Hoofdstuk 4, Steden

Megastad- stad met meer dan 10 miljoen inwoners.
Wereldstad- grote stad die voor een deel van de wereld belangrijk is op het gebied van economie, politiek en cultuur.
Stedelijk netwerk- een groep van steden in een land die onderling op tal van terreinen verbonden zijn.
Primate city- een stad die , gelet op aantal inwoners en functies, veel groter en belangrijker is dan de tweede stad in het land. In een land is er dan meestal maar 1 megastad.
Site- kenmerken van de ligging van een plaats zelf.
Situation- kenmerken van een plaats die samenhangen met zijn ligging ten opzichte van andere plaatsen of gebieden.
Koloniale dubbelstad- een stad die bestaat uit een westers en niet-westers gebied. Ligt altijd in een ontwikkelingsland.
Urbanisatiegraad- percentage van de bevolking dat in steden woont.
Surbanisatie- proces waarbij mensen en bedrijven vanuit de stad naar het platteland trekken.
Urbanisatie- proces waarbij mensen en bedrijven vanuit het platteland naar de stad trekken.
Urbanisatietempo- percentage waarmee de urbanisatiegraad jaarlijks toeneemt.
Suburbs- (Amerikaanse) voorsteden.
CBD- Central business district, centrum van de stad waar allerlei kantoren zijn gevestigd.
Stadsgewest- een stedelijk gebied waarin de omringende plaatsen op tal manieren met elkaar verbonden zal met de centrale stad.
Agglomeratie- aaneengesloten stedelijke bebouwing die zich over meer dan één gemeente uitstrekt.
Stedelijke gebieden- gebied waarin een aantal stadsgewesten liggen die goed met elkaar verbonden zijn.
Randstad- hoefijzervorig stedelijk gebied waarvan Amsterdam, Utrecht, Rotterdam en Den Haag de belangrijkste kernen vormen.
Vinex-locatie- een nieuw stadsdeel dat tegen de oude stad aan is gebouwd.
Reikwijdte- de afstand die de klanten willen afleggen voor een bepaalde dienst of goed.
Verzorgingsgebied- het gebied dat door één plaats wordt voorzien van goederen en diensten/
Renovatie- het opkappen van huizen.
Sanering- het afbreken van huizen en wijken en ze vervangen door nieuwbouw.
Drempelwaarde- het minimum aantal mogelijke klanten dat nodig is om een product of dienst op een bepaalde plaats met winst te kunnen aanbieden.
Compacte stad- stadsvernieuwing waarbij het opvullen van open plekken en het bouwen van nieuwe wijken tegen de oude stad aan uitgangspunt zijn.
Segregatie- het gescheiden wonen van verschillende bevolkingsgroepen in een stad.
Woningdichtheid- het aantal woningen per hectare.

4 kenmerken van een stad:
-een bepaalde per land verschillende omvang.
-een hoge bebouwingsdichtheid in vergelijking met de omringende gebied.
-een beroepsbevolking die vrijwel uitsluitend werkt in de secundaire factor en tertiaire.
-een groot aantal functies voor het gebied rond de stad.

Waar liggen steden vaak?
-In vlakke, vruchtbare gebieden, op kruispunten van handelswegen, langs rivieren, aan de kust of bij de vindplaats van grondstoffen. Bijv. Parijs.

Waar liggen de ontwikkelingslanden vaak?
-Aan de kust.