Inleiding
We hebben gekozen voor het onderwerp : De Molukkers in Nederland. Het is een interessant onderwerp, omdat het de laatste tijd steeds meer in het nieuws verschijnt vanwege de oorlogen en het vele geweld. Daar kwam ook nog bij dat het onderwerp mooi aansluit op ons eindexamen-onderwerp Indonesië.
Dit jaar zijn de Molukkers 50 jaar in Nederland. Vandaar dat we op het idee zijn gekomen om te gaan onderzoeken in welke mate ze zijn geïntegreerd in de Nederlandse samenleving. Dit is onze hoofdvraag: Zijn de Molukkers na 50 jaar geïntegreerd in de Nederlandse samenleving?
Om het onderzoek voor ons makkelijker te maken hebben we ook deelvragen bedacht: 1. Hoe en waarom zijn de Molukkers in Nederland gekomen? 2. Wat waren de leefomstandigheden toen ze net aan waren gekomen? 3. Wat is er aan gedaan om ze terug te laten keren? 4. Op welke manieren probeerden de Molukkers de aandacht op het probleem te vestigen? 5. Leeft de gedachte van de R.M.S nog onder de Molukkers? 6. Hoe staat het er nu voor? Hoe en waarom zijn de Molukkers in Nederland gekomen? Het eerst contact tussen Nederland en de Molukken vond plaats rond het jaar 1600. In hun honger naar macht over de specerijhandel vonden de Nederlanders dat ze de eilanden en de zee er omheen moesten controleren. Dit was natuurlijk tegen de zin van de Molukkers zelf, die al jaren leefden van de verkoop in specerijen aan verschillende landen. Er brak een oorlog uit die tot halverwege de zeventiende eeuw geduurd heeft. Uiteindelijk waren de Hollanders de overwinnaar. De Hollandse handelaren hadden vanaf die dag het alleenrecht op de koop van specerijen van de Molukken. In de negentiende eeuw begonnen de specerijen waar de Molukkers in handelden steeds minder waard te worden. Om hun familie te onderhouden besloten veel jongeren in dienst te treden van het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL) In dienst van de overheerser, maar veel keus hadden ze niet. Ook al moesten ze voor de nieuwe betrekking vaak de Molukken verlaten. De Nederlanders waren blij met de Molukse soldaten. Ze waren goed en betrouwbaar, en dus kregen ze van het KNIL betere voorzieningen aangeboden dan andere Indische militairen. De Molukkers waren Belanda Hitam geworden, zwarte Nederlanders. In 1942 werd Nederlands-Indië bezet door de Japanners. Het KNIL probeerde tegenstand te bieden, maar dat mislukte. Het leger was daarvoor te klein, en het land veel te groot. De Japanners konden bovendien profiteren van moderne wapens en een moderne vloot. De KNIL-militairen werden opgesloten als krijgsgevangenen. De Nederlandse soldaten werden naar kampen getransporteerd, de militairen uit Nederlands-Indië zelf werden al snel vrijgelaten, op een groep Molukkers na. Zij wilden hun eed van trouw aan Nederland niet herroepen. Op 15 augustus 1945 eindigde de oorlog in Nederlands Indië. Het Koninklijk Nederlands Indisch Leger (KNIL) werd weer in ere hersteld. Er ontstond een nieuwe strijd, nu om de macht tussen Nederland en de Indonesische nationalisten. Veel Molukse KNIL militairen streden aan de kant van Nederland. Zij werden ingezet bij de grote ’politionele acties’ die de Nederlanders voerden om de binnenlandse orde te herstellen. Desondanks vond op 27 december 1949 de soevereiniteitsoverdracht plaats. Molukse KNIL soldaten zaten toen verspreid over heel Indonesië. Ze werden gezien als bondgenoten van Nederland, de vijand van de nationalisten. De meeste soldaten waren over heel Indonesië verspreid, en waren op veel plaatsen niet welkom. De Molukkers hadden natuurlijk aan de kant van de Nederlanders gevochten, en waren dus volgens de nationalisten bondgenoten van de vijand. In kazernes en kampen wachtten ze op wat er komen ging. De Molukse KNIL militairen, die in 1951 op Java bivakkeerden, werden uiteindelijk gedwongen te kiezen tussen een overstap naar het Indonesische leger, demobilisatie op Java en een overtocht naar Nederland. Aanvankelijk was er ook de optie van demobilisatie op een plek naar keuze. Maar de zo gewenste plek Ambon, waar in april 1950 de Republik Maluku Selatan (RMS) was uitgeroepen of anders Nieuw Guinea werd door Indonesië niet geaccepteerd. Eigenlijk was er geen sprake van een dienstbevel van Nederlandse zijde. Maar er was ook geen sprake van vrijwilligheid aan Molukse zijde om te kiezen voor de overtocht naar Nederland. Maar de Molukkers (die nog steeds in dienst waren van het KNIL) wilden zo snel mogelijk naar hun geboortegrond. Dat kon de Indonesische regering niet gebruiken, en verbood de massale verhuizing. Het gevaar van desertie was namelijk erg groot. Ook Nieuw-Guinea was voor de Molukkers verboden gebied. Dat lag veel te dicht bij de Molukken. De situatie van de Molukse soldaten en hun gezin was ondertussen nog steeds niet verbeterd. Nederland zat met een probleem. De regering kon de soldaten niet meteen ontslaan, want in hun contract stond duidelijk dat ze zelf de plaats mochten bepalen waar ze uit dienst zouden treden. En dus werd in een wanhoopsdaad maar besloten dat de Molukkers tijdelijk naar Nederland moesten komen. Een half jaar later zouden ze in de ogen van de Nederlanders heus wel weer terug gaan. En dus kwam op 21 maart 1951 de Kota Inten met de eerste groep Molukkers aan in Rotterdam. Enkele duizenden Molukkers op nog dertien schepen zouden de Kota Inten volgen. Wat waren de leefomstandigheden toen ze net aan waren gekomen?
