Het Midden-Oosten conflict

Beoordeling 6.3
Foto van een scholier
  • Profielwerkstuk door een scholier
  • 6e klas vwo | 4697 woorden
  • 14 april 2004
  • 128 keer beoordeeld
Cijfer 6.3
128 keer beoordeeld

Het Midden-Oosten conflict

Hoofdvraag - Waarom is er zo`n enorme strijd gaande tussen Israël en de Palestijnen?

Deelvraag 1 - Hoe is Israël ontstaan?

Deelvraag 2 - Wat voor politiek heeft Israël in de bezette gebieden?

Deelvraag 3 - Wie zijn de Palestijnen?

Deelvraag 4 - Wat zijn de Palestijnse gebieden?

Inleiding:

Op 2 november 1917 verklaart de Britse minister van Buitenlandse Zaken, A.J. Balfour, tegenover de Joodse weldoener, Lord Rothschild, dat de Engelse regering streeft naar \"...de vestiging in Palestina van een nationaal tehuis voor het joodse volk en alles in het werk zal stellen teneinde het bereiken van dit doel te bevorderen, waarbij wel moet worden begrepen dat niets zal worden gedaan dat een inbreuk zou maken op de burgerlijke en godsdienstige rechten van de bestaande niet-joodse gemeenschappen in Palestina, of op de rechten en de politieke status die de joden in enig ander land genieten\". Dit is het begin van het ontstaan van de staat Israël en dus ook het begin van het conflict tussen de palestijnen en de Israëliërs. Vrijwel geen dag gaat voor bij of het Midden Oosten is in het nieuws. En altijd draait het om hetzelfde probleem: de vijandschap tussen de Joden in Israël en de Palestijnen. De vraag naar de ooraak van het conflict is niet makkelijk te beantwoorden. De wortels liggen in een ver verleden. In mei 1948 werd de staat Israël uitgeroepen. De jonge staat was een antwoord op het eeuwenlange antisemitisme, een toevluchtsoord voor de overlevenden van de holocaust en ook het land van hoop voor vele joden. Israël bleek in vele opzichten een succesverhaal, maar achter het succesverhaal hing de schaduw van de Palestijnse kwestie, die uitgroeide tot een wereldwijd conflict. Ik heb dit onderwerp gekozen omdat er heel veel over te doen is in de kranten en in andere media, en ik heb eigenlijk nooit het hele probleem begrepen. Op die manier ben ik dus geïnteresseerd geraakt in de kwestie. Ik met dit profielwerkstuk dus twee vliegen in een klap. Ik maak namelijk mijn profielwerkstuk maar tegelijkertijd kom ik eindelijk achter wat ik nou al die jaren heb willen weten \"waarom is er zo`n enorme straat tussen Israël en de Palestijnen.

Hoe is Israël ontstaan?

Tot de 1e eeuw na Christus hadden er altijd al Joden in Palestina gewoond. Door de diaspora werden ze over de hele wereld verspreid. Tegen het einde van de 19e eeuw ontstond het zionisme. Het zionisme was het streven (van de Joden) naar een georganiseerde terugkeer naar Palestina en het daar vestigen van een Joodse samenleving. Het is niet zo vreemd dat het zionisme in die tijd ontstond. In de 19e eeuw bloeide overal in Europa het nationalisme op en dat bracht het aloude antisemitisme tot nieuw leven. Joden werden in sommige landen als \"vreemden\" gezien. Oprichter van de zionistische beweging was Theodor Herzl. Herzl meende dat joden nooit veilig zouden zijn wanneer ze geen eigen staat hebben. De joden wilden zich in Palestina gaan vestigen.

De Britse minister van Buitenlandse Zaken, Ratuur Balfour, stuurde in 1917 een brief naar Lord Rothschild, leider van de zionistische federatie in Groot-Brittannië, waarin de Londense regering \"de vestiging van een nationaal tehuis voor het joodse volk\" van harte ondersteunt en belooft ,\"alles in het werk te zullen stellen dit doel te bereiken\". De joden hebben deze Balfour Declaration (altijd) gezien als een internationale goedkeuring voor de stichting van de staat Israël, dat tot 1917 deel van het Ottomaanse rijk was.

