---------------------Het katern van accra tot amsterdam--------------------------
Over west–Afrika
Antropologen: onderzoeken sporen van een volk (dans, zang, tradities), maar dit doen ze niet alleen om het volk beter te begrijpen maar ook om inzicht te krijgen in de historische ontwikkelingen ervan. (hun werk is dus belangrijk voor de historici)
Omdat een volk nu iets doet kun je daaruit niet afleiden dat het altijd zo is geweest, de omstandigheden kunnen namelijk erg veranderen (de regels, gedrag) daarom moet je dergelijke verslagen niet altijd maar vertrouwen.
In de Afrikaanse culturen zie je nogal wat verschillen, want er was namelijk weinig onderling contact tussen dorpen in de streek.
De 2 problemen bij het bestuderen van de oorspronkelijke West-Afrikaanse culturen is dus erg lastig omdat: - de omstandigheden kunnen veranderen - door slecht contact verschillen de culturen nogal van elkaar
Afrika bevat weinig voedingsgewassen, dit komt doordat de grond vaak bedekt is met een dunne, onvruchtbare laag hierop kan dus nauwelijks wat groeien. Ook heeft Afrika veel last van parasieten.
2 grote problemen de een rem vormen op de ontwikkeling van de veeteelt zijn dus: - veel onvruchtbare grond - veel parasieten
de mensen trokken daarom dus vaak van plaats naar plaats op zoek naar een nieuw stukje grond.
Van generatie op generatie werd overgedragen hoe het evenwicht in de schrale natuur bewaard moest worden, namelijk net voldoende aan de natuur onttrekken om de groep in stand te houden.
Toch was er een enorme bevolkingsgroei dat kwam doordat: - de ijzerbewerkende technieken werden uitgevonden (begin ijzertijd 2000 jaar geleden) - doordat de mensen erg verspreid leefden.
Rond 1000 n. Chr. gaf men het rondtrekkend bestaan op en koos men voor een vaste verblijfplaats .
Het Afrikaanse leven stond geheel in het teken van gemeenschap, want alleen overleven was niet mogelijk.
Nadat het ijzerwerk was uitgevonden, kon men op den duur meer voedsel produceren, zo waren er rond de 8e eeuw verschillende bloeiperioden in Afrika.
Voor de afrikanen waren de voorouders ondanks dat ze overleden waren nog steeds erg belangrijk, de geesten van de voorouders waakten namelijk nog steeds over de bevolking. Wanneer je dus ook je voorouders vereerde kon je rekenen op een goed leven. Zo mocht men ook niet te veel persoonlijk bezit hebben, want hier kwam narigheid van. Men geloofde ook in bovennatuurlijke krachten , zo geloofden ze in 1 scheppende god die alle dingen gemaakt had, maar deze god bemoeide zich nu niet meer met de mensen, maar liet dit over aan de lagere goden. Deze goden hadden elk macht over een deel van de natuur (bijv. rivieren, bomen, storm, enz)
Het contact met de goden werd verzorgd door de priesters, zij moesten zich houden aan strikt religieuze taken.
Met behulp van magie, kon men zelf ook een beetje de natuur beïnvloeden. Zo hadden bij de religieuze handelingen zang en dans een grote rol. De dansers raakten dan in een trance waarin zij dan in een toestand kwamen waarin zij konden communiceren met de bovennatuurlijke wereld.
De Afrikaanse familie bestond uit 1 man (familiehoofd) en deze was dan getrouwd met meerder vrouwen. Ze leefden in een kerngroep, deze bestond uit alle kinderen en zonen die niet getrouwd waren en nergens anders naar toe konden.
Een man had namelijk veel vrouwen en kinderen nodig om zijn grond te laten bewerken, dus hoe meer vrouwen en kinderen des te hoger het aanzien van de man was. Daarom speelde een vruchtbare vrouw ook een belangrijke rol.
Polygamie: is het samenleven met meerdere partners. Vaak was er dan een hevig strijd onder de mannen, doordat er niet zoveel vrouwen waren. (scheiden was ook relatief makkelijk)
Doordat de man en vrouw geen gezamenlijk bezitten hadden, waren de vrouwen economisch relatief zelfstandig, dat kwam ook doordat het hun taak was om met de opbrengsten van het landgoed, de plaatselijke markten te bezoeken.
De slaven in West-Afrika…………..
