Afscheid van Indië

Beoordeling 7.1
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas vwo | 6389 woorden
  • 6 november 2007
  • 18 keer beoordeeld
Cijfer 7.1
18 keer beoordeeld

Samenvatting: Afscheid van Indië

Inleiding:
Er zijn al veel boeken geschreven over de koloniale geschiedenis van Nederland in Indië, deze hebben meestal dezelfde mening, slechts een paar gaan er tegenin. Dit is voor de schrijver de aanleiding dit boek te gaan schrijven, zodat alles in één boek staat. Daarom gaat de schrijver terug naar Batavia in het jaar 1918.

Hoofdstuk 1: ''De tekenen des tijds.''
De koloniën van de VS krijgen in deze tijd al meer vrijheid, en Groot-Brittannië geeft haar kolonie ook meer vrijheid in de vorm van responsible government. Door het boek Max Havelaar hadden veel Nederlanders het idee van hun roeping in Nederlands-Indië, zij werden lid van het Binnenlands Bestuurs (BB), zij wilden de Indiërs naar een hoger niveau brengen en opvoeden. Door stukken in kranten werden ook de liberalen in Nederland overgehaald deze ethische politiek te steunen, wat eigenlijk ontwikkelingshulp inhoudt, dit werd nog verder versterkt na een troonrede van koningin Wilhelmina. Door scholing ontstond een intellectuele elite in Nederlands-Indië, het tragische hiervan is dat zij niet ingeschakeld werd bij het bestuur, maar dat de Nederlanders het bestuur domineerden. De Nederlands-Indische elite ging zich steeds beter voelen en werd ook nationalistisch, de Boedi Oetomo ontstaat, maar zij krijgt weinig tot geen invloed in het bestuur. Later werd de Sarekat Islam opgericht, deze had meer effect en Nederland reageerde er positief op, Indië was eindelijk wakker en dit was een goed begin. De Nederlander Pleijte doet een voorstel voor een regering van Indië, met een volksraad, dit wordt aangenomen, deze volksraad had echter weinig macht. De ontwikkelingen gingen wel steeds verder en er kwam zelfs census kiesrecht, Nederland wilde het voorbeeld van Brits-Indië, en de VS met de Filippijnen volgen. Conservatieve Nederlanders vonden deze maatregelen te vooruitstrevend en nadat enkele opstootjes voorvallen, wordt besloten dat het anders moet. Er worden allerlei commissies gevormd, maar ook deze hebben allemaal weinig macht. In 1927 zorgde de inmiddels ontstane PKI (Partai Komunis Indonesia) wel voor een opstand. Door het cultuurrelativisme, ontstond het idee dat oost oost blijft en west west, en dat dit niet te veranderen valt, de oosterse cultuur moest met rust gelaten worden en gebruikt worden om de controle over Indië te behouden en de opvoedingstaak te versterken. Want de verschillen tussen oost en west blijven, en wie anders dan de Nederlanders moesten de contacten onderhouden tussen oost (Indië) en west (Nederland). Ook komen in deze tijd de eerste echte nationalistische leiders naar voren, Soekarno en Hatta, waarvan de tweede in Nederland woonde en daar leider was van de Indonesische vereniging. Hatta richtte op 4 juli 1927 de PNI (Partai Nasional Indonesia) op, en streefde gelijk naar de onafhankelijkheid van Indië. Soekarno wierf zijn aanhangers door het houden van toestpraken en ook de aanhang van de PNI werd groter. Soekarno werd gearresteerd vanwege deze toespraken en krijgt een gevangenisstraf van vier jaar. In Nederland ontstond de Stuwgroep, vernoemd naar het tijdschrift, deze groep was tegen het huidige beleid in Nederlands-Indië en stond onder leiding van Van Mook, hij werd minster van economische zaken. Ook werd de leiding van de PNI opgepakt, daarom veranderde zij haar naam in Partindo, uit angst ook opgepakt te worden. Sjahrir volgt Hatta op, zijn idee is eerst de bevolking te scholen en vervolgens actie te ondernemen. Als Soekarno vervolgens vervroeg vrij komt wordt ook hij lid van de Partindo en wordt hier heel populair, zelfs te populair zodat hij geïnterneerd wordt in 1933 met als reden dat hij een gevaar voor de samenleving is. Later worden ook Hatta en Sjahrir opgepakt, Nederland was verder wel tevreden over de situatie in Nederlands-Indië op wat enkelingen na.

Frankrijk en Nederland hielden elkaar in deze tijd, zonder het van elkaar te weten, voor de gek door naar elkaars bestuur te kijken, beiden schepten op maar ondertussen viel het in beide gebieden tegen. In Brits-Indië gaat het wel goed, er wordt hier onderhandeld met de gevangengenomen Ghandi, terwijl Soekarno gewoon in de gevangenis zit. Ook de Filippijnen (van de VS) worden binnekort onafhankelijk, in 1934 werd voor de onafhankelijkheid getekend, Nederland reageerde hier heel nuchter op. Soetardjo dient in Nederlands-Indië een petitie in, waarin staat dat Indonesië binnen 10 jaar onafhankelijk moet zijn, na 2 jaar gaat Nederland hier pas op in en wijst het meteen af.

Hoofdstuk 2: ''Het licht van Azië.''
