Hoofdstuk 2, paragraaf 1, 2 en 3

Geschiedenis H2 paragraaf 1, 2 en 3

Verkenning
Waarom neemt in een tijd van economische crisis de kritiek op de regering toe?
- Iemand moet de schuld krijgen, oftewel je zoekt een zondebok en dat was vaak de regering.

Waarom was in het achttiende-eeuwse Frankrijk de kritiek vooral op de koning, de adel en de geestelijkheid gericht?
- Ze hadden het meeste geld en voorrechten

Wat is het verschil tussen kritiek uitoefenen op de regering en een revolutie veroorzaken?
- kritiek veranderd er niet zoveel, bij een revolutie wel.

Wie was Louis Capet?
- de burgernaam van Lodewijk de 16e

uitgevonden door: Joseph-Ignace Guillotin
wanneer : 1792
diende voor : werd ingezet als executiemethode voor de doodstraf

kroon; voor en na de Franse Revolutie
guillotine; geweld in de Franse Revolutie
fabriek; er kwam steeds meer kleine huisnijverheid

Leven in de Middeleeuwen
- vast
- standensamenleving
Geestelijkheid
Adel
Derde stand ( 98% van de bevolking)

Geestelijkheid bezat grote landerijen, die hadden ze niet altijd eerlijk gekregen
- oneerlijk door; gebruik maken van geloof: zondes vergeven.

De adel en geestelijkheid waren vrij van belasting, de bourgeoisie moest het meest betalen, maar had de minste invloed

16e eeuw : Luther en Clavijn ; tegen geloof

Verlichtingsfilosofen; nadenken over het normaal adel + geestelijkheid alles te zeggen en geen belasting, bourgeoisie : veel belasting, niets te zeggen. Verlichtingsfilosofen : 3e stand maar niet bij de arbeiders of het gemeen. Meestal bourgeoisie.

Absoluut vorst :
- gebruikte stuk land als tuin; beschouwde land als eigendom,
- grote hofhouding.
- Verkwisting van belastinggeld aan onnodige dingen als theater - arme geen eten.
- Als het geld op was: meer belasting betalen.
- Lodewijk XIV, XV, XVI
Platteland Parijs:
- 1787 Hongersnood
- 1789 hongersnood - bevolking opstandig ; honger - koning zei: ik stuur het leger op jullie af - leger kwam- bevolking in paniek in Bastille wapens - 14 juli bestormen Bastille , wordt gezien als begin Franse Revolutie.
14 Juli : koning niet langer koning, tegenwoordig feestdag
na bestorming Bastille:
- adel : vlucht naar buitenland en levert eigendommen in. In buitenland: leger vormen om Frankrijk te bestormen
- geestelijkheid: gedragen als burgers; werken
- Lodwijk XIV vlucht naar Varennes - herkent - doodstraf
Vrouw Lodewijk: Mari Antoinette : eerst haat omdat ze geld stopte in onnodige dingen., als theater in haar tuin. Op de kar waarmee ze door Parijs gereden werden: zat als vorstin - bewondering

Beul : fatsoenlijk persoon en netjes gekleed
Rode muts: muts van de Revolutie

Bastille : gevangenis van Parijs:
- Lettre de Cachet ; naam op brief die je schreef om iemand zomaar te laten opsluiten.

Lodewijk XVI vond dat hij goed voor het volk zorgde, want hij zorgde goed voor zichzelf.
Rijke vrouwen; literaire salons : schilders, dichters, filosofen

Wat is het verschil tussen een oorzaak en een aanleiding?
- aanleiding is opgebouwd uit allerlei oorzaken.
Oorzaken Franse Revolutie:
1. absolutisme
2. oorlogen
3. honger’
4. machtmisbruik adel + geestelijkheid
5. oplopende staatsschuld
6. verkwisting van belastinggeld
7. ideeën van verlichtingsfilosofen

Onder Lodewijk de XVI was de staatsschuld honderd procent, de schatkist was leeg. Met andere woorden , de Franse koning dus de staat maar ook het volk was failliet, want er waren geen inkomsten meer.

Lodewijk de 14e : Zonnekoning
- Omdat hij zichzelf ziet als het stralende middelpunt ; hij was de staat
- Hij stond zo hoog in de samenleving als de zon
- Zondagskind; door God gezonden

Belangrijke vragen:
Wat betekent het begrip levensstandaard?
- De manier waarop je je in je levensonderhoud voorziet

Hoe was het leven in de steden?
- vreselijk hard en ontzeggelijk zwaar

Wat is een staat?
- een land met eigen bestuur en erkende grenzen

Wat bedoelde Lodewijk XIV met de staat?
- het bestuur en voornamelijk zichzelf

oorlogen waren voor rijke Franse burgers een manier om op te klimmen in de maatschappij, hoe kan dat?
- oorlogen kosten geld, en iedereen moest daaraan meebetalen. Als je extra geld aan de koning gaf, kon hij je een adellijke titel geven.

Toen de staatsschuld steeds groter werd, maakte de Franse koning de adellijke titel steeds duurder. Dit leidde tot grote ontevredenheid bij de rijke burgers. Waarom?
- Dan moest je steeds meer gaan betalen om iets te kunnen zeggen. Zo kon de derde stand met uitzondering van de bourgeoisie nooit meer opklimmen, en zouden dus nooit iets te zeggen mogen hebben.

