Voorwoord
D-day, een naam, een dag die iedereen wel bekend in de oren zal klinken.
- Maar wat was de aanleiding van deze dag nu? - Hoe was het plan eigenlijk? - Hoe werd dit plan uitgevoerd? - Wat waren de gevolgen van D-day?
Ik denk dat de meeste mensen de antwoorden op deze 4 vragen niet of tenminste niet precies zullen weten. Mede daarom ga ik in dit Zelfstandig Onderzoek in op de antwoorden op deze vragen. Ik heb voor dit onderwerp gekozen, omdat ik bij het vak Geschiedenis altijd de hoofdstukken over de 2e wereldoorlog het meest interessant vond. Meestal gingen die hoofdstukken dan over de aanleidingen tot de 2e wereldoorlog en over de hoofdrolspelers voor en tijdens de 2e wereldoorlog. Daar wist ik dus eigenlijk al aardig wat van. Maar wat ik nog niet wist voordat ik aan dit Zelfstandig Onderzoek begon was hoe de 2e wereldoorlog beëindigd werd. Ja, de 2e wereldoorlog eindigde met de bevrijding van geheel Europa, maar wat was nu eigenlijk het begin van het einde van Hitler Duitsland. Ja dat wist ik ook: D-day. Hoe was het plan voor D-day, hoe werd dit uitgevoerd en wat waren de gevolgen voor de bevrijding van Europa ? Dit was iets wat ik niet wist, maar deze vraag was wel iets waar ik me graag eens in wilde verdiepen. Daarom heb ik deze vraag als mijn hoofdvraag gemaakt. En uit deze hoofdvraag heb ik de al eerder genoemde 4 deelvragen afgeleid. Deze deelvragen zal ik dan ook in mijn Zelfstandig Onderzoek proberen te beantwoorden. - In de inleiding komt de aanleiding voor D-day aan bod. - In hoofdstuk 1 bespreek ik het plan voor D-day. - In het 2e hoofdstuk zal ik het hebben over de uitvoering van dit plan. - In hoofdstuk drie zal ik kort de gevolgen uiteenzetten. - En in het nawoord zal ik mijn conclusie trekken en deze verwoorden in een beantwoording van de hoofdvraag. Ik hoop dat ik je als lezer op een overzichtelijke en leuke wijze door het Zelfstandig Onderzoek naar de beantwoording van de hoofdvraag in het nawoord kan leiden. En dat je dan als lezer na afloop kunt zeggen dat je een goed antwoord hebt gekregen op de hoofdvraag. Die hoofdvraag van waar uit ik dit Zelfstandig Onderzoek heb geschreven.
Inleiding
Toen Hitler in 1933 kanselier van Duitsland werd had hij al aardig wat macht, deze werd alleen maar groter toen hij zichzelf een jaar later, in 1934, tot Führer uitriep. In de daarop volgende jaren maakte Hitler een begin om Europa te gaan veroveren. Hij verplaatste in 1935 troepen naar het gedemilitariseerde Rijnland, in 1936 sloot hij een verbond met Italië, in maart ‘38 legde Hitler de grondslag voor het derde rijk door Oostenrijk bij Duitsland in te lijven, in september ‘38 voegde hij het noorden van het toenmalige Tsjecho-Slowakije eraan toe en in maart ‘39 volgde de rest van dit land. De aanval van Hitler op Polen in september ‘39 leidde ertoe dat Engeland en Frankrijk de oorlog aan Duitsland verklaarde en dit was het begin van WO II. In de jaren daarna begon Hitler nog meer Europese landen te bezetten en raakte hij in steeds meer oorlogen verzeild, Hitler had uiteindelijk in de lente van 1941 bijna ieder Europees land onder controle op Groot-Brittannië na, dit vond Hitler niet fijn. Want aan Groot- Brittannië hadden de tegenstanders van Hitler dicht bij het vaste land een goede uitvalsbasis voor de te verwachten tegenaanval. Winston Churchill, toenmalig Minister-president van Groot-Brittannië, hield, ondanks dat hij al zijn Europese bondgenoten had verloren, vast aan zijn tactiek om ervoor te zorgen dat Groot-Brittannië niet in Duitse handen zou vallen. Churchill zocht steun bij andere grote landen in de wereld zoals bij de V.S.. Churchill kreeg van Roosevelt, toenmalig president van de V.S, veelal materiële steun in de vorm van wapens en tanks. Pas toen Japan in december ‘41 het Amerikaanse Pearl Harbor aanviel en Duitsland de oorlog aan de V.S. had verklaard begon ook de V.S. met strijdkrachten aan WO II deel te nemen. Toen WO II ongeveer op zijn middelpunt zat, in 1942, was eigenlijk al wel te merken dat Hitler Duitsland niet lang meer zou bestaan. Groot-Brittannië, de V.S. en ook de S.U. produceerden op volle toeren allerlei oorlogsmaterieel, Duitsland had bij lange na niet de mogelijkheid om evenveel te produceren als deze landen. En dus kregen de geallieerden binnen een mum van tijd een zeer grote overmacht aan materieel alswel aan mankracht. De V.S., S.U. en Groot-Brittannië kwamen overeen dat hun belangrijkste taak was het bevrijden van Europa en het afdwingen van de onvoorwaardelijke overgave van Duitsland. Men had dus al het materieel voor deze taak, maar het probleem was hoe men deze overmacht om kon zetten in militair succes. Daartoe werden enkele conferenties opgezet en al vrij snel waren de V.S. en Groot-Brittannië het erover eens dat een grootscheepse invasie in Frankrijk noodzakelijk was om Europa te kunnen bevrijden en Duitsland te kunnen verslaan. Maar doordat er door de geallieerden in Noord-Afrika grote verliezen geleden werden vond Groot-Brittannië het slimmer om eerst het noorden van Afrika binnen te vallen, te bevrijden en vandaar uit een invasie op te zetten om via het zuiden van Europa, geheel Europa te bevrijden. Ondanks dat de V.S. veel meer voelde voor een landing in Frankrijk, en zelf al iemand, Dwight D. Eisenhower, plannen had laten maken voor deze invasie, volgden ze toch Groot-Brittannië in het plan voor een invasie in Noord-Afrika. Onder de naam Operatie Torch werden door Amerikaanse en Britse strijdkrachten vele verliezen toegebracht aan de vijand, de Italianen en Duitsers. Operatie Torch werd een groot geallieerd succes. Vanuit Noord-Afrika begonnen de geallieerden met een invasie van Italië in september ‘43. Dit leidde tot de val van de Mussolini regering. Onder de nieuwe Italiaanse regering werd de oorlog aan Duitsland verklaard en sloot Italië zich bij de V.S. en Groot-Brittannië aan. De weg door Europa leek vrij, maar ondanks het nieuwe steunpunt in Europa ging met niet door met het veroveren van het vaste land vanuit Italië. Inmiddels was de militaire kracht van de V.S. veel sterker gegroeid dan die van Groot- Brittannië. Mede hierdoor wist Roosevelt zijn zin voor de invasie in Frankrijk door te drijven bij Groot-Brittannië, die uiteindelijk instemde. Een invasie van Frankrijk zou ongeveer een jaar later moeten plaatsvinden in Mei of Juni ‘44.
Hoofdstuk 1, Het plan. In 1943 werd dus besloten dat de invasie van Frankrijk moest plaatsvinden in Mei of Juni ‘44. Men had dus een jaar de tijd voor het plannen en uitwerken van de invasie. Aanvankelijk werd het plan uitgewerkt onder leiding van de Britse Luitenant-generaal Fredrick Morgan, hij werd de Chief Of Staff to the Supreme Allied Commander of kortweg COSSAC genoemd. Morgan werkte in het begin de grote lijnen van de invasie uit. Maar doordat het grootste deel van de troepen voor de invasie Amerikaans zouden zijn werd de opperbevelhebber een Amerikaan. In december 1943 werd door Roosevelt Dwight D. Eisenhower benoemd tot opperbevelhebber van de geallieerde strijdkrachten. Eisenhower had zijn originele plan Operatie Roundup genoemd, deze naam werd veranderd in Operatie Overlord.
