51 een nieuw koninkrijk - 52 liberale revolutie 1848 - 53 gelijkheid voor iedereen

Beoordeling 6.4
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 2e klas havo/vwo | 2166 woorden
  • 19 mei 2010
  • 20 keer beoordeeld
Cijfer 6.4
20 keer beoordeeld

51 – Een nieuw koninkrijk
Wat vormden de Nederlandse gewesten boven de grote rivieren in de 16e eeuw?
Een onafhankelijke republiek

De Republiek was een statenbond, wat betekent dat?
Dat de gewesten alleen samen werkten als het écht nodig was.

Wat voor bestuur was er dus niet?
een Centraal bestuur

Wat maakte ons land een eenheidsstaat met een centrale regering en een parlement?
De grondwet


Waardoor ontstond er een sterke staat aan de noodgrens van Frankrijk in 1815?
Door dat in 1814 de overwinnaars van napoleon besloten dat België bij Nederland gevoegd
moest worden.

Wie werd de nieuwe vorst van dit Koninkrijk, en hoe heette dit koninkrijk?
Willem I werd de nieuwe vorst van dit Koninkrijk der Nederlanden

Waardoor werd de samenvoeging met België een mislukking?
Het boterde niet goed met Noord en Zuid.
●In de grondwet waren godsdienstvrijheid en gelijkheid van alle godsdiensten vastgelegd:
De machtige katholieke kerk in het zuiden was tegen de gelijkstelling.
●De Belgen waren ontevreden over de samenvoeging van de staatsschulden
●en over de verdeling van het aantal volksvertegenwoordigers.

Wat gebeurde er in 1839?

Ze maakten zich los van Nederland

Waardoor werd Nederland een constitutionele monarchie?
Omdat Willem I verklaarde zich aan de grondwet te houden

Waar bestond het parlement vanaf 1815 uit, en hoe werd dit samen genoemd?
-1e & 2e kamer, samen de Staten-Generaal

Wat konden de mensen van de 1e kamer doen?
Die konden wetsvoorstellen weigeren die al door de 2e kamer waren aangenomen.

Door wie werden de leden van de 1e kamer benoemd?
Door de koning, dit maakte de positie van de koning nog sterker

Door wie werden de leden van de 2e kamer benoemd?
Door de bestuurders van de provincies, de bevolking stond buitenspel
Het parlement kon ministers die hun werk niet goed deden, niet wegsturen en de
begrotingen lagen voor tien jaar vast.


52 – De liberale revolutie van 1848
Wat eisten vooruitstrevende burgers (liberalen)?
-Persvrijheid
-Vrijheid van vereniging en vergadering
-Economische vrijheid
-Dat het parlement meer invloed kreeg op het bestuur

Waar moest de regering volgens de liberalen zich meer mee bemoeien in plaats van
zich te bemoeien met de economie?
-Met de openbare orde en veiligheid

Hoe noemen we deze ideeën over bestuur en economie?
Liberalisme

Wat gebeurde er in 1844?
-Toen deden 9 Tweede Kamerleden onder leiding van Thorbecke een voorstel om de grondwet
te veranderen


Wat was het plan?
Om de macht van de koning te beperken en het bestuur aan de ministers en het parlement
over te laten.

Hoe dachten de andere Kamerleden over dit plan?
Ze dachten nog conservatief.
De conservatieven wilden het bestuur houden zoals het was.

En wat vond de nieuwe koning Willem II van dit voorstel?
Hij sprak: Dit voorstel nooit, al stond het schavot er naast.

Wat gebeurde er in 1848?
Toen brak in Parijs een revolutie uit die oversloeg naar ander Europese steden.

Wat eisten de opstandelingen?
Democratie, vrijheid & het vertrek van de koning

Waarom gaf Willem II de liberalen toen hun zin?

Omdat hij niet wilde dat de revolutie oversloeg naar Nederland.

Wat kreeg een commissie o.l.v. Thorbecke voor opdracht?
Een nieuwe grondwet maken.

Welke belangrijke punten stonden er o.a. in de grondwet?
●Een wet is pas goedgekeurd als ze door het parlement is goedgekeurd
●Ministeriële verantwoordelijkheid:
-Ministers moeten het parlement vragen goedkeuring voor hun plannen
-Het parlement mag ministers die ernstige fouten maken ontslaan
●De 2e kamer mag wetsvoorstellen van ministers veranderen, (recht van amendement).
De 2e kamer had sinds 1814 als recht om zelf een wetsvoorstel te doen(recht van initiatief).
●Alle uitgaven moeten ieder jaar goedgekeurd worden door het parlement
●Elke 4 jaar rechtstreekse verkiezingen voor de leden van de Tweede Kamer.