In totaal kwamen tussen maart en juli 1951 12.500 Molukse soldaten met hun gezin in Nederland aan. Verspreid over 13 schepen. Vanuit de Rotterdamse haven werden zij naar Amersfoort gebracht. Daar kregen ze te horen waar ze de maanden van hun verblijf konden doorbrengen. Die plaatsen waren heel verschillend van aard. Sommige Molukkers konden terecht in een leegstaande villa, een oud klooster of een verlaten kazerne. Verreweg de meeste Molukkers kwamen echter terecht in een woonoord. Dat waren kampen die voorheen werden gebruikt door werklozen, die werk hadden gekregen via de werkverschaffing. Ook kregen de voormalige Duitse concentratiekampen Vught en Westerbork een nieuwe bestemming als Moluks woonoord. Kamp Vught werd woonoord Lunetten, kamp Westerbork kreeg de naam Schattenberg. De verschillende plaatsen verschilden in 1 opzicht niet van elkaar: De Nederlandse regering wilde ze het liefst bij elkaar, weg van de Nederlandse samenleving, onderbrengen (integratie was niet de bedoeling, want ze zouden na een half jaar weer terugkeren) De nieuwkomers mochten zich van de Nederlandse regering niet al te veel thuis gaan voelen. Ze zouden natuurlijk over een paar maanden weer terug gaan naar hun vaderland. Daarom werden de Molukkers gehuisvest in primitieve barakken, die eigenlijk veel te klein waren. In de woonoorden werd bijna alles centraal geregeld. In grote centrale keukens werd eten gemaakt, en zowel kinderen als volwassenen kregen onderwijs aangeboden. Maar van een normaal leven was nog lang geen sprake. Naast de nieuwe huisvesting moesten de Molukse mannen namelijk ook nog aan iets anders wennen. Bij aankomst in Nederland kregen ze te horen dat ze uit het leger waren ontslagen. Opeens was iedereen werkloos geworden, want van de staat mochten ze ook geen andere werkzaamheden verrichten. Het voelde voor de militairen als verraad. Zij hadden altijd klaargestaan voor Nederland, en nu werden ze door datzelfde land afgedankt. Aanvankelijk gaf de rechtbank de Molukkers gelijk, maar de Nederlandse regering trok uiteindelijk aan het langste eind. De Molukkers kwamen niet terug in dienst en mochten vijf jaar lang niet werken. Wat is er aan gedaan om ze terug te laten keren? Zoals al gezegd was, was het voor de Molukse KNIL-soldaten en hun families tijdens en na de onafhankelijkheidsoorlog erg moeilijk om hun leven te leiden. De meeste soldaten waren over heel Indonesië verspreid, en waren op veel plaatsen niet welkom. De Molukkers hadden natuurlijk aan de kant van de Nederlanders gevochten, en waren dus volgens de nationalisten, bondgenoten van de vijand. Toen zouden de Molukkers tijdelijk in Nederland verblijven. Ze werden in kampen geplaatst en het was de bedoeling dat de meeste mensen na ongeveer een half jaar terug zouden gaan naar Indonesië. Vanuit de gedachte dat het verblijf slechts tijdelijk zou zijn, werd aan integratie niet gedacht. Het idee van de eerste generatie was: Het is tijdelijk, als we maar overleven is ’t best. Het feit dat het een eenzijdig samengestelde beroepsgroep - militairen- betrof, het groepsgebonden karakter van huisvesting en de grote rol van de rijksoverheid hebben er toe bijgedragen dat de Molukse groep een eigen ontwikkelingsproces heeft doorgemaakt. Het ontslag uit de militaire dienst bij aankomst in 1951 heeft de verhouding tussen Molukkers en Nederlandse regering lang belast. Daarbij kwam dat de Nederlandse regering geen steun te wilde verlenen aan de politieke wensen van een deel van de Molukse gemeenschap naar een eigen staat. De gezamenlijke overeenkomst tussen de Molukse gemeenschap en de Nederlandse regering in 1986 is een poging geweest om door een aantal concrete stappen een positieve impuls te geven aan de verhouding