Thema 4 ordening

Beoordeling 6.6
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • Klas onbekend | 710 woorden
  • 9 juni 2013
  • 156 keer beoordeeld
Cijfer 6.6
156 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Studiekeuzestress? 5 gouden tips om voor áltijd te blijven twijfelen

Ben jij ook zo'n expert in het uitstellen van je studiekeuze? Met deze 5 tips blijf je gegarandeerd nog járenlang twijfelen. Want waarom zou je een beslissing nemen als je ook gewoon... niet kunt kiezen? 

Check het hier

Thema 4 ordening (samenvatting en oefen vragen)

B1

Je kunt ordenen met kleuren, stof met soort enz.

De kleur is een kenmerk van schrijfmaterialen. Als je ordert let je dus op de kenmerken. Organismen worden in vier groepen verdeelt ook wel de rijken.

De vier rijken zijn: bacteriën,schimmels,planten,dieren.

Bij de indeling van de vier rijken worden kenmerken van cellen gebruikt deze kenmerken zijn, celkernen, celwanden, bladgroenkorrels.

Bacteriën hebben geen celkern.

Dieren hebben geen celwand.

Alleen planten hebben bladgroenkorrels.

B2

Bacterie zijn eencellig. Een bacterie heeft geen celkern/bladgroenkorrels. Wel zit er een celwand om de cel. Bacteriën bewegen zich voor met de zweepharen.

Bacteriën planten zich voort door deling. Een antibioticum doodt de bacteriën in  ons lichaam.

B3

Schimmels hebben celkernen in de cellen. Om de cellen celwanden. Schimmels hebben geen bladgroenkorrels. De meeste soorten schimmels zijn meercellig. Die schimmels zijn opgebouwd uit lange, dunne draden. Ook wel de schimmeldraden. Schimmels planten zich meestal voort door middel van sporen. Sporen zijn cellen waaruit een nieuwe schimmel kan ontstaan. Sporen ontstaan aan het uiteinde van schimmeldraden die omhoog groeien.

B4

Planten hebben celkernen en bladgroenkorrels in de cellen. Om de cellen zitten celwanden. De drie afdelingen van het plantenrijk zijn wieren, sporenplanten, en zaadplanten. Wieren hebben geen wortels geen stengels geen bladeren en geen bloemen. Sporenplanten hebben wortels, stengels en bladeren. Maar geen bloemen. zaadplanten hebben wortels, stengels, bladeren en bloemen.

B5

Dieren hebben celkernen maar geen bladgroenkorrels/celwanden.

De 8 afdelingen van het dieren rijk:

  1. Eencellige dieren
  2. Sponzen
  3. Holtedieren
  4. Wormen
  5. Weekdieren
  6. Geleedpotigen
  7. Stekelhuidig
  8. Gewervelde.

B6

Een amoebe beweegt zich voort door het cytoplasma te verplaatsen. Het cytoplasma verplaatsen ze via de schijnvoetjes. Ze sluiten een bacterie in. Zo ontstaat er een voedingsvacuole. De onverteerde resten worden verwijderd via het celmembraan.

Een pantoffeldiertje heeft trilhaartjes.

B7

Geleedpotigen verdelen we in vier groepen: duizendpoten, kreeftachtige, spinachtige en insecten. De poten van geleedpotigen zijn opgebouwd uit kleine stukjes leden (de poten zijn geleed).

Met wat orden je?

Met een kenmerk.

Wat zijn de vier rijken?

Bacteriën, schimmels, planten, dieren.

Welke cel kenmerken gebruiken ze bij de indeling van de 4 rijken.

Celkern, celwand, bladgroenkorrels.

Zijn bacteriën een of meer cellig?

Bacteriën zijn een cellig.

Wat heeft een bacterie niet?

Een celkern en bladgroenkorrels.

Hoe bewegen bacteriën zich voort?

Met de zweepharen.

Hoe planten bacteriën zich voor?

Door deling.

Wat dood bacteriën in ons lichaam.

Antibioticum.

Hebben schimmels wel/niet bladgroenkorrels.

Ze hebben geen bladgroenkorrels.

Zijn de meeste schimmels een of meer cellig?

De meeste zijn meer cellig.

Uit wat zijn schimmels opgebouwd?

Uit lange dunne draden (schimmeldraden).

Hoe planten schimmels zich voor?

Door middel van sporen.

Wat zijn sporen?

Cellen waaruit een nieuwe schimmel kan ontstaan.

Waar ontstaan sporen?

Aan het uiteinde van de schimmeldraden die omhoog groeien.

Wat zijn de 3 afdelingen van het plantenrijk?

Wieren, sporenplanten en zaadplanten.

Wat hebben de wieren en sporenplanten en zaadplanten?

Wieren hebben geen wortels/stengels/bladeren/bloemen.

Sporenplanten hebben wortels/stengels/bladeren. Maar geen bloemen.

Zaadplanten hebben wortels/stengels/bladeren/bloemen.

Wat hebben dieren in hun cel?

Celkernen.

Wat zijn de 8 afdelingen van het dierenrijk?

  1. Eencellige dieren
  2. Sponzen
  3. Holtedieren
  4. Wormen
  5. Weekdieren
  6. Geleedpotigen
  7. Stekelhuidig
  8. Gewervelde.

Hoe beweegt een amoebe zich voor?

Door het cytoplasma te verplaatsen.

Via wat verplaatst een amoebe het cytoplasma?

Via de schijnvoetjes.

Hoe ontstaat een voedingsvacuole.

Door een bacterie in te sluiten.

Via wat worden de onverteerde resten verwijderd?

Via het celmembraan.

Heeft een pantoffel diertje wel/geen trilhaartjes?

Wel.

Wat zijn de 4 groepen van de geleedpotigen?

Duizendpoten, kreeftachtige, spinachtige en insecten.

Uit wat zijn de poten van geleedpotigen opgebouwd?

Uit kleine stukjes leden.

REACTIES

L.

L.

Er ontbreken stukken

7 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.