Noord-afrika werd veroverd door de arabieren, zo kwamen de karavaanroutes in handen van de moslims. In de eeuwen die toen volgden ontstond een goede handel, want Afrika bezat namelijk veel goud en dit werd dan geruild tegen zout ofzo. (op kleinere schaal werd er ook al in slaven gehandeld)
Na de moslims (arabieren) kwamen de Europeanen West-Afrika verkennen. Maar ipv vanuit het noorden het land binnen te komen, kwamen de Portugezen van de westkant, dus vanuit de zee. Ze wisselden dan goederen uit met Afrikaanse kooplui en verdwenen daarna weer.
Maar in 1482, wouden de Portugezen daar toch een vaste plek hebben en bouwde zodoende een fort aan de kust. Behalve het goud waren zij behoorlijk geïnteresseerd in de slaven.
Maar rond 1600, kwamen er andere Europeanen naar Afrika, zou bouwden de Nederlanders in 1612 een fort. Hierdoor was het in die tijd oorlog tussen de Portugezen en Nederlanders, zo viel Nederland het Portugese fort aan in 1625…later hebben de Portugezen toch een overwinning gehaald.
Maar de 2e poging om de plaats van de Portugezen te veroveren lukte in 1637, zo kwam toen de laatste Portugese invloed ten einde. Door de Nederlandse leiding kwam de slaven handel nu goed op gang.
Slaven in Suriname……
De meeste slaven kwamen terecht op plantages, als je meer geluk had werd je gekocht om huishoudelijk of ambachtelijk werk te verrichten, je had dan een vrijer leven dan de veldslaven.
In het begin werden eerst complete gezinnen verkocht, later werd alles gescheiden verkocht. Maar al snel bleek dat de kinderen niet zonder moeder konden en visa versa. Dus het gescheiden verkopen van moeder en kind ver verboden. Deze kregen dan ook vaak een taak in het huishouden.
Op de plantages zochten de meeste slaven elkaar op en leefden zo bij elkaar, dit was wel een groot risico, want zo kon bijvoorbeeld een opstand ontstaan. De slaven die vluchtten kwamen uiteindelijk ook bij elkaar om samen in het oerwoud verder te leven.
Doordat de slaven houders een andere taal spraken dan de slaven zelf, ontstond er een nieuwe taal, namelijk het negerengels. Dit gebeurde in 1650-1667 toen Suriname in handen kwam van de Engelsen. Later werd deze taal beïnvloed door het Nederlands
Gezegden van de afrikanen zijn odo’s, ze gaan namelijk over zaken die slaven bezighielden zoals ziekte, honger, lijfstraffen enz. Ze werden van generatie op generatie doorgegeven en zo kwam er natuurlijk ook een beeld van die periode van de slaven.
Sommige Surinaamse slaven waren in Afrika ook al slaaf geweest, maar in Afrika moesten zij veel lichter werk verrichten, zoals alleen verzamelen van voedsel, ook was in Afrika de afstand tussen de slaven en de slavenhouder veel minder en mochten de slaven bijvoorbeeld bij hem in hetzelfde huis slapen.
In Suriname was het allemaal heel anders, een relatie tussen de slavenhouder en de slaven. Er waren nogal wat regels voor de slaven zoals: - de slaven mochten zich niet europees kleden; geen kousen, geen schoenen, juwelen. - de slaven moesten de blanken op straat voor laten gaan en ze eerbiedig groeten. - Als je als slaaf een relatie had met een blanke, dan kreeg je de doodstraf.
Later ontwikkelde zich onder de slaven een nieuw geloof, uit afrika zelf, namelijk het winti-geloof. Belangrijke rituele handelingen zijn: - bedoeld om angsten te overwinnen - geluk af te dwingen - kwaad te keren - familiebanden te bevestigen - bestaat uit 1 schepper of oppergod - voorouderverering is erg belangrijk (want alles is er namelijk gekomen door hun) het is belangrijk om de winti’s gerust te stellen, dat kun je doen door bijvoorbeeld de juiste sieraden te dragen of rituelen uit te voeren. Omdat de blanke bevolking veel minder mannen had, begonnen deze mannen ook regelmatig wat met de slavinnen. Ook al was dit streng verboden. Doordat de vrouwen zwanger raakten ontstonden er kleurlingen. Als je dus geluk had werd je door je (blanke) vader vrijgekocht en had je een redelijk vrij leven.
