Module 1 De brandstapel op!
Heksen en heksenvervolging
Vroeger geloofde de bevolking dat heksen \'s nachts tijdens heksensabbats bijeenkwamen in een bos, waar zij weerzinwekkende rituelen uitvoerden en zich overgaven aan orgiën met demonen en de duivel. Tijdens de heksenwaan in de Middeleeuwen en de vroegmoderne tijd bestond een beeld van heksen en hekserij dat een mengsel was van elementen uit de volkscultuur en de elitecultuur.
Hoofdvraag: Hoe ontwikkelden zich de ideeën over heksen en heksenvervolging in de volkscultuur en de cultuur van de elite?
Hoofdstuk 1 De duivel komt
In de volkscultuur werd een heks lange tijd beschouwd als iemand die witte en zwarte magie bedreef. Pas later, onder invloed van de elitecultuur, ging het volk geloven dat heksen ook aan duivelverering deden.
Deelvraag: Hoe ontstond het beeld van de hekserij dat tot de heksenvervolging leidde?
1.1 Zwarte magie
Vroeger geloofden mensen dat het leven werd bestuurd door allerlei bovennatuurlijke krachten. Volgens de volkscultuur konden heksen deze krachten beheersen met behulp van witte magie en zwarte magie. Heksen werden door het volk getolereerd omdat zij voorzagen in een maatschappelijke behoefte; ze konden stormen opwekken, ongeluk afwenden, liefdesdrankjes brouwen en politieke tegenstanders betoveren. De elite geloofde over het algemeen niet in de vlieg- en toverkunsten van heksen.
1.1 Elitecultuur
In de elitecultuur werd magie beschouwd als bijgeloof en aanvankelijk werden heksen dan ook met rust gelaten. Theologen begonnen heksen echter als een gevaar te beschouwen toen zij ervan overtuigd raakten dat heksen aan duivelaanbidding deden. Dit idee ontstond toen Griekse en Arabische boeken over magie in Europese vertalingen verschenen en magiërs en alchimisten beweerden dat zij met behulp van deze boeken en met behulp van de duivel goud konden maken. De duivel zou zijn diensten alleen willen aanbieden in ruil voor aanbidding. Theologen trokken daaruit de conclusie dat mensen die zich met magie bezighielden duivelaanbidders waren. Duivelverering betekende verraad aan God en voor de kerk was dit een reden om hard tegen heksen op te treden.
1.2 Duivelverering
De inquisitie speelde een belangrijke rol in de heksenwaan aan het einde van de Middeleeuwen en in de vroeg-moderne tijd. De inquisitie was verantwoordelijk voor een toename van het aantal heksenvervolgingen en leverde daarnaast ook een grote bijdrage aan de beeldvorming over hekserij. Ten eerste creëerden de inquisiteurs het beeld van hekserij in groepsverband. Dit kwam doordat de inquisiteurs gewend waren om groepen ketters aan te pakken en bij de heksenvervolgingen op dezelfde wijze te werk gingen. Heksen werden gedwongen om anderen aan te geven, zodat er steeds meer mensen bij een proces betrokken raakten.
Ten tweede werden de verschillende verhalen over hekserij die in Europa de ronde deden, door de inquisiteurs op één lijn gebracht. Hierin slaagden zij doordat ze steeds in verschillende landen werden ingezet en onderling veel contact hadden, zodat ze gemakkelijk informatie konden uitwisselen. Ten derde zorgden zij voor de verspreiding van hun denkbeelden over hekserij en duivelaanbidding. De elite werd geïnformeerd door de uitgave van boeken over hekserij . Het gewone volk raakte bekend met het idee van duivelverering doordat de inquisiteurs hier tijdens de processen steeds weer op terugkwamen en de heksen dwongen tot bekentenissen. Ook werd de bevolking tijdens de preek gewaarschuwd tegen duivelaanbidding en hekserij. Geleidelijk aan ontstond in de volkscultuur zo het idee dat heksen niet alleen aan magie maar ook aan duivelverering deden.
