Erfelijkheid

Beoordeling 6.5
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 3e klas vmbo | 522 woorden
  • 10 februari 2005
  • 122 keer beoordeeld
Cijfer 6.5
122 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode
ADVERTENTIE
Examenstress? Niet met Examenbundel!

Over minder dan drie weken zit je jouw examens te maken. Slaat de examenstress toe? Sla nog snel Examenbundel, Samengevat en Examenbuddy in voor je probleemvakken en own je examens! Jij. Kunt. Dit.

Ik wil slagen

Het uiterlijk van een organisme noem je het fenotype. De informatie voor alle erfelijke eigenschappen noem je het genotype. Het fenotype van een organisme komt tot stand door het genotype en door invloeden uit het milieu.
Chromosomen bevatten erfelijke informatie. Het geslacht van een mens wordt bij de bevruchting bepaald door de zaadcel.
Een twee-eiige tweeling is ontstaan door 2 eitjes en 2 zaadcellen. Ze hoeven dus niet op elkaar te lijken en ze kunnen ook een ander geslacht hebben. Een eeneiige tweeling is ontstaan uit 1 eicel en 1 zaadcel. Het bevruchte eitje is zich in 2 klompjes cellen gaan scheiden. Z’n tweeling is altijd van het zelfde geslacht en ze lijken ook veel op elkaar. een gen is een deel van een chromosoom dat de informatie bevat voor 1 erfelijke eigenschap. In lichaamscellen komen de genen in paren voor. Z’n genenpaar bevat de informatie voor 1 erfelijke eigenschap. In geslachtscellen komen genen enkelvoudig voor. Tijdens de bevruchting komen enkelvoudige genen weer bij elkaar, net zoals de chromosomen. Het genotype van een organisme ligt vast op het moment van de bevruchting.
Als de genen van een genenpaar van een organisme gelijk aan elkaar zijn noem je zo iemand homozygoot. Als het genenpaar verschillend is noem je zo iemand heterozygoot. Het dominante gen is het gen dat tot uiting komt in het fenotype. Het andere gen noem je het recessieve gen. Dit gen komt niet tot uiting als er een dominant gen aanwezig is. Als het recessieve gen tot uiting komt weet je altijd zeker dat dat organisme homozygoot is. Als het dominante gen tot uiting komt kan het organisme heterozyoot zijn maar ook homozygoot voor het dominante gen. je kan genen met letters aangeven. Het dominante gen geef je altijd met een grote letter aan( zoals A), het recessieve gen geef je aan met een kleine letter(zoals a).
- AA homozygoot dominant
- Aa heterozygoot
- aa homozygoot recessief
in een kruisingsschema geef je de ouders aan met P. De nakomelingen geef je aan met de F1. de nakomelingen van de F1 geef je aan met F2. zo heb je twee generaties.
Stappen:
1 wat zijn de genotypen van de ouders? ( in kruisingschema)
2 welke genen kunnen de geslachtscellen van beide ouders bevatten?
3 welke mogelijkheden bestaan er voor de versmelting van een eicelkern met een zaadcelkern?
Gen in eicel Gen in eicel
zaadcel- genenpaar eicel genenpaar eicel
zaadcel- genenpaar eicel genenpaar eicel
( bevruchte eicel)

Voorbeeld:
A a
A AA Aa
a Aa aa
De kans voor elke mogelijkheid is 25%.
Complete kruisingschema:
P AA x aa

A a
Geslachtscellen Aa
F1 Aa x Aa
Geslachtscellen A of a A of a
F2
A a
A AA Aa
a Aa aa

Aa:aa= 1:1 want bij een kruising heb je 50% kans op Aa en 50% kans op aa.
AA:Aa:aa=1:2:1 want bij een kruising heb je 1x kans op AA, 2keer kans op Aa en1 keer kans op aa.
In ene stamboom worden vrouwelijke organisme aangegeven met een rondje en mannelijke organisme met een vierkant.
Als twee ouders met gelijk fenotype(uiterlijk) een nakomeling krijgen met een ander fenotype zijn beide ouders heterozygoot. De nakomeling is dan homozygoot recessief voor.

REACTIES

A.

A.

Goede samenvatting!!
Het zou misschien helpen als er wat afbeeldingen bij stonden maar verder echt goed!!

14 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.