzische rijk en Byzantijnse rijk
-660: Islamitische expansie rukt opnieuw op
-732: Moslims worden teruggeslagen bij Poitiers
-1492: Moslims definitief verdrongen uit Spanje
-1453: Val Constantinopel door Turken
-Mekka is uitgegroeid tot een handelscentrum omdat dit in een oase lag. Andere reden is dat de Ka’ba er staat waar de Arabieren kwamen om te bidden

-Mohammed weigerde God's woord door te geven, maar de woorden stroomden vanzelf uit zijn mond. Hierna rende hij naar een grot om zichzelf te vermoorden. Engel hield hem weer tegen.
-Mohammed hoorde visioenen van God maar schreef ze niet op omdat hij analfabeet was, zijn volgelingen leerden de verhalen uit hun hoofd. Na de dood van Mohammed werden ze opgeschreven in de Koran
Islam is ontstaan door de vorming van de Koran, want hier stond alles in.

*Overeenkomsten Islam met Christendom en Jodendom: allebei monotheïstisch, hebben een heilig boek waar God's woord staat geschreven, geloven in leven na dood.
-Geloof gaf ook normen voor goed en kwaad, mensen moesten niet alleen in de god geloven maar ook leven zoals hij wilde.
-Volgens de Koran overtuigde een christelijke neef van Mohammed  hem dat de gGod van Mozes en Jezus (dus die van christendom en jodendom) aan hem was verschenen.
-Op de tempelberg zou Mohammed zijn begroet door Abraham, Mozes en Jezus. Toen klom hij op een ladder naar de hemel en God vertelde hem daar dat hij 5x per dag moest bidden. (alle moslims dus)
-Heilige boek mag alleen in het Arabisch worden gelezen omdat God zich in het Arabisch

openbaarde.
- Omdat Islam een universele godsdienst was en voor iedereen (dus ook mensen die geen Arabisch kunnen lezen) werden moslims verplicht tot de Jihad: verspreiden van Islam over de wereld
- De verhuizing van Mohammed van Mekka naar Medina is het begin van de Islamitische jaartelling. Hij krijgt hier ook de macht dus Medina is de eerste Islamitische stad.
-Mohammed krijgt vanuit Medina steeds meer macht en steeds meer volken onderwerpen zich aan de Islam en kan dus makkelijk zonder geweld Mekka veroveren.
-Islam wordt hierna heel snel verspreid (o.a. ook met geweld) en een steeds groter gebied wordt Islamitisch.
-Na een periode van rust gaat de expansie verder en werd Noord-Afrika en Azië veroverd. Vielen ook Constantinopel aan maar die hield stand. Dringen nog door tot Frankische rijk maar worden teruggeslagen bij Poitiers.
Met de slag van Poitiers komt een einde aan de expansie van de Islam.


Hoe waren Arabische veroveringen mogelijk?
-Volkeren hadden onderlinge verdeeldheid in geloof, en de Islam gaf ze een verbintenis.
-Waren een ruitervolk, dus verspreiden zich snel en waren wendbaar. Waren ook sober bestaan gewend.
-Veel mensen wilden mee doen aan de expansie, als je immers mee deed aan de Jihad en daarbij stierf, kwam je meteen in het paradijs.
-Lieten de al bestaande culturen in hun waarde en namen de gebruiken over: culturele opbloei.

Arabieren bestuurden hun gebied tactisch en lieten Griekse en Perzische teksten vertalen en namen de beeldhouwkunst over, hier kwamen hele mooie dingen uit.
-Steden werden onder de leiding van de arabieren economisch sterk.
Europa was in die tijd arm, en niets vergeleken bij het ontwikkelde Arabische rijk.

Islam verspreidde zich nog verder door het zwakke Perzische en Oost-Romeinse rijk.

Christendom: verplichtte iedereen om zich te bekeren tot het christendom
Islam: heidenen moesten zich bekeren tot de Islam, maar mensen met een andere godsdienst konden tegen betaling met rust gelaten worden, mits ze mohammed niet zouden beledigen.

Islam wordt in Spanje de Moorse cultuur genoemd omdat de Islamieten op dezelfde manier als de Moren hun overwinning kregen.

Paragraaf 2
Europa maakte in de vroege Middeleeuwen een armzalige indruk door de val van het Romeinse rijk.
Val Romeinse rijk: tempels, kerken en gebouwen vervallen, wegen worden niet meer onderhouden, handel verdwijnt en steden verdwijnen.

Meeste mensen woonden ook in het Romeinse rijk nog op het platteland.
Steden waren wél belangrijk: het rijk werd vanuit de steden geregeerd, de handel was te vinden in de steden en in de steden was het meeste van de cultuur terug te vinden.
-Na de val van het Romeinse Rijk blijft het oostelijke deel agrarisch-stedelijk en blijft redelijk intact, maar het westen raakt in verval en steden verdwijnen. Het enige wat niet verviel waren kerken en kleine dorpjes daaromheen. Dit kwam door de bisschoppen.

