Hoofdstuk 1

1.) Slimme kaarten door GIS?

GIS is een Geografische Informatie systeem. Je gebruikt daarbij een computer om gegevens in te voeren, te veranderen, te analyseren en te presenteren.
Daarbij heb je Ruimtelijke data nodig. Dit zijn gegeven die een locatie op aarde aangeven. Voorbeelden van Ruimtelijke data zijn postcodes of de breedte en lengte liggingen. Deze Ruimtelijke data zijn makkelijk te veranderen.

GIS heeft 2 soorten kaarten:
-rasterkaarten: Dit is een kaart waarbij het hele gebied v/d kaart verdeeld is in een netwerk van kleine cellen. Elke cel krijg een waarde en kleur.
-vectorkaarten: Dit is een kaart gebaseerd op coördinaten. de kaart bestaat minstens uit 2 coördinaten de X & Y. Je krijgt dan punten, deze punten vormen lijnen en vlakken.

2.) Minder misdaad door kaarten?

deze paragraaf is niet belangrijk!!!

3.) Global Positioning System: waar ben ik?

Global Positioning system is een netwerk van 24 satellieten, deze zorgen ervoor dat je overal op aarde kunt zien waar je bent en waar het/iemand is.
Dit wordt ontvangen op een GPS-ontvanger. Deze GPS ontvanger vangt de signalen van de satellieten op.

Voor de plaatsbepaling maak je gebruik van het wiskundige principe van DRIEHOEKSMETING: een locatie bepalen als je de afstand weet van die plek naar andere, al bekende plaatsen.
Voor elke GPS wordt het WGS84 (world geodetic System of 1984) in alle ontvangers gebruikt. WGS84 is een wereldwijde afspraak over het noteren van lengte en breedteligging in een GPS.

4.) Remote sensing: beter dan kaarten?

-Satelliet beelden zijn geen echte foto\'s. het zijn de gemeten waardes v/d weerkaatste hoeveelheden licht of warmte van het aardoppervlak. Een computer zet die gegevens om in beeld, zo ontstaan er remote-sensing beelden.(RS)
-Projectietypen zijn:
-cilinderprojectie
-kegelprojectie
-azimuthaleprojectie