§1: Dertien staten vormen 1 land
Vanaf 1607 stichtten Engelsen 13 kolonies aan de oostkust van Noord-Amerika. De eerste kolonie was Virginia. In 1620 vluchtte een groep Engelsen vanwege hun afwijkende godsdienst naar Amerika. Zij noemden hun kolonie Massachusetts. Van hieruit stichtten zij andere kolonies: New Hampshire, Rhode Island en Connecticut. Samen heten deze vier kolonies New England.
De overige 8 kolonies werden tot 1733 gesticht. Alle kolonisten bleven onderdaan van de Engelse koning. Het belastinggeld dat zij betaalden ging naar Engeland. Eind 18e eeuw kwamen de kolonisten in opstand tegen de Engelse overheersing.
16 dec 1733: Boston Teaparty: Kolonisten gooiden Engelse thee in de haven van Boston. De kolonisten weigerden om nog langer verplicht Engelse producten te kopen. Ook vonden ze het niet eerlijk dat ze belasting moesten betalen aan Engeland, maar geen inspraak hadden in de Engelse politiek.
In 1776 stelden kolonisten een Declaration of Independence op.
Declaration of Independence = Onafhankelijksheidsverklaring waarin stond dat Engeland niets meer te zeggen had in Amerika: de verklaring was de directe aanleiding voor de onafhankelijkheidsoorlog.
1783: De dertien staten hadden onder leiding van generaal Washington de strijd tegen Engeland gewonnen. Maar toen de Engelsen weg waren, bleek het niet gemakkelijk om één land te vormen.
Founding Fathers:
Zij maakten:
-1 grondwet voor alle staten
-1 president
De 13 kolonies zorgden zelf voor:
-rechtspraak
-onderwijs
-politie
§2: Voor indianen is geen plek meer
Sommige indianen leefden van landbouw en visserij en hadden een vaste woonplaats, anderen trokken rond. Tot 1800 bemerkten alleen indianen aan de oostkust de komst van de Europeanen. Op plekken waar ze jaagden, bouwden kolonisten huizen. Maar er bleef nog voldoende land over. Nadat de Verenigde Staten onafhankelijk waren geworden, trokken steeds meer Europeanen over de Appalachen (pioniers)
Pioniers: mensen die voor het eerst iets ondernemen. Ze trokken over de Appalachen voor de:
-jacht
-belangstelling voor indianen
-straf ontlopen
Door hun trek naar het westen verschoof de grens tussen het woongebied van de blanken en dat van de indianen. Deze steeds opschuivende grens heette de Frontier.
Frontier: De grens die ligt tussen ontdekt en niet ontdekt gebied.
Na de pioniers volgden ook de boeren. De indianen verloren nu ook ten westen van de Appalachen grote delen van hun jachtgronden. in 1810 woonde één op de 7 blanken al ten westen van de Appalachen, in 1850 was dat al één op de twee. De jachtgronden kwamen nog meer in gevaar toen de blanken vanaf 1830 spoorwegen aan gingen leggen.
De blanken probeerden de indianen de westerse cultuur op te leggen. Sommige stammen werden overgehaald om zich tot het Christendom te bekeren en hun kinderen naar westerse scholen te sturen. Indiaanse stamhoofden hadden niets meer te zeggen. De Cherokees hadden zich rond 1800 tot het Christendom bekeerd. Maar toen in 1828 goud op hun grondgebied werd gevonden, werden de indianen naar reservaten gestuurd. De zware tocht heeft zo\'n 16.000 indianen het leven gekost. De overlevenden moesten in een reservaat gaan wonen waar de grond onvruchtbaar was en weinig bizons leefden.
§3: Slavernij in het noorden en het zuiden Onder het Engelse bestuur waren duizenden slaven ingevoerd vanuit Afrika. Zij werken op plantages in het zuiden van de VS. Plantages: grote landbouwbedrijven, vooral in het zuiden van de VS, waar het werk door slaven werd uitgevoerd. De vruchtbare grond en het gunstige klimaat hadden daar landbouw op grote schaal mogelijk gemaakt. In het noorden waren bijna geen plantages en veel minder slaven, daar ontstond al vroeg industrie. Tussen 1777 en 1804 schaften de meeste noordelijke staten de slavernij af. Zwarte mensen waren daar vrij, maar ze werden wel gediscrimineerd. In het zuiden leek de slavernij ook te verdwijnen aan het einde van de 18e eeuw. Op de grote tabaksplantages werd het werk gedaan door slaven. Toen de tabaksprijs daalde , leverde de tabaksprijs nog maar zo weinig op dat de plantagehouders niet voldoende overhielden om veel slaven eten te geven. Slavernij was onder deze omstandigheden niet meer winstgevend. 1793: Cotten Gin: Machine waarmee het katoen snel verwerkt kon worden en omgezet worden in textiel. Katoen was een belangrijke grondstof voor de textielindustrie in Engeland. Op grote schaal katoen verbouwen werd dankzij de Cotton Gin winstgevend. Voor de Cotton Gin waren veel slaven nodig, omdat het werk sneller ging. De slavernij verdween dus niet. De Amerikaanse grondwet (1787) stelde dat er vanaf 1807 geen slaven meer mochten worden ingevoerd. In dat jaar werd de invoer van slavernij officieel verboden. In het Noorden wonnen abolitionisten steeds meer terrein. Abolitionisten -> to abolish = afschaffen. Afschaffers van de slavernij dus.