Tegen het einde van de Eerste Wereldoorlog kreeg Groot-Brittannië, Palestina onder zijn controle. De volkenbond plaatste Palestina in 1922 onder Brits mandaat. Engeland raakte al snel verstrikt in de strijd om land tussen het toenemend aantal Joden en de Palestijnse Arabieren in de westelijke helft van Palestina. In 1947 gaven de Britten het mandaat terug aan de Verenigde naties omdat ze niet in staat waren het gebied te controleren en te besturen.

De VN-commissie stelt in 1947 voor Palestina te delen: één deel voor zionistische joden die na de Tweede Wereldoorlog Palestina binnenstromen, één deel voor de islamitische en christelijke bevolking van Palestina, de Palestijnen. waarbij de Arabieren de Westelijke Jordaanoever, de provincie Gaza, Jaffa en de Arabische delen van galilea zouden krijgen. De Joodse staat zou gaan bestaan uit de Negev-woestijn, de kustvlakte tussen tel Aviv en Haifa en stukken van Galilea aan de grens met Syrie. Jeruzalem zou een internationale status moeten krijgen onder leiding van een VN-commissaris. Het Joodse Agentschap accepteert het plan, maar vindt de voorgestelde grenzen tussen de gebieden te kwetsbaar. De Palestijnen verzetten zich tegen het voorstel omdat zij de joodse aanwezigheid in Palestina als \'illegaal\' beschouwen. De Palestijnen weigeren zich bij de VN-beslissing neer te leggen en er breken onlusten in Palestina uit. Naar schatting 400.000 Palestijnen vluchten het land uit.

Op 14 mei 1948, een dag nadat de Britten hun mandaatgebied verlaten hadden, riep David Ben Goerion de staat Israël uit. Een coalitie van zes Arabische landen (Egypte, Transjordanie, Saoedi-Arabie, Syrie, Libanon en Irak) vielen de volgende dag de jonge Joodse staat binnen, om voor eens en altijd af te rekenen met het zionistisch ideaal. Op 11 juni 1948 werd op Rhodos een wapenstilstand getekend tussen Israël en de Arabische landen. Door het grondgebied dat Israël in de deze oorlog had veroverd, werd het land groter dan in het VN-plan was voorgesteld. De Westoever kwam onder Jordaans bestuur en de gazastrook werd door Egypte ingelijfd. Geen van deze twee Arabische landen stonden de Palestijnen toe een onafhankelijke regering in de gebieden te vormen.

In 1967 verlaat de VN-vredesmacht de Sinaï-woestijn, tegen de zin van Israël in, dat zijn grenzen onbewaakt ziet en de dreiging van de Arabische buren voelt. Op 6 juni valt Israël daarom aan en verovert in 6 dagen de Gazastrook op Egypte, de Golanhoogte op Syrië en de Westelijke Jordaanoever en Oost-Jeruzalem op Jordanië. Het grondgebied van Israël wordt daarmee meer dan verdubbeld. Veel Palestijnen die in de veroverde gebieden wonen vluchten naar Jordanië.

In ruil voor vrede en erkenning van het bestaansrecht van de Joodse staat bood Israël na de Junioorlog teruggave van de gebieden aan. De Arabische staten besloten dit te weigeren, dat werd besloten op de Conferentie van Khartoem in1967. Hierdoor voelde Israël zich bedreigt en uit veiligheidsoverwegingen konden ze de gebieden niet afstoten. Israëlische legers bleven dus in de Westoever en de gazastrook om deze te besturen. Met de vrede tussen Israël en Egypte in 1979, waarbij Egypte de gazastrook niet terug wilde, en de verklaring van koning Hoessein in 1988, waarmee Jordanië formeel afstand deed van de Westoever, was Israël helemaal zelf aangewezen op de besturing en handhaving van deze gebieden.

Statistische gegevens Israël:

Oppervlakte
20.325 km2: (0,5 x Nederland)

Hoofdstad
Jeruzalem

Inwonertal
6,12 miljoen (1999) (Dit cijfer bevat ook de bevolking van Oost-Jeruzalem en de geannexeerde Golan Hoogte) Bevolkingsdichtheid
301/km2

Godsdienst
Joden (80,%), Moslims (14,6%), Christenen (2,1%), Druzen en anderen (3,2%)

Taal
Officieel Hebreeuws, Arabisch, Engels; Russisch wordt onofficieel gebruikt

Nationale feestdag(en) 14 mei (uitroepen van de onafhankelijkheid, 1948)

Klimatologische gesteldheid
Mediterraan klimaat. Hoeveelheid regenval vermindert snel van noord naar zuid.

