Boekje Totalitaire Dictatuur - Hsk 2 -

Beoordeling 5.5
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas vwo | 1645 woorden
  • 16 december 2003
  • 12 keer beoordeeld
Cijfer 5.5
12 keer beoordeeld

Hoofdstuk 2 Hitler & Stalin aan de macht

Deelvraag: In hoeverre veranderde de samenleving na de machtsovername door communisten en nationaal-socialisten?

2.1 De sovjetunie onder Stalin

1934: In Leningrad werd de populare plaatselijke partijleider Kirov vermoord. (belangrijke concurrent van Stalin)

Stalin greep dit moment aan om zijn leger en partij te zuiveren van “verradelijke elementen”.Het waren de jaren van de grote terreur (Periode in de jaren dertig waarin Stalin partij en leger grootscheeps “zuiverde”)

Hij schoot bv. Afgevaardigden van het partijcongres, leden van het Centrale Comit van de communistische partij en officieren.

Redens voor de zuivering: - Wantrouwen - Hij wilde een nieuwe generatie aanhangers (oudere wisten dat hij in 1917 helemaal niet zo belangrijk was)

Na de zuiveringen waren tussen de 4 en de 8 miljoen mensen dood, door de directe kogel of de concentratiekampen.

De revolutie verloederd

In de Sovjetunie zou een nieuwe mens ontstaan volgens de marxistische leer. (Mens die volkomen aangepast is aan de communistische heilstaat en alle resten van kapitalistisch denken kwijtgeraakt is)

De communistische partij werd een bolwerk van onderdrukkers en profiteurs. De partijleden vormden een rijke klasse, terwijl de grote massa in armoede leefde.

Rusland: Nooit een Democratie: SU nu dus ook niet: Welvaart word ook niet eerlijk verdeeld.

1917: mannen en vrouwen worden gelijk: maar de mannen bleven de baas. Vrouwen krijgen nooit hoge partij functie, maar mogen wel mannen werk doen. Thuis bleven ze het sloofje.

Stalin: had het onderwijs verbeterd. Je mocht echter alleen naar de universiteit als: Je niet kritisch was EN je ouders brave partijleden waren

Van vrije drukpers en vrijheid op het gebied van kunst was geen sprake. Kunstenaars moesten volgens Stalin mensen doordrenken met communistische idealen.

Inwoners van de Sovjetunie werden als het ware gehersenspoelt door de voortdurende propaganda van de communisten.

Het idealisme van de revutionairen is door Stalin gebruikt om een persoonlijke dictatuur te vestigen. Dit kon hij makkelijk verkrijgen en behouden door de acties van Hitler waarbij de politiek sterk veranderde in europa.

1941: Duitsland valt de SU aan en ook de russen worden bij de wo II betrokken.

Russen winnen, omdat ze de Duitsers uit Oost en midden Europa verdrijven en als eersten Berlijn bereiken.

Na de WO II wilde Stalin de Russische machtspositie in Midden – Oost Europa niet kwijt. Overal kwamen daar communistische regeringen aan de macht die trouw waren aan Moskou.

De tegenstellingen tussen de kapitalisten en de communisten waait weer op.

Destalinisatie

1953: Stalin overlijd en zijn opvolger als partijleider, Nikita Chroesjtsjov, moet de sovjet unie een beter toekomst geven.

1956: Opvallende redevoering van Chroesjtsjov. Hij beschuldigt Stalin van machtsmisbruik en zegt dat hij veel fouten heeft gemaakt (oa het doden van tegenstanders)

Politieke gevangenen komen vrij, kunstenaars mogen alles en kritiek word toe gestaan. Maar de destalinisatie (poging van Chroesjtsjov om te breken met het stalinistisch verleden van de Sovjet unie. slechts een gedeelte van gelukt) blijft hangen...

Veel bonzen hadden namelijk hun hoge functie aan Stalin te danken en hadden ook fouten dingen gedaan. De Stalin-terreur keerde niet meer terug. Maar de communistische partijen bleven bijna overal aan de macht.

Ook de opvolger (Leonid Brezjnev - 1964) van Chroesjtsjov veranderde weinig aan de machtspositie van de communisten. Hij wilde zoveel mogelijk het oude laten, daardoor raakt de Sovjet unie acherop.

