Aardrijkskunde §16

Aardrijkskunde §16

Terpen: stukken verhoogd lang waar een huis opstond. Ook wel woerden of wierden genoemd.

Kwelders: door de zee zet zand en kei af tegen de duinen. Daar wordt het zo hoog dat mensen er op kunnen gaan wonen. Deze opgeslibte buitendijkse kwelders worden vervolgens ingedijkt.

Polders: een stuk land dat door dijken is omgeven en waarbinnen de waterstand kan worden geregeld.

Zeepolder: polders in het Noden en Zuidwesten. 1 tot 2 meter boven NAP
Natuurlijke afwatering: Afwatering door een stuw.

Kunstmatige afwatering: afwatering door te pompen.

Veenpolder: polders in het westen waar vroeger werd ingeklinkt. 1 tot 2 meter onder NAP.

Droogmakerij: waar grote meren en delen van de zee zijn drooggelegd. 3 tot 3 meter onder NAP.

Kwel: drukverschil aan de buiten en binnenkant van de dijk.

Verdroging: komt voor in de hoogveengebieden. Komt door lage grondwaterstand.