Alleen mannen die een bepaald bedrag aan belasting betaalden kregen stemrecht (census-
kiesrecht)

Met welke wet kregen burgers het recht om zelf scholen te stichten?
De vrijheid van onderwijs

Waaraan verloor de koning veel macht,en waardoor kwam dat?
Door de nieuwe grondwet verloor de koning veel mach aan het parlement en de ministers.

Wanneer wonnen de liberalen verkiezingen?
November 1848

Tot wanneer hielden zij een Kamermeerderheid?
Eind 19e eeuw

53 – Gelijkheid voor iedereen
Waar stemden de burgers die censuskiesrecht hadden vooral op?
Op de liberalen

Wat wilde het liberale bestuur?
Vrije concurrentie


Waar zou de overheid zich niet mee bemoeien?
Met werktijden, lonen, prijzen en huisvesting

Wie nam het op voor de arbeiders?
Het socialisme

Wat wilde het socialisme?
Een samenleving waarin iedereen echt gelijk was

Wat moest er gebeuren om dat te bereiken, en waarom?
Grond, fabrieken en machines moesten bezit van de staat worden, want de regering had volgens de socialisten de taak om de opbrengst van de productiemiddelen eerlijk te verdelen.

Wat zei een bekend socialist, Karl Marx?
Dat economische vrijheid alleen in het voordeel van de ondernemers werkte en
arbeiders juist armer maakten.

-De regering moest ingrijpen in de economie.

Waarom wilden de socialisten bij de verkiezingen in het parlement komen?
Hun Kamerleden konden dan zorgen dat er maatregelen kwamen om de slechte werk-
en leefomstandigheden van de arbeiders te verbeteren.

Wat eisten de socialisten?
-Kortere werkdagen
-Hogere lonen
-Verbod op kinderarbeid

Wat organiseerden ze om hier aandacht voor te vragen?
Stakingen & demonstraties

Waar ging het de socialisten vooral om?
Om de uitbreiding van het kiesrecht zodat ook de arbeiders konden stemmen

Wie was Domela Nieuwenhuis?
De leider van de Sociaal Democratische Bond.

Domela Nieuwenhuis zat in de 2e kamer, maar als enigste socialist bereikte hij daar
niks, wat wilde hij nu doen?

-Hij wilde met revolutionaire acties werken aan de verwezenlijking van de socialistische idealen.

Wat gebeurde er in 1894?
Er vormde zich een socialistische partij:
de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij. ( de SDAP)

Wie werd de leider van de SDAP?
P.J. Troelstra

Wat gebeurde er met de aanhang van de SDAP en het aantal Kamerzetels?
De aanhang en het aantal Kamerzetels groeide.

Wat gebeurde er in 1917?
Alle mannen kregen kiesrecht

Wat gebeurde er hierna?
Er kwamen 22 socialisten in de Tweede Kamer

Wanneer werd de eerste sociale wet gemaakt, en wat was die wet?
In 1874, een wet tegen kinderarbeid.

Wanneer werd een begin gemaakt met de sociale verzekering?
In 1901


Welke wetten werden er in 1919 ingevoerd?
- 45-urige werkweek
- 8-urige werkdag

Liberalen Socialisten
-Grondlegger liberalisme= Adam Smith -Grondlegger socialisten, boek das Kapital= Karl Marz
-1848 grondwet = J.R Thorbecke -1888 in SDB in kamer = F. Domela Nieuwenhuis
-1874 kinderwetten = Van Houten -1894 in SDAP in kamer= P.J Troelstra
-1917/19 alle mannen en vrouwen kiesrecht

______________________________________________________________________________

Voor - 1848 - Na

Koning kiest Parlement ( 1e + 2e kamer)
-Ministers Gewesten kiezen
-Leden 1e kamer -1e kamer

-Wetten
2e kamer
Gewesten kiezen -Rechtstreekse verkiezingen elke 4 jr.
2e kamer
Parlement
VOLK 0.0% INSPRAAK Ministers verantwoordelijk aan parlement
10 JARIGE BEGROTING VOLK 100% INVLOED
__________________________________________________________________________________________

1814 De overwinnaars van Napoleon besloten dat België bij Nederland werd gevoegd
1815 -Er ontstond een sterke staat aan de noodgrens van Frankrijk
-Het parlement bestond uit de 1e en 2e kamer (statengeneraal)
1839 De Belgen kwamen in opstand en maakten zich los van Nederland