§ 1, SHAEF Toen Eisenhower aantrad als opperbevelhebber richtte hij de SHAEF op, de SHAEF verving de COSSAC-staf. De SHAEF moest nu het plan gaan voltooien voor de invasie in Frankrijk. De SHAEF bestond uit Amerikaanse en Britse officieren die al eens eerder onder Eisenhower gediend hadden. Aan het hoofd van dit team planmakers stond naast Eisenhower Stafchef Generaal-majoor Walter Bedell Smith. Hij had het toezicht op zo’n 750 officieren en op ongeveer 6000 soldaten. Eisenhower had als algemeen uitgangspunt de samenwerking binnen de verschillende troepen en divisies. Eisenhower zei regelmatig in toespraken tegen de strijdkrachten dat: samenwerking de oorlog zou winnen. In tegenstelling tot de geallieerde SHAEF, die goed samenwerkte, werd er in het Duitse verdedigingskamp veel minder samengewerkt. Bij de Duitse marine, de Luftwaffe en de Waffen-SS lag de leiding vaak flink met elkaar overhoop. Ook werden er door deze drie divisies regelmatig orders gewijzigd van legergeneraals. De plaatsvervanger van Eisenhower, Luchtmachtgeneraalmaarschalk Sir Arthur Tedder, pleitte ervoor om tijdens de invasie ook gebruik te maken van luchtstrijdkrachten. Omdat Eisenhower niet ook nog het bevel kon hebben over de Britse luchtmacht en de marine, benoemde hij voor deze twee taken twee Britse Officieren, Luchtmachtgeneraalmaarschalk Sir Trafford Leigh-Mallory en Admiraal Sir Bertram Ramsay voor de Marine. De grondstrijdkrachten van de SHAEF werden gevormd uit het Britse 2e leger en het Amerikaanse 1e leger, ze werden samengevoegd en aangeduid als de 21ste legerafdeling. Omdat het opperbevel van Operatie Overlord in handen was van een Amerikaan, werd er op aangedrongen, door voornamelijk de Britse regering, dat de Commandant van deze 21ste legerafdeling een Brit zou worden. Door de Britten werd Generaal Sir Bernhard Montgomery naar voren geschoven. Ondanks dat Montgomery minder populair was bij de Amerikanen, werd hij door Eisenhower toch benoemd tot bevelhebber van de 21ste legerafdeling.
§ 2, Normandië Al sinds 1942 werden er door de Britse geheime dienst allerlei foto’s, getijtafels, stroomkaarten, bodemmonsters en nog andere nuttige inlichtingen over de Franse, Belgische en de Nederlandse kustlijn verzameld. Dit werd toen al gedaan om de meest geschikte plaats voor een eventuele invasie te bepalen. Deze plaats moest voldoen aan een aantal criteria, waaronder: de landingsstranden moesten binnen het bereik van gevechtsvliegtuigen uit Zuid-Engeland liggen en de stranden moesten zowel stevig als groot genoeg zijn om een landing mogelijk te maken. Na intensief onderzoek bleven er uiteindelijk twee gebieden over: het Nauw van Calais en Normandië. Aanvankelijk was de keuze voor het Nauw van Calais zeer vanzelfsprekend, want dit landings- gebied betekende hele korte toevoerlijnen. En dit zou weer betekenen dat de tocht landin- waarts op de dagen na D-day veel gemakkelijker zou verlopen. Velen van de officieren waren ervoor dat de landing in het Nauw van Calais zou plaatsvinden, maar zo redeneerde de Duitsers ook. Deze begonnen dus de verdediging van de kustlijn in het Nauw van Calais te versterken. De verdedigingswerken in zee werden uitgebreid en bovendien werd het Duitse 15e leger, het leger dat het Nauw van Calais bewaakt versterkt. Het 15e leger werd versterkt ten koste van het 7e leger, dit leger bewaakte de kuststrook van Normandië. Mede omdat een invasie in het Nauw van Calais zo voor de hand lag spraken Luitenant- Generaal Fredrick Morgan en zijn COSSAC-staf zich al in juli ‘43 positief uit over een landing in Normandië. Ook Eisenhower en Montgomery accepteerde de keuze voor Normandië. Maar ze wilden wel dat het landingsleger groter en sterker zou zijn dan Fredrick Morgan eigenlijk had gepland. Eissenhower en Montgomery hadden Operatie Overlord alsvolgt in gedachten. De landing zou uitgevoerd worden op 5 verschillende stranden, over een frontlijn van zo’n 65 km. De stranden kregen ieder een codenaam. De codenamen voor de stranden van West naar Oost luidde: Utah, Omaha, Gold, Juno en Sword. Eissenhower en Montgomery wilden de invasie op D-day in 2 golven uitvoeren, de eerste golf zou vijf verschillende divisies bevatten, gevolgd door nog eens 4 divisies in de 2e golf die binnen 24 uur zou komen. Montgomery, die liever het zekere voor het onzekere nam, wilden eigenlijk liever nog meer divisies op D-day laten landen. Om zo het aantal slachtoffers aan geallieerde kant te beperken. Omdat het merendeel van de Amerikaanse manschappen zich in het Westen van Groot- Brittannië bevonden was het volgens Eissenhower zinnig om de Amerikanen op de Westelijk gelegen stranden Utah en Omaha te laten landen. En de Britten en de inmiddels gearriveerde Canadese strijdkrachten zouden de Oostelijk drie stranden voor hun rekening moeten nemen, Gold, Juno & Sword. Montgomery wilde bovendien dat de westelijke, maar vooral de oostelijke flanken van de gehele frontlijn nog extra beveiligd zou worden met Britse en Amerikaanse luchtlandingsdivies. De Amerikanen stemden met het idee van Montgomery in en gaven hem niet één, maar twee van de Amerikaanse luchtlandingsdivisie mee. Ook werden er voor de bevoorrading van het invasieleger, onder codenaam Mulberry, de zgn.. Mulberry-havens gebouwd. Dit waren stukken haven verschillend in gewicht van 1672 tot 6044 ton. Deze havens konden dan vlak voor de Normandische kust in elkaar gezet worden en zo de bevoorrading van het invasieleger op gang houden. Dit zorgde ervoor dat er niet binnen korte tijd na D-day een Franse haven veroverd moest zijn. En had men langer de tijd om een ongeschonden Franse haven in te nemen, gepland was dat binnen een week of twee na D-day de belangrijkste Normandische haven, die van Cherbourg veroverd zou zijn. (Nu volgen enkele plaatjes van deze Mulberry-havens)
§ 3, De Afwerking Aan de voorbereiding van Operatie Overlord had al enkele jaren aan voorbereiding gezeten voordat men aan de afwerking begon. Deze afwerking van de operatie zou ook nog zo’n 5 maanden in beslag gaan nemen. In april 1944 werd er besloten dat de landing zou plaatsvinden wanneer het tij hoog genoeg was om de landingsvaartuigen zo dicht mogelijk bij de kust te krijgen, maar ook wanneer het tij laag genoeg was om de belangrijkste gordel van versperringen langs de kustlijn te ontlopen. En die versperringen waren er, want diegene die de geallieerde invasie moest verhinderen, Generaal Rommel, was begonnen met het versterken en het vergroten van de hoeveelheid verdedigingswerken en obstakels langs de kustlijn waar de invasie het meest waarschijnlijk leek. Ook het verdedigen van de atlantikwall werd door Rommel als een nuttige en grote taak beschouwd. Rommel ging ervan uit dat hij de invasie het beste kon doen mislukken in de eerste 24 uur van de invasie, voornamelijk op het strand. Montgomery wilde de invasieschepen midden in de nacht uit laten varen, zodat ze rond zonsopgang dicht bij de Normandische stranden zouden zitten, want wanneer de invasie overdag zou plaatsvinden, dan kon de invasie kracht worden bijgezet door de vliegtuigen en diverse schepen. Deze juiste combinatie van weer en getij zou in juni 3 dagen blijven bestaan, 5, 6 & 7 juni. Men begon dus te rekenen dat D-day zou zijn op 5 juni 1944, Eisenhowers keuze voor D-day. (Op het plaatje na deze paragraaf kun je het plan van Montgomery in kaartvorm zien). Het grootste probleem voor Eisenhower en Montgomery was nu de geheimhouding van het gehele plan van Operatie Overlord. Want wanneer Rommel dit plan in handen zou krijgen, dan wist hij waar en wanneer de invasie plaats zou vinden. En zou hij waarschijnlijk met een overmacht aan troepen klaar staan om de geallieerden in een mum van tijd te kunnen verslaan.
