Hoofdstuk 1 Inkomen
Deelvraag van hoofdstuk 1 = Hoe komen de verschillende inkomens tot stand?
· Looninkomen, winst en inkomen uit vermogen noemen we primair inkomen. Dat is inkomen dat verdiend wordt bij de productie.
· Looninkomen = inkomen dat werknemers verdienen in ruil van arbeid.
· Winst = het inkomen dat de eigenaren van bedrijven ontvangen. Een beloning voor ondernemersactivitiet.
· Inkomen uit vermogen = rente over spaargeld en huur die je ontvangt bij huizen. Een beloning voor het ter beschikking stellen van je kapitaal.
· Pacht = als je een stuk natuur ter beschikking stelt voor producenten.
· Overdrachtsinkomen = uitkeringen zoals AOW, WAO, WW en de bijstand. Deze behoort niet tot het primaire inkomen.
Productiefactor Beloning
Arbeid Loon
Kapitaal Rente, huur
Natuur Pacht
Ondernemerschap Winst
· Inkomen in natura en directe ruil = inkomen dat niet uit geld maar uit goederen bestaat.
· Het werk in de landbouw neemt af door mechanisering en door het gebruik van hulpstoffen. (mest en bestrijdingsmiddelen)
· Nominaal inkomen = je inkomen in guldens
· Reëel inkomen = je inkomen gemeten in goederen.
· De primaire inkomens van alle mensen in een land in een jaar bij elkaar opgeteld noemen we het nationaal inkomen. In officiële statistieken en in de krant kom je vaak de termen bruto nationaal product (BNP) of bruto binnenlands product (BBP) tegen.
· Indexcijfer van het nominale inkomen:
45/40 x 100 = 112,5
nieuw/oud x 100 = indexcijfer van het nominale inkomen.
· Indexcijfer van de prijzen:
3/2,50 x 100 =120
nieuw/oud x 100 = indexcijfer van de prijzen.
· Indexcijfer van het reëel inkomen:
112,5/120 x 100 = 93,75 (100-93,75=6,25% gedaald)
NIC/PIC x 100 = RIC
· CPI = (Centraal Bureau voor Statistiek) Consumentenprijsindex. Het prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie. Het centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is de gegevens verzamelaar.
· Budgetonderzoek= een onderzoek naar het bestedingsgedrag van gezinnen.
· Gewogen indexcijfer = wegingsfactor x indexcijfer / wegingsfactoren.
· Prijscompensatie = een loonsverhoging die voldoende is om de stijging van prijzen op te vangen zodat werknemers er in koopkracht er niet op achteruit gaan.
Hoofdstuk 2 Inkomensverdeling
Deelvraag van hoofdstuk 2 = Hoe is het totale inkomen van een land verdeeld?
· Er zijn verschillende redenen waarom de inkomens tussen beroepen verschillen.
1. de opleiding
2. de ervaringen
3. de inspanning
4. de verantwoordelijkheid
5. krapte op de arbeidsmarkt
6. status en macht
7. het aantal verrichte handelingen
8. het tarief
· CAO- Loon = dit loon wordt centraal vastgesteld en is dus niet afhankelijk van de inspanning die je als individu levert.
· Hoe hoog het inkomen uit vermogen is, hangt van 2 zaken af: de hoogte van het vermogen en het rendement van de belegging.
· Lorenzkromme of Lorenzcurve = een lijn van de inkomensverdeling over personen.
· Horizontale as = het cumulatieve aantal mensen met een inkomen in procenten van het totale aantal mensen.
· Verticale as = cumulatief hoeveel procent van het totale inkomen dat deze mensen verdienen.
· Als in een land alle inkomen precies gelijk verdeeld zijn dan loopt de Lorenzcurve over de 45-graden lijn. Hoe verder de curve van de 45-graden lijn ligt, hoe schever de inkomensverdeling.
Hoofdstuk 3 sociale zekerheid
Deelvraag van hoofdstuk 3 = Wie mag er gebruik maken van overdrachtsinkomens en waarom die wel en andere mensen niet?