Wat voor politiek heeft Israël in de bezette gebieden?

De politiek van Israël in de bezette gebieden (de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook) wordt ook wel de nederzettingenpolitiek genoemd. Sinds de verovering van de gebieden in 1967 begonnen de Joden zich te vestigen in de Westoever en de Gazastrook. Tot 1977 hanteerde de regerende Arbeidspartij het nederzettingenplan van de toenmalige minister van buitenlandse zaken Yigal Allon. Hij wilde graag nederzettingen stichten langs de Jordaan en om dichtbevolkte Arabische delen heen, zoals Ramallah, Nabloes en Jenin. Op deze manier kon de veiligheid van Israël gegarandeerd worden, zonder dat de Arabische bevolking hier in het dagelijkse leven iets van zou merken. De nederzettingen zouden dus een soort bufferzone moeten worden. De Joodse nederzettingen hadden in dit beleid dus een militair-strategische functie. Het aantal inwoners in de nederzettingsgebieden was in de 1e tien jaar slechts 5000 personen. Dit veranderde in 1977 toen de likoedpartij aan de macht kwam. Omdat zij vonden dat Judea en Samaria bij Israël hoorde, werd de bouw van nederzettingen daar opgevoerd. Nationalistische en historisch-religieuze werden nu belangrijker dan de strategische motieven. Onder de regeringen van Nationale Eenheid ging de nederzettingenbouw door. In 1982 woonden er al 25.000 kolonisten in bezet gebied. Tien jaar later werd dit aantal al 120.000. De Arabische bewoners van de gebieden voelen zich bedreigd door de territoriale eisen van een zo groot aantal Joden in bezet gebied. Het grote waterverbruik van de kolonisten en de aansluiting van de nederzettingen op het Israëlische elektriciteitsnet werden door veel Palestijnen gezien als een vorm van sluipende annexatie en dit benadrukt deze angst nog eens extra. De Verenigde Naties en de Europese Unie hebben de nederzettingenpolitiek van Israël altijd als strijdig met het internationale recht en als obstakel voor de oplossing van het Palestijns-Israelisch conflict beschouwd.

De stelling dat de nederzettingenpolitiek in strijd is met het internationale recht wordt door Israël tegen gesproken. De Verenigde naties en de Europese Unie baseerden hun uitspraak op artikel 49 van de Vierde Geneefse Conventie, dat het overbrengen van delen van de eigen bevolking naar bezet gebied verbiedt. Israël denkt hier anders over. Het artikel werd opgesteld na de Tweede Wereld oorlog, nadat gedwongen volksverhuizingen plaatsgevonden hadden naar Tsjecho-Slowakije, Hongarije en Polen, waarbij de oorspronkelijke bevolking werd gedeporteerd. In het geval van de Westoever en de Gazastrook gaat het om vrijwillige vestiging van Joden in bezet gebied, waarvan bovendien de status onduidelijk is. De nederzettingen beslaan ongeveer drie a vier procent van de Westoever en eenderde deel van de Gazastrook. Volgens de diverse Israëlische regeringen gaat het daarbij grotendeels om land dat gekocht is van Palestijnen of om land dat voor 1967 werd beschouwd als Jordaans staatsland. Mensenrechtenorganisaties en de Palestijnen menen echter dat met name door de regering Sjamir veel grond ten onrecht tot staatsland werd gerekend en dat zich dus wel landonteigeningen hebben voorgedaan. Maar ook landonteigeningen zijn volgens de Israëlische regeringen niet altijd onwettig. Israël maakt onderscheid tussen nederzettingen die van militair-strategisch belang zijn en civiele nederzettingen, die soms midden in dichtbevolkte Arabische woongebieden zijn opgericht. In het geval dat een nederzetting een militaire functie vervult is er (volkenrechtelijk) weinig tegenin te brengen.