1844 9 Tweede Kamerleden onderleiden van de liberaal Thorbecke deden een voorstel om de grondwet te veranderen.
1848 Er brak een revolutie in Parijs uit die oversloeg naar andere Europese steden
-Nieuwe grondwet Thorbecke
-De liberalen wonnen de verkiezingen in November
1874

____________________________________________
1888 -De 1e sociale wet in Nederland, de wet tegen kinderarbeid in fabrieken Van houten
__________________________________________
F. Domela Nieuwen huis in 2e kamer SDB
1894 De partij SDAP vormde zich. (Sociaal Democratische Partij) P.J Troelstra
1901 Er werd een begin gemaakt met de sociale verzekering
1917/19 Alle mannen en vrouwen boven 18 jr. kiesrecht

§5.4 & 5.5

Begrippen

Openbare scholen Neutrale scholen, opgericht door de overheid, die niet horen bij een bepaalde geloofsopvatting.

Bijzondere scholen Scholen die opgericht en bestuurd worden door burgers. Onderwijs op deze scholen wordt vanuit een bepaald (vaak godsdienstige) opvatting gegeven.
Schoolstrijd Politieke strijd in de negentiende eeuw over de financiële gelijkstelling van het bijzonder onderwijs aan het openbaar onderwijs, in 1917 beëindigd.
Confessionelen Politieke stroming die vindt dat het geloof richtlijnen geeft voor het besturen van een stad.
Verzuiling Verdeling van de samenleving in groepen met een eigen politieke of godsdienstige overtuiging. Iedere zuil heeft zijn eigen politieke partij, krant en verenigingen. De verzuiling ontstond in de negentiende eeuw. Er was een protestantse, een katholieke, een socialistische en een liberale zuil.
Feminisme Beweging die opkomt voor de rechten en de positie van vrouwen.
Emancipatie Streven naar gelijke rechten.
Algemeen kiesrecht Kiesrecht voor iedereen boven een bepaalde leeftijd, ongeacht bezit, opleiding en dergelijke. In Nederland in 1919 ingevoerd.
Eerste Feministische Golf De periode van 1870 tot 1920 waarin de vrouwenemancipatie in de eerste plaats gericht was op het verwerven van vrouwenkiesrecht.

Jaartallen
1870 het feminisme.
1878 nieuwe lageronderwijswet

1878 De antirevolutionaire partij o.l.v. A. Kuyper.
1888 De antirevolutionairen en de katholieken gingen samenwerken, waardoor ze een kleine kamer meerderheid kregen.
1894 De Vereniging voor Vrouwenkiesrecht (De VvVK).
1917 De overheid moest óók alle kosten voor bijzondere scholen betalen.
1917 Mannen kregen actief & passief kiesrecht
Vrouwen kregen passief kiesrecht.
1919 Vrouwen krijgen ook actief kiesrecht.
1922 Vrouwen konden voor het eerst naar de stembus.

§5.4
Samenvatting

Waarom was de nieuwe grondwet van 1848 een zegen voor de katholieken?
Zij waren sinds de Opstand als tweederangsburgers behandeld.
Tot 1795 konden katholieken geen banen in het bestuur en het leger krijgen.

Tot wat leidde de invoering van vrijheid in onderwijs?
Tot een nieuwe tegenstelling in de samenleving.

Katholiek en protestant stonden daarbij zij aan zij tegenover de liberalen.

Wat voor scholen wouden de katholieken en protestanten, en wat voor scholen wouden de liberalen?
Liberalen – Niet katholiek of protestant, maar gewoon neutraal. openbare scholen
Katholieken en protestanten- Scholen die aansloten bij hun godsdienst bijzondere scholen

Welke scholen betaalde de overheid niet?
De bijzondere scholen.

Waarom juist DIE scholen niet?
Er waren voldoende andere scholen waar kinderen (neutraal) onderwijs konden krijgen.

Wat eisten de katholieken en protestanten van de overheid?
Dat de overheid ook alle kosten voor de bijzondere scholen betaalde.

Wat werd er in 1878 aangenomen?
Een nieuwe Lager-Onderwijswet.

Wat hield dat in?
Dat school gebouwen, lesprogramma’s en de opleiding van onderwijzers aan bepaalde
eisen moesten voldoen.


Waarom barstte er in de samenleving en het parlement vervolgens een politieke strijd los?
De openbare scholen kregen subsidie voor al die eisen, maar de bijzondere scholen niet.