1.2 Heksensabbat
De egyptologe Margaret Murray bood aan het begin van de twintigste eeuw een verklaring voor het middeleeuwse geloof in de heksensabbat. Zij beweerde dat op het platteland van geheel Europa een voorchristelijke vruchtbaarheidsgodsdienst had bestaan, die door de katholieke kerk als een concurrent werd beschouwd. Volgens Murray bestempelde de katholieke kerk de aanhangers van deze vruchtbaarheidsgodsdienst daarom als duivelaanbidders en hun bijeenkomsten als heksensabbats. Veel historici en antropologen hadden echter kritiek op de wijze waarop Murray het bestaan van een dergelijke vruchtbaarheidsgodsdienst probeerde te bewijzen. Hiervoor had zij allerlei losse elementen van de volksculturen in Europa uit hun verband gerukt en samengevoegd.
1.3 Rechtspraak
Door veranderingen in het strafrechtproces kon de vervolging van heksen een massale omvang aannemen. Vanaf de dertiende eeuw ontwikkelde zich naast het accusatoir proces het inquisitoir proces. De overheid hoefde geen aanklacht meer af te wachten, maar kon nu zelf een onderzoek beginnen. In dezelfde periode ging men folteringen gebruiken, zodat sneller bekentenissen konden worden verkregen en meer mensen konden worden veroordeeld.
1.3 Vervolging door wereldlijke rechtbank
Vanaf 1550 werden heksen met name vervolgd door de wereldlijke rechtbank. Dit had twee redenen. Ten eerste nam het kerkelijk gezag af doordat toenemende kritiek ontstond op allerlei wantoestanden binnen de kerk. De hervorming die vanaf 1500 begon tastte de invloed van de kerk nog verder aan. Ten tweede werd hekserij beschouwd als een bedreiging voor de hele samenleving en daarom vond men dat niet de kerk, maar de overheid dit probleem moest aanpakken. De kerk had tijdens de heksenprocessen vooral afvalligen willen bekeren en had vaak vrijspraak verleend. De wereldlijke rechtbanken waren onverbiddelijker en traden harder op tegen heksen.
1.3 Voorwaarden voor massale heksenjacht
- het geloof in zwarte magie (m.n. door het volk);
- het geloof in duivelaanbidding (door het volk en de elite);
- de invoering van een ander systeem van rechtspraak.
Hoofdstuk 2 Heksenwaan op het hoogtepunt
Toen rond 1430 het beeld gevestigd was dat heksen zowel aan zwarte magie als aan duivelvering deden, namen de heksenvervolgingen toe. De piekperiode van de heksenjacht lag tussen 1610 en 1630. Vanaf 1675 daalde het aantal heksenprocessen snel en vanaf 1750 vonden er nauwelijks nog heksenvervolgingen plaats.
Deelvraag: Waardoor waren er in de zestiende en zeventiende eeuw zoveel heksenprocessen en hoe verliepen die?
2.1 Oorzaken
In het midden van de zestiende eeuw namen de vervolgingen toe. Daarvoor zijn drie verschillende maatschappelijke oorzaken aan te wijzen:
- De piek in de heksenvervolging, tussen 1610 en 1630, viel samen met de dertigjarige oorlog. In dit conflict maakten katholieken en protestanten elkaar vaak uit voor ketters en duivelaanbidders.
- De piek van de heksenvervolging viel binnen een periode waarin ingrijpende economische en sociale veranderingen in de samenleving plaatsvonden. Door de invoer van grote hoeveelheden goud en zilver in Europa vond een snelle inflatie plaats. De prijsstijgingen betekenden een toenemende armoede voor de onderklasse, terwijl een nieuwe groep rijken opkwam als gevolg van de toenemende handel. Hierdoor namen de spanningen tussen arm en rijk toe.
- Epidemieën en misoogsten zorgden voor grote ellende onder de bevolking, waardoor de neiging ontstond een zondebok aan te wijzen.
