Paragraaf 1
De tijd voor de eerste wereldoorlog was een mooie tijd. De welvaart groeide. Er waren nieuwe uitvinding zoals de stoomtrein en stoomschip. In 1896 begon voor het eerst de Olympische spelen. De Olympische spelen was een goede manier voor lichaamsbeweging. En het maakte de jongens klaar voor het leger. Het hielp bij de vriendschap tussen landen. In 1891 was europa in drie tijdzones verdeeld. In Rusland was de Oost-Europese tijd die 2 uur voorliep op de Greenwich. In Duitsland was de Midden-Europese tijd die 1 uur voorliep op de Greenwich tijd. in Nederland was de Greenwichtijd. In 1900 werd in grote delen van europa dezelfde tijd ingesteld. De standaard tijd werd de Greenwich tijd in Londen.
Greenwichtijd- de tijd in Londen die als standaard tijd werd ingesteld
La belle époque- de mooiste tijd voor de eerste wereldoorlog
Vooruitgangsgeloof- het idee dat het leven van de mensheid op den duur steeds beter wordt
Paragraaf 2
Nationalisme is liefde voor het eigen volk
• Volken met een eigen land ook: liefde voor het land
Maar:
• Sommige volken wonen in meerdere landen
• Andere volken wonen met meerde volken in één land
• bij deze volken zonder eigen land is nationalisme is ook het streven naar een eigen land
• als nationalisme wordt overdreven kan het leiden tot haat tegen andere volken
de grote landen in europa stonden eind 19e eeuw vijandig tegen over elkaar:
• Frankrijk had in 1871 van Duitsland verloren en wilde revanche
• Duitsland was hard op weg om een wereldmacht te worden en wilde ook koloniën. Daarvoor ging Duitsland een vloot bouwen. Engeland voelde zich bedreigd door die groei van de Duitse macht
• Rusland wilde zijn macht uitbreiden op de Balkan (ijsvrije haven) en steunde daarom de Slavische volken daar. Oostrijk was bang voor het nationalisme van Slavische volken op de Balkan.
• Voor Turkije gold ook het nationalisme van volken.
Om sterker te staan als er een oorlog uitbrak sloten de landen bondgenootschappen met elkaar. ( voor de oorlog)
1. Driebond/centralen
• Duitsland
• Oostrijk
• Italië
2. Triple entente
• Frankrijk
• Rusland
• Engeland
Duitsland liep zo wel het risico op een tweefronten oorlog
Verloop van de eerste wereldoorlog
Meer landen dan ooit deden mee, op meer plaatsen dan ooit. Ook de koloniën leverden forse bijdrage, in en buiten europa.
Bij betrokkenen groot enthousiasme door:
• Nationalisme
• gedachte van een korte strijd
• uit dagelijkse sleur
In Oost Europa bleven de fronten in beweging, in west Europa zat de strijd al snel muurvast. (loopgravenoorlog)
Allerlei nieuwe wapens werden ingezet.
Ook economische middelen werden in de strijd gezet:
Engeland ging de Duitse havens blokkeren
Pas in 1917 kwam de doorbraak
• Onbeperkte duikbootoorlog – VS gaan meedoen
• Revolutie in Rusland – eenzijdige vrede
Voor 1914 werden de mensen steeds banger dat er een oorlog ging beginnen. Dat kwam door nationalisme en militarisme. De landen begonnen een wapenwedloop en bondgenootschappen te sluiten. Toen de Oostenrijkse kroonprins werd vermoord brak de oorlog pas uit. Ze dachten dat de oorlog maar kort zou duren, maar het liep uit op een wereldoorlog van vier jaar en miljoenen doden. De oorlog werd een loopgravenoorlog. In Duitsland was een tweefronten oorlog. In het oosten vochten ze met Oostenrijk tegen Rusland. En in het westen vochten ze tegen Frankrijk.
Mobilisatie- het leger klaar maken voor de oorlog
Wapenwedloop- strijd om het sterkst bewapend te zijn
Paragraaf 3
Pas in november 1918 ging Duitsland akkoord met een wapenstilstand.