Tjarda van Starkenborg Stachouwer was de gouverneur van Nederlands-Indië op het moment dat Duitsland Nederland binnenviel, hij trok zich in feite niks aan van de oorlog omdat hij gewoon door ging met het voeren van het normale beleid. De GAPI ontstaat, dit zijn alle legale nationalistische partijen samengevoegd in één partij, deze had tot doel een gekozen parlement, voor en door de bevolking, maar omdat Nederland geen machtsverlies wilde ging zij niet op de eisen in. Toen Java begin 1942 door de Japanners veroverd werd, werd de bezetter op sommige plaatsen zelfs feestelijk ontvangen, Nederlanders moesten toch in Indonesië blijven, om dat te tonen dat de banden niet mochten breken. President Roosevelt tekent het akkoord dat elk land een eigen regering mag hebben, de VS moest Indië bevrijden, vandaar dat Nederland vooruitstrevende uitspraken moest doen om de VS gunstig te stemmen en goede banden te behouden. Op 7 december 1942 houdt koningin Wilhelmina daarom haar bekende ''7 december toespraak'', de VS reageert blij en is zelfs trots op de houding van de Nederlanders, de nationalisten zijn echt teleurgesteld, maar de VS heeft in 1944 toch de meeste macht in Indië. Inmiddels worden de Japanners niet meer als bevrijders gezien, omdat de bevolking het met het Nederlands bestuur beter had, ook in de oorlog zelf doet Japan het steeds slechter. Soekarno en Hatta worden daarom gebruikt voor het Japanse propaganda apparaat, wat hen later nog heel vaak beschuldigingen op zal leveren over fascisme. Soekarno komt later met zijn beroemde doctrine van Pancasila, deze doctrine hield in: nationalisme, menselijkheid, democratie, sociale gerechtigheid en één almachtige God. 18 augustus zou het onafhankelijk gaan worden en begin september 1945 zou dit goed en wel doorgevoerd worden. Ondertussen worden atoombommen op de twee Japanse steden gegooid. De VS komt als grootmacht uit de tweede wereldoorlog en is principieel tegen kolonies omdat de VS symbool staat voor vrijheid. Maar door de angst voor de SU mochten de koloniën tijdelijk blijven, echter wel onder bepaalde voorwaarden. De oorlog had de positie van de Nationalisten versterkt en de onafhankelijk kwam dichterbij.

Hoofdstuk 3: ''Revolutie zonder bevrijding.''
Na de oorlog had Nederland veel te weinig ambtenaren en manschappen in Nederlands-Indië en daarom hoopte men op de hulp van gevangen en ex-gedetineerden. De ambtenaren die nu aan de macht kwamen wisten weinig van de situatie in het land en hadden ook weinig ervaring met het bestuur in dit land. Na de conferentie van Potsdam werd besloten dat Nederland ging vallen onder het South East Asia Command, geleid door lord Mountbatten en Groot-Brittannië kreeg de verantwoordelijkheid in dit gebied. Op 17 augustus 1945 stelden Soekarno en Hatta een onafhankelijkheidsverklaring op, waardoor op 18 augustus Soekarno president werd en Hatta vice-president van de Republiek Indonesië, hierbij werd ook gelijk een grondwet opgesteld en de revolutie breidde zich tegelijkertijd verder uit over het gebied. Ook de houding van de inlanders tegenover de Nederlanders was veranderd, de meeste Indonesiërs wilden niet met Nederlanders gezien worden. De Nederlanders en geallieerden dachten de problemen wel op te kunnen lossen door machtsvertoon, vandaar dat zij 15 september 1945 met twee kruisers aan de kust arriveren. De bevolking zag dit als een soort terugkomst van de koloniale tijd, waardoor zij massaal Japanners gingen beroven van wapens en ook trachtte men via de onderwereld aan wapens te komen, om zich te verzetten tegen de geallieerden en de Nederlanders. Dit leidde tot het eerste incident met geweld op 19 september. Mountbatten kreeg terwijl berichten van zijn vrouw, over hoe de situatie in Indonesië er werkelijk voor stond en onder druk van Mountbatten moet van der Plas gaan onderhandelen met Hatta en Soekarno, deze onderhandelingen werden echter niet gesteund door de Nederlandse regering. De druk van Mountbatten, en daarmee dus de Britten, kwam doordat Nederland en Groot-Brittannië bondgenoten waren en Groot-Brittannië Nederland dus moest steunen. Omdat Groot-Brittannië zelf ook veel aandacht aan haar kolonies moest besteden, was voor Mountbatten en de Britten dus de beste oplossing dat Nederland en de Republiek een verbond sloten. In deze tijden van onrust in Indonesië, door de terugkeer van de Nederlanders en het vertrek van de Japanners, vinden vele gewelddadigheden plaats tegenover Nederlanders en Nederlands-Indiërs, die telkens weer door de andere groep beantwoord worden. Deze periode van gewelddadigheden tussen de groepen word ook wel ''Bersiap'' genoemd. Ook is er in deze periode de zogenaamde ''Daulat'', leiders uit de tijd van de Japanse bezetting worden vermoord en ontvoerd en tienduizenden Nederlanders worden geïnterneerd door het, niet erg efficiënte, Indonesische leger. Als Luitenant-Gouverneur-Generaal Van Mook met zijn ambtenaren weer terugkeert naar Indië, gaat hij zonder toestemming onderhandelen met Soekarno over de toekomst van Indonesië, hiermee was de basis voor de onderhandelingen gelegd. Toen men er in Nederland achterkwam dat Van Mook zonder toestemming onderhandelde was men van plan hem te ontslaan, maar koningin Wilhelmina was tegen, omdat Van Mook veel ervaring had. Uiteindelijk krijgt Van Mook toestemming tot praten, maar onderhandelingen mag hij niet doen. Begin oktober begint vervolgens de revolutie van de Indonesiërs tegen de Jappen, na vele slachtoffers winnen de Indonesiërs en hebben zij nu ook veel wapens in hun bezit. Nog meer Nederlanders worden gevangengenomen en vermoord, dat is de reden waarom Mallaby met 4000 soldaten de stad Soerabaja in trekt. Er ontstaan gevechten waarbij 250 Britten omkomen, als Soekarno later oproept de wapens neer te leggen gebeurt dit ook bijna overal, maar net voordat alles rustig is wordt Mallaby vermoordt, dit is voor de Britten de druppel. De Britten stellen een ultimatum waarin staat dat alle Indonesiërs de wapens neer moeten leggen, omdat Groot-Brittannië anders aanvalt met alles wat ze heeft. Op dit ultimatum wordt echter niet ingegaan, de Britten weten wel 200.000 Nederlanders te evacueren en totaal komen er hierbij 600 Britten om en vele Indonesiërs. Door al deze gebeurtenissen was Van Mook bereid zijn beleid aan te passen en concessies te doen, ook ging hij zich meer richten op de buitengebieden en liet Java voorlopig voor wat het was. Ook in Frankrijk verliep niet alles even rustig, hier begon Ho Chi Minh een opstand tegen de Fransen, maar de Fransen onderhandelden met Ho, en kwamen tot een overeenkomst over een Franse Unie, waardoor zij het beter deed dan Nederland in Indië.