§4: De trek naar de Verenigde Staten Tussen 1850 en 1870 zijn vijf miljoen immigranten de VS binnengekomen. De meeste immigranten kwamen uit Ierland, Duitsland en Engeland. De meeste Ieren bleven in de overbevolkte havensteden in het oosten. Veel Duitsers trokken naar het westen om boer te worden. Zij konden zich daar zonder problemen vestigen. De Ieren in het oosten kregen het veel moeilijker. 1840: Aardappelziekte in Ierland. Dit leidde tot een grote hongersnood. De honger was voor veel Ieren de belangrijkste reden om naar de VS te trekken. Deze nieuwe groep immigranten was gewend aan armoede. (Ierland was arm).Dat kwam de fabrieksdirecteuren in de VS goed uit. Na 1830 waren er steeds meer fabrieken gekomen in de VS. De fabrikanten wilden graag arbeiders voor lage lonen. Ieren werkten lange dagen voor weinig geld. Geboren Amerikanen zagen deze immigranten daarom als oneerlijke concurrenten. Er was nog een reden waarom de Ieren moeilijk geaccepteerd werden. Zij waren bijna allemaal katholiek, terwijl de meeste Amerikanen protestant waren. De Chinezen kregen het zelfs nog zwaarder dan de Ieren. Vanaf 1840 kwamen er veel Chinese immigranten naar Californië. Er ontstond vreemdelingenhaat. Veel Chinezen begonnen noodgedwongen een eigen bedrijfje (restaurant, wasserij, kleermakerij). In 1882 werd een wet aangenomen waarin werd bepaald dat Chinese immigranten voor een periode van tien jaar het land niet in mochten. Andere immigranten werden steeds meer opgeroepen zich te integreren in de Amerikaanse samenleving. Dit hield in dat ze zich zoveel mogelijk aan de samenleving moesten aanpassen en hun land van herkomst moesten vergeten. Tussen 1880 en 1910 kwamen ongeveer 18 miljoen immigranten naar de VS. De meesten van hen werden gekeurd bij Ellis Island in New York. Velen werden weer teruggestuurd naar het land waar ze vandaan kwamen.
§5: De Verenigde Staten vallen bijna uitelkaar
Federatie = een land met één centrale grondwet, één president en één volksvertegenwoordiger. Daarnaast mogen de aangesloten staten vrij veel zelf beslissen
confederatie = een verbond van onafhankelijke staten, die alleen samenwerken wanneer het uitkomt.
In 1789 bestond de VS uit dertien staten, maar door de verschuiving van de frontier naar het westen ontstonden nieuwe staten. In het noorden van de VS vonden steeds meer mensen dat nieuwe staten slavenvrij moesten zijn en in het zuiden waren mensen juist voor slavernij. Rond 1860 waren er 23 slavenvrije staten met ongeveer 23 miljoen inwoners. Er waren toen 11 staten, bewoond door ongeveer 5 miljoen mensen, waar slavernij bestond. 1856: Bleeding Kansas : voor- en tegenstanders van slavernij gingen elkaar te lijf. Hierdoor groeide de haat tussen voor- en tegenstanders. Ook ontstond er ruzie tussen het noorden en het zuiden over de vraag of de VS wel of niet invoerrechten moesten heffen. Het industriële noorden vond van wel. De fabrieksdirecteuren daar wilden extra belasting heffen op kleding uit Engeland. Hierdoor zou de Engelse kleding duurder zijn dan de Amerikaanse. De mensen zouden dan eerder Amerikaanse kleding kopen dan Engelse. De zuidelijke katoenstaten waren tegen invoerrechten. Engeland was de belangrijkste afnemer van hun katoen.Wanneer Engeland minder kleding zou verkopen, zouden ze minder katoen inkopen. Dat zou slecht voor het zuiden zijn. In 1860 werden de invoerrechten door de federale regering verhoogd. Er kwam een president, Abraham Lincoln, die slavernij niet wilde verbieden, maar wel afkeurde. 1860: De Afscheiding: Vier zuidelijke staten scheidden zich van de VS. April 1861: Een fort werd door zuidelijke opstandelingen aangevallen. Lincoln ging de strijd aan. Dit was het begin van de Amerikaanse Burgeroorlog (duurde van 1861 tot 1865 en werd gewonnen door het noorden).
Waardoor kwam er oorlog tussen het noorden en het zuiden? Omstandigheden: -Het verschil in bodem en klimaat tussen het zuiden en het noorden, waardoor de slavernij in het zuiden wel bleef bestaan. -De uitbreiding van de VS met nieuwe staten. Bij elke nieuwe staat kwam de vraag of de staat wel of niet slavernij mocht toestaan. Oorzaken: -Strijd over wel of niet afschaffen van de slavernij -Strijd over wel of niet instellen van invoerrechten -Bleeding Kansas (1856) -Verhoging invoerrechten (1860) -Verkiezing Lincoln (1860) -Afscheiding van 4 zuidelijke staten (1860) Aanleiding: De aanval van zuidelingen op Fort Sumter.
REACTIES
1 seconde geleden
N.
N.
thanx voor je verslag, hopelijk krijg ik nu een 10 voor mijn geschiedenis.
groetjes, nigel
11 jaar geleden
Antwoorden