§ 4, Geheimhouding Vanaf april ‘44 zag het opperbevel van de geallieerden er erg goed op toe dat er niets van Operatie Overlord bekend zou worden. Vanaf deze tijd was de Britse kuststrook verboden terrein voor burgers en buitenlandse diplomaten, op de Amerikanen na, mochten het land niet in of uit. De codenaam Operatie Neptunes werd ingevoerd voor elk document dat de datum en/of de plaats van de invasie bevatte. En Operatie Overlord moest d.m.v. de nieuwe codenaam Bigot, van een nog hogere orde dan Top Secret, ontzettend geheim gehouden worden. Ondanks deze strenge bewaking deden zich toch enkele alarmerende zaken voor, één daarvan was dat er tien officieren vermist werden na een U-boot aanval van de Duitsers, pas nadat het wrak en de lichamen geborgen werden kwam men erachter dat er niemand door de Duitsers gevangen was genomen die het geheim kende. De Duitsers waren zich ervan bewust dat er een aanval gepland stond, de Duitse legerleiding was bekend met het codewoord Operatie Overloard en men kende ook de signalen die het Franse verzet zou krijgen bij een invasie. De Duitsers wilden eigenlijk weten hoe groot de Geallieerden strijdkrachten waren, en waar de invasie zou plaatsvinden. Hiertoe vroegen de Duitsers om hun Spionnen in Groot-Brittannië dit uit te zoeken. Maar deze spionnen waren allemaal allang door de geallieerden opgepakt en alles wat deze rapporteerden aan de Duitsers, werd door de geallieerden gedicteerd. Het oppakken van de spionnen en hun rapporten dicteren was slechts een klein deel van Operatie Fortitude, deze operatie had als doel de Duitsers te misleiden. Te misleiden op het gebied van de strijdkrachten, de geallieerden deden de Duitsers geloven dat deze 2 keer zoveel strijdkrachten hadden als in werkelijkheid, en op het gebied van de landingsplaats. De Duitsers geloofden op een gegeven moment in een aanval van een niet bestaande legerdivisie in Noorwegen en in een invasie in het Nauw van Callais. Deze invasie zou geleid worden door Luitenant-generaal George S. Patton, de bevelhebber die de Duitsers altijd het meeste hadden gevreesd voor zijn militaire bekwaamheid. Één van de best bewaarde geallieerde geheimen uit de 2e wereldoorlog was toch wel het Ultra- geheim. Dit geheim was alleen maar bekend bij de allerhoogste officieren. Ultra was een systeem dat was ontwikkeld om de Duitse geheime taal, de codetaal te breken, deze codetaal werd opgesteld door een soort kleine typemachine, Engima genaamd. Het kunnen ontcijferen van de Duitse berichten was een groot voordeel van de geallieerden. Op deze manier konden de geallieerden veel te weten komen over de hoeveelheid en de kracht van de Duitse strijdkrachten in de buurt van de landingsstranden in Normandië.
§ 5, De voorbereidingen Door de informatie die het Ultra-geheim verstrekte te combineren met de andere spionerende activiteiten van de geallieerden, zoals de opgevangen radioberichten, de gemaakte luchtfoto’s, de ondernemingen van geheime agenten en het werk van de Franse verzetsstrijders, Kon men zich een goed beeld vormen van de Duitse strijdkrachten in Normandië en van de stevigheid van de Atlantikwall. De Atlantikwall was de Duitse verdelingslinie van de Atlantische kust die moest voorkomen dat de geallieerden met amfibische voertuigen op het Europese vastenland konden landen. Er werden in het deel dat bij eb nog onderwater stond palen met mijnen erop in het water geplaatst, daarachter kwamen Hindernissen van hout en van ijzeren balken, de zgn.. Tetrahydra. Daarachter op het gedeelte dat alleen bij vloed onderwater liep, kwamen de zgn.. Tsjechische egels, gevolgd door de Belgische poorten. Boven op de heuvels achter het strand zouden dan nog mitrailleurnesten en Geschutsopstellingen geplaatst worden. Het succes van de landing zou volgens Eissenhower afhangen van de snelheid, waarmee de landingstroepen versterkt konden worden, zonder gehinderd te worden door Duitse onderzee- ërs en U-boten. Dit was de taak voor Ramsay en zijn 2 vlooteenheden. Deze hadden al de taak om 12 uur voor de landing te beginnen met het mijnvrij maken van het kanaal. (hiervan kun je een plaatje zien na deze paragraaf) De andere taak was het ondersteunen van de landing door de Amerikanen en de Britten en Canadezen. Sir Bertram Ramsay noemde Operatie Overloard “de grootste amfibische operatie in de geschiedenis”. Het goed verlopen van deze vlootoperatie hing weer af van de luchtvloot van Leigh-Mallory, deze moesten de landingsboten ondersteunen en ze konden eventueel ook de Duitse versterkingen naar Normandië ophouden of vernietigen. De operatie zou dus erg afhankelijk zijn van het goede samenwerken van de drie divisies, de landdivisie onder leiding van Montgomery, De waterdivisie onder leiding van Ramsay en de luchtdivisie onder leiding van Leigh-Mallory.
§ 6, De laatste uren In de weken voor D-day, waren Eisenhower en zijn SHAEF-staf verplaatst naar Portsmouth. Hier kwamen alle hoge geallieerde bevelhebbers bijeen voor het maken van de laatste afspraken voor D-day. Op 25 mei gingen de troepen die de eerste landing zouden uitvoeren naar hun inschepingskampen die vervolgens afgesloten werden om uitlekking van het plan te voorkomen. In deze kampen kregen de soldaten hun laatste instructies en werd aan hen eindelijk de plaats en ongeveer de datum van de invasie verteld. Enkele dagen later werd er al begonnen met inschepping van de manschappen in hun boten. Eisenhowers grootste zorg was nu het weer, want op 1 juni waren de vooruitzichten niet goed, er was een storm op komst in het Kanaal, de grootste sinds 20 jaar. Op de dag van 3 juni gold de datum voor D-day nog steeds als 5 juni 1944. Door de slechte weersvoorspellingen moesten Eisenhower het plan 24 uur uitstellen. Op 4 juni was er een bijeenkomst van Eisenhower met zijn commandanten, de meteorologen vertelde dat het in de nacht van 5 op 6 juni opgeklaard zou blijven, en dat het daarna weer ging verslechteren. Eisenhower vroeg zijn commandanten om raad, Tedder en Leigh-Mallory wilde de invasie uitstellen, maar Ramsay, Montgomery en Eisenhower zelf wilde dat de invasie op 6 juni uitgevoerd zou worden. Na nog even overleg werd uiteindelijk de datum van 6 juni 1944 als D-day aangewezen. Vele mensen hadden met spanning naar deze dag al meer dan een jaar uitgekeken, zo ook de Engelse Minister-president Winston Churchill, het liefst had hij zelf op één van de landingsboten gezeten en het liefst had hij meegevochten op D-day. Maar hij besefte heel goed dat veel mensen D-day niet zouden overleven, en hij zei bij het slapen gaan op 5 juni tegen zijn vrouw: “Besef je dat er tegen de tijd dat je morgenochtend wakker wordt misschien wel 20.000 man gestorven zijn ?”.
