Jan Wolkers

Beoordeling 5.6
Foto van een scholier
  • Profielwerkstuk door een scholier
  • 5e klas havo | 4522 woorden
  • 12 april 2001
  • 98 keer beoordeeld
Cijfer 5.6
98 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Studiekeuzestress? 5 gouden tips om voor áltijd te blijven twijfelen

Ben jij ook zo'n expert in het uitstellen van je studiekeuze? Met deze 5 tips blijf je gegarandeerd nog járenlang twijfelen. Want waarom zou je een beslissing nemen als je ook gewoon... niet kunt kiezen? 

Check het hier

Inleiding Mijn onderwerp voor het profielwerkstuk is dubbel kunstenaar, deze titel ook letterlijk genomen.

Het hele werkstuk gaat over Jan Wolkers. Hij is een dubbel kunstenaar, want hij is een zeer bekend schrijver maar hij is ook een beeldhouwer en schilder (dit in de wat vrijere zin van schilderen)

Zelf heeft hij ooit eens gezegd:’ik ben schilder, beeldhouwer en schrijver in die volgorde.

Dit is uiteindelijk best raar, want veel mensen kennen heb alleen van zijn boeken, dat hij ook een andere kant heeft en daar ook goed in is weten veel mensen niet. Dit is erg jammer.

Er is veel over jan Wolkers te vinden, en te vertellen maar dit gaat veelal over zijn boeken. Er is jammer genoeg niet zo gek veel informatie over zijn schilders kant en beeldhouw werken te vinden.

In eerste instantie zou ik dit onderwerp niet gaan doen. Er is zoals iedereen weet in havo 4 met dit werkstuk begonnen en toen had ik samen met mijn toenmalig partner Kim de Vries een heel ander onderwerp.

Aangezien dat zij is blijven zitten en ik het in mijn eentje niet zag zitten om een economisch werkstuk te maken heb ik gevraagd of ik nog van onderwerp mocht veranderen. Zo gezegd zo gedaan.

Nu had ik alleen ineens een stuk minder tijd terwijl er toch nog een heleboel gedaan moest worden, zo moest ik bijvoorbeeld weer helemaal opnieuw beginnen met informatie te zoeken.

Daar ben ik nog een hele tijd mee bezig geweest.

Na lang zoeken in de mediatheek, en ook in de bibliotheek heb ik eindelijk een boek over Jan Wolkers en zijn kunst kant kunnen vinden. Want zoals ik eerder al zei er is dan wel veel informatie over jan wolkers te vinden, maar ik ben er achter gekomen dat die informatie veelal over zijn schrijven gaat. Het boek moest wel helemaal uit Almere komen, daar heb ik meer dan een week op zitten wachten. Gelukkig stond in dat boek genoeg informatie om een werkstuk te maken. Dit boek is uitgegeven ter gelegenheid van de overzichtstentoonstelling in het Stedelijk Museum de Lakenhal te Leiden, december 1986.

Al met al heb ik niet zoveel tijd gehad als de anderen, mede door mijn schuld maar ook door tegenwerkende factoren. Ik heb dus in een veel kortere periode mijn werkstuk moeten maken ik hoop dan ook dat mijn werkstuk voldoende inhoud heeft. Ik zal grotendeels in dit werkstuk aandacht schenken aan het schilderen en beeldhouwen om die kant van Jan Wolkers ook eens te laten zien, maar natuurlijk kan een klein beetje informatie over zijn boeken natuurlijk niet uit blijven.

Biografie Jan Wolkers is geboren op 26 oktober 1925te Oegstgeest, dat is een plaatsje in de buurt van Leiden. Hij werd geboren als 3e van 11 kinderen en komt dus uit een redelijk groot gezin. Maar toentertijd waren deze aantallen nog normaal.

Zijn vader had voor de 2e wereld oorlog een kruidenierszaak, die al slecht loopt, zodat het gezin niet echt rijk is. Hij komt uit een gezin dat streng opgevoed was en het gezin was gereformeerd, daardoor met de bijbel opgevoed. Later kun je zien, vooral in zijn boeken, dat hij die tijd heeft gehaat. In ieder geval heeft hij zich er later flink tegen afgezet.

