Making the Finish
Chapter 1
Language Awarness
Engels - Nederlands
Austere Streng, sober
Abundance (of) Overvloed (aan)
Current Huidige, tegenwoordige
To equip Uitrusten, mensen voorzien van
Commercial Advertentie, reclamesport
Dormitory Slaapzaal
Bursary (school)beurs
Principal Rector, schoolhoofd
To cope with Er mee kunnen omgaan
Convent Klooster
To air grievances Je hart luchten
To apply to Van toepassing zijn op
Cloak Mantel
Flashy Opzichtig, flitsend
Engels – Nederlands, Nederlands – Engels
To seek Op zoek zijn naar
To apply Zich inschrijven
Despite Ondanks
Tuition fee Lesgeld, collegegeld
Maintenance grant Toelage
Prospect Vooruitzicht
To deter Afschrikken
Figure Cijfer
Admission Toelating
Applicant Aanvrager
To release Uitbrengen
Survey Onderzoek
To claim Beweren
To afford Zich veroorloven
Speaking and Listening
Nederlands – Engels
Vak Subject
Aardrijkskunde Geography
Wiskunde Mathematics (maths)
Natuurkunde Physics
Scheikunde Chemistry
Biologie Biology
Economie Economics
Handelswetenschappen Commerce
Kunstzinnige vorming Art education
Godsdienst Religion
Maatschappijleer Social studies
Gymnastiek Physical education (PE)
Havo Secondary school, a five-year training for certain types of higher education
VWO College preparatory secondary school, six years
Waar kom jij vandaan? Where are you from?
Uit welk land kom je? What country are you from?
Hoelang en je hier al? How long have you been here?
Op wat voor school zit je? What sort of school do you attend?
Vind je het leuk om naar school te gaan? Do you enjoy going to school?
Welke vakken heb je? What subjects do you take?
Welk vak vind je het leukst? Wich subject to you like the best?
Wat vind je van.. What’s you opinion of..
Ik ben dol op.. I’m keen on/fond of..
Vind je.. leuker dan.. Do you like .. better/more than ..
Wat heb je liever, .. of .. Wich do you prefer, .. or ..
Ik heb liever.. I’d prefer .., I’d rather have ..
Grammar
Simple past, onvoltooid verleden tijd
1. - je gebruikt het wanneer er iets is begonnen en geeindigt
- zinnen met bepalingen: yesterday, two weeks ago, when I was a child, last week, in 1974 (jaartal uit het verleden)
We hebben haar gezien = We saw her yesterday
2. - regelmatige werkwoorden krijgen in de verleden tijd de uitgang (e)d (looked, hoped,
walked)
- onregelmatige werkwoorden hebben een eigen vorm
je maakt de zinnen vragend en ontkennend d.m.v ‘did+ inifinitief’ of pers. Vorm naar voren
3. - de verleden tijd heeft ook een –ing-vorm. Die gebruik je als iets op een bepaald
moment in het verleden aan de gang was. Bij when of while altijd -ing-vorm
-ing-vorm geef een kortdurende actie weer
Ik ontmoette je broer tijdens het winkelen = I met your brother while I was shopping
Spelling v/d o.v.t
1. Verleden tijd regelmatige werkwoorden:
- een stomme e verdwijnt voor de uitgang –ed (to advise- advised)
- medeklinker + y wordt ied (to worry – worried)
- een slotmedeklinker wordt verdubbeld na een enkele, beklemtoonde klinker
(to detér – derred)
2. Maar let op:
- to matter – mattered: de klemtoon is op de eerste lettergreep
- to reveal – revealed: geen verdubbeling na twee medeklinkers
- to elope – eloped: geen verdubbeling vóór een stomme e
- to lábel – labelled: een l verdubbelt ook na een enkele onbeklemtoonde klinker
Writing
Engels – Nederlands
1. Ik heb je brief vorige week ontvangen
I received your letter last week
2. Ik zat hard te studeren toen mijn moeder mij je brief gaf
I was studying hard when my mother gave me your letter
3. Mijn vader heeft onlangs een nieuwe baan gevonden
My father recently found a new job
4. Vorige maand is mijn broer getrouwd
Last month my brother got married
5. Twee weken geleden ben ik naar Londen geweest met mijn klas
Two weeks ago I went to Londen with my class
6. We zijn ook naar het Rock Circus geweest
We also went to the Rock Circus
7. Terwijl we daar rondliepen, heb ik een leuk meisje ontmoet
While we were walking round there, I met a nice girl
8. We hebben over school gepraat en over muziek
We talked about school and music
9. Later zijn we samen naar een pub gegaan
Later we went to a pub together
10. Ben jij vorig jaar naar Londen geweest?
Did you go to London last year?