Maar soms werden de slaven vrijgekocht, doordat ze oud of ziek waren. De slavenhouder was op deze manier alleen maar geld kwijt om deze mensen te onderhouden terwijl ze nauwelijks arbeid konden verrichten.
Op die manier ontstonden er 3 groepen vrijen: - blanken (deze hadden alle rechten en aanzien) - vrije kleurlingen. - vrije zwarten
Het grote verschil was tussen de vrije kleurlingen en de vrije zwarten, dat de kleurlingen wel godsdienstonderwijs volgenden en de zwarten niet. Toch mochten de kleurlingen verder niet dezelfde dingen als de blanken.
De slaven die van de plantages wegliepen, vluchtten naar de oerwouden en werden daarom bosnegers of boslandcreolen genoemd. Hun middel van bestaan was akkerbouw en een beetje visvangst en jacht.
Wat is een stam: - verwanten met een gemeenschappelijke stammoeder vormt een uitgebreide familie - grote families bij elkaar vormt een clan - een aantal clans bij elkaar vormt een stam.
De dorpen worden meestal bestuurd door de oudste clanleden, ook de priesters hadden een invloedrijke stem. Er werd net zo lang gepraat totdat iedereen ermee eens was.
Onderdanen in Suriname…….
1 juli 1863 werden alle slaven vrijgelaten, dat kwam door de emancipatiewet die was aangenomen door het Nederlandse parlement.
Door deze wet waren ze wel bevrijd maar ze moeten wel weer gedwongen arbeid verrichten. Ze moesten na hun vrijlating namelijk 10 jaar lang onder toezicht van de staat contractarbeid verrichten.
De creolen kregen toen nog niet dezelfde rechten als de blanken dat was pas in 1927. Zo vond de overheid het bijvoorbeeld belangrijk om de creolen op te voeden als Nederlandse burgers, zo moesten ze zich bekeren tot het christendom.
Ondanks dat bijna alle slaven tot christenen waren verklaard, hielden de slaven zich stiekem nog vast aan hun oude eigen geloof, namelijk aan de winti-religie. Ze gaven dus hun traditionele leefwijze niet op.
Toen het contract afgelopen was, bleven de meeste creolen op de plantages wonen, anderen trokken naar Paramaribo. Ze kwamen terecht in een samenleving waar de kleur ook weer een rol speelde, dus hoe lichter de huis, hoe mee aanzien je had. Zo hadden de kleurlingen dus ook meer kans op de arbeidsmarkt dan de meeste andere creolen.
Na de tweede wereld oorlog waren de creolen de discriminatie, min of meer zat en er ontstond een creools nationalisme. Zij lieten zich inspireren door de zwarte bevolking uit de VS.
Het gevoel werd sterker, toen de zwarte Amerikanen in het leger zaten tijdens de tweede wereld oorlog, maakte dat veel indruk op de Surinaamse creolen.
De VS werd door de creolen erg goedgevonden, omdat ze hogere lonen betaalden dan dat de Nederlanders deden. De Amerikanen richten namelijk een bedrijf in Suriname, omdat het land veel bauxiet bevatte.
Aantekeningen:
- Middeleeuwen: 1000-1500 - In 1300 hadden de rooms-katholieken een overheersende invloed - Dan komt de islam in opkomst, de rooms-katholieken voelden zich bedreigd door de islam. - Er ontstond een conflict tussen de islam en de katholieken., maar de katholieken versloegen wel de islamieten. - eind van de 15e eeuw was de herovering gelukt (katholieken Spanjaarden) - in 1492 de laatste islamiet is weg en Portugal ontstaat
- de Portugezen dachten dat de wereld plat was, dus dat gingen ze onderzoeken. - Dan komen de 1e Portugezen aan in 1480, zij gaan handelen in slaven, ivoor en goud, dit ruilde zij in voor kraaltjes en ijzer van hun zelf. - in 1628 veroverd piet hein de zilvervloot. - zo gaan de Nederlanders ook naar Afrika en pikken de forten in van de Portugezen. - de Nederlanders namen nu ook de handel over (begin 17e eeuw)
- West-Afrika was een tamelijk ontwikkeld gebied. - Er was een agrarisch-urbanische samenleving
- slavernij in West-Afrika komt in hen cultuur voor - handel/akkerbouw/jacht daaruit bestaat het leven - 16e en 17e eeuw: europezen bouwden forten, en handelde in slaven, de Spanjaarden en Portugezen beheerden Zuid-Amerika, maar daar waren de indianen snel ziek, dus moesten de slaven het werk overnemen.
