Waar heb jij je schoolspullen gekocht?

Doe mee aan het Back To School onderzoek over schoolspullen en maak kans op een Bol.com bon van 25 euro.

Voortplanting

Beoordeling 7.3
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas havo | 1670 woorden
  • 5 februari 2009
  • 10 keer beoordeeld
Cijfer 7.3
10 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
5 belangrijke vragen die je jezelf moet stellen als studiezoeker

Met keuze uit ruim 1.600 hbo- en wo-bachelors in Nederland is het best lastig om een studie te kiezen. Hoe begin je met zoeken, en hoe kom je dichterbij de studie die bij je past? Om je daarbij te helpen, hebben we vijf belangrijke vragen op een rijtje gezet die je jezelf moet stellen tijdens je studiezoektocht.

Naar de pagina
Teelballen: produceren zaadcellen en testosteron
Bijballen : opslag van de zaadcellen
Balzak : hierin liggen de zaadcellen en de bijballen
De temperatuur is ongeveer 2 graden lager dan in de buikholte.
Zaadleiders: vervoeren de zaadcellen
Zaadblaasjes: Produceren basisch vocht dat de zaadcellen activeert
Prostaat: produceert vocht met voedingsstoffen voor de zaadcellen
Urinebuis: vervoert urine en sperma

Sperma bestaat uit zaadcellen en vocht uit de zaadblaasjes en de prostaat.
Penis: brengt sperma in de vagina in.
Eikel: gevoelig voor seksuele prikkels
Voorhuid: Huidplooi om de eikel
Zwellichamen: bevatten holten die zich kunnen vullen met bloed, waardoor de penis is erectie komt.

Eierstokken: Produceren eicellen, oestrogenen en progesteron
Bij de geboorte zijn in de eierstokken alle cellen aanwezig die zich tot een eicel kunnen ontwikkelen
Eicellen ontwikkelen zich in follikels
Eileiders vervoeren de eicellen
Baarmoeder: Hierin vindt de ontwikkeling van het embryo plaats
De baarmoeder heeft een dikke gespierde wand, die met slijmvlies is bekleed.
Vagina: bij geslachtgemeenschap komt hierin het sperma terecht.

Bij menstruatie wordt een deel van het baarmoederslijmvlies hierdoor verwijderd
Bij de geboorte komt hierdoor het kind ter wereld.
Clitoris: gevoelig voor seksuele prikkels
Kleine schaamlippen: bevatten klieren die slijm produceren waardoor de toegang tot de vagina glad wordt.
Grote schaamlippen.

Geslachtshormonen: Stoffen die via het bloed de werking van de voortplantingsorganen regelen.
Hormonen worden door hormoonklieren aan het bloed afgegeven.

Primaire geslachtskenmerken zijn al bij de geboorte aanwezig.
Secundaire geslachtskenmerken ontstaat in de puberteit onder invloed van geslachtshormonen.

Aan het begin van de menstruatiecyclus: follikelrijping in de eierstokken. Dit gebeurt vanaf de puberteit tot aan de overgang.

De hypofyse produceert FSH en LH
Onder invloed van FSH worden follikels groter en ontstaan er holten in, gevuld met vocht.
Onder invloed van FSH en LH produceren cellen van de wand van de follikel oestrogenen. ( o.a. oestradiol en oestron)
Onder invloed van oestrogenen wordt het baarmoederslijmvlies dikker, en gaat het meer klieren bevatten.
Oestrogenen stimuleren de hypofyse tot de secretie van meer LH en remmen de secretie van FSH.

Halverwege de menstruatie: Ovulatie
Onder invloed van LH neemt een rijke follikel veel vocht op en barst open
Ovulatie: de rijpe eicel komt vrij
Vindt er binnen 12 uur geen bevruchting plaats, dan gaat de eicel dood, en worden de resten geresorbeerd
Onder invloed van LH ontstaat het gele lichaam uit het in de eierstok achtergebleven follikelweefsel
Na de ovulatie
Onder invloed van LH blijft het gele lichaam in stand en produceert het oestrogenen en progesteron
Onder invloed van progesteron wordt het baarmoederslijmvlies nog dikker en gaat het voedingsstoffen voor het embryo afgescheiden

Onder invloed van progesteron wordt de secretie van FSH en LH door de hypofyse geremd
Aan het eind van de menstruatiecyclus
Het gele lichaam begint af te sterven waardoor de secretie van progesteron daalt.
Hierdoor treed er menstruatie op. Een deel van het baarmoederslijmvlies wordt afgestoten.
De menstruatiecyclus begint opnieuw.

Geslachtsgemeenschap in de periode van 3 dagen voor en een halve dag na de ovulatie kan leiden tot bevruchting.
Een onbevruchte eicel blijft maar 12 uur in leven
Een zaadcel kan 3 dagen in leven blijven.
Bevruchting: De kern van de eicel versmelt met de kern van de zaadcel.
Als de kop van een zaadcel is binnengedrongen, ontstaat om de eicel een bevruchtingsmembraan. Dit is ondoordringbaar voor andere zaadcellen. Bevruchting door meerdere zaadcellen tegelijk levert geen bevruchting op!!
Bevruchting vindt plaats in de eileider.