Al sinds 1967 staat de controle over het water centraal in de Israëlische bezettingsstrategie voor de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook. Israël gebruikt de controle over de waterbronnen om de ontwikkeling van de Palestijnse landbouw tegen te houden, maar ook om de plaatsen waar de joodse kolonisten wonen voldoende water te leveren om een goede leefbare situatie te creëren. Vooral het water van de Westelijke Jordaanoever is de controle van het water belangrijk voor het overleven van de joodse staat en politiek, want het water is een belangrijk wapen in de strijd om de controle van de grond in de bezette gebieden. Israël is een droog land, met onvoldoende neerslag voor landbouw. De Westelijke Jordaanoever en de Golanhoogte zijn bergachtige en dus zorgen ze voor voldoende water. Ze vormen een van de belangrijkste bronnen om de vlakten van water te voorzien. In 1988 kwam eenderde van het water dat in Israël verbruikt werd uit de heuvels van de Westelijke Jordaanoever. Sinds de bezetting in 1967 valt het water van de Westoever en Gaza onder de controle van de Israëlische maatschappij voor waterdistributie Mekorot, die valt onder het Israëlische Commissariaat voor Water. De militaire overheid heeft sindsdien op oneerlijke wijze het verbruik van het water geregeld, met een verbod om het verbruik te verhogen voor de Palestijnse bevolking. Het eerste slachtoffer van deze maatregel was de landbouw, die ongeveer 85 procent van het water verbruikte. De eerste gronden die Israël in beslag nam na de oorlog van 1967, waren de rijkste gronden langs de Jordaan. Om redenen van militaire veiligheid werden de Palestijnen de toegang tot het water op die plaatsen verboden.

Wie zijn de Palestijnen en wat zijn de Palestijnse gebieden?

Er woonden al mensen in Palestina voor dit gebied het tehuis werd voor de joden en als staat de naam Israël kreeg. Waarschijnlijk was het aantal inwoners in 1914 maar 850.000, waarvan 82% moslims, 10% joden en 8% christenen. Toen rond 1915 duidelijk werd dat de Turken het Midden-niet meer konden handhaven, kwam de vraag wat er met het Midden-Oosten gedaan zou worden. Verschillende geheime afspraken waren er al gemaakt, zoals de Balfour Declaration. Hiermee werden toezeggingen gedaan aan de joodse gemeenschap, daarnaast werd hierdoor het Arabisch nationalisme opgelaaid. De Fransen en de Britten waren al in de oorlog begonnen met onderhandelingen over de verdeling van de Turkse gebieden. Op 16 mei 1916 waren zij tot een geheime overeenkomst gekomen, waarbij de Engelsen Palestina, Jordanië, de gebieden rond de Perzische Golf en Baghdad onder hun hoede zouden nemen, terwijl de Fransen Syrië, Libanon en Turks Cilicië zouden gaan besturen. Jeruzalem zou een internationaal bestuur moeten krijgen. In juli 1922 erkende de Volkenbond Palestina als mandaatgebied, waarbij Engeland als mandataris zou optreden.

De Westelijke Jordaanoever (incl. Oost -Jeruzalem) is een gebied van 6000 km2 met ruim 1,9 miljoen Arabische inwoners. In de Gazastrook (360 km2) wonen 194.000 Palestijnen. De bevolkingsdichtheid in de Westelijke Jordaanoever is 324 per vierkante kilometer en in de Gazastrook 3055 per km2. Deze gebieden zijn Palesijns geworden toen Engeland in 1948 Palestina verliet. Grote aantallen Palestijnen verblijven sinds de oorlog van 1948 in vluchtelingenkampen. In Gaza bijna tweederde van de bevolking, in de Westoever zijn dit er stukken minder. Veel vluchtelingenkampen bevinden zich aan de oostzijde van de Jordaan in Jordanie. De bevolkingsgroei onder de Palestijnen in de gebieden is explosief. In 1967 woonden er in de Gazastrook niet meer dan 360.000 mensen. In 25 jaar is dit aantal in het inmiddels overbevolkte gebied verdubbeld! Volgens schattingen wonen er ongeveer 3,5 miljoen Palestijnen buiten de gebieden, waaronder 900.000 in Israël. In Gaza is 98 procent van de bevolking Moslim (Soennitisch). In de Westelijke Jordaanoever wonen meer christenen. Behalve Palestijnse hebben de gebieden ook Joodse inwoners. Zij wonen in door hen en door de Israëlische regering opgerichte nederzettingen. In Gaza wonen ruim 5000 kolonisten in 14 nederzettingen. In de Westelijke Jordaanoever zijn dit er 170.000 in bijna 150 nederzettingen.

