Aardrijkskunde hoofdstuk 6, Het Caribisch Gebied
Paragraaf 1, Een globaal inzicht
• Grote Antillen; Cuba, Hispaniola (bestaat ui Haïtie,Santa Domingo), Jamaica, Puerto Rico
• Kleine Antillen; - Bovenwindse eilanden (o.a. SSS)
- Benedenwindse eilanden (o.a. ABC)
• NO-passaat -> bovenwindse Eilanden Natuur -> savanneklimaat -> weinig neerslag
Benedenwindse eilanden -> steppeklimaat -> veel neerslag • Voordeel; veel toerisme
Nadeel; veel natuurrampen (cyclonen, vulkanen) • Oorspronkelijke bewoners; Arowakken, Caribenl uitgeroeid • Kolonisten; o.a. Engelsen, Spanjaarden, Fransen en Nederlanders • Latere immigratie; - negers (vroegere slaven vooral uit Afrika) - Mensen uit China (contractarbeiders) • Veel volken -> rijke cultuur -> goed voor toerisme.
Paragraaf 2, Welke kenmerken heeft Nederland in de tropen?
• ABC- eilanden;
o Aruba, hoofdstad; Oranje stad.
- Heeft status aparte binnen het Koninkrijk der Nederlanden.
- Economie drijft vooral op toerisme
- Witte zandstranden = belangrijkste attractie + Nationaal Park Arikok.
o Curaçao (belangrijkst), hoofdstad; Willemstad -> ook van de Nederlandse Antillen
- Ligt aan de St. Annabaai -> een natuurlijke haven
- Oud stadscentrum met historische gebouwen
- Staat ook op de Werelderfgoedlijst
o Bonaire, hoofdstad; Kralendijk - Dunbevolkt - Natuureiland -> onderwaterparken - Zoutpannen in het zuiden • SSS- eilanden; o Sint Maarten, hoofdstad; Philipsburg - Verdeeld in een Frans en Nederlands deel -> voertaal is engels - Mooie lagunes + stranden -> topbestemming voor cruiseschepen
o Saba, hoofdstad; The Bottom - Kleinste eiland -> minste inwoners - Opgebouwd uit vulkanisch gesteente - Hoogste punt is Mount Scenery (870 meter) o Sint Eustatius, hoofdstad; Oranjestad - Diepe krater van 324 meter diep - Kleine stranden -> zwart vulkaanzand - Werd vroeger de “Gouden Rots” genoemd. Paragraaf 3, Welke rampen teisteren de Cariben? • Cycloon (wervelstorm)= hurricane (orkaan) Behoren tot de fysisch (natuurkundig) stromen. ((-> sociaal = maatschappelijk)) • Troggen gaan naar beneden -> drukt plaat samen -> plaat gaat omhoog -> gebergte. • Koraalrif ontstaan; Vulkanische kegel erodeert permanent doordat de basis in zee zakt -> verdwijnt onder de zeespiegel -> koraalrib groeit eroverheen. • Mazinga = vulkaan op St. Eustatius.
Paragraaf 4, Verbinden stromen de Cariben?
• De luchthaven op Aruba heet Internationaal Vliegveld Reina Beatrix
• Rijke landen leveren de industrieproducten, ontwikkelingslanden de delfstoffen en agrarische producten.
• Mensen uit de rijkere landen gaan naar de Cariben om daar geld te verdienen (immigratie)
• Mensen komen er vooral per vliegtuig en cruiseschepen
• Goederenstromen Antillen;
o Invoer; voedingsmiddelen, etc.
o Uitvoer; grondstoffen, brandstoffen, etc.
Paragraaf 5, Hoe multicultureel is Suriname?
• Opgave 1 in het werkboek blz 122.
