Basisstof 1:
Geslachtskenmerken zijn kenmerken waaraan je het geslacht kunt herkennen(man of vrouw).
Primaire geslachtskenmerken zijn de kenmerken van het geslacht waaraan je het geboren kind kunt herkennen.
- bij jongens zijn dat: penis en balzak.
- bij meisjes zijn dat: schaamlippen en de vagina.
Secundaire geslachtskenmerken:
Bij jongens: borsthaar, baardgroei, zwaardere stem en gespierde lichaamsbouw.
Bij meisjes: borsten, brede heupen, en ronde lichaamsvormen.
Lichamelijke en geestelijke veranderingen in de puberteit:
Lichamelijke veranderingen:
- groeispurt.
- Secundaire geslachtskenmerken.
- Voortplantingsorganen beginnen te werken.
Geestelijke veranderingen:
- Meer belangstelling voor andere mensen.
- Verliefd worden op iemand.
- Seks begint belangrijk te worden.
Sociale veranderingen:
- zelfstandig opstellen.
- Graag deel uitmaken van een groepje.
- Soms van die gevoelens zoals: eenzaamheid en onzekerheid.
Basisstof 2:
Balzak: een huidplooi waarin zich de teelballen en de bijballen zich bevinden.
teelballen - vormen van zaadcellen.
bijballen - tijdelijk opslaan van zaadcellen.
zaadleiders - vervoeren van zaadcellen.
Zaadblaasjes - toevoegen van vocht waardoor de zaadcellen beter gaan bewegen.
Prostaat - toevoegen van vocht met voedingstoffen voor de zaadcellen.
Urinebuis - vervoeren van urine en sperma.
- sperma bestaat uit zaadcellen en vocht uit de prostaat en zaadblaasjes.
Penis - sperma inbrengen in de vagina
Zwellichamen - zorgen voor erectie.
Eikel - vangen prikkels op die kunnen leiden tot orgasme.
Voorhuid - huid om de eikel.
Bij een zaadlozing komt sperma met schokken eruit. Een zaadlozing kan een lekker gevoel geven(klaarkomen).
Een zaadlozing kan plaatsvinden door:
- zelfbevrediging.
- natte droom.
- Seks.
Basisstof 3:
In de eierstokken vindt de ontwikkeling van eicellen plaats.
Vanaf de puberteit tot de overgang komt er eenmaal per 4 weken een eicel vrij uit de eierstokken.
Eileiders - vervoeren van eicellen.
Baarmoeder - hierin vindt de ontwikkeling van de embryo plaats.
Vagina:
- Komt sperma in bij seks.
- Kind komt door vagina op de wereld.
- Bij menstruatie worden stukjes baarmoederslijmvlies met bloed verwijderd uit de vagina.
Kleine schaamlippen - produceren van slijm waardoor de toegang tot de vagina glad word.
Clitoris – is gevoelig voor prikkels die kunnen leiden tot orgasme.
Maagdenvlies - slijmvliesplooi voor in de vagina, die kan inscheuren bij eerste seks, dit kan een beetje pijn doen.
Basisstof 4:
Menstruatie - het afstoten van een deel van het baarmoederslijmvlies als een eicel niet bevrucht is.
Menstruatiecyclus
- Ovulatie (eisprong) om de 4 weken.
- Menstruatie 14 dagen na ovulatie.
Basisstof 7:
- Bloed van de moeder is gescheiden van bloed van de embryo.
- Zuurstof + voedingstoffen via bloed van de moeder naar bloed van het kind.
- Koolstofdioxide en afvalstoffen. Terug via bloed.
De geboorte begint met weeën.
- Ontsluiting: De baarmoederhals wordt wijder, de vruchtvliezen breken.
- Uitdrijving:Het kind komt naar buiten(meestal met het hoofdje)
- Nageboorte:placenta weg, vruchtvliezen uitdrijven.
Als het kindje met voetjes of kont naar buiten komt word dit stuitligging genoemd.
REACTIES
1 seconde geleden