De liefde voor de schilderkunst zat in de familie, op zondagen werd alle tijd die overbleef tussen de ochtendlijke kerkgang en het middagconcert over de radio van het Concertgebouworkest onder leiding van Willem Mengelberg, vurig volgetekend en geschilderd. In het begin heeft Wolkers zelfportretten geschilderd niet dat hij zichzelf zo de moeite waard vond, integendeel. Hij wist dat hij verder wilde met schilderen maar niemand van zijn familie wilde zich laten naschilderen omdat in de bijbel stond dat, dat niet mocht (Leveticus 26) hij vond zichzelf niet echt de moeite waard om te schilderen, want toen hij een half jaar oud was, kreeg Wolkers bronchitis. Zijn ouders probeerden hem daarvan te genezen, door de tuit van een keteltje kokend water tussen de gordijnen van de wieg te steken, in de hoop dat de stoom het slijm los zou maken. Op een gegeven moment schoot het soldeerlood echter los uit de tuit van het keteltje. Het was tot vlak boven zijn oog gekomen, dat maanden erna nog dichtzat en waarvan ze in het begin niet wisten of het blind was. Dit was gelukkig niet het geval, maar hield er wel een lelijk litteken aan over dat steeds tevoorschijn komt als zijn haar weer geknipt wordt. (Vandaar dat hij tegenwoordig zijn haar niet knipt en het er zo uitziet.)

Na de lagere school gaat Wolkers naar de mulo, maar als zijn kerstrapport erg slecht is, moet hij van school om mee te helpen in de winkel.

Wolkers gaat naar de Avondtekenschool in de Paul Krugerstraat te Leiden. Daar heeft hij zoals hij zelf verteld van oktober 1941 tot maart 1943 tussen de toekomstige plateel-, reclame - en decorschilders geschilderd, die allemaal leken op Marinus van der Lubbe vond hij. Vaak stonden de verfpotjes te trillen op de tafel omdat het oorlog was en er weer eens vliegtuigen overdenderden op weg naar Duitsland.

Om aan de Arbeitseinsats te ontkomen werkte Jan overdag op het distributiekantoor en volgde hij nog een cursus machineschrijven. Toen hij 17 was kreeg hij een oproep voor de arbeidsdienst en dook onder op een kleine zolderkamer die hij voor een rijksdaalder in de maand huurde. Wolkers moest natuurlijk ergens van leven en werkte ’s morgens op een lampenkappenatelier en ’s middags schilderde hij op zijn zolderkamertje.

Hij gaf zich zo snel mogelijk op bij de Leidse schilderacademie Ars Aemula Naturae dit was in 1943.

Na de oorlog bood een oom van Jan aan om het collegegeld van de Haagse Academie te betalen omdat hij altijd al geïnteresseerd was geweest in zijn kunst. In de zomer van 1945 wilde hij zich daar aanmelden maar bleek de schildersafdeling al vol te zitten, hij koos ervoor om dan maar de beeldhouwafdeling te gaan volgen.

Vanaf 1949 schilderde hij aan de Rijksacademie van Amsterdam.

In 1954 kreeg hij een beurs om in Salzburg aan de Internationale Sommerakademie fur Bildende Kunst te gaan studeren.

In 1957 kreeg Jan Wolkers van de franse regering een studiebeurs om bij Ossip Zadkine te gaan studeren, en heeft daar een jaar gestudeerd. Achteraf heeft hij meer aan Parijs en zijn musea wat gehad dan aan Zadkine. In dit jaar heeft hij tevens zijn eerste boek geschreven. In november 1958 debuteerde hij met een verhaal in het tijdschrift Podium: ‘de verschrikkelijke sneeuwman’.

Kort daarna (1961) is ook zijn eerste boek verschenen Serpentina’s Petticoat, dit boek kreeg overigens niet veel aandacht. Wolkers’ debuut wordt in 1963 onderscheiden met de literatuurprijs van de gemeente Amsterdam. Deze prijs stuurt hij echter in 1966 weer retour uit protest tegen het hardhandige optreden van de politie bij de relletjes rond het huwelijk van Beatrix en Claus in Amsterdam.