• Landschappen in Suriname;
- Tropisch regenwoud
- Savanne
- Moeras/mangroven
Bevolkingsgroep Volgorde aankomst Reden van vestiging
Bosnegers/ Creolen 3 Nakomelingen v/d negerslaven
Indianen 1 Oorspronkelijke inwoners
Europeanen 2 Op zoek naar land
Javanen/ Hindoestanen/ Chinezen 4 Arbeidskrachten
Bevolkingsgroep Belangrijkste bestaansmiddelen
Creolen Werken voor de overheid
Europeanen Handelen
Javanen Landbouw
Hindoestanen Landbouw / tussenhandelaren
Chinezen Handel • Bestaansmiddelen; - Bergland (z); ecotoerisme, bosbouw, mijnbouw - Laagvlakte (n); Akkerbouw, veeteelt, vruchtenbouw, rijstbouw • Etnische samenstelling; o Steden; Europeanen, Creolen, Chinezen -> vooral handel en industrie
o Oerwoud; Bosnegers, Indianen -> zelfvoorziening
o Platteland; Hindoestanen, indianen -> landbouw
Paragraaf 6, Hoe dominant is Big Brother?
• Vs heeft ook koloniën in het Caribisch gebied; Puerto Rico en Vurgen eilanden
• Amerikaanse toeristen komen per cruiseschepen en Europeanen met vliegtuig
• De Vs heeft veel invloed op de Cariben, omdat er veel werk is, het is dichtbij, de winkeliers willen liever dollars vaker contact etc.
Benedenwindse eilanden -> steppeklimaat -> veel neerslag • Voordeel; veel toerisme
Nadeel; veel natuurrampen (cyclonen, vulkanen) • Oorspronkelijke bewoners; Arowakken, Caribenl uitgeroeid • Kolonisten; o.a. Engelsen, Spanjaarden, Fransen en Nederlanders • Latere immigratie; - negers (vroegere slaven vooral uit Afrika) - Mensen uit China (contractarbeiders) • Veel volken -> rijke cultuur -> goed voor toerisme.
o Bonaire, hoofdstad; Kralendijk - Dunbevolkt - Natuureiland -> onderwaterparken - Zoutpannen in het zuiden • SSS- eilanden; o Sint Maarten, hoofdstad; Philipsburg - Verdeeld in een Frans en Nederlands deel -> voertaal is engels - Mooie lagunes + stranden -> topbestemming voor cruiseschepen
o Saba, hoofdstad; The Bottom - Kleinste eiland -> minste inwoners - Opgebouwd uit vulkanisch gesteente - Hoogste punt is Mount Scenery (870 meter) o Sint Eustatius, hoofdstad; Oranjestad - Diepe krater van 324 meter diep - Kleine stranden -> zwart vulkaanzand - Werd vroeger de “Gouden Rots” genoemd. Paragraaf 3, Welke rampen teisteren de Cariben? • Cycloon (wervelstorm)= hurricane (orkaan) Behoren tot de fysisch (natuurkundig) stromen. ((-> sociaal = maatschappelijk)) • Troggen gaan naar beneden -> drukt plaat samen -> plaat gaat omhoog -> gebergte. • Koraalrif ontstaan; Vulkanische kegel erodeert permanent doordat de basis in zee zakt -> verdwijnt onder de zeespiegel -> koraalrib groeit eroverheen. • Mazinga = vulkaan op St. Eustatius.
Bevolkingsgroep Volgorde aankomst Reden van vestiging
Bosnegers/ Creolen 3 Nakomelingen v/d negerslaven
Indianen 1 Oorspronkelijke inwoners
Europeanen 2 Op zoek naar land
Javanen/ Hindoestanen/ Chinezen 4 Arbeidskrachten
Bevolkingsgroep Belangrijkste bestaansmiddelen
Creolen Werken voor de overheid
Europeanen Handelen
Javanen Landbouw
Hindoestanen Landbouw / tussenhandelaren
Chinezen Handel • Bestaansmiddelen; - Bergland (z); ecotoerisme, bosbouw, mijnbouw - Laagvlakte (n); Akkerbouw, veeteelt, vruchtenbouw, rijstbouw • Etnische samenstelling; o Steden; Europeanen, Creolen, Chinezen -> vooral handel en industrie
o Oerwoud; Bosnegers, Indianen -> zelfvoorziening
REACTIES
1 seconde geleden