De adel was met deze regel juist heel tevreden. Waarom?
- Zo bleven zij bijzonder

Eerst gaven verlichtingsfilosofen hun ideeën alleen mondeling over in de literaire salons, pas veel later verschenen hun ideeën in boekvorm. Waarom kun je daaraan zien dat de kritiek op de koning toenam?
- Het werd steeds belangrijker, en als je iets belangrijk vond als filosoof schreef je het op.

Waarom was de derde stand vergeleken met de eerste en tweede stand geen echte stand meer?
- Het bestond uit twee delen. De bourgeoisie en het volk met een laag aanzien zoals boeren, arbeiders en bedienden.

Van hoog naar laag
Koning ( 1e stand)
Geestelijkheid ( 2e stand)
Adel ( 2e stand)
Rijke burgers ; bourgeoisie
Winkeliers
Boeren met land
Boeren zonder land
Arbeiders
Gemeen

Waarom was huisnijverheid noodzakelijk voor boeren?
- Zonder huisnijverheid was er in de rest van het jaar behalve de oogstmaand geen inkomsten

Welke kansen bood de huisnijverheid de boeren?
- hij verdiende geld
- als hij ergens heel goed in was kon hij een specialist worden.

Hoe zit de Nederlandse Staten-Generaal eruit?
- rechtstreekse verkiezing en dus democratisch de Franse politiek was vriendjespolitiek en helemaal niet democratisch.

Waarom is de Nederlandse Politiek veel democratischer dan die uit het oude Frankrijk?
- Iedereen mag boven de achttien stemmen, in Frankrijk mochten alleen de belangrijke mannen stemmen.

Kun je de staten generaal met elkaar vergelijken?
- Wel ze hadden beide invloed op het bestuur.
- Niet het is een andere tijd, andere regels en geen grondwet

Wat zijn de belangrijkste oorzaken van de staatsschuld?
- oorlogen
- verkwisting van belastinggeld
- leningen tegen hoge rente

Wie had het meeste geld, en wie betaalde de meeste belasting?
De bourgeoisie had het meeste geld, en de boeren betaalden de meeste belasting

Inkomsten:
- belastingen
- leningen

Uitgaven:
- oorlogen
- rentebetalingen
- hofleven

drie oorzaken die zorgen voor ontevredenheid onder de burgers:
- oplopende staatsschuld
- absolutisme ; als de koning vind dat hij de staat is
- machtmisbruik van de adel en geestelijkheid

welke is de belangrijkste en waarom?
- absolutisme, want de koning laat mensen veel betalen waardoor ze honger hebben, en ze krijgen er niet voor terug.

Waarom was het bijeenroepen van de S-G voor de koning een oplossing was om van de problemen af te komen, maar ook een heel gevaarlijke situatie was?
- Het was een kans want met hulp van de S-G kon hij de schulden en problemen oplossen, het was een gevaarlijke situatie omdat hij niet wist wat de S-G van hem eiste.
- Als je hulp moet vragen, ben je kwetsbaar.

Volgorde:
1. bijeenroepen S-G
2. ruzie tijdens vergadering S-G
3. Nationale vergadering wordt opgericht door de derde stand
4. de lage adel en arme geestelijken lopen over
5. het besluit om een nieuwe constitutie op te stellen
6. er breekt opstand uit
7. de bestorming van de Bastille
8. de koning berust in staatsgreep.

Na de revolutie blijft de koning de koning maar mag hij alleen doen wat de staat zegt.

In de hoge geestelijkheid zat veel adel, voornamelijk omdat ze er land bij kregen.

Waarom konden de opstandelingen niet meer terug?
Ze moesten zelf het land gaan besturen, want het bestuur (adel) was weg.

Oorzaak bestorming Bastille:
- de bastille was het symbool van het Ancien Regime

Gevolgen bestorming Bastille:
- overal braken opstanden uit
- edelen leverden hun privileges in

Alleen het gewone volk, dus niet de bourgeoisie bestormde de bastille

S-G: ruzie - bourgeoisie boos - kaatsbaan -> Nationale vergadering

Nationale Vergadering:
- constitutie opstellen
- verklaring van de rechten van de mens en de burger: geen onderdrukking, maar gelijkheid
- nationaliseren; geen persoonlijk bezit meer - eigendom na verdeling. Hele stukken Frankrijk niet. Parijs zeker wel.
- Uitvoerende macht : de koning moest doen wat de NV zij. Regering Nl : doen wat de tweede kamer zegt.

Begrippen
Revolutie ; snelle en totale verandering
Zonnekoning ; bijnaam van Lodewijk XIV koning van Frankrijk van 1661 – 1715
Absolutisme ; een bestuursvorm waarbij een vorst ervan uitgaat dat hij zijn macht van God heeft gekregen en onvoorwaardelijk moet worden gehoorzaamd
Verlichtingsfilosoof ; iemand met plannen over het hervormen van de maatschappij in de achttiende eeuw
Literaire salon; bijeenkomsten van schrijvers, dichters en filosofen in de huizen van rijke dames in Parijs
Standenmaatschappij ; samenleving verdeeld in drie standen: geestelijkheid, adel en de burgers/boeren
Privilege voorrecht
Bourgeoisie rijke burgerij
Pacht in natura ; vorm van belasting die boeren betaalden aan hun heer
Staten – Generaal ; algemene vergadering van de drie standen
Constitutie ; grondwet
Vrijheid, gelijkheid, broederschap leuze uit de Franse Revolutie gericht tegen het absolutisme
Ancien Régime – naam voor de oude absolutistische manier van regeren in Europa voor 1789
Staatsgreep; het omverwerpen van de regering

14 juli 1789 : Bestorming Bastille begin van de Franse Revolutie