In 1963 leert Wolkers zijn huidige vrouw Karina Gnirrep kennen, die hem dan als zeventienjarige komt interviewen en niet meer bij hem weg gaat.

Ze gaan pas in 1981 trouwen. Wolkers is al 2 keer eerder getrouwd geweest en uit zijn eerste huwelijk heeft hij 2 zoons: Eric en Jeroen. In de zomer van 1971 verblijft Jan een week lang in zijn eentje op het onbewoonde eiland Rottumerplaat. Hij houdt een dagboek bij en daar verschijnt in dat zelfde jaar weer een boek van. Gewoonlijk woont hij trouwens in die tijd in Amsterdam.

Na dertig jaar in Amsterdam gewoond te hebben, verhuist Wolkers in 1980 naar het eiland Texel, waar hij en Karina in een mooi landhuis gaan wonen ’huize Pomona ’ Hier wordt in 1981 de tweeling Tom en Bob geboren. Grote opschudding veroorzaakt hij als hij in 1982 de Constantijn Huygensprijs weigert. Niet lang daarna wijst Wolkers ook zijn kandidaatstelling van de publieksprijs van de CPNB van de hand. Hij zei hierover: “Laten ze die prijs maar in hun reet steken.” De officiële erkenning vindt hij te laat komen.

En hij blijft consequent, want de belangrijkste Nederlandse literaire onderscheiding, de P.C. Hooftprijs, die hem 7 jaar later ook wordt toegekend weigert hij ook. Pas in 1991 strijkt hij zijn hand over zijn hart, als hij de Busken Huetprijs krijgt voor zijn essaybundel. Maar hij vond dan ook dat deze jury wel sympathiek was omdat zij terecht hadden opgemerkt dat hij aanstekelijk over het werk van anderen kon schrijven.

In 1986 wordt Jan Wolkers als schilder en beeldhouwer geëerd met een grote overzichtstentoonstelling in de Leidse Lakenhal, waar al zijn beeldend werk wordt tentoongesteld.

De laatste jaren schrijft hij niet zo veel meer en wordt weer meer aandacht gericht op het beeldend werk zoals verschillende monumenten.

Nu in 2000 is Jan Wolkers 75 jaar geworden maar hij is nog steeds met van alles bezig zo is in 1999 nog een boek van hem uitgekomen namelijk: ‘de spiegel van Rembrandt’

Jan Wolkers als schrijver De meeste mensen kennen Jan Wolkers toch als schrijver. Hij heeft vele boeken geschreven en hebben veel bekendheid gekregen.Bijvoorbeeld doordat een paar van zijn boeken zijn verfilmd. Het bekendste boek dat verfilmd is, is natuurlijk Turks fruit.

Wolkkers is eigenlijk door toeval gaan schrijven, want zoals hij zelf verteld kocht hij een dag voordat hij naar Parijs vertrok om bij Zadkine te gaan studeren een draagbare schrijfmachine. “Ik had helemaal niet het plan om te gaan schrijven.”

De aanschaf van deze machine is zeker dus niet voor niets geweest, want in 1961 4 jaar na de aanschaf ervan, kwam Wolkers’ eerste boek namelijk Serpentina’s Petticoat uit. Vanaf nu had hij het schrijven te pakken en bracht vanaf toen een vrij constante stroom (gerucht makende) boeken uit.

Maar het schilderen en beeldhouwen vergat hij zeker niet, daarover meer in de volgende paragraaf.

Serpentina’s Petticoat kreeg weinig aandacht, in tegenstelling tot Wolkers eerste roman Kort Amerikaans.

In 1963 kreeg Wolkers voor het eerst een literaire prijs toegekend: de novelleprijs van de gemeenste Amsterdam. In de werken van Wolkers staan in zijn eigen woorden: dood, hel, verrotting, en seks centraal daarbij geeft hij er ook nog een humoristische draai aan. Zijn eerste werken staan in het teken van zijn dominerende vader. Doordat hij zo streng en gelovig was opgevoed. Nu later kan hij zich tegen verzetten omdat zijn vader zijn leven niet meer bepaald en dat doet hij dus ook tot grof aan toe. Hij laat in zijn boeken duidelijke haat tegenover zijn vader merken, hij doet dat zo negatief omdat zijn vader altijd zo weinig oog heeft gehad voor zijn speciale talenten en ook voor de opgedrongen godsdienst.

