Stofwisseling

Organische: bouwstoffen en brandstoffen

-koolhydraten
-eiwitten
-vetten

anorganische: mineralen, water, Co² en Co
komen zowel voor in organische voor en de leven loze natuur.

Enzymen:
Enzymen zijn speciale eiwitten.
En enzymen zijn specifiek omdat 1 enzym slechts 1 reactie in de cel kan versnellen
En enzymen versnellen de reactie van de stofwisseling, zonder daar bij zelf te worden gebruikt.

Enzymenactiviteit
Word bepaald door -enzymactiviteit
-temperatuur

zuurgraad
hoe lager de PH hoe zuurder de vloeistof
- groter = basisch
- kleiner = zuur
- ongeveer = neutraal

Het aanmaken van organische stoffen is assimilatie

fotosynthese
Bij fotosynthese word lichtenergie vastgelegd in glucose
Co² + water + lichtenergie à glucose + Co
Anorganische stoffen = Co² + water
Glucose kan worden gebruikt voor andere stoffen voor de plant en gaat weg via de huidmondjes.

Bladgroen:
Bladgroen bevat enzymen die de fotosynthese versnellen
Als het te koud is er geen fotosynthese
- Glucose kan worden omgezet in:
- Suiker
- Zetmeel voor de ondergrondse plantendelen
- Cellulose voor de celwanden
- Nitraat word uit de bodem gehaald en dat zijn eiwitten( omgezet in bonen.)
- Vetten.

Glucose is een brandstof
Verbranding moet Co² + water bevatten.
Een formule:
O² + glucose -> Co² + water + energie
(Verbranding,s (warmte, beweging)
productie)

de over gebleven glucose die niet word gebruikt (verbrand) word omgezet in zetmeel.
S,nacht word zetmeel omgezet in suiker en de suiker word dan opgelost in de vaten van de plant en vervoerd
Daar kan dan de suiker weer omgezet worden in glucose , zetmeel of anderen organische stoffen.

Hoeveelheid energie word aan gegeven als kilojoules

Grondstofwisseling = als je lichaam in een rust positie staat (slaapt)

-leeftijd |
-geslacht | grondstofwisseling
-milieu temperatuur |

koudbloedig = neemt de temperatuur aan van de omgeving (reptielen)
warmbloedig = constante lichaamstemperatuur (vogels, zoogdieren)