Thema Vertering

Beoordeling 7.7
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 6e klas vwo | 1106 woorden
  • 11 december 2012
  • 9 keer beoordeeld
Cijfer 7.7
9 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode
ADVERTENTIE
Ontdek de veelzijdigheid van Scheikunde!

In de bachelor Scheikunde in Amsterdam bestudeer je alle richtingen van de chemie om bestaande processen, producten en materialen te verbeteren en nieuwe te ontwerpen. Van moleculen tot duurzaamheid, jij maakt het verschil! Ervaar zelf hoe het is om in Amsterdam Scheikunde te studeren en kom op 10 april Proefstuderen!

Lees meer en kom Proefstuderen!
basisstof 1; Voedingsmiddelen en voedingsstoffen

Voedingsmiddelen -> voedingsstoffen (Bouwstoffen en brandstoffen)  -> voedingsvezels (ballaststoffen, belangrijk voor darmperistaltiek)

Eiwitten

(proteïnen)
Eiwitten zijn polymeren van aminozuren.  (20 verschillende vormen, 12 die het lichaam kan vormen, en 8 die slecht/niet door het lichaam kunnen worden gevormd.)

Eiwitten worden gesplitst in aminozuren die op worden genomen in het bloed om ze vervolgens weer te koppelen in een bepaalde volgorde (Eiwitsynthese)

Essentiële aminozuren moeten in het voedsel voorkomen niet-essentiële aminozuren hoeven niet in het voedsel te zitten. Door transaminering kunnen niet-essentiële aminozuren uit essentiële aminozuren worden gevormd.

Eiwitten dienen als bouwstoffen voor cytoplasma, kernplasma, tussencelstof en chromosomen en DNA-moleculen

Eiwitten versnellen chemische reacties (enzymen)
Eiwitten regelen processen (hormonen)

Ook kunnen ze als transporteiwitten functioneren.

Aminozuren die niet bij een synthese horen -> omgezet ammoniak (NH3) -> omgezet in ureum -> uitgescheiden in urine.

Koolhydraten

Monosachariden (glucose, fructose, desoxyribose, ribose)
Disachariden  (sacharose en lactose)
Polysachariden (zetmeel glycogeen)

Dit zijn brandstoffen. 1 gram geeft 17 kJ
Teveel word opgeslagen in glycogeen in de lever en spieren of in vetten onder de huid of rondom organen.

Het zijn ook bouwstoffen voor DNA desoxyribose en ribose en celmembranen.

Lipiden
Vetten en Olien.
-> triglyceriden (bevatten veel meervoudig onverzadigde vetzuren)
Cholesterol komt er ook in voor; stof die in je bloed voor komt.
-> Teveel hier van kan worden afgezet tegen de wand van je bloedvaten en slippen zo dicht.
-> Meervoudige onverzadigde vetzuren zorgen voor verlaging van cholesterol
-> verzadigde vetzuren zorgen voor verhogen van cholesterol

Onverzadigde vetzuren = essentiële vetzuren.
Brandstof: 1 gram = 38 kJ teveel; opgeslagen onder de huid of rondom organen. (warmte-isolerend)
Bouwstoffen: fosfolipiden zijn voor membranen.

Water
60% uit water = belangrijke bouwstof dus.

Oplosmiddel voor stoffen en transportmiddel, regeling van lichaamstemperatuur.

Mineralen

(zouten)
Bouwstoffen; vooral zout, calcium en kalium. Spoorelementen heb je maar in geringe hoeveelheden nodig . Zoals fluor, jood, ijzer en zink.

Vitamines
Vitaminen kunnen niet in je lichaam worden gevormd. De gene die dat wel kunnen worden gevormd uit provitamines; die uit de voeding komen.
-> anders gebrekziekten (ook als teveel vitamine)

Belangrijkste vitaminen; A B C D en K
B en C zijn oplosbaar in water, A D en K zijn oplosbaar in vet

Basisstof 3 Gezonde voeding

Adviezen voor gezonde voeding:
Schijf van vijf; hoeveelheid (hangt allemaal af van geslacht, leeftijd, lichaamsgewicht en lichamelijke inspanning)
Teveel eten: vet opgeslagen in onderhuid bindweefsel/rondom organen
-> suikerziekte van type 2

Conserveren van voedsel:
Conserveren; omstandigheden voor micro-organismen ongunstig gemaakt.
Bederven gebeurd vaak door salmonellabacteriën.

-> voedselvergiftiging. 

-> voedselinfectie; natuurlijk evenwicht in darmwand word geprikkeld of aangetast.

Additieven (toegevoegde stoffen)
Conserveermiddelen: zuur suiker of zout. (natuurlijke conserveermiddelen)
Onnatuurlijke conserveermiddelen: sulfiet, antioxidanten of emulgatoren. Vaak worden er kleur- geur- en smaakstoffen toegevoegd om het aantrekkelijker te maken.

Ongewilde toevoegingen:
Residuen (van pesticiden)
Zware metalen (cadmium kwik lood en zink)
pcb's antibiotica of hormonen.