Hoofdstuk 4: ''De weg naar Malino.''
De radicale aanhangers van de revolutie raken ondertussen teleurgesteld in Soekarno, het onderhandelen duurt hen te lang en zij willen meteen hun onafhankelijkheid. Door deze onvrede probeerde men Sjahrir als leider naar voren te brengen, omdat Soekarno als collaborateur werd gezien. Sjahrir krijgt meer formele macht en brengt een folder uit, getiteld: ''Onze strijd'', waar van der Plas het overigens mee eens is. In de tijd dat deze folder uitgebracht werd ontstonden veel nieuwe partijen, die uiteindelijk samegingen in de Partai Socialis, de masjoemi (een Islamitische partij) en de nieuwe PNI. De regering verhuise wel van Java naar Jogjakarta, vanwege intimidaties door het Nederlandse leger. Vanuit Jogjakarta sprak Soekarno de bevolking weer toe en het lukte hem weer het grootste deel van de bevolking achter zich te krijgen. Ook wordt de Persutoean Perdjoengan gevormd, een volksfront met als doel de Nederlanders zo snel mogelijk weg te krijgen, dit front stond onder leiding van o.a. Soedirman. Door deze ontwikkelingen werden steeds minder mensen het meer met Sjahrir eens, zij wilden geen onderhandelingen meer maar strijd. Van Mook is indertijd naar Nederland vertrokken voor overleg over de situatie en zijn baan.
Als hij terugkeert mag hij nog steeds weinig onderhandelen van de Nederlandse regering, die voor haar doen al progressieve uitspraken heeft gedaan. Indonesië schiet hier tijdens de onderhandelingen weinig mee op, waardoor de onderhandelingen moeizaam verlopen. Het idee van Mountbatten en Van Mook om een veilige onderhandelingszone te creëren komt dan ook niet goed van de grond. Omdat de Britten in februari 1946 zeggen terug te willen gaan trekken uit het gebied, nemen Nederlanders posities van de Britten over waardoor Mountbatten en Groot-Brittannië nu minder met de zaak te maken hebben. Tijdens volgende onderhandelingen komt van Mook met het plan de situatie in Frankrijk af te kijken en ook een Unie te creëren. Hij vertrekt vervolgens met de Indonesische onderhandelaren naar een slot op de Veluwe, maar door de nog steeds stugge houding van de Nederlandse regering gaan de Indonesiërs alsnog met lege handen naar huis. Door omstandigheden en opstootjes kom terwijl Soekarno wederom als de grote leider naar voren. Toen de revolutie op Sumatra aankwam werden hier vele invloedrijke mensen vermoord die met het oude feodale bestuur te maken hadden, hiervoor kwamen democratische Islamitische besturen in de plaats. Als wraakactie op Japanse doden, roeien de Jappen een heel dorp van twee- tot vijf duizend personen uit. Vervolgens werden alle sultanpaleizen geplunderd en van het oude feodale bestuur bleef niets meer over, op Sumatra was dus inmiddels ook geen feodaal bestuur meer mogelijk. Nederland, en vooral Van Mook, zag dit op tijd in en besloot zijn kansen te verleggen op Borneo en de Grote Oost. De bevolking in de Grote Oost, en met name de intellectuelen, zagen wel wat in een Republiek en ook de sultans waren wel bereid mee te werken als ook zij weer machtsherstel kregen. Natuurlijk was lang niet iedereen enthousiast, in Borneo en Celebes kwam het tot kleine burgeroorlogen en opstanden en ook hier kon Nederland dus weinig beginnen, helaas werd dit niet goed ingeschat. Van Mook wil van deze gebieden een soort voorbeeld maken, zodat de Republiek vanzelf in zou zien dat het in die gebieden beter gaat en de Nederlanders zo weer macht af konden dwingen en de bevolking achter zich krijgen. Er wordt een bijeenkomst georganiseerd, waar overigens bijna alleen ''Nederlandsgezinden'' komen, in Malino. Hierbij wordt besproken dat het gebied zelfstandigheid binnen rijksverband krijgt, in vijf tot tien jaar. Van Mook is zeer enthousiast over de uitkomst van deze bijeenkomst, maar de Nederlandse regering denkt er weer anders over en vind het niet erg interessant. Legerofficier Westerling denkt er zelfs aan om met geweld de orde weer te handhaven en het gezag te herstellen, door simpelweg alle extreme nationalisten om te brengen. Op de vervolgconferentie van Malino, in Denpasar, komen 70 afgevaardigden bijeen, waar vervolgens overeenstemming bereikt wordt de nieuwe staat geen Grote Oost te noemen maar Negara Indonesia Timoer. Nieuw Guinea viel hier overigens niet onder, dit moest een opvang gebied blijven/worden voor vluchtende Nederlands-Indiërs. Zo was de staat Oost-Indonesië ontstaan, met als minister-president Nadjamoeddin. In Frankrijk was nog steeds een vergelijkbare situatie aan de gang en ondertussen was de eerste Indo-Chinese oorlog uitgeroepen. Nederland moest hier de lering uit trekken dat politiek met een dubbele bodem fataal kon zijn. Op de Filippijnen ging het er anders aan toe, de VS gaf zonder druk van nationalisten of andere groeperingen de Filippijnen haar vrijheid. Hiermee behield zij haar economische banden met deze staat en werd het een succes, ook op economisch gebied. Nederland en Frankrijk deden het toch anders en namen geen voorbeeld aan het succesvolle beleid van de Vs.


