Paragraaf 4.
De volgende soorten gebieden hebben een groot overstromingsrisico:
- Rivier en kunstvlaktes.
- Gebieden aan de voet van een gebergte, bij hevige regenval trekt hier geen water in de grond waardoor al het water in de rivier komt (piekafvoer).
- Gebieden waar het afsmelten van de sneeuw samenvalt met hevige regenval in de zomer.
- Gebieden waar tropische orkanen voorkomen. Een tropische orkaan zorgt voor hevige regenval waardoor het water hoger komt te staan.
- Gebieden waar stroomopwaarts ontbossing plaatsvindt, bij hevige regenval kunnen de bomen geen water meer opnemen omdat ze gekapt zijn.
- Gebieden die door stedelijke bebouwing verstenen.
Oorzaken van toename overstromingen:
- Minder infiltratie door ontbossing en verstening.
- Het opsluiten van rivieren tussen dijken.
- Bodemdaling door het oppompen van grondwater.
- Zeespiegelstijging door versterkte broeikaseffect.
Maatregelen korte termijn:
- Dijken, dammen en bufferbassins aanleggen.
- Het weer in de gaten houden.
- Burgers voorlichten en trainen.
- drinkwater en voedsel veilig stellen.
Maatregelen lange termijn:
- Ruimte voor rivier maken (dus de rivier niet langer opsluiten).
- Broeikaseffect minderen (Zeespiegel daalt dan weer).
- Vestingsbeleid waarbij mensen zoveel mogelijk verplaats worden uit risico gebieden.
Paragraaf 5.
Waterstress = te kort aan water
Er kan spraken zijn van een fysiek watertekort en aan een economisch watertekorT
Fysiek watertekort= Te weinig water om aan de waterbehoefte van mensen te voldoen
Economisch watertekort = Er is te weinig geïnvesteerd om het wel aanwezige water bij mensen te brengen.
wateroorlog = conflicten tussen landen om water.
Twee belangrijkste problemen:
- Tekort aan schoon drinkwater, In gebieden waar waterstress het hoogst is nemen de problemen op. Dat komt door de toenemende bevolking, de groeiende welvaart en de snelle verstedelijking.
- Te kort aan irrigatiewater.
Voordeel stuwdam:
- Een enorme voorraad water.
Nadelen stuwdam:
- Bewoners van het gebied wat onderwater word gezet moeten verplicht verhuizen.
- Het stuwmeer slibt vroeg of laat dicht.
- Bij een doorbraak van de stuwdam stroomt het water naar het dichtbevolkte kustvlakte.
Twee manieren om zuinig met water om te gaan zijn:
- Slimmer irrigeren.
- Minder gebruiken meer hergebruiken.
Paragraaf 8.
Dijkring = Een stelsel van dijken, dammen, duinen en hogere gronden die het ingesloten gebied beschermen tegen overstromingen.
Polder = Een gebied waarin mensen de hoogte van de grondwaterstand regelen
Vier soorten polders in laag Nederland:
- Zeepolders. Deze polders zijn ontstaan door indijking van vroegere kwelders
- Veenpolders. Een veengebied dat zover is ingeklonken dat het nu onder NAP ligt
- Droogmakerijen. Polder ontstaan door leegpompen van een plas of stuk zee
- IJselmeerpolders. Droogmakerijen in de voormalige Zuiderzee
Door de opwarming van de aarde stijgt de zeespiegel. We krijgen dan vaker te maken met stormvloeden, de duinkust loopt het risico dat bij zware storm het strand en de zeewerende duinen kunnen wegslaan.
Zeereep = De eerste rij duinen, meteen naast het strand.
Hoe gaan we in Nederland om met de bedreiging van de kust?
- Om zwakke plekken te versterken
Kustafslag= Wegslaan van stukken strand of duin tijdens een storm. Die schade moet zo snel mogelijk hersteld worden door zand vanuit zee op of net voor het zand te spuiten –Dit heet Zandsuppletie–.
- Bij een brede duinenrij is het gevaar van doorbraak erg klein. Hier laat men de natuur zijn gang gaan –Dit heet dynamisch kustbeheer–. De zee mag inbreken in het duingebied en de wind kan het zand verstuiven.
- Beschermen van de waddengebied is moeilijk omdat men er weinig invloed op heeft. Het getijdenlandschap (landschap onder invloed van eb en vloed) is een dynamisch systeem. Bij een verhoging van de zeespiegel word er extra sediment aangevoerd zodat het evenwicht bewaard word.
REACTIES
1 seconde geleden
A.
A.
Thanks so much dat je deze samenvatting hebt gemaakt. Je maakt mijn leven echt veel makkelijker :)))
8 jaar geleden
Antwoorden