1984: Brezjnev stierf, de SU leek een militaire grootmacht maar dat was zeker niet zo: de landbouw was slecht, de industrie verouderd en het milieu vervuild.

Onder de leider Michail Gorbatsjov veranderde er veel. Hij gaf toe dat de Sovjet unie er slecht aan toe was. Hij kondigde Glasnost (Door Gorbatsjov ingevoerde politiek van ‘openheid’met name op het gebied van de media) –Hierdoor zou democratie ontstaan - en Perestrojka (Door Gorbatsjov ingevoerde politiek an ‘hervorming’ met name op economisch gebied) aan.

Het lukte Gorbatsjov niet. 1991: Sovjetunie viel uiteen in oa Rusland, Oekraïne, Armenië, Wit-Rusland, Kazachstan en Georgië.

Rusland: President Boris Jeltsin (Ooit communist geweest): Werd bij vrije verkeizingen gekozen en de communistische partijen werden na een mislukte staatsingreep zelfs verboden.: Jeltsin kondigde grote veranderingen aan, maar in werkelijkheid blijf hij een nogal autoritaire leider en raakte de economie ontwricht
Door de overgang van geleide economie naar vrije markt economie.

2.2 Het derde rijk onder Hitler

1933: Duitse machtsovername door de nationaal-socialisten. Velen waren ervoor, anderen wisten het niet maar door de economische crisis steunden ze het toch maar. En er waren te weinig mensen om het gevaar tegen te houden: Hitler + de nazi`s kwam aan de macht

Gestapo (Duitse geheime politie) zocht tegenstanders van het regime op en moesten naar concentratiekampen voor heropvoeding.

Een apart ministerie van propaganda onder Goebbels had alle propaganda (media enz.) in handen. Alles moest volgens het nationaal-socialisme

Kunstenaars mochten alleen hun beroep uitoefenen als ze lid waren van de Reichskulturkammer. Hiervoor waren niet de artistieke talenten doorslaggevend, maar de raszuiverheid en de politieke betrouwbaarheid. Goebbels en zijn ministerie doorzochten heel de cultuurwereld en besloten wat kunst was en wat entartete kunst was. (?)

Ook het onderwijs ontsnapte niet aan de nazi`s. Gs en bio werden ingesteld op de nationaal-socialistische leer.

Voor de oudere jeugd waren er hitlerjugend (Notinaal-socialistische jongensvereniging) en de bund deutscher mädel (Nationaal-socialistische beweging voor meisjes, bijna verplichte organisaties. Jongens werden klaar gemaakt voor het leger en meisjes voor hun huisvrouw/moeder taak. Het nationalisme was erg tegen emancipatie. (hogeropkomen van de vrouw)

Hitler + zijn partij-ideoloog Alfred Rosenberg dachten dat het Christendom vanzelf zou afsterven. Uit tactische overwegingen sloot de Führer (=Hitler) wel een concordaat met de paus en wist mede daardoor de Duitse bisschoppen aan zic hte binden. Hun afkeer van het athïstische communisme was groter dan hun bedenkingen tegenover het fascisme. (??)

Katholieke en Protestantse leiders: meelopers van het regime. Het echte verzet kwam van de kleine minderheid.

Jodenhaat en rassenleer

Hitler vond dat zijn volk nooit gezond en sterk kon zijn als er nog joden waren. 19e eeuw: Antisemitisme (Jodenhaat) groeide sterk. De Rep. Van Weimar was er openlijk over.

Bij de neurenbergerwetten (In 1953 in Duitsland afgekondigde wetten waarin joden het Duitse staatsbergerschap werd ontnomen en zij ook verder gediscrimineerd werden) werd hen de burgerrechten ontnomen en huwelijken + seksueel contact tussen-joden en niet joden werd verboden.

In de Kristalnacht (In de nacht van 9 op 10 november 1938 gehouden jodenvervolging in Duitsland. Zo genomed naar het gebroken glas van joodse huizen, winkels en gebouwen) werden de joden aangevallen.

