Cameravoering
Bij het gebruik van de camera zijn drie dingen van belang:
(a) Camera-afstand. Totaalschot, mediumshot, close-up (gezicht), extreme close-shot (alleen mond of oog).
(b) Camerabeweging. Bijvoorbeeld inzoomen en uitzoomen.
(c) Camerastandpunt. Vogelperspectief, (van bovenaf gezien. De personen lijken dan kleiner.) kikkerperspectief (van onderaf filmen. De personen lijken dan groter.) Neutraal perspectief ( De camerastand op ooghoogte).
Daarnaast heb je ook nog subjectief en objectief perspectief. Bij subjectief perspectief kijk je mee met één van de personages. Je ziet wat het personage ziet. Een meervoudig (subjectief) perspectief is een perspectief, waarbij je afwisselend meekijkt met verschillende personages, bijvoorbeeld de achtervolger en de achtervolgde.
Bij objectief perspectief lijkt het of de camera alleen maar registreert wat er gebeurt.
Welke mensen werken aan een film een filmproductie?
- De schrijver van het scenario.
- De producent brengt de film uit.
- De regisseur is de leider en vormgever van de film.
- De decorontwerpers en –makers en de kostuumontwerpers en –makers.
- De cameramensen en technici zorgen voor een optimale beeldregistratie.
- De acteurs en actrices en figuranten.
- De grimeurs, kappers en kleedsters.
- De componist zorgt voor de muzikale ondersteuning van het verhaal.
Filmgenres
1. De western.
2. Het melodrama: emoties sterk aangezet.
3. De screwball comedy: komisch, personen worden in enkele lijnen neergezet, veel tv-comedies zijn screwball comedies.
4. De film noir: Hoofdpersoon raakt buiten zijn schuld in de moeilijkheden. Hij is geen held, maar een onzeker mens, die niet precies weet hoe hij verder moet. Veel aandacht aan psychologie van de personages.
REACTIES
1 seconde geleden
B.
B.
hele maal moi
7 jaar geleden
AntwoordenJ.
J.
toppie
6 jaar geleden
Antwoorden