Sociale situatie: Ongeveer 19% van de Palestijnse bevolking leeft onder de armoedegrens, waarvan de meerderheid in de Gazastrook. De bevolking is zeer jong (47% was in 1997 jonger dan 15 jaar), wat leidt tot een grote druk op het onderwijssysteem en de arbeidsmarkt. Ook is de deelname van vrouwen op de arbeidsmarkt laag (12,4%). Er zijn bijna geen centraal geregelde sociale voorzieningen en ook de medische voorzieningen zijn zeer slecht. De Palestijnen behoren tot een van de hoogst opgeleide volkeren in de Arabische wereld. Op de 1000 inwoners hebben er 18 een academische graad. De Palestijnse gebieden hebben zeven universiteiten, daarvan bevinden er vijf op de Westoever en twee in de Gazastrook. Al deze universiteiten zijn onder Israëlisch bestuur opgericht. Op last van de Israëlische autoriteiten zijn de universiteiten echter van 1988 tot 1992 gesloten geweest. Ze werden gezien als broedplaatsen van verzet. De recente Israëlische blokkades van steden en Palestijnse gebiedsdelen hebben echter grote negatieve gevolgen voor de burgerbevolking. De armoede is sterk toegenomen met als gevolg groeiende verpaupering en frustratie. Steeds meer Palestijnen zien daarom het gebruik van geweld als enige uitweg, waardoor er een vicieuze cirkel ontstaat.

Gezien de slechte situatie in de Palestijnse gebieden is het ook niet zo gek dat de Palestijnen zich hiertegen willen verzetten. In 1964 werd tijdens een bijeenkomst van de Arabische Liga de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie (PLO) opgericht. In 1968 kwam El Fatah, een gewapende bevrijdingsorganisatie, bij de P.L.O. en een jaar later werd de leider van El Fatah, Yassar Arafat, voorzitter van de PLO. De PLO werd vooral bekend door een aantal aanslagen tegen Israeli`s en joden. De PLO streeft naar de opheffing van Israel en de bevrijding van de Westelijke Jordaanoever en de gazastrook. \"Zij die zich tegen deze lijn verzetten lopen kans gedood te worden\" De Arabische landen hebben altijd gezegd de PLO te steunen, alleen het bleef bij deze woorden. Als het op daden aankwam waren ze veel voorzichtiger. De PLO werd goed in de gaten gehouden omdat ze links en radicaal was en een gevaar zou kunnen vormen voor Arabische landen zelf. Hamas is na El-Fatah de belangrijkste politieke machtsfactor in de Palestijnse gebieden. Hamas beschikt over een gewapende vleugel. Ook binnen Fatah is er sprake van groeperingen die gebruik maken van geweld om hun doelen te bereiken. Hamas is de grootste islamitische beweging in de Palestijnse gebieden. De naam Hamas is de Arabische afkorting voor de Islamitische Verzetsbeweging (Harakat al-Muqawamah al-Islamiyya). De beweging is geïnspireerd op het Moslim Broederschap, een beweging die in de jaren \'20 van de vorige eeuw in Egypte werd opgericht en veel aanhang kreeg in de Arabische wereld. Hamas werd in 1978 door Sheikh Ahmed Yassin officieel geregistreerd in Israël als een islamitische organisatie onder de naam Al-Mujamma Al Islami. De organisatie kreeg veel steun door zijn religieuze propaganda en sociaal werk. Een andere reden waarom de Hamas zo populair is heeft te maken met de steeds meer gematigde toon die de Palestijnse nationalistische beweging en de PLO aansloegen. Ze verplaatsten hun politieke macht buiten de Palestijnse gebieden. Hamas bleef binnen de Palestijnse gebieden actief en kon daardoor de belangen van de Palestijnen beter behartigen.