Deze georganiseerde Pogrom (uitbarsting van jodenhaat waarbij joden en hun bezittingen worden aangevallen. Niet zelden van bovenaf georganiseerd.) was het antwoord op een poolse jood die een aanslag had gepleegd op een lid van de Duitse ambassade in Parijs. De joden moesten hiervoor ook nog een schuld betalen van 1 miljard mark en vele werden opgepakt, die toen nog een onschuldig karakter hadden.

De jodenhaat van de nazi`s paste bij de rassenleer die het nationaal-socialisme onderscheid van het fascisme. De nazi`s verdeelde mensen in rassen. Vermenging van rassen zou leiden tot verzwakking van het sterkste ras.

Arische ras (in de ogen van de nationaal-socialisten het hoogste ras op de wereld) Zij hadden de Übermensen
Joden – Stonden onderaan – zij hadden de üntermenschen

Om Duitsland raszuiver te maken, verwijderde ze rassen. De joden als eerste, maar ook homo`s, zigeuners, geestelijk gehandicapten enz.

Het Arische ras mocht de andere rassen verwijderen en zelf ook heersen over Oost-Europa en Rusland: omdat daar minderwaardige slavische rassen woonden

De totalitaire staat

In communistisch Rusland en Nationaal-socialistisch Duitsland ontstonden Totalitaire staten (staat die tracht de inwoners totaal te beheersen wat opvattingen, denken en cultuur betreft) De rol van de leider is alles overheersend, heeft een eenpartijstelsel en een afkeer van de parlementaire democratie. Verkiezingen zijn alleen om te demonstreren hoe eensgezind het volk is.

Er is een sterk geloof in de verlossing van het kwaad dmv absolute trouw aan leider en leer. Het kwaad bestaat uit óf het communisme óf het kapitalisme óf het ‘internationale jodendom’ of uit een combinatie daarvan.

Opvattingen van het fasicms/nationaal-socialisme en de kenmerken van de totatlitaire staat zijn best veel overeenkomend.

Een totalitaire staat hoeft niet per se fascistisch te zijn, maar het fascisme heeft alles in zich dat een staat totalitair kan maken.

Theorie van het communisme = opvattingen van Karl Marx, en vind daar in feite het tegenovergestelde van een totalitaire staat. Marx wilde dat er weinig ongelijkheid was, dat zou ontstaan na een strijd tussen kapitalisten en prolerariërs. Onvermijdelijk was dat er een tussenperiode zou komen waarin de staat de zegeningen van de revolutie toegankelijk moest maken voor iederen. Daarna zou het kapitalisme afsterven. De staat moest (desnoods met geweld) de afsterving wel een handje helpen. Daarnou zou er volgens Marx geen staatsmacht meer hoeven te zijn. De nationale staat en het kapitalisme zouden verdwijnen.

Het Marxisme is dus eigenlijk het tegenovergestelde van de totalitaire staat. Alleen gaven Lein en Stalin een andere uitleg aan het marxisme dan Marx bedoeld had.

De fascisten voegden nog wat toe aan de ideologie van de totalitaire staat. Van zeer grote betekenis was het nationalisme (voorliefde voor eigen land en volk. Kan een negatieve invulling krijgen)

Fascisten zeiden: het gaat niet om het denken, maar om het doen. Intellectuelen maken het leven gecompliceerd, fascisten bedenken een simpele oplossing. Vaak werd dit gepaard met geweld.

Fascisten (bv. Mussolini:) waren meer tegen denkbeelden en stromingen dan ervoor. Ze verafschuwden het liberalisme, dat naar hun idee teveel nadruk legde op de rechten van het individu.

Ze hadden ook een grote afkeer van het (liberale) kapitalisme dat in hun ogen tot uitbuiting van de arbeiders leidden.

Ook de Parlementaire democratie was niets volgens hun, er werd teveel gepraat en te weinig gedaan.

Voor socialisten en communisten had Mussolini ook geen goed woord. Want zij legden de nadruk op de gelijkwaardigheid van mensen zowel binnen als buitenland
en waren tegenstanders van het nationalisme.

Communisten vonden fascisten een groot gevaar, want een klassenstrijd zou hun volk splijten.

Duits nationaal socialisme: kwaadaardigste varian van het fascisme: onderscheid zich door het rascisme (gevoelens van haat of vijandigheid tegenover mensen van een zogenaamd ander ras)

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.