Hoofdstuk 5: ''Oude koloniale sentimenten en vooruitstrevende politiek.''
In Malino wordt door een Indonesiër uitgesproken dat hij vertrouwen heeft in Van Mook, in Nederland zijn echter veel mensen tegen hem, vooral de katholieken zien hem als ''de sloper'', vanwege zijn vooruitstrevende politiek. Nederland wil wel meer doen voor Indië maar vanuit tradities doen ze dit niet en volgens hen moet ook alles binnen rijksbanden blijven. Jonkman werd later minister van Overzeese gebieden, Nederlands-Indië was van Nederland en dat moest zo blijven, maar anderzijds begreep hij ook de gevoelens en ideeen van de nationalisten wel. Hij stuurt een commissie generaal naar Indonesië, onder leiden van Schermerhorn, zij rapporteren goede berichten naar het thuisfront, Indonesië deed het op dat moment namelijk economisch beter en ook was er veel minder haat tegen Nederlanders en heerste er rust. Op 14 oktober werd een wapenstilstand gesloten en de Britten zullen binnenkort wegtrekken. Van Mook en Sjahrir komen ten slotte tot een overeenkomst over de unie tussen Nederland en de Verenigde Staten van Indonesië, onder de Nederlandse kroon, voor 1948. Na dreigingen met ontslag van Van Mook en Schermerhorn krijgen ze toestemming van de Nederlandse regering en ook om verder te onderhandelen met Soekarno en Hatta. Het probleem van deze overeenkomst zat het in wat beide partijen onder een Unie verstonden. Tijdens de onderhandelingen werd duidelijk dat Soekarno en Hatta helemaal niets van het oude bestuur terugwilden, waardoor de onderhandelingen moeizaam verliepen. Tenslotte kwam het bekende en belangrijke akkoord van Linggadjati tot stand, vernoemd naar het bergplateau waar de onderhandelingen gehouden werden. Dit akkoord hield in dat de Nederlandse regering de Republiek Indonesië erkende, dat Indonesië uit drie provincies zou gaan bestaan (de Republiek, Borneo, Oost-Indonesië) en dat het moest leiden tot één soevereine staat onder de Nederlandse kroon. Dit alles moest dan voor 1 januari 1949 geregeld zijn. Dit akkoord werd gesteund door Soekarno waardoor meer Indonesiërs positiever over de Nederlanders gingen denken, zodat het akkoord voor beide partijen voordeel zou hebben. In Nederland was men echter tegen het akkoord, terwijl internationaal men al blij was met het akkoord, omdat ze dachten dat Nederland er al mee akkoord was gegaan. In Nederland zelf werd ook een smeekschrift tegen het akkoord ingediend met daaronder 300.000 handtekeningen. Nederland zat dus in een lastige positie, internationaal werd wat van haar verwacht, de Nederlandse bevolking was zelf tegen, Van Mook was voor en in Indonesië moest toch iets gebeuren. Nederland stemt in op het akkoord maar voegt er twee documenten aan toe, waardoor de vorm van het akkoord wegvalt en het nog geen zin heeft, Indonesië kan hier niks mee. De grenzen tussen Republikeins en Nederlands gebied zijn inmiddels getrokken, Nederlandse militairen bezetten enkele gebieden met de belofte later terug te trekken. Na enkele opstootjes blijkt dat Republikeinse bestuurders in de gebieden eigenlijk onmisbaar zijn. Ook in Oost-Indonesië waren veel republikeinse voorstanders, toch probeerde Van Mook van dit gebied een feodale, moderne koloniale staat te maken, door o.a. samen te werken met sultan Max. Dit was echter een rokkenjager, waardoor Nederland al snel de reputatie kreeg met rare figuren samen te werken. Soekarno had inmiddels de KNIP (het parlement van de Republiek) overgehaald met het akkoord van Linggadjati in te stemmen, maar op de Nederlandse aangeklede versie wenste zij niet in te gaan. Voor de Nederlandse regering waren er toen nog twee mogelijkheden: 1. bemiddelen, 2. militair ingrijpen. Omdat Van Mook en met hem vele anderen tegen oorlog zijn, wat ook zeer onverstandig zou zijn, wordt een andere oplossing bedacht, welke in feite weinig nut had. Nederland tekende namelijk het aangeklede Linggadjati akkoord en de Republiek het naakte, wat uiteraard geen oplossing voor het probleem was. De situatie op het schiereiland Malakka, onder leiding van de Britten lag ook weer anders, toen veranderingen in het bestuur mislukten, konden zij terugvallen op het vooroorlogse bestuur, omdat de Jappen heb bestuursapparaat in dit gebied niet vernietigd hadden, zoals bij de gebieden van Nederland en Frankrijk het geval was, toch verliep op Malakka ook niet alles zonder problemen, maar de situatie viel niet met die van Nederland te vergelijken.