Hoofdstuk 2, De uitvoering
§ 1, De luchtlandingen
§ 1.1, Het plan Om de invasie over land kracht bij te zetten, moesten er in de D-day nacht al enkele luchtlandingen plaatsvinden. Dit om te voorkomen dat de Duitsers op D-day zelf kruispunten, bruggen en steden in gingen nemen en zo de invasie zouden verstoren waren drie luchtlandingsdivisies gemaakt, De Screaming Eagles, dit was de Amerikaanse 101e luchtlandingsdivisie en deze bestond uit drie regimenten parachutisten. De All American, dit was de Amerikaanse 82e luchtlandingsdivisie en deze bestond ook uit drie regimenten parachutisten plus een extra regiment luchtinfanterie in diverse zweefvliegtuigen. De derde divisie was de Britse 6e luchtlandingsdivisie en deze bestond uit 2 brigades van het parachuteregiment, een Canadees bataljon en een luchtlandingsbrigade van de Britse lijn- infanteriebataljons, die een speciale zweefvliegtraining hadden gehad. Voor de landing in de D-day nacht werd van de 1087 vliegtuigen voor het merendeel gebruik gemaakt van Amerikaanse C-47 Dakota’s, maar ook werd er gebruik gemaakt van de Britse Stirlings en Albermarles om de manschappen naar hun doel te brengen. Niet alle drie de divisie paste tegelijk in de vliegtuigen, daarom lieten alledrie de divisies hun paratroepers voorgaan, gevolgd door versterkingen en zwaardere wapens. Om de parachutisten goed te kunnen laten landen moesten de geallieerde vliegtuigen met een snelheid van 190 km per uur op een hoogte van zo’N 100 meter door het Duitse luchtafweergeschut vliegen. Dit was een groot risico, dit zag ook de pessimistische Leigh-Mallory in en hij zei tegen Eisenhower dat zijn luchtdivisies na D-day wel eens voor 80% verloren zou kunnen zijn. Het risico werd beperkt doordat men ‘s nachts vloog en de Duitsers de vliegtuigen niet goed kon zien. De eerste vliegtuigen, die ieder maximaal 18 paratroepers vervoerden, of de eerste zweefvliegtuigen trokken stegen tegen middernacht op 5 juni op. Het was de taak van deze eerste lichting parachutisten, de verkenners, om te zorgen dat de droppingszones gemarkeerd werden en de Duitse obstakels voor de rest van de luchtlandingen uit de weg te ruimen.
§ 1.1, De Screaming Eagles De droppingszone van de Amerikaanse 101ste luchtlandingsdivisie, bijgenaamd de Screaming Eagles, hadden als taak te landen ten Westen van een moerasgebied dat ten Oosten van het strand Utah lag. Aldaar moesten ervoor zorgen dat ze vier verhoogde wegen die van het strand afvoeren in handen kregen, bovendien was het hun taak om de bruggen en oversteekplaatsen van de rivier de Vivre en zijn zijrivier de Douve in te nemen. Dit zou voorkomen dat de Duitsers het strand Utah van het strand Omaha af zouden snijden. Maar bijna vanaf het begin van de operatie ging het al fout, het weer was 1 van de belangrijkste oorzaken waarom het mis ging, want doordat het erg mistig en bewolkt was vlogen vliegtuigen veel te laag en veel te hard over een droppingszones heen. Het eerste deel van de 101e luchtlandingsdivisie, drie regimenten paratroepers, kwam omstreeks half twee ‘s nachts boven de droppingszone aan. Maar vele van deze eerste lichting paratroepers werden niet in hun originele droppingszone gedropt, maar in de 2e droppings- zone, 3 km verder naar het zuiden. Het 502e regiment paratroepers had als taak om twee van de vier afgangen van het strand Utah in handen te krijgen. Uiteindelijk konden de overige paratroepers, die wel redelijk goed geland waren ervoor zorgen dat de twee afgangs- wegen toch in geallieerde handen kwamen zonder veel tegenstand. Zowel de geallieerde Screaming Eagles als de Duitse verdedigingslegers waren totaal verward door de afleidingen van de geallieerden zelf en door de afleidingen van het Franse verzet. Iedereen was verspreid, geen enkele regiment was compleet, daarom begonnen gedropte soldaten zelf groepjes te vormen om hun doelen te kunnen bereiken. Want de soldaten wisten dat hun eigen veiligheid afhing van de naderende invasielegers. In het centrum van de droppingszones, dicht bij de 2 andere verhoogde wegen, dropten slechts negen vliegtuigen hun manschappen op de juiste plaats. De divisiecommandant kwam er na het verzamelen achter dat hij slechts 85 manschappen had om zijn doel te bereiken, de 2 zuidelijke afgangen in handen krijgen. Bij het zuidelijke deel van de droppingszones werden redelijk veel droppingen op de juiste plaats uitgevoerd, maar doordat de Duitsers juist op die plekken een landing vermoedden, werd het merendeel van deze manschappen overmeesterd door de Duitsers. Het deel van de manschappen dat deze landing overleef ging strijden om hun doel te bereiken, de sluis in de Douve in het plaatsje La Barquette veroveren, dit lukte. Terwijl de paratroepers aan het vechten waren, arriveerden er steeds meer zweefvliegtuigen met de tweede lading parachutisten. De 101e divisie had aan het einde van D-day zo’N 182 doden te betreuren, bovendien had men 537 gewonden en de divisie miste 1240 van haar ±7000 man.
§ 1.2, De All American De Amerikaanse 82e luchtlandingsdivisie, de All American, zou oorspronkelijk in het midden van het eiland Cotentin landen. Maar men had berichten binnengekregen dat er een divisie Duitsers het gebied was ingetrokken. Hierdoor zou men de All American iets ten westen van de Scraming Eagles droppen, aan weerszijden van de rivier de Merederet bij Ste Mère-Eglise. Men wilde de stad plus de beide rivieroevers in beslag nemen voordat men naar het westen zou trekken. Wat men niet wist, was dat de weilanden die de plaats omringden waar men zou landen onder water waren gezet. Men moest dus vrij nauwkeurig landen. De verkenners kwamen om 01.30 uur boven hun doel aan. Degenen die bestemd waren voor de droppingszone ten oosten van de Merederet, het doel van het 505e regiment parachutisteninfanterie, werden er keurig afgezet. Maar de overigen bereikten hun zones helemaal niet of konden die niet verlichten voor de hoofdmacht die om 02.00 uur aan zou komen. Ongeveer 30 mannen kwamen in het centrum van Ste Mère-Eglise terecht. Van het 508e regiment kwam nog niet de helft binnen de 3 km van de landingszone. Het koste hen 4 dagen om zich te hergroeperen. Van het 507e regiment kwam meer dan de helft terecht in het moeras van de Merederet, slechts 48 man zetten voet aan de grond in het voor hen bestemde zone. De rest kwam tot op 40 km. van het doel terecht. Al met al kon men uiteindelijk toch beginnen met de geplande operaties. Rond 05.00 uur was de stad Ste Mère-Eglise ingenomen. Later had men nog de bruggen en verhoogde wegen over de Merederet ten westen van Ste Mère-Eglise, in La Fierre en Chef-du-Pont ingenomen. Om 04.00 uur kwamen de eerste versterkingen en anti-tankkanonnen per zweefvliegtuig aan. Om 21.00 uur kwam er nog zo’N groep aan bij Ste Mère-Eglise. Om 23.00 uur kwamen er nog eens 100 zweefvliegtuigen aan, met aan boord artillerie en in de vroege ochtend van 7 juni landde het 325e regiment ter versterking. Door deze acties had men voorkomen dat de Duitsers met versterkingen het strand Utah konden bereiken, maar er waren ook slachtoffers te betreuren. De 82e divisie had zo’N 347 gewonden, 156 doden en de divisie miste 756 van haar 6209 mannen.