-500 tot 1000 : Europese economie bijna helemaal agrarisch (de handel was namelijk met de steden mee verdwenen): bracht weinig op dus iedereen werkte op het land, behalve adel en geestelijken.
-Er kwamen autarkische plattelandsgemeenschappen: leven van eigen geproduceerd voedsel, helemaal zelfvoorzienend.
Af en toe werd er geruild, geld was er niet.
-Productie van de boeren was gericht op overleven en werden door adellijke heren van wie ze afhankelijk waren vaak onderdrukt. (Doordat er geen handel meer was werden boeren ook niet meer gestimuleerd meer te produceren, dit heeft ook weer het gevolg dat de handel uit blijft)
-In het Romeinse Rijk waren er al vrije boeren en slaven. Na de val van het Romeinse Rijk werden de boeren vaak halfvrije horigen: hebben rechten en grond, maar mogen grond niet zonder toestemming van heer verlaten.

Hoe ontstond de horigheid (Let op! Dit is nog in het Romeinse Rijk!)?
-De productie van agrarische producten waren laag en steden en legers stonden op het punt honger te gaan leiden. Zo beslisten keizers dat boeren hun land niet meer mochten verlaten.
-Het werd steeds onveiliger waardoor boeren zich onder bescherming moesten stellen van heren met hun eigen legers.
-Horigheid houdt in dat je bescherming krijgt tegen herendiensten, dus trouw aan je heer en bijvoorbeeld allerlei klusjes voor de heer.

-Uit de horigheid ontstond het hofstelsel (nu in de middeleeuwen): Heer heeft land met centraal het hof (vanuit daar bestuurt hij alles). Land is verdeeld in 2 stukken; vroonland en hoevenland. Op het vroonland stonden gebouwen van de heer zelf (hoofdgebouw, molen, bierbrouwerij etc.) en er waren ook vaak akkers etc.
Op het hoevenland stonden boerderijen met land van boeren, en het veel van de boeren mocht dan in de omliggende gebieden grazen en boeren mochten het ook gebruiken voor bv hakken van hout. Hier tegenover moesten natuurlijk wel herendiensten gedaan worden. Soms ook betalingen in natura.
-Hofstelsel kwam veel voor in Europa, maar er waren veel verschillen tussen de hoven. Bijv. de grootte van de hoven of de ‘belasting’ die betaald moest worden.
- Ook geld verdween met de val van het Romeinse Rijk. Later kwam het geld weer boven, het had alleen toen zijn periodes van waarde omdat het niet geslagen werd door het rijk, maar door de steden of dorpen op zich. De waarde van de munt kon dus nog al verschillen.

Paragraaf 3
800: Karel de Grote tot keizer gekroond.
-Romeinse overheid maakte plaats voor het feodale stelsel.
-Romeinse rijk werd bestuurd vanuit 1 centraal punt en er was een soort grondwet.
-Romeinse bestuurssysteem verdween in de vroege Middeleeuwen; niemand kon meer de regels lezen en door de vervallen wegen konden heersers geen groot gebied beheersen: hierdoor kwam het dat koningen minder macht hadden dan plaatselijke machthebbers omdat het gebied niet te besturen was.
-Omdat ze zo afhankelijk waren van anderen, probeerden ze de lokale machthebbers aan zich te binden door trouw te laten zweren. Zij kregen hier dan bescherming, buit of andere dingen voor. De kleinere machthebbers deden dit ook weer op hun beurt door het Feodalisme.

Feodale stelsel/leenstelsel: Heer gaf een stuk grond in leen aan iemand (die wordt dan vazal genoemd) in ruil hiervoor zwoer de vazal trouw aan de heer een zou hem dienen.

Feodale stelsel voor het eerst in het Frankische rijk = rijk van Karel de Grote.
500: Clovis (Frankische krijgsheer) verovert bijna heel Gallië en sticht een groot rijk.
-na dood van Clovis wordt het verdeeld onder zijn zoons, hierna krijgt het weer sterke leiders ; Karel martel, Pippijn de Korte en Karel de grote. Karel werd de grootste vorst van de vroege Middeleeuwen. Later verovert hij grote gebieden.
-Karel veroverde grote gebieden door ridders te paard; dit was een grote verbetering omdat de ruiters na verbeteringen gelijk waren aan het voetvolk, maar wel sneller.
(lees: maliënkolder, lansen, stijgbeugel)
- De ruiteruitrusting was alleen te betalen door rijke families. Karel bond ze aan zich door ze grond te lenen. Hij benoemde ook mensen tot graaf of hertog, wat verwant is aan het Romeinse stelsel. Het grote verschil is dat de Romeinse ‘graven en hertogen’ in dienst waren van de overheid en die van Karel aan hemzelf.
-Deze vazallen kregen bijna gehele verantwoordelijkheid en eigendom over het gebied. (Belasting en domeinen dus ook!)

-Na de dood van Karel verviel het leenstelsel langzaam. Na de dood van een heer probeerden de vazallen namelijk hun grond toe te eigenen en gaven dit door aan hun kinderen. De Macht kwam steeds meer in handen van kleine kasteelheren, rond 1000 bijna geen invloed van de koning meer.