tussen de Molukse gemeenschap en de Nederlandse regering. Op welke manieren probeerden de Molukkers aandacht op hun problemen te vestigen? De zeventiger jaren werden gekenmerkt door radicalisering onder Molukse jongeren er zijn in die tijd vele acties ondernomen om de aandacht op de Molukken te vestigen. Deze actie’ s om politieke redenen waren in Nederland nog nooit uitgevoerd en trokken veel aandacht. De Molukse jongeren besloten natuurlijk niet zomaar om over te gaan op geweld, dat is gegroeid en er zijn verschillende redenen voor: • de jongeren kregen thuis een soort KNIL-gedisciplineerde opvoeding • de slechte sociaal-economische positie • het feit dat hun ouders met vreedzame acties niets bereikt hadden • ze waren geïnspireerd geraakt door de Palestijnse acties. • de slechte integratie van Jongeren: ze blijven geïsoleerd, want thuis wordt er Ambon-Maleis gesproken. Ook is hun leven cultureel in tweeën geknipt. Het RMS-ideaal werd een ideologie. • De jongeren verklaarden: \"Wij zijn geen \'achteraf\' product van het kolonialisme, maar zijn de dupe geworden van de smerige politiek, die bedreven werd door onze vijanden Nederland en Indonesië, waarvan het uiteindelijke resultaat was, dat onze geliefde ouders ingescheept en vervoerd werden naar dit land.\"
Het profielwerkstuk gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
1 seconde geleden
Y.
Y.
er moet instaan oed de molukse kwestie in de jaren 50 60 en 70 verliep!!!
21 jaar geleden
AntwoordenM.
M.
bezetting in wassenaar is niet genoemd.
8 jaar geleden
2.
2.
je hebt een mooi interesant en kloppend verhaal geschreven
20 jaar geleden
AntwoordenA.
A.
DANKJE !
18 jaar geleden
AntwoordenT.
T.
hallo Cyntia
wat een top werkstuk. Ik ben zelf Molukker en Moluka is ook always on my mind, weet jij ergens goede informatie te vinden over Molukkers
17 jaar geleden
AntwoordenW.
W.
fijn, ik moet ook een werkstuk schrijven dus ik kan deze info goed gebruiken.
12 jaar geleden
AntwoordenG.
G.
yo man, bro's in da hood! ik ben zelf molukker en dit is topinformatie, je bent geweldig!
12 jaar geleden
AntwoordenZ.
Z.
Vet gaaf joh. Weet je ook iets over wat wij hebben overgenomen van de Molukkers?
12 jaar geleden
AntwoordenB.
B.
Jo man dit is goed man amana anana
11 jaar geleden
AntwoordenK.
K.
hihi dit is dus ff kopiƫren plakken xd
11 jaar geleden
AntwoordenA.
A.
Indonesie heeft niks te maken met molukkers ;-)
11 jaar geleden
AntwoordenS.
S.
ik vind het helemaal mooi
10 jaar geleden
AntwoordenH.
H.
Dit is geen werkstuk op Havo niveau, maar op HBO niveau. Ik ben vooral onder de indruk van je objectiviteit. Het is moeilijk om geen stelling te nemen als je dit vraagstuk behandelt. Dat maakt het zeer uitzonderlijk.
8 jaar geleden
AntwoordenG.
G.
Knap hoe dit werkstuk is opgebouwd. Geschiedenis en naar de actualiteit. Goed weergegeven. Uitstekend stukje werk. HBO niveau. Zou gepubliceerd moeten worden.
7 jaar geleden
AntwoordenR.
R.
Mooi verslag hoor...missschien dat je ook over meerdere gevolgen kan schrijven zoals wat is er nou gebeurd met het stemrecht van KNIL militairen en de nazaten ervan. Dit zou weleens een politieke vraagstuk kunnen worden zo vlak voor de verkiezingen. Maar bovenal is dit goeie info wat je hier schreef.
7 jaar geleden
AntwoordenM.
M.
Ik mis iets over de Regering in Ballingschap en Tamaela. En ook over Gerakan Mena Muria en Pemuda RMS Landelijk. Ik lees nauwelijks iets over verdeeldheid in de gemeenschap zoals Ambonezen vs. Keiezen wat niet alleen hier in Nederland tot uitbarsting kwam maar ook op Ambon en Ceram. Verder ziet je verslag er prima uit. Het Soestdijk complot kwam van mijn vader, Jack Malawau. Ik zelf ben mede-oprichter en ex-bestuurslid van Pemuda RMS (Landelijk).
7 jaar geleden
Antwoorden