Hoofdstuk 6: ''De Nederlands-Indonesische oorlog.''
Toen bleek dat Van Mook's tegenwicht van Borneo en Oost-Indonesië niet goed werkte en na alle gebeurtenissen, bleven er voor Nederland vier opties over:
1. De oorspronkelijke Linggadjati uitvoeren.
2. Indonesië overtuigen van de voordelen van de aangeklede Linggadjati en ze overhalen.
3. Een militaire inzet, die zeker weten tot een Pyrrusoverwinning zou leiden.
4. Alles opgeven en de situatie aan de VN overlaten.
Optie 1 was voor de Nederlandse regering niet haalbaar en tegen haar standpunten in en, zoals gebleken, werkte optie 2 ook niet. Vanwege de Nederlandse roeping viel ook optie 4 af, waardoor Nederland een militaire actie als enige oplossing zag. De plannen voor een militaire operatie waren er al langer, operatie product. De KNIL, Nederlands belangrijkste legeronderdeel, krijgt al instructies waarmee gezegd wordt dat zij orde in de chaos brengen en zij voor het goede vechten. Ondertussen worden Beel en Jonkman naar Indonesië gestuurd om Van Mook over zijn ontslag in te lichten, wat uiteindelijk niet door gaat omdat de oorlog belangrijker is. Ook Van Mook is inmiddels voor een oorlog, omdat het financieel en economisch zeer slecht gaat in het Nederlands gebied, door een oorlog met een goed doel kon Van Mook misschien toch nog zijn levensvervulling, Indonesië te ontwikkelen en te creëren, uitvoeren. Nederland stuurt nog een laatste akkoord en als er binnen 14 dagen niet op in wordt gegaan, of het afgewezen wordt, worden de onderhandelingen gestopt. Als op 8 juni een afwijzend akkoord terugkomt, is ook Van Mook definitief voor de oorlog. De VS en Groot-Brittannië staan door de containment-politiek meer achter Nederland, omdat Nederland economisch sterk moet staan en Indonesië daar een rol in kan spelen. VS en GB zetten beiden ook druk op Indonesië en na een aantal ultimatums gaat president Soekarno op de uiterste dag van het ultimatum, 27 juni, niet op het akkoord in. Onder druk van de VS wordt de oorlog nog even uitgesteld maar het Nederlands leger popelt en het hele kabinet is voor, Van Mook beseft dat hij zijn roeping niet meer waar kan maken en kan het ook niets meer schelen. Midden 1947 had het roepingsbesef het gewonnen van de realiteitszin en in de nacht van 20 op 21 juli ging operatie produkt D van start. Via de speerpunten techniek, waarbij alleen hoofdpunten ingenomen worden, via hoofdwegen, werd al snel een groot gebied ingenomen zonder al te veel moeite. Ook lukte het de Indonesiërs niet goed om achtergelaten gebieden plat te branden, door de snelle acties van de Nederlanders. Het plan was gelijk door te stoten naar Jogjakarta, het hart van de Republikeinen, maar omdat Nederland door de oorlog internationaal in een heel slecht daglicht staat, moeten van de Nederlandse regering binnen twee dagen de gevechten gestaakt worden, onder druk van de andere landen. Als een staakt is vuren zou worden bereikt, konden de landen gebruik maken van de Amerikaanse bemiddeling. Amerikaanse bemiddeling zou gunstig zijn voor Nederland omdat de VS, ondanks haar neutrale aanblik, wel achter het Nederlands standpunt stond (door o.a. de containment politiek van Truman). Ook in de VN wordt een resolutie aangenomen de gevechten te staken en in de nacht van 4 op 5 augustus wordt de opmars van de Nederlandse militairen gestaakt. Zuiveringen in de veroverde gebieden mochten nog wel worden uitgevoerd. Door deze oorlog was Nederland er economisch wel op vooruit gegaan, zij hadden veel belangrijke posten bezet waardoor de honger en financiële tekorten bestreden konden worden, de oorlog was dus een economisch succes voor Nederland, maar had wel politieke nadelen, zoals die hierboven vermeld staan. Van Mook is nog steeds voor een verdere aanval, maar deze blijft uit omdat de Nederlandse regering geen toestemming geeft net als de VS en de VN, en omdat de gevolgen voor de Nederlandse positie desastreus zouden zijn. De ministerraad verkiest het internationale toneel boven de noodkreten van Van Mook en Beel. Als Sjahrir vervolgens ook een betoog houdt in de veiligheidsraad, staan meer landen achter de Republiek en hun vrijheidsstrijd en daalt de sympathie voor het Nederlands beleid nog verder, ook wordt de Republiek als staat erkend door de VN, Van Mooks poging de VS zelf over te halen voor de oorlog werkt ook niet. In het Britse India waren gedurende dezelfde periode ook allerlei gebeurtenissen aan de gang. Er heerste een verdeling tussen moslims en Hindoes, door de verschillen ontstonden hier rellen met meer dan 10.000 doden, als oplossing wordt een interim-regering aangesteld, met nog steeds de grote verschillen. 30 Juni 1948 zou de soevereiniteit overgedragen worden, en daardoor ontstonden nog meer rellen tussen Hindoes en moslims, om op 30 juni de macht te hebben. Op de aangebroken datum worden twee dominions gevormd: India en Pakistan, zodat beide groepen een eigen gebied hebben, door volksverhuizingen en etnische zuiveringen stierven nog wel meer dan een half miljoen mensen. Groot-Brittannië had hiermee haar koloniale verleden, op de doden na, wel enigszins succesvol afgerond.