· 1956 - Algemene Ouderdomswet (AOW)
· 1960 – Werkloosheidswet (WW)
Wet op arbeidsongeschiktheid (WAO)
Algemene Bijstandswet (ABW)
· Collectieve regelingen = verplicht voor iedereen die tot een bepaalde groep hoort.
· Particuliere verzekering = de prijs per geval kan verschillen, het is niet verplicht.
· Bij collectieve verzekeringen is het niet mogelijk iemand vanwege een hoger risico uit te sluiten of meer te laten betalen dan anderen. Er geldt bij een collectieve verzekering: hoe hoger het inkomen, hoe meer premie iemand betaald.
· Collectief = verplicht – solidariteit – niet uitsluitbaar – wettelijk geregeld
· Particulier = niet verplicht – risico – uitsluitbaar –niet wettelijk geregeld
· Stijging van de premies als gevolg van averechtse selectie is een maatschappelijke nadeel dat kan optreden bij particuliere verzekeringen.
· Mensen gaan zich vaak niet verantwoordelijk gedragen omdat ze het toch niet hoeven te betalen. Dit willen ze tegengaan door financiële prikkels.
· Sociale voorzieningen worden betaald uit de algemene middelen (de belastingspot) de meeste sociale verzekeringen worden betaald uit sociale premies.
Werknemersverzekeringen.
WW Werkloosheidswet Inkomensverlies als je werkloos bent (arbeidsverleden)
ZW Ziekte wet Zwangere vrouwen, werknemers van failliete bedrijven.
WAO Wet op de arbeidsongeschiktheid Als je arbeidsongeschikt bent, na een jaar gaat het in. Dan een keuring (arbeidsverleden)
ZFW Ziekenfondswet Niet ter vervanging van inkomen maar voor gezin, dokter, wel verplicht niet afhankelijk van risico.
WAZ Wet arbeidsongeschiktheid zelfstandigen Als je arbeidsongeschikt bent en een zelfstandige ondernemer bent.
Volksverzekeringen
AOW Algemene ouderdomswet Als je boven de 65 het je hier recht op. Wordt betaald uit premies van de mensen die nu werken.
ANW Algemene nabestaandenwet Zorgt voor een inkomen als de ouders of partner overlijdt. Vangt het inkomens verlies op
AKW Algemene kinderwet Vergoeden de kosten van kinderen
AWBZ Algemene wet bijzondere ziektekosten. Vergoeden de kosten van bijzondere ziektekosten.
Sociale voorzieningen
ABW Algemene bijstandswet Het sociaal minimum, geen inkomen hebt en voor geen enkele andere regeling van de sociale zekerheid in aanmerking komt. (werkloos en je WW uitkering stopt. Schoolverlaters en afgestudeerden.)
WAJONG Wet arbeidsongeschiktheid jongeren gehandicapten
· Bij volksverzekeringen en de sociale voorzieningen komt de solidariteitsgedachte sterk tot uiting: de werkenden zorgen via betaling van belasting en premies voor inkomen voor de mensen die buiten hun schuld niet kunnen werken.
Sociale zekerheid
Sociale verzekeringen (sociale voorzieningen)
Werknemersverzekeringen (volksverzekeringen)
Voor Hoge koste, inkomensverlies Hoge kosten, inkomensverlies Inkomensverlies
Betaald uit Premies Premies Belastingen
Hoogte uitkering % van het loon of afhankelijk van gemaakte kosten Sociaal minimum of afh. Van gemaakte kosten Sociaal minimum
Voorbeelden WAO, WW, ZFW, ZW AOW, ANW, Wajong, AKW, AWBZ ABW,Wajong
· Een mogelijke oplossing om koopkrachtverlies te vermijden is de uitkeringen te koppelen aan de hoogt van de prijsstijgingen (de inflatie). Bij zulke –geïndexeerde uitkeringe- spreken we van waardevaste uitkeringen.
· Een uitkering die gekoppeld is aan de stijging van de lonen noemen we een welvaartsvaste uitkering.