Basisstof 4 en 5 Het verteringsstelsel van de mens & Verteringssappen
Mond

Speeksel:

Amylase en Mucine (slijm)

Slijm: voedsel glad

-> slikreflex, huig sluit neusholte af,

strotklepje sluit luchtpijp af

-> Amylase zet zetmeel om in maltose

pH; 6 - 7,5

Amylase word onwerkzaam in de maag omdat de pH daalt

Slokdarm

Wordt wel verteerd; amylase uit de mond is werkzaam

peristaltische beweging richting de maag

Maag

Productie maagsap word geregeld door gastrine

Pepsinogeen (inactief pro-enzym) -> zoutzuur -> pepsine

Pepsine splitst eiwitten in lange polypeptiden

pH; 2,5

Maagportier
(openen/sluiten)

pH-afhankelijk

1. door zure voedselbrij uit de maag word de

pH in twaalfvingerige darm laag

-> de maagportier trekt zich samen

2. zure voedselbrij zet cellen aan tot maken

van:

secretine; stimuleerd productie van gal en

natriumwaterstofcarbonaat, dit neutraliseerd dus word de pH 8 a 9

3. De maagportier ontspant en laat weer voedselbrij binnen
Twaalvingerige darm

Trypsinogeen - entrokinase - trypsine

-> lange polypeptiden naar korte polypeptiden

Peptidasen

-> korte polypetiden in di/tripeptiden en aminozuren

Amylase

-> zetmeel tot maltose

Lipase

Triglyceriden -> glycerolmolecuelen, vetzuurmoleculen en monolgyceriden

DNA/RNA-ase:

DNA/RNA -> nucleotiden

pH; 8,5

-> vetzuren daalt de pH -> 7

Cholecystokinine:

- galblaas -> gal

- Alvleesklier -> enzymen

-> trypsinogeen

-> peptidasen

-> amylase

-> lipase

-> DNA/RNA-ase
Dunne darm

Maltase -> maltose in 2 glucosemoleculen

Sacharase -> sacharose

Lactase -> lactose

Peptidasen -> aminozuren

pH; 7

Alles verteerd.

Dikke darm

zie; Resorptie

Basisstof 6; De werking van verteringsenzymen

Vertering van koolhydraten
Van zetmeel tot maltose: binding tussen een C-atoom en O-atoom hydrolytisch verbroken.

-> word in 2en gesplitst; 1 brokstuk bestaat weer uit twee C6-groepen; Maltose. etc.

Vertering van eiwitten
Eiwit = -COOH (carboxylgroep) met polypetidebinding aan aminogroep (-NH2)

Bij vertering word de binding tussen C-atoom en N-atoom hydrolytisch verbroken.

Vertering van Lipiden (vetten)
ook bij vetten worden er tussen een C-atoom en O-atoom hydrolitisch verbroken.

-> onder in vloed van lipase.

Basisstof 7; Resorptie

Van groot naar klein:

Dunne darm -> darmplooi -> darmvlokken (villi) ->

darmepitheel -> microvilli -> hierdoor groot oppervlakte dus opname is erg groot.

Resorptie; opnamen van water voedingsstoffen en verteringsproducten
Darmepitheel neemt stoffen op tegen concentratieverval in (actief dus!)

-> concentratie in de epitheel hoger dan in darmholte

Darmepitheel selecteert welke moleculen er worden opgenomen (actief dus!)

Monosachariden, aminozuren en zouten -> transportenzymen  (wipwap enzym (: )

-> kracht achter de transportenzymen is de natrium-kaliumpomp

-> pompt Na+-ionen vanuit de cel de extracellulaire ruimte in (energie word geleverd door ATP)

Water word door porie-eiwitten vervoerd (osmose)

-> in water oplosbare vitamines gaan ook mee

Monoglyceriden, glycerol, vetzuren en in vet oplosbare vitaminen diffunderen ook door het celmembraan van darmepitheelcellen (passief! Kost geen energie)

Darmvlokken hebben haarvaten en lymfevaten

-> monosachariden, aminozuren, mineralen vitamines worden opgenomen in het bloed (ook water)

-> de haarvaten komen bij elkaar in de poortader -> stroomt naar de lever

van glycerol en monoglyceriden en vetzuren worden alleen vetzuren met korte ketens opgenomen in het bloed.

-> andere stoffen worden weer triglyceriden gevormd.

-> hieruit weer kleine vetdrppeltjes

-> door exocytose worden de vetdruppels afgegeven aan de intercellulaire

ruimte

-> worden opgenomen in de lymfe in de lymfevaten.

-> komt samen in een groot lymfevat, de borstbuis.

De onverteerde resten komen in de dikkedarm terecht;
Water word hier opgenomen, ook mineralen.
Er leven bacterien; zoals callulase (plantaardig voedsel verteerd -> glucose ontstaat)

-> bacterien leveren ook vitamines, zoals vitamine K.

Onverteerde resten komen in de endeldarm opgeslagen. (hier worden overige stoffen geresorbeerd)

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.