Examenprogramma in domeinen
-
Domein A: Vaardigheden
-
Domein B: Bewegen
-
Domein C: Bewegen en regelen
-
Domein D: Bewegen en gezondheid
-
Doemin E: Bewegen en samenleving
Domein A: Vaardigheden
-
Je leert bewegingssituaties (een situatie waarbij de spieren worden gebruikt)
Domein B: Bewegen
Subdomein B1: Spelen
-
De kandidaat kan deelnemen aan minimaal 1 doelspel (bv. voetbal), 1 terugslagspel (bv. badminton) en 1 slag- en loopspel (bv. softbal).
Je moet tijdens de lessen leren:
-
Wat een bepaald spel inhoudt
-
Hoe de meeste leerlingen het spel vinden
-
Hoe het gespeeld wordt en wat het belang van de spelregels is
-
Of er speciale bewegingen zijn die je onder de knie moet krijgen
-
Wat er geregeld moet worden als je zo’n spel wilt spelen
-
Waar je op moet letten als het gaat om veiligheid
-
Waar je bij dat spel als scheidsrechter mee te maken krijgt
Subdomein B2: Turnen
-
Je moet binnen minimaal 2 van de volgende deelgebieden kunnen deelnemen
-
Springen
-
Zwaaien
-
Acrobatiek
-
Balanceren en klimmen
Subdomein B3: Bewegen op muziek
-
-
Je moet 2 dansen beheersen voor je examen, ook met ingewikkeldere dansvormen
-
(geen theorie)
Subdomein B4: Atletiek
-
-
Je moet kunnen deelnemen aan minimaal:
-
1 looponderdeel (bv. sprint)
-
1 werponderdeel (bv. speerwerpen)
-
1 springonderdeel (bv. Verspringen)
→ Het gaat erom dat je leert inzien wat de juiste afstemming is van timing, richting, snelheid en afstand
Subdomein B5: Zelfverdedigingspelen
-
-
Je moet minimaal aan 1 zelfverdedigingsport kunnen deelnemen
-
Aanval
-
Verdedigen
-
-
Doelstellingen:
-
Op een verantwoordelijke wijze met elkaar omgaan
-
Je kent de regels en de rol van de scheidsrechter
-
Je hebt oog voor de veiligheid van jou en anderen
-
Je hebt leren omgaan met lichamelijk contact
-
Je kent de principes van balans en balans verstoren
-
Je beheerst de valtechnieken
-
Je kent de principes van houdgrepen en kunt ze toepassen
Subdomein B6: Keuzeactiviteiten
-
-
Je moet kunnen deelnemen aan een van de gebieden die niet hoort bij bovenstaande
Domein C: Bewegen en regelen
-
Dit heeft een heel belangrijke rol omdat bij veel vervolgopleidingen het geven van leiding en kunnen omgaan met mensen een belangrijke rol speelt
-
Subdomein C1: Regelen in de rol van de beweger
-
Zelf oog hebben voor veiligheid, helpen, klaarzetten etc.
Subdomein C2: Regelen in de rol van de begeleider
Door bijvoorbeeld:
-
Instructeur
-
Trainer/coach
-
Scheidsrechter
-
Jury(lid)
Subdomein C3: Regelen in de rol van organisator
Je moet kunnen:
-
Een bewegingsactiviteit voorbereiden
-
Een bewegingsactiviteit organiseren
-
Verslag geven/doen van een bewegingsactiviteit
Domein D: Bewegen en gezondheid
Subdomein D1: Bewegen en welzijn
-
Betekenis van sport als het gaat om gezondheid
-
Cultuurpatronen
-
Voeding
-
Persoonlijke aanleg
Subdomein D2: Fitheid testen en verbeteren
-
-
Je kunt aangeven wat de testuitslag betekent
-
Je moet voor jezelf en voor een andere een trainingsprogramma kunnen opstellen
Subdomein D3: Blessurepreventie en –behandeling
-
Veiligheid
-
Psychische factoren
Domein E: Bewegen en samenleving
Subdomein E1: Toekomstoriëntatie
-
Motieven vervolgstudie
-
Redenen voor die keuze
-
Evenwicht vinden in kunnen en willen
Subdomein E2: Samenleving en bewegingscultuur
-
Deelname aan sport en bewegen
Subdomein E3: Organisatie sport en bewegen
-
Overheid (landelijk; provinciaal; gemeentelijk)
-
Het NOS*NSF
-
Bonden en verenigingen die belangen van een bepaalde sport behartigen
-
De sportverenigingen
REACTIES
1 seconde geleden