Gele bladzijdes:
Confucianisme: Een praktische en ethische leer (han-periode in China) die gebaseerd was op 5 deugden - vriendelijkheid - oprechtheid - wijsheid - trouw - waardigheid
het han-periode was tegelijkertijd met het Romeinse rijk, alles was China veel minder open, ook was China een grote landmassa, terwijl het Romeinse rijk omringd was door zeeën. Er was een route (de zijde route) die het zijde en papier van China naar europa bracht.
Hindoeïsme: Nieuwe godsdienst in India (tussen 1500 en 500 voor Chr.) bij deze religie staat het geloof in reïncarnatie centraal. Ook heeft deze religie met een streng kastenstelsel te maken
Boeddhisme: Is uit het hindoeïsme ontstaan deze voorkomt het lijden van de mensen. Het bevorderd - verdraagzaamheid - geweldloosheid - gelijkwaardigheid (onder de mensen)
door de arabieren kwam India in aanraking met de islam. Door de arabieren werden de verbindingen tussen verschillende gebieden onderhouden.
Afrika ten zuiden is alleen te bestuderen via mondelinge traditie en archeologische overblijfselen, het leven in stamverband heeft dan ook een grote rol gespeeld. Het rijk dat het langst bestaan heeft, is dat van de ashanti en West-Afrika.
De economie verschil over verschillende streken, zo zijn er streken die leven van het jagen en verzamelen maar er zijn ook streken die van de akkerbouw en veeteelt leven. Overal bestond er al een vorm van handel.
De Portugezen begonnen aan hun expansie, ze kwamen in 1498 in de zuidpunt van Afrika terecht en even later bereikten ze ook India. Overal kwam nu Portugese handelsvestigingen. (Dit speelde allemaal in het begin van de16e eeuw)
ondertussen maakte columbus ook een reis, hij probeerde naar India te varen, maar hij kwam in 1492 aan in Amerika en noemde de plaatselijk bevolking indianen. De Portugezen en Spanjaarden (olv koning Philips II) versloegen veel rijken oa van de azteken en de inca’s
Tegen het eind van de 16e eeuw kwamen er nieuwe kapers op kust, namelijk de Hollanders en Engelsen. Dit was ook het begin van de 80-jarige oorlog
1600: richten de Engelsen EIC op (east india company) 1602: richten de Hollanders de VOC op (verenigde Oost-Indische compagnie) zo viel het een na andere fort in handen van de Nederlanders of Engelsen. 1628: piet heijn veroverd de Spaanse zilvervloot. De Nederlanders stichten overal factorijen op. Zo heerste de VOC in Indonesië belangrijke gebieden.
In Amerika werden de plantages ingericht voor grootschalige productie van bepaalde landbouwproducten. Bijv suikerriet. De plantages werden bewerkt door de inheemse bevolking namelijk de indianen. Deze waren alleen niet bestand tegen de Europese ziekten en grote aantallen stierven. Op deze manier werden er negerslaven uit West-Afrika gehaald (transatlantische slavenhandel in de 17e eeuw)
de Europese schepen legde op deze manier een driehoeksverhouding af. - van europa naar West-Afrika met ruilgoederen die dienden om slaven te kopen - van West-Afrika naar Amerika met slaven - van Amerika naar europa met de plantageproducten.
De Europeanen zorgden ervoor dat er van het oorspronkelijke cultuur van de indianen, inca’s en de azteken weinig overbleef, zo werden zij nu beïnvloed met het rooms-katholieke geloof en Europese talen
Boutersen vestigde in 1980 een dictatuur op, hij wil alle macht in handen hebben
Begrippen:
Transatlantische slaven: Slaven die door de europeanen van afrika naar amerika werden gebracht, over de altlantische oceaan heen.
Abolitionisme: Streven naar een afschaffing van een bepaalde regeling, het tegengaan van de slavernij
Europese expansie: De europese uitbreiding, het oprichten van fort en het in beslag nemen van kolonies.
Dekolonisatie: Het onafhankelijk maken van een kolonie.
Handelsimperialisme: Streven van gebiedsuitbreiding door middel van handel.