Belangrijk is ook de onrechtvaardig ervaren dood van zijn oudere broer die hij erg bewonderde. Er zijn vele verwijzingen naar elementen die in het werkelijke leven van Wolkers een rol hebben gespeeld. Kenmerken over de inhoud van zijn boeken zijn bijvoorbeeld grote contrasten, zeer sprekende voorbeelden en vergelijkingen. De zinsbouw is meestal kort en de beschrijvingen zijn raak en vaak beeldenden bij heftige gevoelens kan de beeldspraak heftig zijn. De korte zinsbouw en zijn stotende manier van schrijven zijn volgens Wolkers zelf het gevolg van de astma waar hij aan lijdt.

Jan Wolkers heeft met zijn boeken en met zijn stijl van schrijven heel wat taboes doorbroken, hij schrijft heel open over seksualiteit en grof over godsdienst en moord en andere dingen. Het is daarom ook niet gek dat hij in het begin ontzettend veel negatieve publiciteit op zijn boeken kreeg van critici. Door dit feit zijn mensen juist nog veel meer van zijn boeken gaan kopen en werd hij een steeds belangrijker en groter schrijver. Wolkers heeft zich over het algemeen maar weinig van alle kritiek aangetrokken. Zo zei hij zelf dat hij zoveel kennis had, ook van zijn boeken, dat hij wat dat betreft onaantastbaar was. Toch is hij het nooit eens geweest met de Nederlandse kritiek. Hij vindt dat critici niet proberen de lezer te informeren, maar te overtuigen. Ook vindt Wolkers dat de critici maar gewoon jaloers zijn. Toen zijn boeken eenmaal zo goed verkochten waren de critici ook gelijk een stuk terughoudender. Hij bereikte een groot publiek. Door de romans die hierop volgeden werd hij een van de meest gelezen Nederlandse auteurs. Wolkers stond op het toppunt in de tweede helft van de jaren ’70. De boeken van hem werden in miljoenen exemplaren verkocht. Zijn werk is in minstens 12 talen vertaald. Door de beeldende manier van schrijven, wilde veel filmmakers zijn boeken verfilmen. Vier van zijn boeken zijn verfilmd. Onder andere Turks fruit zorgde in de bioscoop voor het meeste succes en voor de meeste opschudding.

Vaak is aan Wolkers gevraagd door welke schrijvers hij beïnvloed is. Hij blijft dan toch steeds verwijzen naar de bijbel. Hij vindt de bijbel de grootste avonturen roman van de wereld.

Wolkers zegt nooit van enig iemand hulp gehad te hebben, hij heeft alles zelf gedaan en bereikt.

Een aantal van zijn boeken in volgorde van tijd zijn: 1961 Serpentina\'s Petticoat
1962 Kort Amerikaans
1963 Gesponnen suiker
1965 Terug naar Oegstgeest
1969 Turks fruit
1970 Groeten van Rottumerplaat
1974 De Walgvogel
1977 De Kus
1980 De perzik van onsterfelijkheid
1981 Brandende liefde
1983 Gifsla
1988De Bretels van Jupiter
1995 De Zwarte bevrijding
1996 Icarus en de vliegende tering
1997 Mondriaan op Mauritius
1998 Terug naar Jan Wolkers ( bevat oude verhalen van hem0
1999 De spiegel van Rembrandt

Een aantal van de kritieken die Wolkers onder andere van de critici heeft gehad voor de taal en grofheid maar ook openlijkheid. Dus samengevat voor het doorbreken van veel taboes:

- Alcoholistische borreltafelachtige praat - Boek met uiterst doorzichtige structuur - Groot schrijver - Een stuk smerigheid - Hij hoort in een inrichting thuis - Een machtig brok ruige literatuur - Een brutale circusartiest - Hij schrijft buitengewoon slecht Nederlands - Hij gebruikt woorden en uitdrukkingen die pubers in toiletten gebruiken, dat hoort niet in literaire kunstwerken thuis - Wolkers is een brutale schrijver, die het zich te makkelijk maakt. Maar heeft hij zijn pen eenmaal goed vast, dan is het raak.

