Hoe goed is jouw kennis over wachtwoorden? πŸ”
Test jezelf met deze quiz!

Doe de quiz!

H3 Basisstof 2 - Fenotype en genotype

Beoordeling 0
Foto van Jill
  • Samenvatting door Jill
  • 4e klas havo | 269 woorden
  • 29 januari 2025
  • nog niet beoordeeld
Cijfer
nog niet beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode
ADVERTENTIE
Welke studie past bij jou? Doe de studiekeuzetest!

Twijfel je over je studiekeuze? Ontdek in drie minuten welke bacheloropleiding aan de Universiteit Twente het beste bij jouw persoonlijkheid past met de gratis studiekeuzetest.

Start de test

Hoofdstuk 3 - Genetica

-β€”-β€”-β€”-β€”-β€”-β€”- Basisstof 1 β€”------- Fenotype en genotype β€”-β€”-β€”-β€”-β€”-β€”--

Fenotype = Alle waarneembare eigenschappen van een individu.

  • Bepaald door milieufactoren en genotype.
  • Dergelijke verandering = modificatie (niet erfelijk)

Genotype = De informatie voor alle erfelijke eigenschappen van een individu.

  • Deze genetische informatie ofwel genetische code ligt opgeslagen in de chromosomen.
  • Komt tot stand bij de bevruchting.

Chromosomen = Langgerekte dunne draden in de celkern.

  • Alleen te zien in delende cellen door een lichtmicroscoop.
  • De rangschikking van chromosomen heet een karyogram.
  • Van de 23 paar chromosomen kunnen er 22 gelijke paren worden gevormd. Deze 44 chromosomen noem je autosomen.
  • Homologe chromosomen bevatten informatie voor dezelfde eigenschappen.
  • 23e paar = geslachtschromosomen. Man = XY  -  Vrouw = XX

Gen = Deel van een chromosoom dat de informatie bevat voor een of meer erfelijke eigenschappen, of voor een deel van een erfelijke eigenschap.

Een chromosoom bevat één lang molecuul van de stof DNA en veel eiwitmoleculen.

  • Het DNA molecuul bestaat uit twee ketens die een dubbele spiraal om elkaar heen gewonden liggen.
  • DNA is opgebouwd uit nucleotiden.
  • Een nucleotide bestaat uit een fosfaatgroep, desoxyribose en een stikstofbase.

4 Verschillende stikstofbasen: 

Adenine (A), Thymine (T), Cytosine (C), Guanine (G)

  • Ze vormen vaste paren,
  • Adenine verbindt met Thymine (A-T)
  • Cytosine verbindt met Guanine (C-G)

Een chromosoom bevat een groot aantal genen

DNA-sequentie = De honderden nucleotiden zijn in een bepaalde volgorde gerangschikt in een gen.

  • In deze volgorde kunnen variaties voorkomen (allel)

Het allel voor zwarte haarkleuren heeft een andere volgorde van stikstofbasen dan het allel voor blonde haarkleuren.

Genen kunnen aan en uitgezet worden

  • β€œAan” = Genexpressie. β€œUit” = Geninactivatie.

Genoom = Alle DNA-moleculen van een organisme.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.