Overbevolking en de theorie van Malthus
Volgens Thomas Malthus, een 19de eeuwse Britse demograaf en econoom, is er een maximaal aantal inwoners dat de aarde kan ondersteunen qua voedselvoorziening. Het probleem stelt zich door het feit dat het aantal inwoners van de aarde exponentieel groeit (a x a² x a³ x ...) terwijl de voedselvoorraden lineair stijgen (a + a + a + ...). Dit zou dus betekenen dat het getal van de bevolking al snel groter wordt dan het getal van het voedsel en er dus te weinig voedsel voor een te groot aantal personen zou zijn. Het gevolg hiervan zou dus massahongersnood en verhongering zijn. Dit noemt men de theorie van Malthus.
Hoewel deze theorie uit 1798 is, blijkt de theorie actueler te zijn dan ooit. In de twee eeuwen die volgden op het verschijnen van zijn theorie, zijn meer hongersnoden dan ooit geweest op de aarde. Dit terwijl de bevolking exponentieel toeneemt en de voedselvoorziening lineair.
Malthus introduceerde dan ook de theorie van het Malthusiaanse plafond, stellende dat er dus wel degelijk een maximale omvang is die een bevolking kan bereiken in verhouding tot de beschikbare grond. Als de bevolking dit plafond overschrijdt, komt er een Malthusiaanse catastrofe; een hongersnood, een oorlog om voedsel, een dodelijke ziekte voorkomend in overbevolkte gebieden, ... die allen het doel hebben de mortaliteit weer omhoog te krikken en dus het bevolkingscijfer te doen dalen tot onder het Malthusiaanse plafond.
Echter, wat is er te doen tegen deze catastrofe? Malthus stelde ook dat deze natuurrampen de ‘mensenstapel’ echter niet in toom kunnen blijven houden, aangezien de exponentiële heropgroei van de getroffen woongebieden alweer snel het plafond zullen bereiken. Daarom zijn er dus volgensd hem wetten omtrent geboortebeperking nodig. Hij stelt dat al wie arm is en niet in staat degelijk voor zijn kinderen te zorgen, geen kinderen moet krijgen, en wie rijk genoeg is, dat wel moet doen. Hij stelt ook dat men slechts kinderen moet krijgen in functie van het in stand houden van het ras; betekende dat 2 personen 2 kinderen moeten krijgen en die dan weer 2 en zo voort en zo verder.
Echter, de vraag die je je dan stelt is natuurlijk: wat als één iemand slechts 1 kind krijgt, is het dan niet goed dat een ander er 3 krijgt? Het antwoord is neen, want je moet oordelen op de lange gevolgen. Als die persoon 3 kinderen krijgt, dus meer kinderen dan nodig om zijn ras in stand te houden, zullen die 3 kinderen, als ze zich aan de wet houden, weer 2 kinderen krijgen. Dit betekent dus dat één koppel over 2 generaties over 9 kinderen en kleinkinderen krijgt, terwijl de ander er dan zo’n 3 zou krijgen ( 1 kind, met daarop 2 kinderen). Als je dit berekent over 6 generaties, dan zou het ene koppel 128 nakomelingen zou hebben terwijl het ene koppel met 1 kind in het begin 63 nakomelingen zou hebben. Hier merk je dus op dat de verhouding tussen het ene geslacht en het andere niet in verhouding is; er is een onjuist evenwicht verschoven naar het geslacht dat 3 kinderen had, en op lange termijn zal zich dit slechts uitbreiden.
Als conclusie wil ik besluiten dat een Westers gezinsmodel 2 kinderen zou moeten krijgen, en een arm gezinsmodel uit de derde wereld véél minder, dit zou dus beslissen dat de overbevolking gedaan zou zijn.
REACTIES
1 seconde geleden