Kenmerken van de eerste wereldoorlog
• Niet alleen legers, maar hele volken vochten tegen elkaar: ook burgers werden bij de oorlogvoering betrokken
• Zo ontstond het thuisfront met posters en films werd iedereen opgeroepen een bijdrage te leveren
• Vrouwen moesten bijvoorbeeld het werk van de mannen gaan overnemen
• Ook via de zogenaamde distributie ging de overheid steeds meer het leven van de mensen bepalen
Rusland was het grootste land. Maar was wel een zwak land omdat de indrustalisatie nog niet op gang was. Het land werd geregeerd door de tsaar. De adel had het bestuur in Rusland. In februari brak er een revolutie uit. De tsaar trad af en Rusland werd een republiek. In oktober brak er weer een revolutie uit. De communisten kregen de macht. Ze wilden niet meer meedoen aan de oorlog en sloten vrede met Duitsland. Rusland werd een eenpartijstaat.
Bolsjewieken- communisten
Bureaucratie- ambtenarij staat met veel ambtenaren en ambtelijke regels die de vrijheid verstikken
Communisten- revolutionaire socialisten die een maatschapij zonder privebzit van de productiemiddelen nastreven
Doema- russiche parlement
Eenpartijstaat- staat met een partij die alle macht heeft
Februarirevolutie- democratische revolutie die in 1917 een eind aan de monarchie in rusland
Oktoberrevolutie- staatsgreep waarbij de communisten in oktober 1917 in rusland de macht grepen
Rode leger- communistische leger
Sovjets- raden van arbeiders en soldaten die fabrieken en legereenheden bestuurden
Sovjet-Unie- in 1922 gestichte communistische staat waarin Rusland verenigd was met andere delen van het voormalige tsarenrijk.
Staatsgreep- plotselinge gewelddadige overname van de staatsmacht
Witte leger- leger van aanhangers van de tsaar
Paragraaf 4
1919 vredesonderhandelingen, alleen tussen de overwinnaars:
• Clemenceau (Frankrijk)
• Loyd George (Groot-Brittannië)
• Wilson (VS)
• Orlando (Italië)
• De verliezers werden gedwongen het verdrag van versailles te tekenen
• Vooral Duitsland werd keihard aangepakt. Daar ontstond ook meteen verzet tegen het dictaat
• Ook andere landen voelden zich misleid zoals Italië en de Sovjet-Unie
• Veel volken waren boos dat zij geen zelfbeschikkingsrecht hadden gekregen
• Er werd een Volkenbond opgericht om oorlog voortaan te voorkomen
Na de oorlog werd de vrede van versailles gesloten. De vrede van versailles was een vredesverdrag in 1919 opgericht door de geallieerden werd gesloten met Duitsland. De vrede van versailles was in het nadeel van Duitsland. Duitsland moest 10 procent van zijn grondgebied inleveren. En mocht maar een klein leger hebben. En ontstonden nieuwe staten zoals polen, Tsjecho-Slowakije en Joegoslavië. De Volkenbond werd opgericht om vrede te houden.
Mandaatgebied- gebied dat in de opdracht van de Volkenbond door een van de overwinnaars uit de eerste wereldoorlog werd beheerd.
Zelfbeschikkingsrecht- recht van volken op een onafhankelijke staat
Paragraaf 5
Nederland was een van de weinige landen die neutraal bleef tijdens de eerste wereldoorlog. Nederland handelde via Rotterdam met Duitsland. Eerst stonden de geallieerden dit toe maar later niet meer. En kwam er voedsel en brandstof tekort in Nederland. In Nederland werden politieke beslissingen gemaakt. Er kwam algemeen kiesrecht. En de bijzondere en openbare scholen werden gefinancierd.
Hoofdstuk 1 paragraaf 1 t/m 5
7.4
ADVERTENTIE
REACTIES
1 seconde geleden
C.
C.
Goede samenvatting!
9 jaar geleden
AntwoordenM.
M.
Thnx, dit is echt een handige samenvatting
7 jaar geleden
AntwoordenW.
W.
Wappie wapte op de wap terwijl wappende wappie wapde
6 jaar geleden
Antwoorden