Economische situatie Het is niet meer dan logisch dat de Palestijnse economie lijdt onder de Israëlische bezetting. Sinds 1967 zijn de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook afgesloten van hun vroegere markten Jordanië en Egypte, waardoor er vrijwel alleen met Israël handel mogelijk is. Doordat Israël de mogelijkheid heeft de Palestijnse Gebieden af te grendelen zijn de Palestijnen volledig afhankelijk van Israël wat betreft de handel van goederen, diensten en arbeid. Ook investeringen in landbouw en andere bedrijfstakken blijven uit door de (kans op) Israëlische afsluitingen. De waterproblematiek en de strijd hierover met Israël hebben ook nog eens geleid tot een blijvend Palestijns watertekort in de landbouwgebieden. De Palestijnse economie liet in 1999 een groei van 6 procent zien. Maar door de hoge bevolkingsgroei kan de Palestijnse bevolking niet van de economische groei profiteren. Grote binnenlandse en buitenlandse investeringen blijven vanwege de onzekere toekomst uit. Op het gebied van privatisering en liberalisering is er de laatste jaren wel een klein beetje vooruitgang geboekt. De belangrijkste steunpilaren van de Palestijnse economie zijn private dienstverlening, publieke dienstverlening, industrie, landbouw en de bouw. Na 1999 heeft de Israëlische afsluitingspolitiek wel geleid tot een ineenstorting van de Palestijnse economie. De werkloosheid heeft inmiddels de 38% bereikt, en aan de groei van de economie is een einde gekomen. Bovendien weigert Israël BTW-inkomsten af te dragen, waardoor de Palestijnse bevolking een belangrijke bron van inkomsten wordt onthouden.

De statistische gegevens van de Palestijnen nog even op een rijtje: Oppervlakte
Westelijke Jordaanoever: 5860 km2 Gazastrook: 360 km2

Hoofdstad
Gaza-stad en Ramallah

Inwonertal
Circa 3 miljoen waarvan: Westelijke Jordaanoever 1,9 miljoen (incl. Oost -Jeruzalem) en Gaza 1,1 miljoen Daarnaast bevinden zich op de Westbank en Gaza ongeveer 150 nederzettingen met 194.000 kolonisten en wonen er 180.000 in Oost-Jeruzalem.

Bevolkingsdichtheid
Westelijke Jordaanoever: 324 per km2 Gazastrook: 3055 per km2

Godsdienst
Overwegend Islamitisch (Soennitisch); 2% Christenen

Taal
Arabisch; Israëlische kolonisten spreken Hebreeuws

Nationale feestdag(en) Nog te bepalen

Klimatologische gesteldheid
Mediterraan, semi-aride

Waarom is er zo`n enorme strijd gaande tussen Israël en de Palestijnen?

Er wordt al jaren en jaren gezocht naar een oplossing van het conflict tussen Israël en de Palestijnen. Zo zijn er de laatste jaren al verschillende pogingen gedaan. Bijvoorbeeld de Oslo akkoorden. In Oslo begon in januari 1993 een geheim vredesoverleg tussen Israël en de PLO. Op basis van het hier bereikte akkoord kwamen in september Yasser Arafat en de Israëlische premier Rabin samen. Israël erkende de PLO als enige vertegenwoordiger van het Palestijnse volk en gaf de Palestijnen beperkte autonomie toe in ruil voor erkenning van de staat Israël. Over de grote, nog resterende problemen tussen beide partijen, zoals de status van Jeruzalem, zou later worden gesproken. Dit akkoord bracht even rust maar in 1996 breekt het geweld weer los. Op 23 oktober 1998 tekent Netanjahu het \"Wye-akkoord\". Het akkoord bepaalt dat Israël zich terugtrekt uit de Westelijke Jordaanoever. Ook in 2000 zijn er vredesbesprekingen geweest, in Camp David, tussen de Israëlische premier Ehud Barak, PLO-leider Yasser Arafat en Bill Clinton, maar dit leverde opnieuw geen resultaat op. Het is dus duidelijk te zien dat een vrede in het Midden-Oosten niet eventjes gemaakt is. De belangrijkste obstakels om tot een duurzame vrede te komen zijn de status van Jeruzalem, het lot van de kolonisten in de bezette gebieden en de Palestijnse vluchtelingen. Vooral de kwestie Jeruzalem blijkt een te groot struikelblok. Beiden partijen willen aanspraak maken op de Tempelberg. De Palestijnen vanwege hun geloof, een verhaal zegt dat de engel Gabriël Mohammed op een nacht meenam van de Kaäba in Mekka (”het gewijde bedehuis”) naar de Tempelberg (”het uiterste bedehuis”) om vanaf de heilige rots de nachtelijke reis naar de hemel te maken. Voor de Joden is Jeruzalem heel belangrijk omdat daar de klaagmuur staat, dit is een overblijfsel van een hele grote oude tempel, de klaagmuur wordt gebruikt als gebedsplaats. (Daarnaast is Jeruzalem voor christenen de plaats waar de kruisdood en verrijzenis van Jezus zich voltrokken).Tijdens de Zesdaags Oorlog in 1967 kreeg Israel geheel Jeruzalem in handen. Daarvoor (sinds 1948) was de stad door een muur gescheiden in een oostelijk Jordaans deel en een westelijk, door Israel bestuurd gedeelte. De inname kwam tot stand nadat Jordaanse troepen de aanval op Israel hadden geopend. Israel sloeg terug en op 7 juni was de stad veroverd. Toenmalige Israelische minister van Defensie Mosje Dajan zei toen bij de Klaagmuur in het voormalig Jordaanse deel: \"Wij zijn teruggekeerd naar het heiligste van onze heiligdommen om er nooit meer van te scheiden.\" Vanaf dat moment heeft Jeruzalem een geweldige expansie doorgemaakt. Nieuwe joodse wijken werden gebouwd en de verwoeste joodse wijk in de Oude Stad werd herbouwd. Momenteel wonen op een oppervlakte van ca. 100 km2 een half miljoen mensen, van wie tweederde joods en eenderde Arabisch.

