Hoofdstuk 7

Beoordeling 0
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 3e klas vwo | 605 woorden
  • 2 juli 2014
  • nog niet beoordeeld
Cijfer
nog niet beoordeeld

§1   Europese Unie = het economische samenwerkingsverband van 27 Europese landen. De eurolanden hebben de

euro als betaalmiddel, de overige landen voeren die op termijn in.

Invoer/import = het kopen van producten/diensten in het buitenland,(importeren)

Uitvoer/export = het verkopen van producten/diensten naar het buitenland,(exporteren)

Invoerrecht = een importbelasting die aan de grens moet worden betaald door diegene die het product invoert

Interne markt = het open zijn van grenzen van alle EU-landen voor elkaars producten en diensten, zonder invoerrechten of handelsbelemmeringen

Vrij verkeer van personen = je mag van het ene EU land naar het andere reizen zonder dat je daarvoor een vergunning (visum) nodig hebt.

CE markering  = conformité Européenne, Europese overeenkomst

Harmoniseren  = het gelijkmaken van regels & wetten van de verschillende landen

NL is een exportland

  • Snijbloemen
  • Bloembollen
  • Vlees
  • Groenten
  • Fruit

ECB  (Europese Centrale Bank) is:

  • Verantwoordelijk voor de uitgifte van de euro
  • Zorgt voor de omloop van euromunten en eurobriefjes
  • Stelt de rentetarieven vast

§2   Protectionisme = alle maatregelen om bedrijven uit het eigen land (of uit de EU) te beschermen tegen

concurrentie vanuit het buitenland (of van buiten de EU)

Internationale handel = het handel drijven met bedrijven in het buitenland. Dit kan over import  en over export gaan.

Europese Commissie = de regering van de EU, dit is in Brussel

Europees Parlement = het parlement van de EU

Maatregelen om bedrijven te beschermen tegen concurrentie van buiten de EU:

  • Heffen van invoerrechten aan de buitengrenzen van de EU
  • Beperken van de hoeveelheid producten die uit bepaalde landen mag worden ingevoerd à importbeperking
  • Het opstellen van heel veel regels voor producten van buiten de EU

Nederlandse bedrijven vestigen zich in het buitenland omdat:

  • De markt in NL is minder gunstig voor hun producten/diensten
  • De grondprijs in NL is erg hoog
  • Geen grond meer te vinden voor uitbreiding
  • De lonen in het andere land liggen lager, dus de productiekosten gaan dan omlaag
  • Er wonen heel veel nieuwe klanten in de andere landen

§3   Internationale arbeidsverdeling = ieder land produceert waar het goed in is, of wat goedkoop kan worden

gemaakt

Wereldhandelsorganisatie (WTO) = World Trade Organisation, de organisatie die de handelsregels in de hele wereld onderzoekt en bewaakt.

Handelsoorlog = een ruzie tussen (groepen) landen over de handel in bepaalde producten.

Fossiele brandstoffen = brandstoffen als olie,steenkool & gas, ze worden uit de bodem gehaald, ze raken een keer op

Alternatieve energie = energie die niet uit fossiele brandstoffen komt:

  • Zonne-energie m.b.v. zonnecellen
  • Verbranden van biomassa
  • Windenergie van windturbines
  • Hydro-elektrische energie uit waterkrachtcentrales
  • Foto-elektrochemische cellen die water splitsen in waterstof en zuurstof
  • Energie uit kernfusie of kernsplitsing
  • Alternatieve brandstoffen zoals; bio-ethanol, biodiesel

Producten kan je over de hele wereld kopen omdat:

  • Door massaproductie kunnen producten veel producten maken, meer dan voor hun eigen land, het aanbod is groot.
  • Door toename van de welvaart kunnen steeds meer mensen producten kopen, de vraag is groot
  • Door een goede infrastructuur kunnen producten over de hele wereld worden verspreid.

§4Ontwikkelingslanden = landen met de laagste gemiddelde inkomens, waar veel armoede is, een slechte

gezondheidszorg en weinig onderwijs

Ontwikkelingssamenwerking = rijke, westerse landen bieden hulp en geven geld om de economische/sociale structuur in ontwikkelingslanden te verbeteren, in overleg met de inwoners.

Wereldbank = verstrekt leningen tegen lage rentes aan ontwikkelingslanden om de economische ontwikkeling te stimuleren

Bilaterale hulp = ontwikkelingssamenwerking tussen 1 rijk land & 1 arm land

Millenniumdoelstellingen = in het jaar 2000 geformuleerde doelstellingen dor de 189 lidstaten van de VN. Deze streven o.a. naar armoedebestrijding, gezondheid, onderwijs voor allen.

Westerse wereld = West-Europa, VS, Canada, Australië, Nieuw-Zeeland, Japan

Welvaart kan je meten door:

  • gemiddelde inkomen te berekenen met hoofd v/d bevolking

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.