Hoofdstuk 7: '' De opbouw van tegenkrachten.''
Het was nu betrekkelijk rustig in Batavia en ook Van Mook zag nu af van verdere oorlogsplannen. Ook wordt er een commissie gevormd welke de situatie in Indonesië moeten beoordelen. Er worden niet veel positieve dingen over verteld, maar de Amerikaan Foote, welke Nederlandse vrienden had, paste de rapporten enigszins aan zodat het er voor Nederland wat beter voor staat.Ondanks deze aanpassingen wordt het voor Nederland steeds lastiger haar beleid wereldwijd te verantwoorden. Ook had het grote bezette gebied het probleem dat er te weinig ambtenaren waren om het te besturen. Heel wat Nederlandse ambtenaren waren bereid dit werk te doen, maar het waren er lang niet genoeg en de Indonesische ambtenaren wilden niet meer met de Nederlanders werken, ook waren zij, wanneer ze dit wel deden, hun leven niet zeker. Van Mook probeert vervolgens opnieuw de republiek af te laten brokkelen door in de Nederlandse gebieden rust en welvaart te laten heersen, wat natuurlijk heel veel leek op wat hij op Borneo en Oost-Indonesië had geprobeerd. Steeds meer mensen wilden wel samenwerken voor dit idee, ook omdat het met de republiek steeds slechter ging, in de oorlog waren de economisch belangrijke dingen ingenomen. Door de toenemende armoede en honger stonden meer ex-republikeinen daarom nu achter Van Mook. De Republiek eist in de VN de belangrijke economische gebieden terug, maar door steun van de VS komt Nederland er weer mee weg. Van Mook wil nu een Verenigde Staten van Indonesië oprichten en de Republiek vergeten, deze zou zich vanzelf aansluiten of ten onder gaan. Dit blijkt achteraf een grote inschattingsfout van Van Mook te zijn... De commissie van goede diensten wordt gevormd, om de onderhandelingen tussen de landen te bevorderen, deze commissie bestaat uit de vertegenwoordigers van een neutraal land, een land tegen en een land voor het Nederlands beleid. Gekozen wordt voor de VS, Australië en België met als vertegenwoordigers Graham, Kirby en Van Zeeland. Graham blijkt echter steeds meer de kant van Indonesië te kiezen na wat incidenten van de Nederlandse kant gehoord te hebben. De eerste vergadering, met behulp van de commissie, vindt plaats op een Amerikaans schip, maar dit verloopt niet goed onder andere omdat het schip niet genoeg plaats bood voor alle mensen, daarom volgt hierna nog een West-Java conferentie waar ook niet veel uitkomt. De gruweldaden tussen de Nederlanders en Indonesiërs blijven ondertussen doorgaan, daarom komt de kerstboodschap vanuit de VN tot stand. Deze kerstboodschap hield in dat Nederland binnen 3 maanden uit de veroverde gebieden moest terugtrekken en dat er over een jaar vrije verkiezingen gehouden moeten worden. Graham staat nu onder druk van twee partijen, hij wil Nederland te vriend houden maar moet ook symbool staan voor de Amerikaanse vrijheidsstrijd. Nadat hij er zelf 7 principes, in het voordeel van Nederland, bij geformuleerd heeft, gaat Nederland akkoord met de kerstboodschap, overigens wel onder de dreiging van het staken van de Marshall hulp bij het niet akkoord gaan. Tijdens een volgende bijeenkomst gaan beide partijen akkoord met dit zogenaamde Renville-akkoord, alleen net als bij het Linggadjati akkoord, beiden met een andere interpretatie van het akkoord, het verschil is alleen dat Nederland nu onder de permanente druk van de VS staat. Hatta heeft ondertussen een nieuw kabinet gevormd en alle TNI'ers opgeroepen zich terug te trekken achter de zogenaamde Van Mook lijn, dus in het gebied dat niet door Nederland veroverd is, de meeste luisteren hier ook naar. Tegelijk maakt hij van dit grote ongeorganiseerde leger, een beter georganiseerd leger onder leiding van Nasution. Later wordt ook Graham vervangen door DuBois, waar Van Mook wel blij mee is, omdat DuBois vroeger zelf in Batavia heeft gewerkt en pro-Nederlands is. Dit pro-Nederlandse is bij DuBois echter ook van korte duur, omdat hij, na een rondreis met Soekarno en Hatta door de oorlogsgebieden gemaakt te hebben, meer sympathie voor de Republiek heeft. Ondertussen worden, tegen het akkoord van Renville in, een aantal Negara's (deelstaten) gevormd van o.a. Oost-Sumatra, Madura en West-Java, deze tijdens de 3e West Java conferentie. Omdat er weer een oorlog dreigt en de onderhandelingen maar moeizaam verlopen, krijgt DuBois van Marshall de vrije hand. Hij schrijft een akkoord, dat Nederland weer niet ondertekend. Het valt hierbij op dat alle Nederlandsgezinden vroeg of laat toch meer voor de Republiek voelen. Volgens de schrijver hebben de Nederlanders dit aan zichzelf te danken vanwege hun koppige gedrag en het roepingsgevoel. Van Mooks kolionale staat wilde ook nog niet echt lukken, de Nederlandse ambtenaren waren ondergeschikt geraakt aan de Indonesische. De Nederlanders knapten alleen het rotwerk op terwijl de Indonesiërs zelf niet veel deden, er wordt zelfs buiten Van Mook om een bijeenkomst van federaal overleg gehouden, terwijl het ''zijn'' idee was. Van Beel was ondertussen nog steeds voor een Unie, terwijl dit idee in Indonesië al lang van de baan was. Door de nieuwe verkiezing had de katholieke KVP veel meer te zeggen in de overzeese gebieden, wat te merken was aan het nieuwe, conservatievere, beleid. Zij bleven vasthouden aan het idee van de zware Unie en sloten ook een nieuwe oorlog niet uit. Door de omstandigheden werd een overeenkomst tussen beide partijen steeds belangrijker, omdat het erop begon te lijken dat anders het communisme ook in Indonesië door kon dringen. Dit was voor de VS onacceptabel omdat zij anticommunistisch waren, zij voerden daarom de druk op Nederland ook steeds verder op. Het Britse Maleisië was namelijk ook al bijna communistisch geworden en hier heerste een jarenlange periode van communistische voorvallen en een guerrilla tegen de Britten, deze periode werd de Malayan Emergency genoemd.