In 1948 en 1967 vluchtten veel Palestijnen naar Jordanië, Syrië en Libanon. Met name het lot van de Palestijnse vluchtelingen in Libanon, die in dat land als ongewenste vreemdeling worden behandeld, wordt gezien als een groot probleem. Meer dan anderhalf miljoen palestijnen kunnen niet in leven blijven zonder hulp van buitenaf. Ze leven in grote armoede en hebben niets. Een derde deel van hen is dakloos. Ze wonen in vluchtelingenkampen waar duizenden hutten en krotten staan. Een ander conflictpunt zijn de grenzen. PLO-leider Yasser Arafat wil dat Israël alle gebieden opgeeft die het in 1967 heeft veroverd, in overeenkomst met VN-resolutie 242. Dit zijn de Westelijke Jordaanoever, Gaza en Oost-Jeruzalem. Israël wil echter drie grote gedeeltes van de Westelijke Jordaanoever, waar zo\'n 170.000 joodse kolonisten in nederzettingen wonen, annexeren. In ruil hiervoor zouden de Palestijnen de zeggenschap krijgen over Israëlisch grondgebied binnen de grenzen van 1967. Het zou gaan om onbewoond Israëlisch grondgebied in de Negev-woestijn dat bij de overbevolkte Palestijnse Gazastrook zou kunnen worden getrokken. Arafat blijft van mening dat de joodse nederzettingen op de Westoever illegaal zijn en dat ze ontmanteld moeten worden. Rabin (voormalige president) ging goed op weg wat betreft de vredesbesprekingen met de palestijnen. Ook hadden de omringende Arabische landen meer vertrouwen in hem dan in andere Israeliers. De fundamentalistische joden waren tegen hem. Zij willen niet toegeven aan de Palestijnse wensen. Na de dood van Rabin was de oplossing weer verder weg. De oplossing zal van andere landen (De VN) moeten komen. En beide partijen zullen water bij de wijn moeten gaan doen en begrip en respect voor elkaars geloof e.d. moeten opbrengen. Dit zal veel tijd gaan kosten, maar het is de enige manier om tot vrede te komen. Hoe de toekomst er voor de palestijnen en de joden uit zal zien is niet te voorspellen. Terugkeer van alle Palestijnse vluchtelingen wil Israël niet toestaan. Een Palestijnse staat op het gebied dat vroeger Palestina heette betekent het einde voor de Israëliërs daar.