De elite greep de heksenprocessen aan om de sociale onrust onder de bevolking te kanaliseren en om te voorkomen dat zij zelf het slachtoffer van volkswoede zou worden.
2.2 Hoeveel en wie?
Tegen het einde van de piekperiode van de heksenjacht waren er ongeveer 108.000 personen wegens hekserij voor de rechtbank gebracht, waarvan tussen de 50.000 en 60.000 mensen tot de brandstapel veroordeeld werden. Heksenprocessen kwamen vooral voor in kleine gemeenschappen waar mensen elkaar kenden en elkaar bij persoonlijk ongeluk beschuldigden van zwarte magie. In de Republiek der Verenigde Nederlanden werden maar weinig heksen vervolgd. Waarschijnlijk had dit te maken met de vele handelscontacten van de Nederlanders. Zij kwamen in aanraking met mensen met een ander geloof en een andere manier van doen en wellischt waren ze daardoor meer verdraagzaam.
Hoewel ook mannen wegens hekserij veroordeeld werden, was ongeveer driekwart van de beschuldigden vrouw. Hiervoor zijn de volgende oorzaken aan te wijzen:
- Vrouwen waren vaak actief in verzorgende beroepen, zoals vroedvrouw of genezeres. Bij ziekte of overlijden werden zij al snel als zondebok aangewezen.
- Vrouwen werden als dommer en zwakker beschouwd dan mannen en zouden zich daarom sneller met de duivel inlaten. Deze gedachte werd versterkt door de overtuiging dat vrouwen seksbelust waren en zich in ruil voor onbeperkte seks makkelijk aan de duivel overgaven.
- Vrouwen waren maatschappelijk kwetsbaarder dan mannen. Vooral ongetrouwde vrouwen die geen bescherming genoten van familie of echtgenoot, waren een makkelijk doelwit. Het waren ook weer deze vrouwen die hun eigen inkomen moesten verdienen, bijvoorbeeld als vroedvrouw.
De beschuldigden (zowel mannen als vrouwen) waren meestal oud en arm.
2.3 Heksenjacht
Naast incidentele vervolgingen van een of enkele \'heksen\', kwamen er ook ware heksenjachten voor waarbij de samenleving in een soort hysterie verkeerde. In de volkscultuur namen de theorieën over duivelverering geen belangrijke plaats in, maar bestond wel grote angst voor zwarte magie. De aanleiding voor een heksenproces werd meestal gevormd door een beschuldiging vanuit het volk. Mensen die door een persoonlijk ongeluk getroffen werden dachten soms dat zij het slachtoffer van zwarte magie waren en dienden een aanklacht in tegen een heks. De aanklacht werd vervolgens in behandeling genomen door de lokale rechtbank, die bestond uit de plaatselijke elite. Deze elite had soms zelf belang bij een heksenvervolging. Wanneer er in de samenleving sociale onrust bestond als gevolg van misoogsten of epidemieën, kon een heksenproces voor afleiding zorgen en voorkomen dat de volkswoede zich tegen de elite zelf richtte. Ook kon een heksenproces een handige manier zijn om eigen politieke tegenstanders uit te schakelen. Om bewijzen te verkrijgen werden de beschuldigden gefolterd of werd een heksenproef uitgevoerd. Werd iemand schuldig bevonden dan volgde de doodstraf, meestal door middel van de brandstapel. Bij twijfel werd een lichte straf gegeven (verbanning of gevangenisstraf) en als iemand onschuldig bleek werd hij/zij vrijgesproken.
Hoofdstuk 3 Het einde van de heks?
In de zeventiende eeuw ging een steeds groter deel van de elite twijfelen aan het bestaan van heksen en hun bovennatuurlijke krachten. De elite scheidde zich in dit opzicht af van de volkscultuur, waarin het geloof in hekserij nog lang bleef voortbestaan.
Deelvraag: Waardoor namen de heksenvervolgingen af en wat bleef er van het heksengeloof bestaan?
