Historische context: De verlichting
4.1 De verlichting (1650-1789)
Definitie Kant: De bevrijding van de mens uit de onmondigheid waaraan hij zelf schuldig is.
→
Kenmerken
-
De samenleving is maakbaar, alles zou beter worden
-
Verwerping van traditie
-
Redelijk denken
Voorbeelden:
-
Rationalisme/Empirisme
-
Samenleving niet gebaseerd op erfelijke rechten of religieuze ideeën maar op rede.
-
Verwerping standenmaatschappij en absolutisme
-
Vaak tegen godsdienstige intolerantie
-
Voor onafhankelijke en onpartijdige rechtspraak
Actuele situatie: uitbreiding van het absolutisme en doorvoering centralisatie.
Legitimatie: droit devin: vorst had zijn macht van God gekregen. Alleen hij kon dus over hen oordelen en dus hoefde de koning geen verantwoording aan het parlement af te leggen.
Sociaal contract:
John Locke: mensen zijn vrij en gelijk geboren. Recht om hun vrijheid en bezit te verdedigen. Mensen staan hun deel van hun vrijheid af aan de overheid, die hen vervolgens beschermd. Je mag in opstand komen. Locke wil geen democratie maar een constitutionele monarchie. Is dus aanhanger van de glorious revolution en tegenstander van de droit devin.
Jean-Jacques Rousseau: vrijheid overgedragen aan de staat. Het volk is soeverein en de staat moet de algemene wil vertegenwoordigen. Mensen mogen eigen belangen niet doorzetten en moeten zich houden aan de wetten in overeenstemming met die algemene wil. Is voor een democratie.
→ Locke Liberaal (individu) Rousseau Socialistisch (nog geen stroming op dat moment)
Scheiding kerk en Staat
Oude beeld: god heerst over mens en natuur en grijpt voortdurend in. Twijfel hierover ontstaat door ontdekking natuurwetten.
Reactie:
God en natuur zijn dezelfden. Geloof in wonderen is het gevolg van onwetendheid. Dit is
V
: staat kan niet uitmaken wat het ware geloof is.
Radicalen: traditie breken en een geheel nieuwe maatschappij creëren (r)
Gematigden: Evenwicht zoeken tussen traditie en rede (m)
Voltaire: God heeft de wereld geschapen en sommige dingen (zoals ongelijkheid) horen dus bij menselijk bestaan. Geloof was belangrijk om volk rustig te houden (Marx: geloof is Opium voor het volk). Slechts een klein deel van de bevolking is geschikt voor redelijk denken. Uiteindelijk zijn mogelijkheden van de rede beperkt. (m)
→
: bevoorrechte standen in strijd met de rede. Alle mensen zijn gelijk. Standenmaatschappij afschaffen en vervangen door democratie. (r)
: vasthouden aan absolute macht en standenmaatschappij. Maar proberen het volk te verlichten door meer persvrijheid en tolerantie. 'Niets door het volk, alles voor het volk'. Macht niet verkregen van God, maar de vorst was de dienaar van het Algemeen Belang.
: bedreigd door verlichting
: niet langer alleen voor adel, maar ook voor bourgeoisie (pamfletten (drukpers), salons etc.) en dus moesten vorsten rekening houden met publieke opinie.
Over Verlicht denkers/verplichte voorbeelden:
Locke: werkt in de Republiek vanwege Britse censuur tot 1688. Grondwetten, sociaal contract, empirist.
Rousseau: rationalist, sociaal contract, opvoeding , cultuurrelativist.
Voltaire: bevriend met verlicht absoluut vorsten. Deist. Slechts enkelen geschikt voor verlichting en daarom een oligarchie of een aristocratie.
Kant: rationalisme (maar ook kritiek op), plicht ethiek/universele wetten.
Spinoza: kwetsbaar; ontkent religie (god is de natuur en bestaat dus niet als handelend wezen). Boeken worden verboden en verbannen uit zijn eigen gemeenschap, dus kleine invloed.
4.2 De Franse Revolutie (1789-1815)
Amerikaanse revolutie groot voorbeeld.
Vanaf 1784: Bannelingen van de mislukte patriotten beweging vluchtte naar Frankrijk. (mislukte revolutie van het 'net niet patriciaat' (stadhouder te sterk))
GB, verlichting vooral wetenschappelijk en filosofisch, sinds the glorious revolution niet zoveel om je politiek druk om te maken.
Franse politiek; vrij middeleeuws (kerkelijke privileges), autoritair gezag wat steunt op adel en kerk.
Verlichting in de praktijk: inspraak/positie vorst etc., grondrechten en godsdienst (droit divin, staatskerk)
Basis niet perse bij bourgeoisie of verlichting, maar bij Lodewijk XVI
Geldschieters uit de adel, kerk, GB en Republiek hebben geen vertrouwen in de slechte Franse economie.
→ bevolking ontevreden
Adel en geestelijkheid legden eigen belastingen op , staatsinkomen kwam vooral van accijnzen
Lodewijk wil belasting opleggen aan 1
3
Niet representatief want in die vergadering zitten alleen mannen die belasting betaalden, dus Bourgeoisie.
Politieke mening v bourgeoisie: grondwet, mensenrechten, nationaal parlement (wetg en controlerend), burgerlijke vrijheden, privileges adel en kerk afschaffen, macht van de vorst beperken en zwaardere stemweging voor 3e stand.
Eerste Revolutie 89-91
3
In land ondertussen opstanden tegen bevoorrechte standen (tegen adel
Nationale vergadering probeert rust terug te brengen: Standenmaatschappij en privileges afgeschaft.
Vervolgen alle kerkelijke landerijen verkocht
Wet:
Koningin Marie-Antoinette heeft connecties in het buitenland. Vlucht samen met Lodewijk. Willen
1791:
Tweede revolutie 92-
(Radicalen): niet tevreden met constitutionele monarchie, willen deze afschaffen en revolutie over Europa uitbreiden.
Samenwerking met de koning gaat moeizaam (blijft zijn veto gebruiken) en Jacobijnen krijgen meer steun. Verder wantrouwen: zou contact hebben met buitenlandse regeringen en gevluchte adel (metemigrés).
1792:
De Wetgevende vergadering wordt door de Jacobijnen zelf afgeschaft voor een nationale verkiezing met algemeen mannenkiesrecht:
Omslag door oorlogsverklaring Pruisen en Oostenrijk.
21 sept 1792:
Lodewijk
Terreur
Gematigde Jacobijnen
Jacobijnen: steunen op proletarische activisten, meer gericht op gelijkheid, botsing met girondijnen die al tevreden zijn met de verkregen burgerlijke vrijheden.
Comité van Algemeen Welzijn o.l.v.
Na zijn dood grijpen Girondijnen de macht en beperken de democratie. (oorlogen van de jacobijnen waren ook geen succes)
→ parlement; twee kamers gekozen door censuskiesrecht. Uitv macht in handen vh directoire, benoemd door parlement.
Directoire wil rust, maar jacobijnen verzetten zich → directoire roept hulp v Napoleon in → staatsgreep
Verlicht absoluut leider. Stelt de code Napoleon (wetboeken, Franse mannen gelijke burgerrechten)
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
1 seconde geleden
R.
R.
ik vind het te veel leeswerk
9 jaar geleden
Antwoorden