§ 1.3, De Britse luchtlandingstroepen De 6e Britse luchtlandingsdivisie moest de Duitse kustbatterij in Merville vernietigen, want deze kon het strand Sword onder vuur nemen. Ook moest men de twee bruggen over de Orne en het kanaal in Benouville innemen en moest men 5 bruggen over de rivier de Dives vernietigen om te voorkomen dat Duitse troepen bij Sword Beach zouden kunnen komen. Men wilde de bruggen in Benouville intact in handen krijgen en daarom liet men een speciale aanvalsafdeling in 6 zweefvliegtuigen geruisloos tussen de bruggen in landen. Op één na landen ze allemaal om 00.15 uur, 5 minuten voor de verkenners van de divisie landen. Na een kort gevecht werden de bruggen, bekend als Pegasus Bridge, bemachtigd en explosief vrij gemaakt. Om 00.50 uur kwam de hoofdmacht van de 6e luchtlandingsdivisie, 4225 manschappen, aan boven hun droppingszones. Ongeveer de helft landde op de juiste plaats, de rest kwam er hooguit 8 km. vandaan neer. Tegen 03.30 uur werden de omtrek van de Pegasus Bridge en de droppingszones nog wel aangevallen, maar het was er veilig genoeg om er zweefvliegtuigen te laten landen die anti-tankkanonnen en divisiecommandant Gale vervoerden. De 3e parachutistenbrigade, met twee afzonderlijke droppingszones dicht bij Merville en de linie van de Dives, werd bij de landing meer verspreid dan de 5e brigade. De commandant, brigadier James Hill, kwam aan de verkeerde kant van de Dives neer en het lukte hem een paar uur niet om contact met zijn manschappen te maken. Groepjes Britten verzamelden zich en kwamen in actie tegen de Duitsers. Tegen de ochtend waren alle 5 bruggen over de Dives verwoest. De hoofdtaak, die uitgevoerd zou worden door het 9e bataljon van het regiment parachutisten, onder leiding van luitenant-kolonel Terence Otway, was het uitschakelen van de Duitse batterij in Merville. Otway had 150 man verzameld. Korte tijd voor zonsopgang kwam men bij de batterij aan. Binnen een kwartier had men hem veroverd, ten koste van de helft van de mannen. Hierna trok het bataljon zich terug zonder de kanonnen, die men eigenlijk zwaarder had verwacht, te vernietigen. Even later namen de Duitsers de batterij weer in. De 6e divisie kreeg steeds meer te maken met zwaardere Duitse aanvallen, waaronder die van tanks van de 21e pantserdivisie. Tegen de avond had de Britse 6e divisie 650 van de 6256 man verloren.
§ 2, De Amerikaanse stranden
§ 2.1, De Amerikaanse stranden Door de rivier de Vivre werden de 2 Amerikaanse landingsstranden, Utah en Omaha, van elkaar gescheiden. Het doel van de landingen op beide stranden was het zover mogelijk landinwaarts komen. Vlak na 3.00 uur begonnen de Amerikanen met de luchtaanvallen, bij beter weer werden deze gevolgd door de grotere en betere schepen. Om half 5 werden de eerste Duitse gebieden veroverd, het waren 2 eilandjes 5 km. voor de Franse kust. De Amerikanen lieten hun landingseenheden eerder uitvaren dan de Britten, dit deden ze bewust, want de Duitse troepen die de stranden Utah en Omaha verdedigden waren slecht uitgerust. maar op zo’N 25 km. afstand bevond zich een goed bemande en bewapende legereenheid. Deze wilden de Amerikanen op kunnen vangen nadat ze de twee stranden veroverd hadden.
§ 2.2, Utah De eersten die op Utah, een Amerikaans landingsstrand, zouden landen waren de mannen van de 8e regimentsgevechtseenheid van de 4e infanteriedivisie onder aanvoering van de toegevoegde divisiecommandant brigadegeneraal Teddy Roosevelt. Toen de eerste landingsvoertuigen nog maar enkele minuten van de stranden verwijdert waren, liep de escorterende torpedobootjager UZ Sorry op een mijn en zonk. Tevens werd er een patrouillevaartuig, die de belangrijke taak had om de soldaten naar juiste strand te brengen, getroffen door een Duits salvo en zonk daardoor ook. De Amerikanen hadden geluk dat dit gebeurt was, omdat anders de 4e divisie, een onderdeel van het Amerikaanse 7e korps onder bevel van luitenant-generaal J. Aston Colli’s, in een van de zwaarst verdedigde gedeelten van het strand aan land zou zijn gegaan. Door de sterke stroom was de landingsboot ongeveer 2 km. ten zuiden van de geplande plek terecht gekomen, tegenover ‘La Grande Tune’. De verdediging in deze sector was vrij slecht, omdat de Duitsers hier, in de buurt van de drassige terreinen geen landing verwachtten. Deze manschappen landden vrijwel zonder verliezen en werden gevolgd door 32 DD-tanks, waarvan er 28 aan land kwamen. Deze tanks hadden voor de infanterie aan land moeten komen, maar door de ruwe zee hadden ze vertraging opgelopen. Roosevelt besliste dat dit een geschikte landingsplaats was en beval de marineofficier van Utah, James Arnold de volgende troepen ook daar aan land te laten komen. De Duitse artillerie had 3 uur nodig om er achter te komen dat Amerikanen op het laatste moment naar het zuiden afweken en bleven dus vuren op een leeg strand. Terwijl de 2e Amerikaanse serie naderde, ruimden Geniedetachementen de opstakels op het strand op. Binnen een uur hadden de landingstroepen vrij baan op het strand. Toen halverwege de morgen de divisiecommandant generaal-majoor Raymond Barton gaf hij het bevel landinwaarts op te rukken. De 4e divisie rukte op naar de wegen die van het strand af liepen en sloot zich aan bij de paratroepers van de 101e divisie. In het noorden waren de troepenbewegingen buiten de verhoogde wegen erg moeilijk vanwege de moerassen. Dit was de oorzaak dat het 12e en 22e infanterieregiment hun einddoel niet bereikten. Voor de nacht kwamen ze tot de plaats waar ze het 502e regiment paratroepers versterkten. In het midden wist het 8e regiment Les Forges te bereiken, zo’N 1,5 km. ten zuiden van Ste Mère-Eglise. Meer in het noorden belette Duitse tegenstand het landingsleger de 82e luchtlandingsdivisie te bereiken en ook lukte het niet de westelijke oever van de Merederet te bereiken. Toch was de landing een groot succes. De 4e infanteriedivisie had op D-day 23.250 manschappen, 1742 voertuigen en 1700 ton voorraden aan land gebracht. Er vielen 43 doden (de helft was verdronken of in het moeras weggezakt) en 63 gewonden.