Uit de bevruchte eicel ontstaat een klompje cellen
Het klompje cellen zet zich vast in het baarmoederslijmvlies. ( 5 tot 7 dagen na de ovulatie)
Zwangerschap: het gele lichaam blijft ongeveer drie maanden in stand, en blijft progesteron produceren.
Onder invloed van progesteron blijft het baarmoederslijmvlies dik en klierrijk. Er is geen menstruatie.
Onder invloed van progesteron wordt de secretie van FSH en LH door de hypofyse geremd. Er rijpen geen nieuwe follikels in de eierstokken en er vindt geen ovulatie plaats.
Na drie maanden neemt de placenta de functie van het gele lichaam over. De placenta produceert onder andere oestrogenen en progesteron.

Gonorroe (druiper)
Ziekteverschijnselen: er komt slijm en etter uit de penis of vagina, en het urineren is pijnlijk.
Besmettingswijze: door bacteriën via intiem lichamelijk contact met de besmette persoon.
Genezingsmogelijkheden: door een tijdige behandeling met penicilline


Syfilis
Ziekteverschijnselen: aanvankelijk een zweertje aan de geslachtorganen, mond, tong of anus. Een later stadium verlammingen en geestelijke achteruitgang.
Besmettingswijze: door bacteriën via intiem lichamelijk contact met de besmette persoon.
Genezingsmogelijkheden: Door een tijdige behandeling met penicilline.

Chlamydia
Ziekteverschijnselen: Vaak afwezig, soms een waterige afscheiding uit urinebuis of vagina, bloedverlies uit vagina.
Besmettingswijze: door bacteriën via intiem lichamelijk contact met de besmette persoon.
Genezingsmogelijkheden: door behandeling met penicilline.

AIDS: een aantasting van het afweersysteem tegen ziekteverwekkers
Ziekteverschijnselen: geen specifieke

Besmettingswijze: Door het AIDS-virus via het binnenkrijgen van bloed, sperma, vaginavocht, voorvocht of moedermelk van een besmette persoon. (vooral bij geslachtsgemeenschap, of door drugsgebruikers die dezelfde naald gebruiken.
Genezingsmogelijkheden: Geen.

Periodieke onthouding met temperatuurmeting: Geen geslachtsgemeenschap in de vruchtbare periode rond de ovulatie.
Iedere morgen neemt de vrouw op hetzelfde tijdstip (voor het opstaan) haar lichaamstemperatuur op. Als de lichaamstemperatuur gemiddeld 0,3 C hoger wordt, heeft de ovulatie plaats gevonden.
Zeer onbetrouwbaar omdat de lichaamstemperatuur ook hoger kan worden door infectie.

Coitus interruptus ( voor het zingen de kerk uit gaan) De man trekt zijn penis vlak voor de zaadlozing uit de vagina uit.
Erg onbetrouwbaar, omdat in het voorvocht ook spermacellen kunnen voorkomen

De pil, bevat hormonen waardoor de ovulatie niet meer optreedt. De slijmprok in de baarmoederhals ondoordringbaar wordt voor zaadcellen, en geen innesteling kan optreden.
Zeer betrouwbaar.


Condoom, een hoesje van rubber dat om de penis wordt geschoven. ( een vrouwencondoom wordt in de vagina aangebracht)
Een condoom biedt bescherming tegen het overbrengen van ziekteverwekkers ( o.a. het AIDS-virus)
Betrouwbaar

Pessarium, een rubber koepeltje dekt de baarmoedermond af.
Een pessarium moet minstens 8 uur na geslachtsgemeenschap op zijn plaats blijven zitten.
Alleen betrouwbaar als het is ingesmeerd met een zaaddodend middel.

Zaaddodende middelen, (schuimtabletten, spuitbussen en pasta’s ) Doden het zaad.
Onbetrouwbaar, maar verhogen wel de betrouwbaarheid van condoom of pessarium.

Spiraaltje of ankertje, wordt in de baarmoeder aangebracht en kan gedurende een jaar of vijf zwangerschap verhinderen
Spiraaltjes met koperdraad zijn betrouwbaar

Spiraaltjes die langzaam hormonen afgeven zijn zeer betrouwbaar.

Sterilisatie, de man of vrouw wordt onvruchtbaar gemaakt doordat de zaadleiders of eileiders worden doorgeknipt.
Na sterilisatie gaan alle seksuele functies normaal door
Een sterilisatie is somt niet meer ongedaan te maken
Zeer betrouwbaar.

De ontwikkeling van een embryo.
In de eileider ontwikkelt de zygote zicht tot een klompje cellen.
De zygote ondergaat klievingsdelingen (delingen zonder groei)
Hierdoor ontstaan een klompje gevuld met vocht.
Het klompje cellen is even groot als de zygote.
Innesteling
Het klompje cellen (met embryonaalknop) komt 5 tot 7 dagen na de ovulatie in de baarmoeder aan.
Rond het klompje cellen ontstaan in het baarmoederslijmvlies holten, waar het bloed van de moeder doorheen stroomt
De buitenste cellaag van het klompje cellen vormt het buitenste vruchtvlies. Via uitstulpingen (vlokken) hiervan in de holten van het baarmoederslijmvlies neemt het embryo zuurstof en voedingsstoffen op.