Jan Wolkers als beeldend kunstenaar Nadat Jan Wolkers bij de beeldhouwer Zadkine had gestudeerd vond hij dat zijn studie tijd wel afgerond was en is hij begonnen als beeldend kunstenaar en schrijver.

Al snel nadat hij niet meer bij een academie studeert laat hij de academische manier van beeldhouwen vallen (’60 jaren) en ontdekt hij een nieuwe materialen bron namelijk de schroot hoop, Dit ook mede omdat hij toen niet zo verschrikkelijk rijk was en moest dus gaan improviseren met materialen.

Beelden die Wolkers rond de jaren ’60 nog maakt, worden gemaakt van aan elkaar gelaste moertjes, buisjes radertjes spijkers en meer. Hij stelt de beeldjes samen van materiaal dat hij in zijn omgeving vindt. Deze beeldjes zijn plat en hij maakt zowel vrolijke als treurige figuren.

De schilderijen uit de jaren ’60 zijn daarentegen reliëfmatig. Wolkers plakte afgedankte spullen op een plat vlak, beschilderde het geheel met teer of goudlak. Of het werd gemaakt met steengruis en kunsthars en zette er vervolgens een snijbrander op. Door het gebruik van dit soort materialen waarover weer geverfd is lijken deze schilderijen op kraterachtige landschappen.

Deze schilderijen lijken qua uiterlijk veel op de schilderijen en werkwijze van kunstenaars zoals Bram Bogart, Armando en Jaap Wagemaker. De materialen worden bij de schilderijen van Wolkers dik opgemaakt en de kleuren van de schilderijen zijn sober.

Wolkers gaat zich later in de jaren ’60 meer bezighouden met reliëfs, deze worden samengesteld uit steeds terugkomende elementen waarbij herhaling en ritme de belangrijkste principes zijn.

Hij gebruikt nu weer verschillende materialen zoals lucifersdoosjes en delen van badminton shuttles, deze worden nu niet meer zomaar neergeplant maar zorgvuldig uitgezocht. Hierdoor blijven de materialen herkenbaar. Opvallend bij deze reliëfs is dat ze vrolijker beschilderd zijn. Ook worden de schilderijen symmetrisch ingedeeld je kunt er driehoeken, cirkels en rechthoeken in herkennen in bruine, witten en grijze kleuren.

Weer later verdwijnen ook de lucifersdoosjes weer omdat deze materialen nog te slap waren, er komen elementen voor in de plaats die strakker en duidelijker zijn van vorm. Ook de beschilderingen worden strakker en scherper. De strengheid en de orde gaan door, Alleen worden dagelijkse objecten nu niet meer beschilderd of omgezet in schilder kunstige voorstellingen, maar in hun waarde gelaten.

In de schilderijen wordt nu ook rekening gehouden met het licht. Naarmate de dag vordert valt de schaduw op het schilderij anders. Op deze manier wordt zelfs de realiteit van het moment bij het reliëf betrokken. Zijn manier van werken in de jaren ’60 blijft in de jaren ’70 ook karakteristiek.

Jan Wolkers maakt enerzijds cultuur schilderijen en anderzijds natuur schilderijen zo begint hij in de jaren ’70 met koeienstront te werken maar ook met konijnenstront. Hij werkt met producten uit de natuur.

Deze 2 elementen lijken elkaar tegen te spreken maar bij beide ligt zijn geboeid-zijn door de liefde voor de natuur ten grondslag. Zo vertelde Wolkers een op de televisie dat hij vroeger als klein jongetje ’s nachts of liever heel vroeg in de morgen al opstond en naar buiten ging om de natuur te bekijken. Die liefde is altijd gebleven.

Veel mensen hebben zich afgevraagd in hoeverre zijn beeldende kunst en literatuur met elkaar te maken hebben. Jan Wolkers zelf zegt hierover: er is geen contrast tussen mijn schrijven en mijn beeldhouwen, dat wil zeggen het maken van mijn objecten. Maar er is ook weinig overeenkomst.

Er is alleen een structurele relatie tussen. Dat wil zeggen, in beide gevallen gaat het om het opbouwen van kleine elementen, het samenstellen van gegevens tot een overzichtelijk bouwwerk.