§ 2.3, Omaha Op Omaha Beach, het andere Amerikaanse landingsstrand, verwachtte men weinig weerstand, en daarom waren er ambitieuze doelen gesteld voor de 1e infanteriedivisie. Tegen het vallen van de avond zou een gebied van 10 km. diep en 30 km. breed in handen van de geallieerden moeten zijn. De Amerikanen wisten niet dat de Duitse 352e infanteriedivisie naar dit gebied was getrokken om de 716e divisie te versterken. Deze manschappen hadden zich ingegraven langs de steile rotswanden. Er waren maar 5 uitwegen van het strand, die flink verdedigd werden. Dit gebied was maar zwak beschoten door de Amerikanen, omdat ze vanwege het slechte weer niet veel konden zien en daarom op hun instrumenten af moesten gaan. Ook hielden de Duitsers zich stil, zodat de marine niet wist waar ze op moest schieten. De eerste aanvalstroepen, de 16e regimentsgevechtsgroep van de 1e divisie en het 116e regiment van de 29e divisie stormden om 06.30 uur het strand op. De meeste kwamen zeeziek aan wal, omdat ze 19 km. door de woeste zee in landingsvaartuigen hadden gevaren. Sommige DD-tanks konden vanwege het weer en de golven niet van boord. Veel zonken er. Ook gingen de meeste 105 mm. kannonnen verloren en er bleven maar 6 gepantserde tanks over. Tevens zonken 10 landingsvoertuigen. Door de stroming kwam men 3 km. oostelijker van de geplande plaats aan wal. Daar hadden ze dan weer geen ondersteuning van de genie of tanks. Vlak na de landing kon de eerste aanvalsgolf al geen kant meer op, omdat ze flink werden beschoten door de Duitsers. Hoe meer troepen er aan land kwamen, hoe groter de verwarring en de verliezen werden. Om 09.00 uur maakte Bradley al plannen om Omaha helemaal op te geven. Door de acties van Amerikaanse en Britse torpedobootjagers, die nu heel dicht bij het strand kwamen en met hun kanonnen de bunkers opbliezen, maakte een aanval toch nog mogelijk. Om 08.30 uur werd de rotswand bij Les Moulins bereikt. Tegen die tijd drongen er al manschappen op naar St Laurent. Halverwege de morgen was ook het grootste deel van het 16e regiment al over de rotswand heen en op weg naar Colleville. Vlak na 10.00 uur lande de tweede serie manschappen. Het 116e regiment landde dicht bij Vierville en binnen een uur had men het plaatsje ingenomen. Overal werd nog steeds hard gevochten, maar de overwinningskansen voor de Amerikanen waren toch flink toegenomen. ‘s Middags kwam er nog veel infanterie aan land, maar het was bijna onmogelijk om artillerie aan land te zetten. Hierdoor kwamen de Amerikanen maar moeizaam vooruit. Tegen de avond bezette het 116e regiment infanterie en het 5e bataljon Rangers een positie die slechts 1 km. van Vierville verwijdert was. Ze zaten op ruim 2 km. van St Laurent verwijdert en werden daarvan gescheiden door een front van 1800 meter landinwaarts en rond Colleville dat nog in Duitse handen was. Op Omaha waren op D-day ongeveer 3000 doden gevallen.
§ 2.4, Pointe de Hoc Voor D-day had de geallieerde inlichtingendienst een Duitse batterij van zes 155 mm. kanonnen ontdekt, die ingegraven was op de top van Pointe du Hoc. Pointe du Hoc is een 30 meter hoge klip, die 5 km. ten westen van Omaha Beach ligt, met een strook strand van nog geen 25 meter breed. Deze kanonnen hadden het strand Omaha binnen hun bereik liggen en daarom moesten deze kanonnen vernietigd worden. Hiervoor werden 2 bataljons Rangers ingeschakeld. De Rangers waren erop getraind rotsen te bestormen. daarbij maakten ze gebruik van raketkanonnen om haken met touwen naar de rotstoppen te schieten en van uitschuifbare ladders van de Londense brandweer. Volgens plan zouden eerst 3 compagnieën van het 2e bataljon Rangers onder aanvoering van luitenant-kolonel James Rudder tegelijk met de hoofdaanval van de Amerikanen landen. Een 4e compagnie, de Charlie Compagnie zou op de westelijkste punt van Omaha landen en het Duitse fort op de Pointe de la Percée veroveren. Daarna zouden ze oprukken om de flank van de landing bij Pointe du Hoc te dekken. De overige 2 compagnieën en het 5e bataljon Rangers zouden daarna landen. Als de eerste landing bij Pointe du Hoc zou slagen, zouden ze daar landen en vandaaruit landinwaarts trekken naar Isigny en daar de westelijke flank van Omaha vormen. Als de eerste landing zou mislukken, dan zouden ze de Charlie Compagnie op Omaha Beach gaan versterken en Pointe du Hoc vanaf het land innemen. Op D-day werden de landingsvaartuigen, met aan boord 225 mannen, door de stroom naar het oosten gedreven, richting Pointe de la Percée. Hierdoor vertraagde de landing bij Pointe du Hoc met 40 minuten. Omdat de overige Rangers onder bevel van luitenant-kolonel Max Schneider niets hoorden, dachten ze dat de aanval was mislukt en landden daarom op Omaha Beach, waar ze zich aansloten bij het 116e regiment infanterie. Ondertussen beklommen de eerste Rangers Pointe du Hoc, met ondersteuning van de torpedojagers USS Satterlee en HMS Talybont. De eerste mannen bereikten de top binnen 5 minuten. De verliezen waren klein en de Duitsers ‘vluchtten’ toen de Rangers over de rand van de klip kwamen. Tot hun verrassing waren de kazematten, die al voor een groot deel door de bombardementen verwoest waren, leeg. Het was het Franse verzet niet gelukt om een bericht door te sturen naar Londen dat de kanonnen nog niet geplaatst waren. 2 Rangers gingen op verkenning uit en om 09.00 uur vonden ze de kanonnen enkele honderden meters landinwaarts, verborgen in een gecamoufleerde stelling ineen klein dal met de bemanning in de buurt. De kanonnen stonden gericht op Utah Beach. De kanonnen werden alsnog vernietigd en zo was hun aanval toch niet voor niets geweest. De Rangers konden het gebied niet verlaten omdat ze omringd waren door Duitsers en bedreigt werden door tegenaanvallen. Pas op 8 juni werden de Rangers bevrijd door het 5e Ranger bataljon dat hen vanuit Omaha bereikte. Op D-day vielen er ongeveer 40 doden tijdens deze operatie en de dagen erna nog eens 95.
§ 3, De Brits Canadese Stranden
§ 3.1, De Brits Canadese Stranden Ook in de Brits-Canadese Sector, die bestond uit de stranden Gold, Juno en Sword, begonnen de voornaamste luchtaanvallen om 3.00 uur. Omdat de landingen op deze stranden later begon als die op de Amerikaanse stranden was er langer de tijd voor het uitschakelen van de Duitse kanonnen. De drie stranden die de Britten en Canadezen moesten bestormen waren eigenlijk samen één grote kuststrook met overal kleine vakantiehuisjes en gehuchten. De opdrachten van de landingsdivisies op de drie stranden waren alsvolgt, de troepen die op Gold landden moesten Bayeux, de 2e grote plaats van Normandië, zo’N 11 km. landinwaarts veroveren. Daarna moesten ze zich aansluiten bij de Amerikanen die vanuit Utah en Omaha kwamen. De landing op Juno had als voornaamste doel de verbindingsweg tussen Bayeux en Caen te veroveren en te behouden. Het dorp Langrune-sur-Mer, dat ten oosten van Juno lag, moest ook nog ingenomen worden. De mannen die landden op Sword hadden de zwaarste taak, zij moesten Caen innemen. Het innemen van Caen werd als een zeer belangrijk iets beschouwd op D-day. Want wanneer Caen was ingenomen, kon men de in Caen gevestigde 21e Duitse Pantserdivisie vernietigen en zo voorkomen dat de andere landingsstranden hinder ondervonden van deze tankdivisie.