Conclusie

Uiteindelijk kan je zeggen dat er in de periode dat Israël bestaat weinig vorderingen zijn gemaakt in de weg naar vrede tussen de Palestijnen en de joden. Elke keer ontstaan er weer nieuwe conflicten, elke keer als men denkt dat er vrede komt worden er weer aanslagen gepleegd en wordt er wederzijds agressief gereageerd. De oplossing van het conflict is nog niet dichtbij, de enige manier om dichterbij te komen is het tonen van respect en begrip voor elkaar. Dan pas kun je gaan onderhandelen maar dat is ook weer erg moeilijk, vooral als er voortdurend aanslagen van beiden kanten worden gepleegd, waardoor de wederzijdse haat alleen maar erger wordt. De VN moet er alles aan blijven doen om de situatie in het Midden-Oosten onder controle te houden. Als dat lukt en als nieuwe aanslagen grotendeels voorkomen kunnen worden, zal de haat jegens elkaar langzamerhand minder vers worden. Dit kan natuurlijk niet in een paar jaar, je zou misschien zelfs in tientallen jaren moeten gaan denken. Na tientallenjaren zonder bloedvergiet zal de haat minder vers worden en wordt de mogelijkheid op vrede groter. Door het conflict heeft de term ‘het Midden-Oosten’ een slechte naam gekregen. Als je iemand vraagt naar het Midden-Oosten zijn de eerste gedachten die bij diegene opkomen waarschijnlijk onrust, oorlog, haat en verdriet. Dit is het tegenovergestelde van wat de staat Israël van plan was geweest.

Balans:

Toen ik het onderwerp koos dacht ik dat het vinden van informatie zeer makkelijk was, de kranten stonden immers bol van het conflict. Maar als snel kwam ik erachter dat de krantenberichtjes bijna allemaal nutteloos waren voor mijn onderzoek. Het betrof namelijk allemaal informatie van de gebeurtenis op zich, maar niet het achterliggende verhaal, en dat is juist het gene waar ik naar op zoek was en waar mijn onderzoek over gaat. Het was zeer moeilijk om met het project aan de slag te gaan. Doordat ik voor school allerlei werkstukjes moest maken gaf ik mijn aandacht de voorkeur aan de opdrachten die het snelst in mijn agenda voorkwamen, daardoor heb ik het profielwerkstuk een beetje op de lange baan geschoven. Dit is iets waar ik overigens wel spijt van heb, het is namelijk zeer vervelend om dagenlang te stressen en uren en nog eens urenlang achter je computer te zitten. Maar ja, het \"eigen schuld dikke bult\" gezegde bewijst maar weer eens zijn gelijk. Echte problemen buiten de tijd heb ik bij het maken van dit werkstuk niet gehad, wel heb ik besloten deelvraag 3 en 4 samen te voegen omdat deze gewoon niet afzonderlijk van elkaar te beantwoorden zijn. Ik heb er geen spijt van dat ik dit onderwerp gekozen heb, het is dan wel zeer gecompliceerd en met elke dag weer nieuwe gebeurtenissen, maar ik vond het wel een leuk onderwerp. Ik heb eindelijk het idee dat ik weet waar die enorme media-aandacht aan het Midden-Oosten over gaat. Vroeger dacht ik altijd \"damn, waarom sluiten beiden partijen geen vrede en stoppen de aanslagen over en weer\". Dankzij het onderzoek dat ik heb moeten doen bij het maken van mijn profielwerkstuk weet ik dat de situatie niet zo eenvoudig in elkaar zit. Als ik nu terug kijk naar de maak van mijn profielwerkstuk heb ik buiten het feit dat ik geleerd heb hoe het conflict in het Midden-Oosten in elkaar zit ook mijzelf beter leren kennen. Ik ben mezelf namelijk een tientallen malen tegengekomen met de gedachte waarom ben ik er niet eerder mee begonnen. Ik heb er dus van geleerd, dat het verstandig is, dat je bij een project dat zo complex is, gewoon vanaf de eerste dag dat je weet dat je het moet inleveren, elke dag of elke week gewoon een uurtje aan zou moeten werken. Dat ga ik me vanaf dit moment dan ook voornemen. Al met al vond ik het maken van het profielwerkstuk erg nuttig, buiten het feit dat je veel over het onderwerp komt te weten, kom je ook veel over jezelf te weten.

Bronnen:

Boeken: De Palestijnen Harry van Mierlo-Krikor Guvlekjian
Grote Winkler Prins encyclopedie
Israël 40 jaar Martin van Amerongen
Palestina en de Palestijnen. Prof.Dr.B.Lewis

Folders: Antisemitisme CIDI (centrum informatie en documentatie Israël) Het Arabisch-Israelisch conflict CIDI
Israels bestuur over de Westoever en Gaza CIDI

Internetsite`s: www.cidi.nl
www.likud.nl
www.nrc.nl
www.reformatorischdagblad.nl
www.snunit.k12.il/sachlav/dutch
http://www.targets.org

Anders: Encarta 98

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.