· Iedereen met een inkomen betaalt belastingen en sociale premies voor de volksverzekeringen. Premies voor de werknemersverzekeringen (WW, WAO en ZFW) worden alleen door de werknemers en werkgevers betaalt. Belastingen en sociale premies worden ook wel collectieve lasten genoemd.
· Belastingen zijn voor bijv wegen, onderwijs, maar ook voor het betalen van de bijstand. De sociale premies worden helemaal gebruikt om uitkeringen mee te betalen.
· Het verschil tussen de loonkosten en je netto loon zijn de belstingen en premies. Dit verschil tussen loonkosten en nettoloon wordt ook wel de wig genoemd.
· Loonkosten zijn je nettoloon, belastingen en premies voor de werknemer en premie voor de werkgever. Het bruto loon is alles behalve premie voor de werkgever. De wig is alles behalve nettoloon.
· Mensen met een hoger inkomen moeten meer belastingen en premies betalen. Niet alleen is het bedrag dat ze in guldens betalen hoger, ook het percentage van hun bruto inkomen dat ze moeten afdragen is hoger.
· Bij hogere loonkosten zullen werkgevers eerder afbeid vervangen door machines of hun productie naar lagelonenlanden verplaatsen.
· Zowel werkgevers als werknemers zullen via legale en soms ook illegale wegen proberen hun lasten te beperken. Werknemers zullen meer zwart gaan werken.
Als je zwart werkt ben je strafbaar. Als je je baan kwijt raakt krijg je geen WW. Je ontvangt ook geen WAO.
Beroep op sociale uitkering
benodigde belasting - en premiebedrag
loonkosten
internationale concurrentiepositie ¯
export ¯ en import
productie ¯
werkgelegenheid ¯
·
· Je kunt sociale zekerheidsuitgaven terugdringen door uitkeringen te verlangen, het aantal mensen dat er een beroep op doet te verminderen.
· Hoe meer werkende, hoe lager het bedrag aan de belasting en premieheffing per werkende.
· Anders dan bij ziekte zijn werkgevers verplicht verzekerd tegen arbeidsongeschiktheid (collectief dus)
· Om het aantrekkelijk te maken voor de werklozen om te gaan werken is dat de mesne daadwerkelijk aan de slag kunnen
· Om het aantrekkelijk te maken voor mensen met een uitkeren te laten werken is door het verschil tussen uitkering en loon groter moeten worden.
Hoofdstuk 4 De overheid
Deelvraag van hoofdstuk 4 = Welke soorten belastingen zijn er en wat zijn de overige kosten van de overheid?
· Directe belastingen zijn belastingen die je betaalt over inkomen en vermogen
· Indirecte belastingen zijn belastingen die zitten verborgen in prijzen van goederen en diensten. (belangrijkste: Belasting op de Toegevoegde Waarde, BTW)
· Heb je meer loonbelasting betaald dan je aan inkomstenbelasting zou moeten betalen, dan krijg je geld terug van de fiscus (belastingdienst)
· Vennootschapsbelasting is belasting die NV’s en BV’s betalen over hun winst. Vaak wordt er een deel van de winst van deze bedrijven uitgekeerd aan hun aandeelhouders. Zo’n winstuitkering heet dividend. Zij betalen over die winst ook weer (dividend)belasting.
· De overheid heft accijns met twee doelen voor ogen: de overheidsinkomsten vergroten en het gebruik van deze producten afremmen.
·
Loon en inkomsten belasting
Kansspelbelasting
Directe Vermogensbelasting
Vennootschapsbelasting
Dividendbelasting
Belastingen
BTW
indirecte Invoerrechten
Accijns
Milieuheffing
·
overdrachtsuitgaven
overheidsuitgaven overheidsinvestering
overheidsbestedingen personele overheidsconsumptie
overheidsconsumptie
materiële overheidsconsumptie
· We spreken van een tekort op de begroting wanneer de overheidsuitgaven groter zijn de overheidsinkomsten.