§ 3.2, Gold
Om 07.25 uur bereikten de 2 brigadeafdelingen van de 50e divisie Gold Beach. Veel Duitse kanonnen waren uitgeschakeld en daarom kon men het strand vrij goed bereiken. Ten westen van Arromanches werd de kust beschermd door rotsen. Ten oosten van Arromanches bestond de kust uit een hellend strand met duinen. Langs de rotsen hadden Duitse soldaten van de 352e divisie zich ingegraven, die goed getraind waren. Langs de duinen dekte de 716e Duitse divisie het gebied. Door de geallieerde luchtmacht waren veel kanonnen, die de landingsstranden in de lengte konden beschieten, over het hoofd gezien of niet bereikbaar voor de marine. De Britten hadden te kampen met hoog water en windkracht 5, waardoor ze de hun DD-tanks niet te water konden laten, maar in landingsboten naar het strand moesten brengen. De tanks speelden een grote rol op Gold Beach, zonder hen had men net zulke grote verliezen gehad als op Omaha Beach. Aan het westeinde van Gold landde de 231e brigadeafdeling, dicht bij het kustplaatsje Le Hamel, dat door de Duitsers in een fort was veranderd, dit plaatsje werd laat in de middag van D-day nog veroverd. Een paar minuten na de eerste landingen kwamen commando’s van de 4e speciale dienstbrigade aan land, ten westen van Le Hamel. Op één na gingen al hun landingsboten verloren. De manschappen van het commando nr. 47 van de marine gingen voorop en kwamen tegen de avond dicht bij Port en Bessin. Ten oosten van de 231e brigadeafdeling kwamen de soldaten van de 69e brigade aan land met tanks en geniesoldaten. Ze landden dicht bij het plaatsje La Rivière en trokken 1,5 km landinwaarts, naar hun operatiedoel, een Duitse batterij bij Mont Fleury. Om La Rivière in te nemen had men een aantal uur nodig. Om 11.00 uur kwam de 151e brigadeafdeling aan land en rukte door het midden van het gebied op. Dit had men nu stevig in handen. Een uur later kwam de laatste infanteriebrigade aan land, de 56e brigade, samen met divisiecommandant, generaal-majoor D.A.H. Graham. De 231e brigadeafdeling nam Romances in, waardoor de flank van het bruggenhoofd
flink werd versterkt. Zo kon de rest van de divisie als één geheel optrekken zonder veel weerstand te vinden, want veel Duitse soldaten waren al gevlucht. Bij het vallen van de avond was de 56e brigadeafdeling op 1,5 km. van Bayeux verwijdert. Ten oosten van de 56e brigadeafdeling rukte de 151e iets sneller op en was op het eind van de dag niet ver meer verwijdert van de weg van Bayeux naar Caen. De 69e brigadeafdeling, die zich aansloot bij de Canadezen die van Juno kwamen, maakten de grootste vorderingen. Zij hadden aan het eind van de dag 13 km. afgelegd.Op Gold Beach waren 24.970 mannen aan land gegaan en van hen troffen er bijna 1000 de dood.
§ 3.3, Juno Om 07.45 uur landde de 7e brigadeafdeling op het landingsstrand. Omdat het weer was verslechterd nam men geen risico’s om de DD-tanks te water te laten. Bij de 8e brigadeafdeling kwamen de tanks achter de infanterie aan. Dit had bij de 7e brigadeafdeling ook moeten gebeuren, alleen mislukte dit. De 7e brigadeafdeling onder commando van H.W. Foster landde aan weerszijden van de monding van de Seulles in Courseulles. De tanks en genie waren te laat, en daarom moesten de troepen hevige strijd leveren, ten koste van veel levens. Een groot deel van de brigade wist voorbij de Duitse forten te komen en landinwaarts op te rukken. Het schoonvegen van Bernières koste veel levens. In de gevechten in St. Aubin werden speciale tanks gebruikt om de Duitsers uit de fortificaties te verdrijven, maar pas om 18.00 uur gaven de laatste Duitsers het op. Commando nr. 48 van de Koninklijke Marine, die om 08.45 uur landde, baande zich een weg naar Langrune, maar werd opgehouden door een Duitse bunker. Hoewel de landing goed was verlopen kon men het gat met Sword Beach niet dichten. Tegen 11.45 uur kwam de laatste brigade van de divisie, de 9e brigadeafdeling, aan land. Zij hadden als doel Le Carpiquet. Ze hadden te kampen met opstoppingen met het aan land brengen van voertuigen. Ook was de zeedijk in Bernières en Courseulles een flink opstakel. De divisiecommandant, generaal-majoor Rod Keller, vestigde zijn hoofdkwartier buiten Bernières om een gezamenlijke opmars door de mijnenvelden van de Atlantikwall voor te bereiden. Intussen rukte de 7e brigade op naar het zuidwesten. In Creully sloot het zich aan bij de 50e divisie, die van Gold Beach kwam. De 8e en 9e brigadeafdeling, die door het midden optrokken, kwamen ook zo ver, maar stuitten steeds meer op Duitse weerstand. ‘s Nachts trok de Duitse 21e Panzer Division het gat tussen Juno en Sword binnen. Dit verhinderde dat de troepen zich konden aansluiten bij de 3e Britse divisie. Tijdens D-day waren er 21.400 soldaten aan land gekomen. Op de dag zelf vielen 340 doden, 574 gewonden en werden 74 man krijgsgevangen genomen.
§ 3.4, Sword De eerste troepen van de landingsbrigade van de 3e Britse divisie, de 8e brigadeafdeling onder leiding van E.E.E. Cass, bereikten om 07.25 uur het strand bij het dorpje La Brèche. La Brèche was een flink Duits bolwerk, maar door de bombardementen was het al flink verzwakt. Bij het plaatsje werden 40 DD Sherman tanks te water gelaten, waarvan er 28 de landing en de eerste minuten op het strand overleefden. De geniesoldaten die de verdedigingswerken moesten op- ruimen, werden bij de landing getroffen door Duitse machinegeweervuur, maar de pantservoertuigen hadden binnen enkele minuten afgerekend met de vijand. De eerste twee infanteriebataljons landden zonder grote verliezen. Al snel waren ze verwikkeld in hevige gevechten in het binnenland. Binnen enkele minuten landde de rest van de brigade en de commando’s van de 1e speciale dienstbrigade, onder aanvoering van lord Lovat. Om 10.00 uur viel La Brèche. Het leidende bataljon van de 8e brigadegroep, de 1e Suffolks, werden opgehouden door een versterkte Duitse positie. Het ging om het hoofdkwartier van een regiment van de 716e statische divisie, dat 3 km. landinwaarts lag. Het werd pas de volgende morgen ingenomen. Door de vloed was het landingstrand versmald tot een strook zand van nog geen 15 meter breed. Dit bemoeilijkte de landing van de pantservoertuigen en de speciale uitrustingen. Nauwelijks de helft van het bedoelde aantal voertuigen en voorraden kwam tegen het eind van de dag op het droge. De eerste infanteristen van de 185e brigadeafdeling trokken om 12.30 uur alleen landinwaarts; de pantservoertuigen moesten hen dan maar inhalen. Halverwege de middag was men gevorderd tot de Pegasus Bridge. Tegen 16.00 uur bereikte men Bieville, 5 km. ten noorden van Caen. Vanuit Caen kwam de Duitse 21e Panzer Division de geallieerden tegemoet. In allerijl werd de hulp ingeroepen van pantsereenheden. De 185e brigadeafdeling vernietigde 16 Duitse tanks en weerde een aanval van de Panzer Division af. Toch kwam men niet verder dan Bieville. De 9e brigadeafdeling trok intussen naar het westen om aansluiting te vinden bij de Canadezen op Juno Beach. Men zou elkaar moeten bereiken bij het vliegveld Le Carpiquet. Maar de divisiecommandant generaal-majoor T.G. Rennie, die steeds meer te maken kreeg met Duitse weerstand, besloot dat men het gebied van de Pegasus Bridge moest verdedigen. Om 19.00 uur zette de 21e Panzer Division vanaf Caen een grote tegenaanval in op Sword Beach, met 50 tanks in de voorhoede. De tanks kwamen bijna tot aan zee bij Lion-sur-Mer. De Britten wisten daar 13 tanks uit te schakelen en de Duitse troepen er te stoppen. Een geluk was dat er zweefvliegtuigen overvlogen van de 6e luchtlandingsbrigade, die bij de Pegasus Bridge landden. De Duitsers waren hier zo van verschrokken, dat ze zich in allerijl terugtrokken. ‘s Avonds was het gat tussen Sword en Juno Beach door geen van beide partijen gedicht. Op D-day kwamen er op Sword Beach 28.845 man aan land, waarvan er ongeveer 400 de dood vonden