Hoe werd deze strijd genoemd, en hoelang duurde deze strijd?
De schoolstrijd, een halve eeuw.

Wat vonden de katholieken en protestanten van de gedachte dat de liberalen en socialisten dat politiek en kerkzaken gescheiden wilden houden?
Zij vonden dat de inbreng van de geloofsovertuiging op politieke besluiten onmisbaar was.

Hoe probeerden de confessionelen (de katholieken en protestanten) invloed uit te oefenen op het parlement?
Via politieke verenigingen.
De confessionelen richtten elk hun eigen politieke partij op.

Wat was de eerste politieke partij die de protestanten oprichtten, en wanneer en door wie werd die opgericht?
De Anti-Revolutionaire Partij in 1878 door A. Kuyper (de leider van de protestanten).


Onder leiding van wie gingen de katholieken zich organiseren?
H. Schaepman

Waardoor kregen de confessionelen in 1888 een kleine meerderheid in de tweede kamer?
Door dat de antirevolutionairen en de katholieken samen gingen werken.

Wat kregen de confessionelen voor elkaar?
Ze wisten een overheidsbijdrage voor de bijzondere scholen los te krijgen.

Wanneer besloot het parlement dat de overheid alle kosten voor bijzondere scholen moest
betalen?
1917

Wat ontstond er eind 19e eeuw?
Verzuiling

Wat betekent dat?
Dat in de samenleving aparte groepen (zuilen) ontstonden.

Waar kwam dat vooral door?
Geloofsovertuiging van mensen.

Tot wanneer duurde de verzuiling?

Tot ver in de 20e eeuw.

§5.5
Samenvatting


Waarom maakte de grondwet van 1848 Nederland nog geen democratie?
Meer dan de helft van de bevolking had helemaal geen kiesrecht, het grootste deel
daarvan bestond uit vrouwen.

Wat voor beweging groeide er rond 1870 in veel landen?
Een beweging die opkwam voor de rechten van vrouwen ; het feminisme.

Wat zagen feministes, en wat vonden ze niet eerlijk?
-Dat het mannenkiesrecht werd uitgebreid.
-Dat jongens meer van het onderwijs profiteerden.
-Dat vrouwen minder loon kregen dan mannen.
-Meisjes kwamen meestal niet verder dan de lagere school, er waren er maar weinig die
naar de middelbare school gingen.


Wat was de algemene opvatting voor vrouwen?
Dat vrouwen een verzorgende taak hadden, vrouwen hoorden voor het huishouden
en de kinderen te zorgen.

Waarom gingen vrouwen en meisjes uit arme gezinnen werken?
Omdat het loon van de man alleen niet genoeg was.

Wat voor werk deed de helft van de werkende vrouwen?
Dienstbode wezen bij rijke families.

Waarom deden vrouwen uit de midden en de hogere klasse geen betaald werk?
Dat was ‘beneden hun stand’.

Wat was een regel binnen het huwelijk voor de vrouw?
Dat de vrouw gehoorzaamde aan haar man.

Wat eisten feministes?
-Mannen en vrouwen gelijk loon.
-Gelijke kansen binnen het onderwijs.

Wat richtte een groep feministes in 1894 op?

De Vereniging voor Vrouwenkiesrecht (De VvVK)

Wat organiseerde De VvVK om de Tweede Kamer op de ongelijkheid te wijzen?
Demonstraties en bijeenkomsten.

Wat voor vrouwenverenigingen waren er ook nog?
Verenigingen die op alle gebieden gelijkheid wilden.

Hoe noem je dat?
Emancipatie.

Wie was Aletta Jacobs?
Één van de bekendste feministes.
Zij was de eerste vrouw die toegelaten werd tot de middelbare school en de unversiteit.

Wat wilde zij?
-Geboorte regeling vooral bij arme gezinnen.
-Vrouwenkiesrecht
Wat gebeurde er in 1917?
Alle mannen kregen;
-Actief kiesrecht (het recht om te kiezen)
-Passief kiesrecht (het recht om gekozen te worden.

Vrouwen kregen alleen passief kiesrecht.
Wanneer kregen vrouwen ook actief kiesrecht?

1919

Wat voor kiesrecht is er nu dus in Nederland?
Algemeen kiesrecht

Wanneer konden vrouwen voor het eerst naar de stembus?
In 1922

Hoe wordt de periode (1870-1920) genoemd waarin in vrouwen o.m. streden voor kiesrecht?
De Eerste Feministische Golf

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.