Ik ben als maker van reliëfs geen gesloten boek. Die reliëfs zijn juist erg openhartig in hun eenvoud. Ieder werkstuk is een verwijzing naar de natuur.

Wolkers heeft zichzelf altijd meer als beeldend kunstenaar gezien als, als schrijver (hoewel hij daarmee bekender is geworden)

Vanaf jongs af aan wist hij dat hij wilde schilderen alle vrije uurtjes die hij had benutte hij met schilderen en tekenen. Later op de academie ontdekte hij ook het beeldhouwen.

Ook nu hij al 75 jaar oud is, heeft hij er nog steeds geen genoeg van en juist de laatste jaren is hij weer meer gaan schilderen en beeldhouwen. Het gaat alleen niet zo snel meer.

In de periode zo rond de oorlog was hij eigenlijk alleen nog maar met schilderen bezig maar hij heeft altijd weinig aanmoediging gehad, vooral van zijn familie niet, terwijl hij dat altijd zo graag heeft willen hebben.

Hij heeft toentertijd ook veel van zijn schilderijen verbrandt. Hij heeft die schilderijen toen op zijn zolderkamertje verbrand gewoon uit protest.

Dit is nu heel erg jammer, want er is niet zo heel veel schilder materiaal van hem.

Wat wel erg grappig is, is dat in de jaren ’70 hij een hele reeks schilderijen heeft gemaakt met ‘natuurlijke’ producten ofwel met dierlijke poep. Deze schilderijen zijn nog steeds goed en in tact hier verbaast Wolkers zich zelf ook wel over.

Belangrijke monumenten Er zijn een aantal monumenten die Jan Wolkers heeft gemaakt zoals: - Het Den Uyl monument in Zaandam - Het beeld van de Tachtigers in Amsterdam - Het vredesmonument in Doesburg - Het monument in Kruningen Watersnoodramp - Het Auschwitz monument in het Amsterdamse Wertheimpark - Groot glaswerk in natuurgebied de Weerribben.

Van al deze monumenten is het Auschwitz monument denk ik wel de bekendste en de belangrijkste.

Als je het monument bekijkt zonder dat je de achterliggende gedachte weet lijkt het op het eerste gezicht een heel simpel monument en vind je er misschien weinig aan. Maar ik wil graag de achterliggende gedachte ervan vertellen (zoals hij door Jan Wolkers bedoeld is)

Een gedenkteken maken op de plaats waar de urn met as van slachtoffers uit het concentratiekamp Auschwitz in de Nederlandse aarde rust, lijkt een onmogelijke taak. Hoe kan je een vorm vinden om een misdaad te gedenken waarvan je het gevoel hebt dat die nog niet uitgewist zal zijn als onze planeet over twee of tweeduizend eeuwen in het heelal zal zijn opgelost.

Tot barstens toe kan je, je hersens afpijnigen of er een beeld wil opdoemen dat die schande en dat leed bij benadering zou kunnen weergeven. Je kijkt naar de hemel en je begrijpt niet dat, dat blauwe uitspansel boven die ontzetting heeft gestaan, even onaangedaan en vredig als boven een wei met bloemen.

En in een visioen van rechtvaardigheid zie je de blauwe lucht boven je vol barsten trekken, alsof de verschrikking die daar op de aarde onder heeft plaatsgehad voorgoed de eeuwigheid geschonden heeft.

Zo is hij op het idee gekomen om gebroken spiegels op dat kleine stuk aarde waar die urn met as rust neer te leggen.

Voorgoed kan op die plaats de hemel niet meer ongeschonden weerspiegeld worden.

Toen dit monument net klaar was en op de plek stond is het vaak vernield door vandalen, zomaar het is toch eigenlijk te grof voor woorden dat een monument dat wordt herinnerd aan zulke gruwelijke dingen nog zo kinderachtig wordt vernield ook.

Het monument is dus al een aantal keer vernieuwd.

Wolkers’ inspiratiebronnen Een schilder maar ook een schrijver heeft inspiratie bronnen.

