Thema 1, Basisstof 5 Planten

Thema 1, Basisstof 5 Planten

-          Celwand -> bestaat grotendeels uit cellulose

-          Chloroplasten -> bevatten chlorofyl (fotosynthese) -> autotroof

Wieren (algen)

-          Haploïd

-          Voortplanting door sporen (ongeslachtelijk)

-          (Soms) geslachtelijke voortplanting: wier vormt geslachtscellen -> bevruchting -> diploïde zygote, daar vindt direct meiose plaats -> haploïde sporen

• Bij spiraalwier kan conjugatie voorkomen (ook hier ondergaat de zygote direct meiose)

-          Geen wortels, stengels of bladeren

-          Verschillende groepen hebben ook andere kleurstoffen, zo onderscheiden we: groenwieren, roodwieren en bruinwieren

-          Eencellig, bijv. boomalg

-          Meercellig, bijv. spiraalwier

• Grotere, meercellige: bijv. zeesla en blaaswier

-          Thallus = het blad van wieren

-          Plankton = verzamelnaam voor micro-organismen die in het water drijven (vooral zeeën en oceanen)

• Fytoplankton = plantaardig plankton (mooie groep: diatomeeën)
• Zoöplankton = dierlijk plankton

-          Korstmossen =

Mossen

-          Haploïd

-          Voortplanting door sporen (ongeslachtelijk)

-          Wel stengels en bladeren, geen wortels

-          We onderscheiden:

• Levermossen (vochtige, schaduwrijke plaatsen)
• Bladmossen (grote groepen)

Paardenstaarten

-          Voortplanting door sporen (ongeslachtelijk)

-          Hebben houtvaten en bastvaten (voor vervoer van stoffen in de plant)

-          Wel wortels, bladeren en stengels

• Bladeren -> klein en schubvormig
• Stengels -> opgebouwd uit ‘buisjes’

Varens

-          Diploïd, sporen zijn haploïd

-          Voortplanting door sporen (ongeslachtelijk)

-          Hebben houtvaten en bastvaten (voor vervoer van stoffen in de plant)

-          Wel wortels, bladeren en stengels

• Bladeren -> groot en ingesneden
  • Nieuwe bladeren -> ‘ontvouwen’ zich

Zaadplanten

-          Diploïd, geslachtscellen zijn haploïd

-          Hebben houtvaten en bastvaten (voor vervoer van stoffen in de plant)

-          Verder ingedeeld:

• Naaktzadigen
  • Zaden tussen schubben van kegel
  • Bladeren: (meestal) naaldvormig of schubvormig
  • Bijv. naaldbomen en andere coniferen
• Bedektzadigen
  • Zaden in de vrucht
  • Bladeren: (meestal) platte bladschijf
  • Bijv. loofbomen, grassen en de meeste kruidachtige planten