Confusing Couples
Above/ over = boven
Over: betekend recht boven & meer dan & als het onderwerp naar boven moet kijken
Above: hoger dan & naar beneden kijken & figuurlijk
During = tijdens of gedurende
Since = sinds (vanaf) -> nog niet afgelopen
To lay = leggen, gevolgd door lijd vw
Lay- laid- laid
To lie = (gaan) liggen, niet gevolgd door lijd vw
Lie- lay- lain
Section do it yourself
To drift Zwerven/ meedrijvn
Incessant Onophoudelijk
Tormentor Kwel/plaaggeest
To pat Kloppen
To lecture Lesgeven
A drag Saai
Dumb Dom/ sloom
To make a judgement Oordelen
To snicker Grinniken
To gesture Gebaren
Skill Vaardigheid
To nod Knikken
To slouch Onderuithangen
Wisecrack Grappige opmerking
Posture Houding
To mumble Mompelen
To chuckle Gniffelen
To ignore Negeren
Spine Ruggengraat
Wise- guy Bijdehandje
Chapter 2
Language awareness
Engels - Nederlands
Emerge Opduiken, tevoorschijn komen
To haunt Achtervolgen, jagen
Serviceman Militair
To unearth Aan het ligt brengen, bloot leggen
Drifter Zwerver
Sibling Broer of zus
Timely Tijdig
To confide Toevertrouwen aan
To embark on Beginnen aan
Audience Publiek
Regret Spijt
Anguish Zielepijn
Distraught Wanhopig, radeloos
Attempt Poging
Purge Zuiveren, reinigen
Grief Verdriet
Solace Troost (vinden in)
To perform Optreden
To counsel Raadgever
Irrespective Ongeacht
Engels – Nederlands, Nederlands – Engels
Gifted = begaaft, talentvol
Composer = componist
Emerging = opkomend
to captivate = boeien
critic = criticus
stage = toneel
screen = filmdoek
divide = scheidslijn
display = demonstratie, vertoon
rarely = zelden
contemporary = (leef)tijdgenoot
ability = talent, gave
to acclaim = toejuichen, erkenning krijgen
to commission = opdragen
score = (film)muziek
to adapt = bewerken
novel = roman
currently = momenteel
rehearsal = repetitie
to perform = opvoeren, uitvoeren
Speaking and Listening
Nederlands – Engels
Bezienswaardigheden Sights
Waarderen To appreciate
Orkest Orchestra
Dirigent Conductor
Uitstekend Outstanding
Bekwaam (in) viool spelen Adept at playing the violin
Kans Opportunity
Rondleiden To show around
Gids Guide
Aanspreken To appeal to
Heb je belangstelling voor? Are you interested in?
Spreekt het jou niet aan ? Doesn´t it apeal to you?
Dat is helemaal niet voor mij That´s not my cup of tea
Dat is jammer That´s too bad
Dat is heel jammer That´s a real shame
Ik kijk er naar uit I´m looking forward to it
Grammar
De v.t.t. (present perfect tense)
1. De v.t.t. bestaat uit has en have, gevolgd door een voltooid deelwoord. Bij regelmatige werwoorden eindigt het voltooid deelwoord op –(e)d. Ongelmatige werkwoorden hebben een eigen vorm, zie 3e kolom. We hebben hard gewerkt - we have worked hard
2. We gebruiken de v.t.t. als iets in het verleden begonnen is en in het heden doorgaat
Ik woon hier nu al vijf jaar – I have lived here for five years now
3. We gebruiken de v.t.t. ook bij : yet, never, ever, before, already, for, since.
Hij heeft nog nooit gerookt – He has never smoked yet
4. Ten slotte gebruiken we de v.t.t als het om het resultaat van een handeling uit het verleden gaat.
We zijn naar Spanje geweest – We have been to Spain
(en daarom zijn we zo lekker bruin)
Writing
Nederlands – Engels
1. ik heb gisteren een interessant artikel gelezen
yesterday i read an interesting article
2. hoe lang woon jij al in Brisbane?
hoe low have you live in Brisbane now?
3. ik heb enkele T/shirts voor je besteld
I orderd some T-shirts for you
4. vorige week heft Shirley twee cd´s gekocht
last week Shirley bought two CDs
5. ze is al jaren fan van The Elementaries
she has been a fan of The Elementaries for years now
6. wanneer ben je naar dat concert geweest?
when did you go to that concert?
7. muziek van de jaren zeventig is altijd populair geweest
music of the seventies has always been populair
Maat Size
Bestellen To order
Uit het buitenland From abroad
Uitvoeren To carry out
Bij voorbaat In advance
Confusing Couples
Little/few betekend beide weinig
Little: enkelvoud, hoeveelheid is ontelbaar
Few: meervoud, aantal is telbaar
A little is een beetje
A few is een paar of enkele
When/if
When betekend als of wanneer, kan vervangen worden door op het tijdstip dat
If betekend als of indien en geeft een voorwaarde aan. Wordt vaak gevolgd door:
Will, would, might
Section do it yourself
Engels / Nederlands
Offensive Beledigend
Insensitive Ongevoelig
To imagine Indenken
To spark Veroorzaken
Row Ruzie
To uphold Handhaven
To permeate Doordringen
Lyrics Tekst
Distasteful Smakeloos
Defamation Kwaad sprekven van
Outrage Belediging
Donate Doneren, schenken
Preceeds Opbrengst
prevention voorkoming
REACTIES
1 seconde geleden