Hoofdstuk 8: ''De ondergang van Indië.''
Als ook in Indonesië geprobeerde wordt een communistische revolutie op te starten, de Madioen opstand genoemd, zien Beel en de legerleiders daar een reden in om nieuwe aanvallen tegen de Republiek te beginnen, onder het excuus tegen het communisme te strijden. De revolutie komt niet van de grond en daarom gaan ook de aanvalsplannen niet door. Op 1 Januari 1949 wordt de zieke DuBois vervangen door Cochran, deze datum was een belangrijke, want volgens het akkoord van Linggadjati moest de Unie op deze dag tot stand zijn gekomen. Ook Cochran maakt weer plannen voor verdere onderhandelingen en als ook minister Stikker Marshall niet om kan praten, neemt een ontroerde Van Mook zijn ontslag na al zijn jaren in Nederlands-Indië was het hem niet gelukt zijn goede bedoelingen er uit te voeren. Cochran kreeg dus op 4 november te maken met een nieuwe onderhandelingspartner, dit was Beel. Het verschil tussen Van Mook en Beel was, dat Beel zich veel meer liet beïnvloeden door de Nederlandse militaire top, wat de kansen op een nieuwe oorlog vergrootten. Daarom wordt operatie kraai al bedacht, met als doel het uitschakelen van de Republiek. Het zou waarschijnlijk alleen maar slechter worden voor Nederland, maar was volgens Beel de enige oplossing. De VS en VN voerden grote druk uit op Nederland het niet te doen, het plan werd daarom tijdens kerst aan te vallen zodat de veiligheidsraad het ''niet merkte'' (zij zouden dan toch niet vergaderen) en Nederland dan met het nieuwe jaar zijn zaakjes op orde kon hebben. Na nog drie keer met Hatta onderhandeld te hebben beginnen in de nacht van 19 december de militaire acties met 80.000 Nederlandse militairen. Op 30 december waren de meeste doelen bezet en waren Hatta en Soekarno onder huisarrest gezet. Het gebied was echt nog lang niet onder controle, omdat er maar weinig TNI strijders omgekomen waren gingen de nachtelijke beschietingen en terreur gewoon door, ook maakte de TNI zich op voor een geurilla en hadden zij in de bezette gebieden de belangrijkste dingen met opzet verbrand zodat de Nederlanders er niets meer aan hadden. Het gebied was dus wel door Nederlanders bezet maar zij hadden er totaal geen grip op. Ondertussen was, tegen de verwachtingen in, de Veiligheidsraad wel bijeen gekomen. Er wordt tot twee keer toe een resolutie ingediend, de eerste werd door Nederland genegeerd, en vier dagen later wordt er aan de eisen tegemoet gekomen. Er wordt een staakt het vuren opgezet en Nederland laat de politieke leiders weer een soort van vrij. De internationale positie van Nederland was op dit moment echt belabberd, dit werd nog erger toen men erachter kwam dat Hatta helemaal niet vrij was, zoals de Nederlanders beweerden. Door de tweede militaire actie was ook een interim regering op korte termijn niet meer mogelijk omdat simpelweg geen enkele Indonesiër meer met de Nederlanders samen wilde werken. De VS komt met haar working paper, dit hield in dat Nederland alles terugmoest draaien naar de situatie voor de oorlog, dat er voor 15 maart uiterlijk een interim regering gevormd moest zijn en voor 1 oktober vrije verkiezingen gehouden moeten worden. Als klap op de vuurpijl, moest de soevereiniteit op 1 april 1950 aan de Verenigde Staten van Indonesië overgedragen worden. Nederland wil een rondetafelconferentie beginnen, maar Soekarno heeft daar na de gebeurtenissen totaal geen zin meer in. De macht van Nederland op het platteland in Indonesië nam ook bijna totaal af, doordat in elke desa (eigenlijk gewoon een dorp) tien TNI soldaten geplaatst werden en de bevolking op deze manier gedwongen Republikeins moest worden. In de oorlog ging het voor Nederland steeds slechter doordat de guerrilla van de TNI steeds beter werd, Nederland ging dit beantwoorden met contraterreur en zelfs Gestapo methodes om aan inlichtingen te komen. Op dit moment wordt door Nederlanders ook ingezien dat als Indonesië onafhankelijk wordt, Nederland nog wel enigszins van de economische situatie kan profiteren. Wanneer van Roijen naar Indonesië gaat, praat hij informeel met Hatta en doet concessies, het klikt goed tussen deze twee en zo ontstaat het van Roijen-Roem akkoord. Hierdoor verminderen de spanningen tussen de beide partijen, dit wordt verder versterkt na het ontslag van Beel, die opgevolgd wordt door Lovink en doordat legergeneraal Spoor overlijdt en opgevolgd wordt duur Buurman Van Vreeden. Op 22 juni stemt Nederland in met het akkoord en verminderen de spanningen in Indonesië voor een groot gedeelte. Tijdens de rondetafel besprekingen komen verschillende vernieuwingen naar voren. Nederland en Indonesië worden twee soevereine staten, met alleen een samenwerkingsverband tussen beiden en zou Nederland (onder druk van Cochran) 2 