HOOFDSTUK 3 BASISSTOF 1: DE TORSO
De meeste organisme zijn opgebouwd uit organen.
De torso is een model van de romp van een mens.
Elk orgaan heeft een speciale functie. Sommige organen hebben meerdere functies.
EEN ORGAAN IS EEN DEEL VAN EEN ORGANISME MET EEN OF MEER FUNCTIES.
ORGANENSTELSELS
Meestal hebben enkele organen samen een bepaalde functie. Die organen samen noem je dan een Organenstelsel. Bijvoorbeeld het verteringsstelsel.
CELLEN
Organen zijn opgebouwd uit cellen. Cellen onder een microscoop zien er plat uit, maar in het echt is het een soort doosje.
WEEFSELS
In een orgaan kunnen cellen voorkomen die heel verschillend van vorm zijn.
De vorm hangt samen met de functie van de cellen. Er zijn veel typen cellen.
Meestal liggen dezelfde cellen bij elkaar en die groepen noem je weefsels.
Een orgaan is meestal opgebouwd uit meerderen weefsels.
EEN WEEFSEL IS EEN GROEP CELLEN MET DEZELFDE VORM EN FUNCTIE.
BASISSTOF 2: DE ONDERDELEN VAN EEN MICROSCOOP
Een microscoop bestaat uit verschillende onderdelen.
Van boven naar benenden:
1) Oculair
2) Tubus
3) Revolver
4) Objectieven
5) Statief
6) Preparaatklemmen
7) Opening (in de tafel)
8) Tafel
9) Diafragma
10) Grote schroef
11) Kleine schroef
12) Lampje
BASISSTOF 3: HET WERKEN MET EEN MICROSCOOP
Als je een preparaat gaat bekijken, krijg je een voorwerpglaasje. Daar ligt het voorwerp op. Daar boven op ligt het dekglaasje. Als je door de microscoop gaat kijken, dan moet je beginnen met de kleinste vergroting.
BASISSTOF 4: PLANTAARDIGE CELLEN
Cellen kunnen er heel verschillend uitzien. Zo zien cellen van planten er anders uit dan die van mensen en dieren.
Elke cel bevat:
1) Cytoplasma (celplasma) een stroperige vloeistof die bestaat uit water met allerlei opgeloste stoffen
2) Celmembraan een dun vlies aan de buitenkant
3) Bladgroenkorrels daardoor zien planten er groen uit
4) Celkern daar word alles geregeld wat er in de cel gebeurd
5) Vacuole een blaasje gevuld met vocht
6) Intercellulaire ruimten kleine holten gevuld met lucht
BASISSTOF 5: DIERLIJKE CELLEN
Een dierlijke cel bestaat voor het grootste deel uit: Cytoplasma (celplasma). De buitenste laag van het cytoplasma is een dun vlies: het celmembraan.
In het cytoplasma zit de celkern. De celkern regelt alles wat er in de cel gebeurd.
EXTRA BASISSTOF 6:DE LIGGING VAN DE ORGANEN
De romp van een mens bestaat uit de borstholte en de buikholte.
Het middenrif vormt de scheiding.
In de borstholte liggen onder andere de slokdarm de luchtpijp de longen en het hart.
In de buikholte liggen onder andere de slokdarm, de maag, de lever, de dunne darm, de dikke darm en de nieren.
EXTRA BASISSSTOF 7: PLASITICIDEN
Plantaardige korrels worden plasticiden genoemd. Er zijn verschillende typen plasticiden.
1) Bladgroenkorrels Zorgen voor een groene kleur en komen voor in alle groene delen van een plant
2) Kleurstofkorrels Komen voor in alle gele, oranje of rode kleur. Kleurstofkorrels geven bloemen een opvallende kleur.
3) Zetmeelkorrels komen onder andere voor in aardappels. Zetmeelkorrels zijn kleurloos.
Plasticiden kunnen van het ene type overgaan in het andere type.
VERRIJKINGSSTOF 1: EENCELLIGE ORGANISMEN
De meesten organismen die je kent, bestaan uit miljarden cellen.
Twee voorbeelden van eencellige organsimen zijn: de amoebe en het pantoffeldiertje.
Organismen die uit een cel bestaan, noemen we eencellig.
Bij deze organismen vertoont één cel alle levensverschijnselen. Bij eencellige organismen worden alle functies die onze organen hebben, door een cel vervuld.
Twee soorten eencellige organismen zijn de amoebe en het pantoffeldiertje. Beide leven ze in het water.
AMOEBE
Een amoebe (a= zonder; moebe= vorm) kan steeds van vorm veranderen. Het cytoplasma kan een bepaalde richtng uitstrimen en vormt dan uitsteeksels. De schijnvoetjes. Door de schijnvoetjes kan een amoebe zich voortbewegen. Ook kan een amoebe er voedsel mee berijken en dat insluiten.
Het voedsel van een amoebe bestaat onder andere uit bacteriën. Een ingesloten bacterie wordt in de cel opgenomen. Er ontstaat dan een voedingvacuole. In een voedingsvacuole wordt voedsel verteerd. Onverteerde resten worden via het celmembraan verwijderd. Een amoebe plant zich voor doordat de cel zich in tweeën deelt. We noemen dit voortplanting door deling. Eerst deelt de kern zich, daarna de rest.
Het Pantoffeldiertje
Het pantoffeldiertje is ingewikkelder gebouwd dan een amoebe.
Het celmembraan is bezet met trilhaartjes. Deze maken een golvende beweging in het water. Zo kan een pantoffeldiertje vooruit komen in het water. De haartje zorgen er ook voor dat er voedsel in de celmond komt. De celmond is een instulping in de cel. Via de celmond komt het voedsel in een voedingsvacuole. Hierin wordt het voedsel verteerd. Onverteerde resten worden verwijderd via de celanus. Ook een pantoffeldiertje plant zich voort door deling.
Pantoffeldiertje zijn gemakkelijk te kweken in een bekerglas met hooi en water.
REACTIES
1 seconde geleden
J.
J.
Ik heb hier een 10 mee gehaald!
13 jaar geleden
AntwoordenR.
R.
ik heb een 6.4
11 jaar geleden
AntwoordenA.
A.
bedankt ik loop achter met bio dit zal mij zeker helpen :)
11 jaar geleden
AntwoordenP.
P.
aahhh thanks dit helpt me echt. is er ook een knop waarmee je het kan uitprinten misschien?
10 jaar geleden
AntwoordenS.
S.
gwn de tekst kopiëren en dan plakken op word
8 jaar geleden
C.
C.
Het is "plastiden" en niet 'plasticiden' voor de rest is het best wel goed.
10 jaar geleden
AntwoordenA.
A.
Waar zijn niveau's van biologie? (Basisstof 6)
9 jaar geleden
AntwoordenR.
R.
echt slecht er staat veel te weinig info in. ik heb hierdoor een 5.4 gehaald
9 jaar geleden
AntwoordenC.
C.
hor rachelle je zegt dat het slecht is maar je moet zelf ook leren en niet via dit. deze samenvatting is een hulpmiddel en niet DE samenvatting ;)
8 jaar geleden
E.
E.
Wow dit is echt een fijne samenvatting, ik heb morgen de toets hiervan
4 jaar geleden
Antwoorden