Hoofdstuk 4.1

Hoofdstuk 4, paragraaf 1, de start van een eigen bedrijf.

Een investeringsbegroting is een inschatting hoeveel geld iemand nodig heeft om een eigen bedrijf te starten.
Daarbij heb je een inventaris en een voorraad goederen, voorraad goederen is eigenlijk gewoon de voorraad van de goederen.
Je hebt ook een totaal vermogen nodig en dat is al het geld dat je uiteindelijk nodig hebt.

Ook heb je een resultatenbegroting nodig, die geeft een overzicht met de verwachte kosten en opbrengsten van het bedrijf, zo kan de bank inschatten of je de lening die je wilt wel terug kan betalen.
Je moet dan wel BTW betalen, dat is geld over de producten die je aan de belasting moet betalen.
De inkoopwaarde van de omzet is hoeveel je moest betalen om die winst te behalen, de inkoopwaarde van de spullen.
Het verschil tussen de omzet en de inkoopwaarde is de brutowinst, daar moeten de afschrijvingskosten nog vanaf, zoals de huur, rente, etc. Dat zijn ook de bedrijfskosten.
Als alle kosten van de brutowinst af zijn, hou je de nettowinst over.

Als de bank een lening heeft berekend, heb je misschien nog niet genoeg, je probeert dan aan het overige geld te komen, dat bij elkaar is het financieringsplan.
Wat je zelf investeert in het bedrijf is je eigen vermogen, het geleende geld is het vreemde vermogen.
Je eigen vermogen kan ook nog toenemen, bijvoorbeeld als je de leningen afbetaalt