miljard aan schulden kwijtschelden. Als de rondetafel besprekingen vast dreigen te lopen op de kwestie Nieuw Guinea, wat Nederland wil houden, wordt besloten dit over een jaar opnieuw te bespreken. Op 27 december 1949 vond de officiële soevereiniteitsoverdracht plaats, waarbij Koningin Juliana sprak van: '' Een van de meest aangrijpende en ingrijpende gebeurtenissen van deze tijd.' Waarbij Nederland en Indonesië 'nu naast elkaar zijn gaan staan, hoezeer ook geschonden en gescheurd, vol littekens van wrok en spijt.' Frankrijk was pas in 1954 haar macht in Zuidoost-Azië kwijt, toen het akkoord van Genève ondertekend werd. Frankrijk had het alleen 60.000 doden gekost en Nederland maar 2500. Na al de gebeurtenissen kwamen golven van vluchtelingen naar Nederland, vooral Molukkers, nadat de Molukken zich tot onafhankelijke staat uitriep, uiteindelijk worden alle staten bij Indonesië gevoegd. Nederland wil nog steeds Nieuw Guinea vasthouden, vooral door emoties, na al die tegenslagen willen ze toch nog één gebied kunnen houden. De argumenten die worden aangevoerd zijn dat het gebied moet dienen om vluchtelingen op te vangen. Doordat de onderhandelingen hierop vast blijven lopen, zegt Soekarno de Unie tussen Nederland en Indonesië op, waarmee hij de situatie eigenlijk terugbrengt tot die van 1945. Na een kleine confrontatie tussen de marines van beide landen, wat Soekarno's bekende '' laatste bevel'' werd genoemd, wordt het gebied verplicht overgedragen aan de VN en 1 mei 1963 wordt het aan Indonesië overgedragen. De echte onafhankelijk was eigenlijk pas in 1992 bereikt, toen Indonesië de Nederlandse ontwikkelingshulp niet meer nodig had.

Hoofdstuk 9: ''Een Geschiedenis van roeping en realiteit.''
De instorting van het koloniale rijk zou gekomen zijn door de driehoeksverhouding, de ontwikkelingen Nederland, de ontwikkelingen in de kolonie en de ontwikkelingen op internationaal gebied. De ineenstorting had ook te maken met de westerse scholing van enkele Indonesiërs, hierdoor werd het koloniale steeds zwakker en de Tweede Wereldoorlog diende als katalysator voor dit alles. Maar had Nederland echt haar kans op samenwerking verspeeld en was er echt sprake van een treurspel van gemiste kansen? In Nederland ging het anders dan op de Filippijnen van de VS, doordat het voor de Nederlanders allemaal te snel ging en de omstandigheden minder gunstig waren. Ook verloor Nederland zijn reputatie en prestige door de Tweede Wereldoorlog, zij werden door de bevolking altijd als de machtigste gezien, nu zij verslagen waren werd er heel anders tegen ze aangekeken. Een ander feit, de Indonesiërs hadden één charismatisch leider in de persoon van Soekarno, ook dit was niet in het voordeel van de Nederlanders. Ondertussen heeft Nederland in 1945 de republiek eigenlijk geholpen, er werd gezegd dat ze nog niet rijp was voor de democratie, in werkelijkheid was dit ook echt zo. Tijdens Linggadjati waren de twee partijen het dichtst bij elkaar en was een goede oplossing misschien mogelijk geweest, als de Nederlandse regering het akkoord niet aangekleed had. Omdat Indonesië niet meewerkte, werd tot twee keer toe een oorlog tegen het land begonnen, en vooral de tweede was een mission impossible, met vele doden en een verzwakte Nederlandse positie. Uiteindelijk werd na onderhandelingen onder de druk van de VS de soevereiniteit van de Verenigde Staten van Indonesië overgedragen. Alleen al door alle slachtoffers kan al gesproken worden van een treurspel van gemiste kansen, omdat de Nederlanders zich door de beste bedoelingen lieten leiden, hun roeping in Nederlands-Indië. Opvallend is ook de overeenkomst tussen de Nederlandse en Franse koloniale politiek en de Britse en Amerikaanse, welke veel vooruitstrevender was en meer door de ratio geleid. Uiteindelijk viel de schade door de verliezen van de kolonies wel mee. Het was geen terugtocht van het westen, het centrum van het westen werd alleen verschoven. Ook de uitspraak 'Indië verloren, rampspoed geboren', bleek niet terecht te zijn, tussen 1950 en 1970 was er juist sprake van een enorme economische bloei periode en in 1990 opnieuw. Ook konden de Nederlanders nog steeds in de voetsporen van Multatuli treden, niet door de Indonesiërs te helpen, maar zij zagen hun kans dit in de derde wereld landen te doen. Voor de Nederlanders is het afscheid van Indië inmiddels geschiedenis, op enkele nog levende veteranen na. Voor Indonesië is dit nog niet het geval, zij heeft geen democratische traditie, wat nog steeds doorwerkt in het dagelijkse leven daar. Net zoals het federale stelsel door de gebeurtenissen in het verleden nog steeds taboe is. Voor Indonesië werken de gevolgen van de koloniale staat dus nog steeds door.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.