Hoofdstuk 2, Mens en natuurgeweld

Beoordeling 5.2
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 3e klas havo | 542 woorden
  • 11 augustus 2008
  • 20 keer beoordeeld
Cijfer 5.2
20 keer beoordeeld

Hoofdstuk 2

Van een cultuurramp spreek je als er veel slachtoffers vallen door wat mensen elkaar aan doen.

Als bij een cultuurramp het aantal slachtoffers erg groot is, spreek je van een humanitaire ramp.

Bij een milieuramp wordt het milieu veel schade
toegebracht. Denk bijvoorbeeld aan een kernramp of een ramp met een olietanker.

Van een natuurramp spreek je als er door natuurkrachten veel slachtoffers vallen of als er veel schade is.

Als de zeebodem vanaf de oceanische ruggen uiteendrijft en de continenten als delen van grote platen meeneemt noem je dat platentektoniek.
De platen kunnen op 3 verschillende manieren worden begrensd:
- door samendrukking
- door uitrekking
- door horizontale verschuiving.

Samendrukking

Bij samendrukking glijdt één plaat – meestal de oceanische – onder de andere. De natuurlijke krachten dwingen de oceaanbodem in een diepe trog naar beneden te buigen, terwijl de rand van de bovenste plaat wordt geplooid of gebroken. Het resultaat is een eilandboog (bijv. Japan) of een bergketen (bijv. Andes) (langwerpige, diepe kuil in de zeebodem)

Uitrekking

Bij uitrekking beweging de platen uit elkaar. Er vormt zich een oceanische rug waar nieuwe oceaankorst ontstaat.
De oceanische ruggen liggen als grote bergketens op de bodem van de oceanen.
Voorbeelden zij de Mid-Atlantishce Rug, de Oost-Pacifische Rug en de ruggen in de Indische Oceaan.

Horizontale verschuiving

De platen glijden langs elkaar. De meeste horizontaal verschuivende plaatgrenzen liggen onder water. Ze verbinden delen van de oceaanruggen tot een rechthoekig patroon dat de zeebodem eruit laat zien als de rug van een krokodil.

Gebergtevorming, aardbevingen en vulkanisme komen vooral voor aan de randen van de platen en zijn een direct gevolg van de beweging van de platen.
Het hypocentrum is de plaats waar de aardbeving begint. De plaats aan de oppervlakte boven het hypocentrum heet epicentrum.

Onderzeese vulkaanuitbarstingen of aardbevingen waarvan het epicentrum op de oceaanbodem ligt kunnen een vloedgolf of tsunami veroorzaken.

Bij een eruptie of een uitbarsting van een vulkaan komt gesmolten gesteente uit de arde naar het aardoppervlak. Magma vloeit uit en wordt lava. Alleen als de druk in de vulkaan erg hoog is is de vulkaan actief

Vulkaantypen


Stratovulkaan (kegelvulkaan)

Naa een uitbarsting koelt een lavastroom ag en stolt. Er ontstaat een nieuwe laag gesteente op de vulkaanhelling. Uiteindelijk kunnen hogen vulkanan ontstaan (Fuji, Vesuvius, Etna).

Schildvulkaan

Dun vloeibare lava stroomt over een groter gebied uit. Zo’n vulkaan wordt breed en blijft laag (Hawaii).

Spleetvulkaan

De lava komt omhoog uit spleten, die kilometers lang kunnen sijn (IJsland).

Caldera

Een zeer grote krater, ontstaan door instorting of door een explosie (Vesuvius 79 n. Chr., Krakatau 1883).

Een modderstroom word ook wel een lahar genoemd en is gevaarlijker dan de vulkaanuitbarsting zelf.

Moesons zijn halfjaarlijks wisselende winden. Ze ontstaan in gebieden waar grote landmassa’s aan grote wateroppervlakten grenzen.
Een tropische orkaan of tropische cycloon is een zeer zware storm met windkracht 12. Ze ontstaan meestal tussen de 5 en 10 N.Br. en Z.Br.
Een wervelwind wordt ook wel tornado genoemd.

Als mensen maatregelen neme om rampen te voorkomen, noem je dat preventie.
Ook wat betreft het voorkomen van rampen en de mogelijkheid tot preventie d er sprake van ruimtelijke ongelijkheid.

Het te snel op nieuw gebruiken van eens tuk grond. Waardoorr de grond weer snel uitgeput raakt en voor lange tijd beschadigt wordt noemen we roofbouw.
Een bron die heet water spuit woordt een geier genoemd.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.