Recht van alliantie:
Pijltjesvragen:
Waarom speelt de zorg om het natuurlijk evenwicht zo grote rol in West-Afrika: - de vruchtbare grond dwingt de bevolking om voorzichtig met de natuur om te gaan. Dus niet uitputten want dit zorgt voor een hongersnood
- de afrikanen vonden dat het leven volgens voorouderlijke tradities voor de meeste kans op overleving zorgde.
Waarom speelde dans een belangrijke rol in West-Afrika: - het was een uiting van samenhorigheid en het speelde een grote rol in de religie
drie soorten van geloof zijn: - geloof in voorouders - geloof in natuurgoden - geloof in magie
waarom was vruchtbaarheid bij vrouwen zo belangrijk:
- er waren veel mensen nodig om een land te bewerken, er moesten dus veel kinderen komen,
deze konden later ook weer voor de ouders zorgen, en zonder kinderen kon je ook geen
voorouder worden.
De positie van de vrouw in West-Afrika: - vrouwen werkten op het land en verzorgende het huishouden en de kinderen. - Ze hadden ook hun eigen bezit en waren redelijk onafhankelijk
Waaruit bestond de handel tussen West-Afrika en noord-afrika - goud en slaven werden geruild tegen zout
welke Europese volken bouwden forten en waar diende zij voor: - de Nederlanders en de Portugezen - zo kon men handel drijven in oa slaven, ook was het tegen bescherming voor vijanden die vanuit de zee het land probeerden in te dringen
waarom was Surinaamse slavernij niet te vergelijken met de Afrikaanse slavernij: - Suriname: hier moest veel zwaar veldwerk verricht worden, de sociale afstand tussen de slaaf en de meester was groter - Afrika: het was licht arbeid en de slaven werden min of meer als familie lid beschouwd.
Het winti geloof van de slaven: - er is een oppergod die alle dingen gemaakt heeft. - Daaronder staan natuurgeesten die de mens kunnen helpen, ze moeten gunstig gestemd worden. - Ook voorouders moeten via rituelen tevreden gehouden worden.
Groepen in de Surinaamse samenleving van hoog naar laag: 1. blanken (Europeanen) 2. vrije kleurlingen (kinderen van blanken en zwarten) 3. vrije zwarten (deze zijn vrijgekocht of ze waren kreupel enz.) 4. zwarte slaven (ook de indianen staan helemaal onderaan) de middelen van bestaan en gezinsopbouw van boslandcreolen: - bestaat uit akkerbouw, visvangst en jacht - bestaat uit vrouw en kinderen, een man hoort niet als vast onderdeel erbij.
Waren de slaven na 1 juli 1863 vrij en kregen zij dezelfde rechten: - nee, ze werden gedwongen om nog tien jaar onder toezicht van de staat contractarbeid te doen en hadden haast geen rechten
christelijke bekeringswerk onder de vrijgelaten slaven: - ze deden net alsof, ging naar kerken enz. Maar ondertussen hielden zij zich nog steeds aan hun eigen wintigeloof
welke rol speelde de huidskleur in Paramaribo en welk gevolg had dat voor de creoolse cultuur: - huidskleur was bepalend voor je positie, hoe lichter hoe beter - het verzwakte hierdoor de creoolse cultuur, want zij konden niet hogerop komen.
De boodschap van het creools nationalisme: - zwarten moeten voor hun eigen zwarte belangen opkomen want zwart zijn is waar je trots op moet zijn.
De relatie tussen de drie bevolkingsgroepen en welke invloed had dat: - de creolen, Hindoestanen en de Javanen leefden gescheiden van elkaar en hadden daardoor weinig invloed op elkaar
hoe kijken de mensen tegen het verleden aan: - de nakomelingen kunnen het niet vergeten zij willen bijv geld enz. - de Nederlander denkt er met schaamte aan
welke drie hindernissen zijn er met het bestuderen van de geschiedenis van West-Afrika - er leefden miljoenen mensen in verschillende stamverbanden - iedereen had een verschillende taal, geloof en middelen van bestaan - het was niet 1 cultuur
REACTIES
1 seconde geleden
A.
A.
goed egt top werkstuk voeg mij ff toe als je wil
20 jaar geleden
AntwoordenL.
L.
leuk maar graag de oppervlakte en inwoners van afrika aub danku
20 jaar geleden
AntwoordenS.
S.
zou je me ook kunnen helpen met dit deelvraag:
wie maken al die kleding en waar??
voor aardrijkskunde.
internationalisering van kleding- en schoenen markten
19 jaar geleden
Antwoorden