Zenuwstelsel
Bouw: centrale zenuwstelsel
Perifere zenuwstelsel
Centrale zenuwstelsel grote hersenen
Kleine hersenen
Ruggenmerg
Hersenstam
Grote hersenen lopen, denken, horen, spreken, zien
Kleine hersenen fijne motoriek, evenwicht
Hersenstam ademhalen, hartslag, reflexen
Ruggenmerg voortgeleiding impulsen, reflexen
Ruggenmerg
Hoe meer witte stof, hoe hoger het gedeelte ligt, want hoe hoger je in het lijf komt, hoe meer uitlopers, dus meer witte stof.
Bij de hersenen ligt de grijze stof bijten, en de witte binnen. Bij ruggenmerg is dit andersom.
Impulsgeleiding
Transporteiwit “pompt” negatievel lading naar binnen, en positieve lading naar buiten.
Zenuwen kan je op 3 manieren prikkelen: aanraken (mechanisch)
Toevoegen van chemische stof
Elektrisch
Synapsspleet: chemische stof tussen zenuwen. (neurotransmitter)
Hormonen
Eilandjes van langerhans: insuline: glucose uit bloed
Glucagon: glucose in bloed
Hypofyse GH, TSH, FSH, LH, prolactine
Schildklier thyrotine: groeien en ontwikkelen, stofwisseling
Bijnieren adrenaline
Testes testosteron
Ovaria oestrogeen, progesteron
REACTIES
1 seconde geleden