Paragraaf 4
Rond het jaar 1000 brak er een nieuwe tijd aan, waarin alle kerken (van groot tot klein) werden gerenoveerd of herbouwd. Het christendom had Europa veroverd.

-394: christendom wordt tot staatsgodsdienst verheven
-690: Willibrord probeert Friezen te bekeren
-722: Bonifatius naar oosten van de Rijn om te bekeren
-754: Bonifatius vermoord bij Dokkum

-Christendom in oosten van Romeinse rijk dieper geworteld dan in het westen, in het westen waren Germaanse invasies en daardoor verdween het op sommige plaatsen zelfs geheel.
-Keerpunt in verspreiding van christendom: Clovis roept in een veldslag met een Germaanse stam in nood de Christelijke god van zijn vrouw aan, en wint daarna de veldslag. Na de overwinning laat Clovis zich met zijn hele leger dopen. Hierna volgden nog meer overwinningen.
-Vanaf 450 verspreidden monniken het christendom al naar Ierland, vanuit Ierland ging het naar Britannië.

-Paus Gregorius verspreidde het geloof vanuit Rome.
-Willibrord stak over naar Nederland en omliggende gebieden te bekeren (Friezen). In Utrecht stichtte hij zijn aartsbisdom, waar al eerder een christelijke kerk stond die was verwoest door de Friezen. Vanuit daar trok hij rond om te dopen en kerken te stichten. Friezen werkten echter niet mee, waar ze konden vielen ze hem aan.
-Bonifatius werd door de Duitsers naar de Rijn gestuurd om mensen te bekeren, in Beieren succes, maar niet bij de Saksen.
-Islam drong op en Karel Martel slaat terug. Karel de Grote stelt het christendom bij Friezen en Saksen zeker.
-Bonifatius en Willibrord verspreidden het geloof niet met geweld, Lebuïnus wel. Lebuïnus dreigde dat Karel gebieden zou verwoesten als de Saksen zich zouden blijven verzetten en Saksen steken kerk in brand en karel valt aan. Daarna lange oorlogen, Karel laat bijv. ook 4500 Saksen onthoofden.
-Karel wint als hij de Saksische leider Widukind verslaat, die hem laat leven als hij zich laat dopen.
-Na de dood van Karel valt het christendom weer een beetje omdat er Vikingen en Hongaren opdringen. Onder leiding van duitse keizers slaat het Christendom rond 900 terug.
-Steeds meer koningen laten zich dopen, en daarmee ook de inwoners.
-Er zijn 2 takken van het christendom ontstaan; die in het oosten en in het westen. Verstonden elkaar ook niet meer, want in het westen was er geen kennis meer van het Grieks, waarin de Byzantijnse (oosterse) geschriften waren geschreven.

-In het westen was de paus aan de macht en in het oosten de patriarch van constantinopel. De paus wil ook macht over westen> breuk.

Verklaringen voor geleidelijke verspreiding Christendom:
-Verspreiden van geloof ook voor christenen een picht
-Missionarissen zagen het verspreiden als naastenliefde; wie zonder geloof leefde kwam namelijk in de hel
-Afhankelijk van machthebbers, konden niet zonder bescherming verspreiden.
-Kerstening slaagde vaak pas nadat heidenen met geweld waren bekeerd.
-Geloof zorgde ook voor ijver bij vorsten, en kerken konden erg handig zijn voor het verspreiden van bepaalde gewenste gevoelens onder het volk
-Veel vorsten bekeerden tot het christendom om bondgenoten te krijgen of om god zelf als bondgenoot te hebben à er waren namelijk veel christelijke overwinnaars.
-Germaanse geloof had een simpel idee van het geloof, maar was wel sterk en bleef eeuwen lang hangen.

-Eerste tekenen van christelijk volksgeloof stammen uit het jaar 1000 ongeveer.
-Omdat het christendom veel eisen stelde, moesten missionarissen zich wel aanpassen aan de heidense belevenis. Meer dingen zoals geloof in trollen werden getolereerd, maar geloof in waarzeggers mocht niet. Het christendom neemt zo veel heidense elementen over
-Verjaardag van Christus is gebaseerd op de verjaardag van de zon, omdat Christus werd vergeleken met de zonnegod.
-Paus Gregorius liet alle heidense tempels en godenafbeeldingen vernietigen: straf bleef uit; chirstendom was goed. Hij stelde ook het gebruik van afbeeldingen in. Zo konden ook analfabeten het verhaal van Christus volgen. Er kwamen ook relikwieën.

Regel van Benedictus: Monniken mogen geen eigen bezittingen hebben en het klooster niet verlaten. Moeten totaal gehoorzaam zijn aan de abt en in kuisheid leven. Ze moesten zich ook aan een strakke dagindeling houden van afwisselend werken en bidden (werken= studies, schrijfwerk, onderwijs). Ingevoerd door paus Gregorius omdat sommige kloosters zich onttrokken aan de kerk.

REACTIES

A.

A.

SUPER THANKS! ;D

13 jaar geleden

A.

A.

Thanks, hopelijk haal ik nu een voldoende voor me SE.

12 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.