3.4

Beoordeling 7.9
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 1e klas vwo | 798 woorden
  • 9 april 2016
  • 14 keer beoordeeld
Cijfer 7.9
14 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Studeer met een open blik

Een studie die filosofie, psychologie en sociologie combineert, en waarin je ook nog eens goed leert te reflecteren en gesprekken te voeren – klinkt dat als jouw droomstudie? Dan is de bachelor Humanistiek misschien iets voor jou.
Kom kennismaken op de Open Dag van 16 november.

Meld je aan voor de Open Dag

3.4 Ruiken en proeven

Ruiken                                                                                                                                                                   Om te ruiken gebruik je je reukzintuig in je neus. Het reukzintuig is een deel van het neusslijmvlies boven in de neusholte. Het neusslijmvlies houdt de neusholte vochtig. Als je lucht inademt komen er geurstoffen bij het reukzintuig. Daar zitten heel veel verschillende reukzintuigcellen. Er zijn wel duizend verschillende typen. De zintuigcellen hebben aan de onderkant receptoren aan het celmembraan, die geurstoffen binden. Het ene type reukzintuigcel reageert net wat sterker op een bepaald geurdeeltje dan het andere type reukzintuigcel. De meeste geuren bestaan uit verschillende geurdeeltjes. Dat betekent dat er meerdere reuzintuigcellen geprikkeld worden. Alle geprikkelde reukzintuigcellen sturen een impuls. Alle impulsen gaan via de reukzenuw naar de hersenen. De hersenen bepalen op basis van de combinatie van de impulsen welke geur het is. Steeds als je een nieuwe geur ruikt wordt die opgeslagen in je geheugen. Daardoor kan je steeds meer verschillende geuren onderscheiden naarmate je meer geuren ruikt.

Proeven                                                                                                                                                                    Over je tong verspreid liggen heel veel kleine smaakzintuigen. Als je iets eet of drinkt lossen de smaakstoffen uit het voedsel op in speeksel. De vrijgekomen smaakstoffen prikkelen de smaakzintuigen. De smaakzintuigen sturen vervolgens impulsen naar je hersenen.

Er zijn vijf verschillende soorten smaakzintuigen. Elke soort is maar gevoelig voor een bepaalde smaak. De smaken zijn: zoet, zout, bitter, zuur en umami. Umami is hartig ofwel de maak van vlees en bouillon. Zijn er meer dan 5 smaken. Dat komt doordat je ook ruikt. De reukimpulsen en smaakimpulsen worden gecombineerd. Zo proef je wat je eet.

Voedsel beoordelen                                                                                                                                           Of je iets lekker vindt hangt niet alleen af van de geur en de smaak. Ook het uiterlijk, de structuur, de temperatuur en het geluid dat je hoort als je ergens op kauwt zijn belangrijk. Dus eigenlijk gebruik je al je zintuigen bij het beoordelen van voedsel:

Tastzintuigen à Hoe is de structuur?

Temperatuurzintuigen à Is het warm of koud?

Gehoorzintuigen à Hoe klinkt het als je er op bijt?

Gezichtszintuigen à Ziet het er lekker uit?

Reukzintuigen à Hoe ruikt het? Ken ik de geur?

Smaakzintuigen à Hoe smaakt het?

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.