· Tekorten van de overheid = financieringstekort of begrotingstekort.
· Begrotingstekort = overheidsuitgaven – overheidsontvangsten
· Financieringstekort = begrotingstekort – aflossingen
· Financieringstekort = toename van de staatsschuld
· Staatsobligaties zijn schuldbewijzen van de overheid met een vast rente en een lange looptijd.
belastinginkomsten ¯
economische crisis financieringstekort
overheidsuitgaven
Hoofdstuk 5 Belastingheffing
Deelvraag van hoofdstuk 5 = Hoe worden de belastingen en premies volksverzekering door de overheid geheven?
· De overheid bepaalt het wettelijk minimumloon.
· De overheid verklaard CAO afspraken algemeen verbindend
· De overheid kan gebruik maken van een loonmaatregel.
· Het in verhouding kleiner maken van de inkomensverschillen heet nivelleren. Omgekeerd spreken we van denivelleren wanneer de inkomensverschillen in verhouding groter worden.
· Het Nederlands belastingstelsel weer nivellerend omdat de heffing van de loon en inkomstenbelasting progressief is. Met progressief wordt bedoeld dat iemand een hoger percentage belasting gaat betalen als zijn of haar inkomen stijgt.
· In sommige anders landen zijn de belastingsstelsels proportioneel. Dat wil zeggen dat iedereen hetzelfde percentage, of tarief, aan belasting betaalt over zijn inkomen.
· Het tegenovergestelde van progressief is een degressief stelsel. Dat betekend dat naarmate je inkomen stijgt je minder belasting hoeft te betalen.
· De loonheffing is een voorheffing op de inkomensheffing, en bestaat dus ook uit belastingen en premies volksverzekeringen. Druk je inkomensheffing uit als percentage van het inkomen dan spreekt men van belasting en premiedruk.
· Inkomstenbelasting ben je verschuldigd over alle vormen van primair inkomen. Niet allen iemand in een loondienst maar ook als je huur, rente, pacht of winst ontvangt ben je over dit inkomen belasting verschuldigd.
· De aftrekposten mag je van je bruto-inkomen aftrekken. Over dat deel van je inkomen hoef je geen belasting meer te betalen. Als je dat doet hou je het belastbaar inkomen over. Ook hiervan is nog een bedrag belastingvrij. Dit is de belastingvrije som. Het bedrag dat overblijft nadat je de belastingvrije som van het belastbaar inkomen hebt afgehaald is de belastbare som.
Bruto-inkomen
Aftrekposten -
Belastbaar inkomen
Belastingvrije som -
Belastbare som
· In Nederland is de netto-inkomensverdeling gelijker dan de bruto-inkomensverdeling. De inkomensverschillen worden in verhouding kleiner door de progressieve belastingheffing. De Lorenzcurve van de primaire inkomens heeft daarom een bollere buik dan de Lorenzcurve van de secundaire inkomens. De secundaire inkomens zijn de netto-inkomens, inclusief de overdrachtsinkomen
Hoofdstuk 6 Productie en inkomen
Deelvraag van hoofdstuk 6 = Hoe stellen bedrijven de balans en resultaten rekening op en hoe kun je het nationaal inkomen berekenen door de productie waarden van alle bedrijven op te tellen?
· De omzet kun je berekenen door het aantal verkochte producten (de afzet) te vermenigvuldigen met de gemiddelde verkoopprijs.
· De toegevoegde waarde is het verschil tussen de omzet en de waarde van de ingekochte grondstoffen en hulpstoffen.
· Omzet is de inkoopwaarde grond en hulpstoffen + productiewaarde en dat is de toegevoegde waarde.
· Inkomen is Productie waarde, dus de toegevoegde waarde. (loon, pacht/huur, rente en winst.)
· Voor ons is het belangrijk dat uit de administratie ook productiecijfers kunnen worden afgeleid. De belangrijkste onderdelen van een administratie zijn de balans en de resultatenrekening.
