De actieve aarde

Beoordeling 4.9
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 6e klas vwo | 614 woorden
  • 1 augustus 2005
  • 39 keer beoordeeld
Cijfer 4.9
39 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Studiekeuzestress? 5 gouden tips om voor áltijd te blijven twijfelen

Ben jij ook zo'n expert in het uitstellen van je studiekeuze? Met deze 5 tips blijf je gegarandeerd nog járenlang twijfelen. Want waarom zou je een beslissing nemen als je ook gewoon... niet kunt kiezen? 

Check het hier

Aardrijkskunde - De actieve aarde

Hoofdstuk 2 Klimaat veranderingen

1. Het klimaat op aarde

Weer à situatie in de dampkring ( =luchtlaag om de aarde heen ook wel de atmosfeer genoemd) over een korte tijd en een klein gebied
5 Factoren: 1. stralingsbalans
2. luchtstroming / wind
3. hogedrukgebieden
4. lagedrukgebieden
5. neerslag

Klimaat à Gemiddelde temperatuur en neerslag over een lange periode, 30 jaar, en een groot gebied. 5 Factoren: 1. Geografische breedte
2. land/zeeverdeling
3. hoogte ligging
4. ligging gebergte/reliëf
5. zeestromen

Het klimaatsysteem werkt op basis van de stralingsdichtheid. ( hoeveel zonnestraling per vierkante meter per seconde) Bij de evenaar is deze stralingsintensiteit het hoogst Hier wordt er veel energie gebruikt voor de verwarming van lucht. Warme lucht gaat stijgen waardoor een lagedrukgebied ontstaat. Kenmerk: wisselvallig weer met neerslag. Het permanent lage druk gebied boven de evenaar wordt Het Intertropische convergentiezone genoemd (ITCZ). Door dat de omwentelingssnelheid bij de evenaar het hoogst is krijgt de lucht stroom volgends de Wet van Buys Ballot een afwijking op het noordelijk half rond naar rechts, De noordoostpassaat, en op het zuidelijk halfrond naar links, De zuidoostpassaat. Ter hoogte van de keerkringen vind je de Subtropische hogedrukgebieden. De lucht is hier droger waardoor er vaak woestijnen ontstaan. Kenmerk: droog weer. De warme lucht die richting de polen stroom komt op gelijkmatige breedte koude lucht die vanuit de polen wordt aangevoerd tegen. Deze luchtsoorten botsen en op de grenszone, het front, ontstaan vaak depressies als gevolg van een lage drukgebied.

Basis van het klimaat is de zon. Belangrijk is de inkomende straling van de zon. En de uitgaande straling van het aardoppervlak. Het verschil tussen beide (aftrekken van elkaar) = STRALINGSBALANS
Instraling door de zon wordt bepaald door 3 factoren: 1. De vorm van de aardbaan rond de zon. Meestal cirkelvormig maar eens in de 100.000 en 413.000 jaar een ellipsvorm
2. Hoek van de aardas
3. Tolbeweging van de aardas

Neerslag

1. Stijgingsregen
Opwarming lucht à lucht stijgt à koelt af à condensatie à neerslag
vb. De tropen
2. stuwingsregen
Lucht stijgt bij gebergte à vanuit zee worden de wolken aangevoerdà deze stijgen aan de loefzijde van de berg om hoog à aan de loefzijde regent het à aan de lijzijde is het droog. 3. Frontale regen
Botsing koude en warme luchtstromen. Vaak op gelijkmatige breedte. Vb. Nederland. Regel 1 à koude lucht is zwaarder dan warme lucht
Regel 2 à warme lucht moet dan stijgen à afkoeling à condensatie
Regel 3 à koude lucht verplaats zich 2 keer zo snel als warme lucht.

2. Klimaat veranderingen in het verleden

Het klimaat kan veranderen door een verandering in de stralingsbalans. Dit kan ontstaan door: · Vorm van de aardbaan · De hoek van de aardas · De tolbeweging van de aardas

Het broeikaseffect is afhankelijk van de hoeveelheid CO2 in de dampkring. CO2 ontstaat bij verbranding van organisch materiaal. CO2 wordt afgebroken door de groei van planten en er wordt veel CO2 opgenomen door de oceaan en zijn organisme. Het broeikaseffect heeft veel invloed op de temperatuur op aarde.

De zeestromen en ligging van de continenten hebben ook invloed op het klimaat en de luchtstromen.

Wanneer landijs smelt vermindert het gewicht dat op het aardoppervlak ligt. Door het isostatisch evenwicht komt het aardoppervlak weer omhoog. Zodra het gebied weer boven de sneeuwgrens uit stijgt begint er een nieuwe ijstijd.

3. De mens als factor van verandering

Door de industrie van de mens wordt er veel CO2 en CH4 (methaan) de dampkring in gebracht. Dit noemen we het versterkte broeikaseffect. Het natuurlijke broeikaseffect zorgt er voor dat de temperaturen op aarde leefbaar zijn. Dit is dus een positief effect. Door het versterkte broeikaseffect kunnen de temperaturen op aarde te snel te veel stijgen. Dit kan nadelige gevolgen hebben voor de bewoners van de aarde. Zoals de stijging van de zeespiegel.

4. Het opsporen van klimaat veranderingen.

Door middel van landschapsvormen kun je aan de aarde zien dat er niet altijd het zelfde klimaat is geweest.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.