Uit de embryonaalknop ontstaat het embryo, het hechtsteel en het binnenste vruchtvlies.
De hechtsteel ontwikkelt zich tot navelstreng
Het binnenste vruchtvlies geeft aan de binnenkant vruchtwater af. Het binnenste vruchtvlies komt tegen het buitenste vruchtvlies aan te liggen.
Het vruchtwater beschermt het embryo tegen schokken en uitdroging.
De eerste twee maanden van de zwangerschap worden in het embryo alle organen in aanleg gevormd
Vanaf de derde maand wordt het embryo foetus genoemd.

Bouw en functie van de navelstreng en placenta:
Navelstrengslagaders: Van de foetus naar de placenta: hierdoor stroomt het bloed dat het rijk is aan koolstofdioxide en andere afvalstoffen.
Navelstrengader: van de placenta naar de foetus: hierdoor stroomt het bloed dat rijk is aan zuurstof en voedingsstoffen
In de placenta blijft het bloed van de moeder gescheiden van het bloed van embryo.

In de vlokken van het buitenste vruchtvlies bevinden zich de bloedvaten van het embryo.
Om de vlokken heen bevinden zich bloedruimten in het baarmoederslijmvlies. Door deze bloedruimten stroomt het bloed van de moeder.
In de placenta vindt uitwisseling van stoffen plaats door diffusie en actief transport.
Zuurstof en voedingsstoffen ( o.a. glucose) gaan van het moederbloed naar het bloed van het embryo.
Koolstofdioxide en andere voedingsstoffen gaan van het bloed van het embryo naar het moederbloed.
Ook ziekteverwekkers, sommige geneesmiddelen, alcohol, nicotine en drugs kunnen door de vliezen in een placenta heen.

Hoe ontstaan tweelingen en voorbeelden van verstoorde embryonale ontwikkeling.
Eeneiige tweeling: het klompje cellen dat uit de zygote ontstaat splitst zich in tweeën.
Bij de bevruchting zijn 1 eicel en 1 zaadcel betrokken.

Twee-eiige tweeling: Bij de ovulatie komen twee eicellen vrij.
Bij de bevruchting zijn twee eicellen en twee zaadcellen betrokken.
De leden hoeven niet perse van hetzelfde geslacht te zijn, en niet perse gelijkend.

Miskraam of spontane abortus: het embryo of de foetus wordt samen met een deel van het moederslijmvlies afgestoten.
Mogelijke oorzaken: o.a. onvoldoende progesteronproductie of een erfelijke afwijking waardoor het embryo niet levensvatbaar is.

Buitenbaarmoederlijk zwangerschap: Innesteling vindt plaats in een eileider, in de buikholte of een eierstok.
Oorzaken: meestal een vernauwing van een eileider, bijv door ontsteking
Gevolgen: vaak ernstige inwendige bloedingen. Het ingenestelde embryo wordt daarom operatief verwijderd.

Bepaalde ziekteverwekkers of medicijnen kunnen afwijkingen bij het embryo veroorzaken.
Het rodehondvirus kan bij het embryo doofheid en blindheid veroorzaken

Het medicijn DES heeft bij embryo’s een verstoorde ontwikkeling van de geslachtsorganen veroorzaakt.

Verminderde vruchtbaarheid
Bij mannen neemt zowel de hoeveelheid als de kwaliteit van het sperma af. Mogelijke oorzaken: strakke broeken en een zittende levenswijze
Bij vrouwen neemt de vruchtbaarheid af, doordat ze op steeds latere leeftijd hun eerste kind willen
Bepaalde stoffen in het milieu verminderen de vruchtbaarheid, doordat ze hormoonverstorend werken.
De voeding en gezondheidstoestand kunnen van invloed zijn op de vruchtbaarheid.

Kunstmatige inseminatie: Bij een vrouw wordt sperma ingebracht van een andere (onbekende) man. Dit sperma is verkrijgbaar via een spermabank.
In-vitrofertilisatie (IVF) Kan zwangerschap veroorzaken als de vrouw onvruchtbaar is, bijvoorbeeld door verstopping van de eileiders.
Van de vrouw worden operatief rijpe eicellen weggehaald, in een voedingsmedium vinden bevruchting en eerste ontwikkeling plaats.

De grootste kans op een succesvolle zwangerschap wordt bereikt door twee klompjes cellen in de baarmoeder in te brengen. (implanteren)
Als slechts een klompje cellen beschikbaar is, wordt hieruit soms een eeneiige tweeling of meerling gemaakt. (klonen)
Preimplantatiediagnostiek: voor de implantatie wordt aan de hand van een weggenomen cel bekeken, of het embryo bepaalde ernstige, onbehandelbare erfelijke aandoeningen bezit.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.