Zo heeft Jan Wolkers ook inspiratie bronnen voor zijn werken gehad. Voor zowel het schrijven als voor het schilderen/ beeldhouwen heeft Wolkers als grootste inspiratie bron de natuur. Hij is helemaal gek van de natuur. Zo is hij ook eens een week op Rottumerplaat gaan zitten en daar kwam het boek “groeten van Rottumerplaat” uit voort. Ook zoals ik al eerder heb verteld ging Wolkers al als klein jongetje voor dag en dauw het bed uit om de natuur te bekijken. Dit doet hij nu nog steeds en hij is nu dus ook in Texel gaan wonen, hij heeft eerst 30 jaar in Amsterdam gewoond maar nu hij dus wat ouder is trekt hij toch weer terug naar de natuur. Texel is natuurlijk een heel mooi en rustig eiland een en al natuur.

In zijn schilderijen maakt hij soms gebruik van natuurlijke elementen zoals bijvoorbeeld dierlijke poep, maar ook bijvoorbeeld hout.

Voor zijn boeken zijn de bijbel en zijn vader een grote inspiratie bron geweest. Hij heeft veel van zijn boeken geschreven vanuit zijn eigen belevingspunt en je kan zijn leven er soms in herkennen.

Verder zijn belangrijke situaties in zijn leven ook bepalend geweest voor zijn schilderen, beeldhouwen en schrijven. Zo heeft hij toen zijn broer erg ziek was een mooie penseel tekening gemaakt. Die heb ik ook bijgevoegd. De tekening heet:’laatste mogelijkheden’ en het is een heel rustig en vredige tekening misschien is dit wel het beeld wat Wolkers van de hemel heeft. Ondanks dat hij het geloof heeft verafschuwd denk ik toch dat hij voor zijn broer het beste wilde. De Hemel op zich is natuurlijk de laatste mogelijkheid voor zijn zieke broer die later ook is overleden.

Een tijd later bijvoorbeeld toen hij van zijn eerste vrouw ging scheiden heeft hij hele duistere schilderijen gemaakt met gruis en puin en donkere verf tinten. Hij heeft rotzooi en straatvuil voor die schilderijen gebruikt om te laten zien hoe hij zich voelde, de schilderijen waren zoals zijn gevoel waardeloos en een hopeloos hoopje vuil op dat moment.

Deze schilderijen zijn overigens ook gemaakt omdat hij het in die tijd niet zo breed had en dus eigenlijk ook wel noodgedwongen moest hij noemt het zelf ook wel zijn junkie tijd.

Dus de inspiratie bronnen van Wolkers komen soms spontaan op na een leuke of slechte ervaring maar in het achterhoofd blijft altijd de grootste inspiratie bron de natuur.

In het begin toen Wolkers nog aan schilderen en beeldhouwen en schrijven tegelijk deed, ging hij overdag ongeveer 8 uur beeldhouwen en ‘s nachts ging hij ongeveer5 uur schrijven, hij had dus blijkbaar weinig slaap nodig.

Een deel uit een interview In een boek dat een verzamelbundel is voor de kunst van Jan Wolkers staat een heel lang interview met Theun de Winter ik heb het hele interview gelezen en omdat het zo’n lang interview is heb ik er een aantal stukjes uitgehaald die mij erg aanspraken en die met mijn onderwerp te maken hebben. Ze gaan over het leven en de beleving van het leven van Jan Wolkers.

(…) Aanvankelijk werd je beschouwd als beeldhouwer/ schrijver, gaandeweg draaiden jouw rollen zich om tot schrijver/ beeldhouwer en nu, 24 jaar en 21 boeken later, komt zo’n overzichtstentoonstelling van je beeldende werk misschien wel als een verrassing: dat had men niet achter de schrijver Wolkers gezocht!

Wie zich voor literatuur interesseert kent natuurlijk mijn boek Werkkleding, dat de mensen op de feiten drukt wat mijn beelden en schilderijen betreft, maar het grote publiek zal het wel niet weten. Vroeger begonnen ze er vaak over hoe het kwam dat ik als beeldhouwer minder bekend was dan als schrijver – waren mijn beelden misschien zo goed als mijn boeken? Ik zei dan dat de mensen zich bij een beeldhouwer alleen voor zijn werk interesseren terwijl ze bij een schrijver ook nog voor een groot, belangrijk deel in zijn leven geïnteresseerd zijn.