· De bezittingen of activa staan links op de balans. Rechts op de balans kun je lezen hoe de bezittingen zijn betaald; hier staat het vermogen of de passiva. Met andere woorden de rechterzijde van de balans geeft aan hoe men aan het geld komt en de linkzijde hoe dat geld is besteed. Een balans is dat altijd in evenwicht.
Activa Belans van onderneming x op 1 januari Passiva
Vaste Activa: Eigen vermogen:
Vlottende Activa: Lang vreemd vermogen:
Liquide Activa: Kort vreemd vermogen:
Totaal Totaal
· De bezittingen staan in een bepaalde volgorde op de balans vermeld. Bovenaan vind je de vast kapitaalgoederen of de vaste activa (grond gebouwen en machines). Het kenmerk van deze vast goederen is dat je ze meerder productieprocessen kunt gebruiken.
· Daarna staan de vlottende kapitaalgoederen of de vlottende activa. Dit zijn goederen die slechts één productieproces meegaan. (graan, meel. De vlottende activa van de meelfabriek zijn de voorraden en de vorderingen of afnemers, debiteuren genaamd.
· Onderaan staan de liquide middelen of liquide activa. Dit is het geld in de kas of op een lopende rekening bij een bank. Het zijn betaalmiddelen die direct kunnen worden uitgegeven.
· Ook bij de passiva is de volgorde niet willekeurig. Hoe langer het vermogen in het bedrijf blijft, des te hoger is de plaats op de balans.
· Daarna komt het vreemd vermogen, ook wel schulden genoemd. Over dit vermogen kan het bedrijf tijdelijk beschikken; het moet na kortere of langer tijd worden terugbetaald. De leningen die na 10 jaar worden terug betaald heten lang vreem vermogen. Als ze binnen een jaar zijn terug betaald heet het kort vreemd vermogen.
REACTIES
1 seconde geleden
P.
P.
veel spellingsfouten laatse tekstenblok
18 jaar geleden
AntwoordenI.
I.
heeeeeee lieffffffff
23 jaar geleden
AntwoordenN.
N.
ik denk dat ik heel veel aan je samenvatting heb. ik heb namelijk overmorgen een economie test.
Bedankt.
xxx Niek
23 jaar geleden
AntwoordenM.
M.
geweldig, BEDANKT....
ik heb morgen economie tentamen over al dat wat in je samenvatting staat......!!
ik zat vet in de stress.
DANKJEWEL
THANK YOU
DANKE
GRACIAS
JOEPIe YEAH
ik ben zo blij........ tralalalala
let niet op mij hoor
xxx mark gerdes
KDC Emmen
H5
23 jaar geleden
AntwoordenJ.
J.
wij zijn 3 jongens van 18 en 17, uit 5 havo en wij wilen jou bedanken voor je samenvatting economie
22 jaar geleden
AntwoordenA.
A.
hey meisiee!!!!
alles goed? met mij gaat het heel goed elhamdoeilah en dat komt door jou samenvatting.
ik begreep eerst helemaal nikss en ik heb over 2 weken tentamens maar nu ik dit heb gelezen ben ik er klaar voor hoor ik kan nu al mijn economie tentamen maken.
heel erg bedankt lieverd want dit noem ik pas een samanvating
dikke kus van Aziza
22 jaar geleden
AntwoordenP.
P.
bedankt voor de samenvating scheelt mij weer 6 uur typen.
laterz en voorla zo door gaan piet paulusma
22 jaar geleden
AntwoordenA.
A.
Je hebt de hoofdstukken door elkaar gegooid en in hoofdstuk 1 gaat het over hoofdstuk 2 niet echt logisch he!!!
22 jaar geleden
AntwoordenR.
R.
prachtige samenvatting
19 jaar geleden
AntwoordenW.
W.
beste mirjam,
Wij ontdekte tot onze grote spijt een spelfout onder het wigverhaal "belstingen" wij vernamen dat dit waarschijnlijk belastingen moet wezen.
We hopen op een snelle correctie, want wij waren toch wel van slag.
MvG Hlogb Hva
17 jaar geleden
Antwoorden