3.1 Kritisch denken
Na 1675 nam het aantal heksenprocessen snel af. Dit had de volgende oorzaken:
- De opkomst van het rationalisme. Mensen gingen steeds meer logisch nadenken, zodat er voor bovennatuurlijke krachten weinig ruimte overbleef. Een belangrijke Nederlandse vertegenwoordiger van het rationalisme was Balthasar Bekker . Het rationalisme had vooral grote invloed op de elite en dus ook op de rechters. Deze gingen hogere eisen stellen aan het bewijsmateriaal. Ook werden door de overheid nieuwe wetten opgesteld en strengere regels uitgevaardigd voor het toepassen van folteringen. Uiteindelijk werd de heksenvervolging in bijna heel Europa verboden of beperkt. Vermoedelijk drong de invloed van het rationalisme geleidelijk aan ook door tot de volkscultuur.
- De maatschappelijke oorzaken die hadden geleid tot de heksenjachten tussen 1610 en 1630 waren voorbij. De godsdienstoorlog was beëindigd, de economische situatie was verbeterd en daardoor waren mensen ook beter opgewassen tegen misoogsten of andere rampen.
3.2 Voortbestaan van de heksenwaan
De laatste terechtstelling wegens hekserij door een rechtbank vond plaats in Polen in 1793. In de twintigste eeuw zijn incidenteel nog heksen omgebracht door particulieren die het recht in eigen hand namen. Na de heksenjacht uit de zestiende en zeventiende eeuw bleef hekserij nog lang een onderdeel van de volkscultuur. Vooral in de negentiende eeuw leefde de belangstelling voor hekserij weer op, zowel onder het gewone volk als onder delen van de elite die hunkerden naar romantisme en interesse toonden voor bovennatuurlijke verschijnselen. Dit leidde tot de bloei van occultisme. In onze tijd worden er in verschillende landen heksensabbats gehouden. Deze moderne heksen beweren de middeleeuwse heksencultus of de voorchristelijke vruchtbaarheidscultus voort te zetten. Maar een voorchristelijke vruchtbaarheidscultus heeft nooit bestaan en er zijn geen bewijzen gevonden voor het bestaan van een middeleeuwse heksencultus. Waarschijnlijk komen deze heksenbewegingen voort uit de negentiende-eeuwse nabootsing van heksenbijeenkomsten en hebben zij zich laten inspireren door de publicaties van Margaret Murray (zie 1.3).
3.3 Heksenjacht in de twintigste eeuw
Ook in onze tijd komt het voor dat onschuldige groepen burgers door de overheid worden vervolgd, waarbij een gelijkenis gemaakt kan worden met de vroegere heksenjacht. Denk bijvoorbeeld aan de jodenvervolging in Duitsland, waarbij joden onder meer beschuldigd werden van vergiftiging van drinkwater en het offeren en opeten van kinderen. Ook de communistenvervolging in de Verenigde Staten in de jaren vijftig vertoont overeenkomsten met de heksenjacht in de zestiende en zeventiende eeuw:
- Er bestond in de Verenigde Staten een beeld van het communisme dat gedeeltelijk waar en gedeeltelijk onwaar was.
- Er bestond een maatschappelijke oorzaak, namelijk de Koude Oorlog, de angst voor een nieuwe wereldoorlog en de neiging te zoeken naar schuldigen.
- Het communisme werd beschouwd als bron van alle kwaad en Stalin was de duivel.
- Een deel van de politieke elite was gebaat bij de communistenjacht; de republikeinen dachten namelijk stemmen te kunnen winnen als ze zich zouden opwerpen als de \'redders\' van de samenleving, die de overheid en samenleving zou zuiveren van communisten.
- De angst onder de bevolking werd aangewakkerd door de elite.
- Er was sprake van volkshysterie.
- Er werd gebruik gemaakt van een onderzoekscommissie die geen onderdeel uitmaakte van de normale rechtsgang.
- Mensen werden veroordeeld zonder dat er overtuigende bewijzen tegen hen bestonden.
REACTIES
1 seconde geleden