Soms hebben ze nog nooit iets van hem gelezen, maar kennen ze wel zijn hele chronique scandaleuze.

Als voorbeeld gaf ik altijd de Sabijnse maagdenroof. Gesteld dat ik daar een beeldhouwwerk van ga maken, dan komt er niemand door het raam van mijn atelier kijken, of ik daar met naakte wijven rondren en in de weer ben. Maar zodra ik over een driehoeksverhouding schrijf, vragen de mensen zich meteen af waar ik dat nu weer vandaan haal: we zien hem altijd alleen met Karina – waar zou die tweede vrouw zijn? (…)

(…) Aan jou hebben we misschien wel het mooiste, meest indrukwekkende oorlogs monument te danken, dat er is: het Auschwitz gedenkteken op de nieuwe Oosterbegraafplaats in Amsterdam.

Ik geef altijd als uitleg dat de hemel sinds Auschwitz niet meer ongeschonden weerspiegeld kan worden en daarom heb ik op dat stuk grond een spiegel met barsten erin neergelegd. Voor mij was dat een gedachte, maar voor de overlevenden, voor de mensen die de verscheurende gruwelijkheid van de kampen hebben meegemaakt, is het de realiteit. Wat ik heel goed vindt van dat monument is dat het echt gebruikt wordt, want ieder jaar komen er vanuit de hele wereld mensen naar toe die het bedekken met bloemen, zodat de hemel verdwijnt. (…)

(…) Bij jullie thuis zaten alle kinderen op zondag, terug uit de kerk te tekenen. Jij bent als enige van de 11 ermee doorgegaan – had jij meer talent dan de anderen?

Ik denk dat het is, zoals de bijbel zegt: velen zijn geroepen, weinigen uitverkoren. Je moet uitverkoren zijn er daarbij kan talent je zelfs in de weg staan. Ik weet nog wel dat er heel talentvolle jongens bij mij op de lagere school zaten die verschrikkelijk goed konden tekenen, maar eigenlijk waren ze gewoon aan het natekenen. Dat heeft natuurlijk met iets anders te maken en toch baseren de mensen daar altijd hun mening op: die jongen wordt later schilder, want hij heeft aanleg. Ze zien dat helemaal verkeerd, het gaat erom dat je het zelf wilt, dat je niet anders kan. Je moet het doen. (…)

(…) Volmaaktheid is het doel van een kunstenaarsleven?

Het gebeurd maar zelden dat je voor je gevoelens een vorm vindt die ze volkomen weergeeft. Ik heb altijd geprobeerd mijn emoties in te dammen, zodat ze niet als een vlek op de grond liggen, want alleen die weg leidt naar grotere duidelijkheid. Ik denk dat je de perfecte vorm maar een paar keer in je leven bereikt. Dat kan op een moment van groot geluk zijn, maar ook op een moment van enorme pijn.

REACTIES

A.

A.

Haiiiii Martine,

k hou mijn profielwerkstuk ook over jan wolkers en nou las ik in die van jou dat je een boek had gevonden over de beelden en schilderijen van jan wolkers en nou zou ik graag willen weten wat de titel enzo van dat boek is, zodat ik het eventueel ook bij de bibliotheek zou kunnen lenen!

Alvast bedankt!

groetjes Angelique

23 jaar geleden

L.

L.

Hallo Martine,

Ik zit in HAVO 5 en ga beginnen met een profielwerkstuk over Jan Wolkers, heb je jouw profielwerkstuk nog op de computer staan of enigzins andere informatie? Zou je dit kunnen opsturen, alvast bedankt!

Lukas

22 jaar geleden

J.

J.

martine,
ik heb je werkstuk gelezen, ik maak zelf ook een werkstuk over Jan Wolkers. ik heb een vraag. heb jij ook plaatjes bij je profielwerkstuk gedaan? Zoja waar heb je die vandaan, ik kan nergens goede plaatjes vinden over zijn kunst. misschien kun jij me aan een paar goede sites helpen..
Alvast bedankt
jeanette

22 jaar geleden

H.

H.

Hee knap gedaan maaar well egt lang maar ja boeiend en bedankt het redden mijn leven!!!

21 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.