Les 2

Wat moet een trainer/coach kunnen?

• Hij/zij moet goed met mensen om kunnen gaan:

  • Een goede gesprekspartner zijn

  • Weten hoe iemand/een groep reageert op bepaalde situaties

  • Kennis hebben over de training

    Coach degene die een persoon of groep personen begeleidt

    Trainer geeft de trainingen (die wil resultaten verbeteren en/of doelen bereiken)

    Trainer/coach moet op de volgende punten letten:

• Vaststellen van doelen

• Een goede menselijke begeleider zijn

• Uitgaan van regelmaat

• Hij/zij moet een veilig klimaat kunnen scheppen

• Hij/zij moet duidelijk kunnen maken waar het om gaat

  • Goed communiceren

• Hij/zij voelt aan hoe beslissingen uitvallen

• Hij/zij moet evalueren met de persoon

Trainer/coach moet verstand hebben van:

• Betreffende sport/regels/tactiek

• Trainingsmethoden

• Communicatie

• Tactiek

• Organiseren

• Scouten

• Gebruik hulpmiddelen

  • Meten hartslag, kracht, snelheid en werken met video

• Omgaan met emotie (positief/negatief benaderen)

• Omgaan met individuele speler

• Werken met een team:

  • Forming team samenstellen, periode van aftaste

  • Storming fase dat leden van een groep elkaar kennen en het duidelijk wordt waar karakters zouden kunnen botsen

  • Norming fase waarin verschillende leden van de groep weten wat hun specifieke taak in de groep is

  • Performing fase waarin de groep voortdurend probeert te verbeteren

    Scheidsrechter moet:

• Spelregels uit het hoofd kennen, hij/zij moet direct beslissen

• Weten wat zijn rol in de organisatie is en zijn administratie goed verzorgen

• Weten wat men bij sport kan verwachten en tevens welke gedragingen sporters kunnen tonen

• Leiding kunnen geven zodat de situatie niet uit de hand loopt

• Oog hebben voor onveilige situaties en hier correct op reageren en beschikken over de noodzakelijke kennis van blessures

• Een praktijkmens zijn

Juryvoorschrift

1. Beschrijving van onderdeel waarop gelet wordt

2. Hoe op grond van het wel of niet voldoen punten geteld moeten worden

Organiseren

1. Doel

2. Wie bij de start/eerste team

3. Plan

4. Realisatie

5. Oplevering

6. Evaluatie

   Niveau wordt duidelijk bij:

• Belangen

• Tijdsbesteding

• Inzet van andere personen (fysio, hulptrainer enz.)

• Materiaal

  Tactiek

• Wat wordt de opstelling?

• Wat kunnen we zeggen over de tegenpartij?

• Wat kunnen we van tevoren trainen?