§ 4, Het einde van de Dag Wanneer op D-day alles perfect was gelopen zoals het gepland was, dan hadden de geallieerden aan het einde van de dag 16 km landinwaarts een ononderbroken front gevormd van bijna 100 meter. Dit front zou lopen van Quinéville in het westen tot Cabourg in het oosten, bovendien zouden de 2 grote plaatsen Bayeux en Caen in geallieerden handen zijn. Helaas liep het niet zo goed als gepland. Op geen van de vijf stranden: Utah, Omaha, Gold, Juno en Sword hadden de troepen hun doel weten te bereiken. De enige divisie die zijn plan wel voldoende had uitgevoerd was de 6e luchtlandingsdivisie, zij moesten de batterij in Merville vernietigen, ze hadden het slechts tot zwijgen gebracht. De meest geslaagde landing op 1 van de 5 stranden was toch wel de landing op Utah, het mindere hieraan was dat dit strand nu net het minst belangrijke strand was in de plannen van Montgomery. Maar ook op dit strand ging niet alles perfect, de 82e luchtlandingsdivisie zat nog steeds geïsoleerd in Ste Mère Eglise en de situatie aan de fronten was niet bepaald veilig. De situatie op het Pointe du Hoc en op het strand Omaha, dat afgesloten lag van de andere stranden (dit is te zien in het plaatje, Omaha lag geïsoleerd tussen 2 gaten van 8 tot 16 km) , was bijna onhoudbaar. De Brits-Canadese stranden Gold en Juno waren verbonden, maar ze waren toch nog erg kwetsbaar omdat ze er niet in waren geslaagd om de plaatsen Bayeux en Caen in te nemen. en in deze plaatsen bevonden zich nog grote groepen Duitse strijdkrachten, zoals de 21 Panzer Divisie. Deze divisie wist de stranden Juno en Sword van elkaar af te sluiten, door enkele tegenaanvallen te plaatsen. (In het plaatje is dit te zien bij de zwarte pijlen) Door de grote gaten tussen de stranden konden de Duitsers van het bedoelde 100 km lange front in 4 aparte gebieden verdelen, deze gebieden konden elkaar dan dus niet helpen. Maar daar stond tegenover dat de geallieerden overal aan land waren en dat ze op alle stranden op die van Omaha na, door de Atlantikwall waren gebroken. De Duitsers waren er daarna niet in geslaagd om deze doorbraken de kop in te drukken. Waar ze dat toch probeerden leden de Duitsers grove verliezen. Maar ook de geallieerden waren niet zonder verliezen, ze hadden op D-day zo’n 10.000 man verloren, voor de meeste Generaals was dit een opluchting, want zij hadden een groot bloedbad aan de Normandische kust verwacht. Maar D-day was nu voorbij, er kon begonnen worden aan de bevrijding van Europa.
Hoofdstuk 3, Het gevolg
§ 1, De maand Juni In het plan voor D-day waren ook enkele planningen opgenomen voor de dagen na D-day, er werden voor deze dagen zogenaamde faselinies opgesteld, dit was een algemene indicatie voor het grondgebied dat de geallieerden in elke fase van de strijd dachten te bevrijden. Deze faselinies waren eerder grove schattingen dan een draaiboek waaraan de strijdkrachten zich moesten houden. Als dit “plan” goed zou verlopen, dan zou men op D-day + 17, dus op 23 juni, een groot deel van het Normandische schiereiland veroverd hebben. Het front zou zich dan bevinden vanaf Granville in het westen via Vire in het midden tot voorbij Caen in het oosten. Op D-day + 20 zou men het veroverde gebied uitbreiden naar het zuiden. De frontlinie zou dan komen te liggen van Avranches via Domfort en Condé naar weer Caen in het oosten. In plaats van deze planning werd aan de geallieerden sterke tegenstand geboden, wat ervoor zorgde dat het niet echt opschoot. Toch waren Montgomery en de Geallieerden aan de winnende hand, de troepen waren alleen nog door een wonder terug de zee in te dringen en de verliezen aan geallieerde zijde woog niet op tegen die aan de Duitse zijde. De Duitse tanks werden teruggetrokken uit het wallenlandschap om Caen te verdedigen, want deze plaats was nog steeds niet ingenomen. Dit zorgde voor wat verlichting van de strijd aan de Westkant van het front, mede hierdoor wist men op 30 juni toch nog opgetrokken te zijn tot Barneville in het westen en tot iets voor Caen in het oosten. De nieuwe maand moest het tij doen keren voor de Geallieerden.
§ 2, De maand Juli In de maand Juli, die ondertussen aangebroken was, wist men in 25 dagen maar lichtelijk op te rukken naar het midden van Frankrijk, van Generaal Bradley kwam het plan om op te rukken naar Bretagne. Onder de naam Operatie Cobra zou men in 6 dagen tijd op weten te rukken tot voorbij de plaats Avranchés. Deze plaats zou eigenlijk al op 26 juni bevrijd moeten zijn. Operatie Goodwood was er als afleiding voor Operatie Cobra. maar sommige beweren dat Montgomery ook bij deze operatie een doorbraak had verwacht. Bij de operaties Carnwood en Bluecoat, werd gebruik gemaakt van zware bommenwerpers om een weg te banen door de Duitse linies. Helaas ging dit bij Operatie Bluecoat niet zo goed, want de bombardementen waren te ver verwijderd van de grondtroepen. Mede hierdoor werd Operatie Cobra veel meer succesvol dan Operatie Bluecoat.
§ 3, De maand Augustus Vanaf eind juli begon de invasie van Frankrijk eindelijk ergens op te lijken. Want in de nu volgende maand schoot het aardig op. Het gebied dat tot dan toe veroverd was zou in de maand augustus verachtvoudigen tot een gebied van Nantes, via Orléans en Mantes naar Falaise en Caen. Het volgende doel was om Parijs te gaan veroveren, want, zo zei men, als Parijs zou vallen, dan zou Berlijn ook vallen. Toen men bij Parijs was aangekomen waren er onder de Fransen ook al enkele legers gevormd, 1 daarvan onder aanvoering van Leclerc wilde maar al te graag Parijs veroveren, deze legergroep wilde er een soort triomftocht van maken en men marcheerde naar Parijs alsof er niet eens gevochten hoefde te worden. maar dat moest er dus wel, want voordat dit Franse leger ook maar aan de rand van Parijs was had men al 300 man verloren, bovendien wilde aanvoerde Leclerc de historische gebouwen van Versaille sparen, wat ervoor zorgde dat de Amerikanen ongeduldig werden en er een eigen legereenheid op af stuurde om de klus te klaren. Dit werd de legereenheid. Toen Leclerc toch Parijs was ingegaan met enkele kleinere tanks werd er aan Duitse zijde door Generaal Von Cholitz opdracht gegeven om terug te trekken. Dit zorgde voor de bevrijding van Parijs door zowel de Amerikaanse als de Franse troepen.
§ 4, En verder .......? Aan het eind van augustus, na de bevrijding van Parijs hadden de geallieerden zo’n 2 miljoen mensen aan land gebracht in Normandië, hiervan zijn er zo’n 210.000 gewonden gevallen en er zijn ruim 50.00 doden gevallen. Voor de mensen die deze grootste veldslag van WO 2 uitgevoerd door de geallieerden, hadden overleefd, stond er nog wel enkele maanden strijd te wachten, want de rest van Europa moest ook nog bevrijd worden. De grootste amfibische operatie ooit was zeker de basis voor één van de beslissend veldslagen tegen Hitler Duitsland, de bevrijding van Normandië, bovendien was de bevrijding van Normandië weer de basis voor de verovering van Bretagne en deze verovering was op zijn beurt weer een goede basis voor de verovering van Midden-Frankrijk met als belangrijkste verovering Parijs. De verovering van Parijs vormde ook weer een zeer goede basis voor de bevrijding van de rest van europa, die er ongetwijfeld wel zou komen.
Nawoord
Hoe was het plan voor D-day, hoe werd dit uitgevoerd en wat waren de gevolgen voor de bevrijding van Europa ? Dat was de hoofdvraag van waaruit ik dit Zelfstandig Onderzoek heb geschreven, ik hoop dat je als lezer een antwoord hebt kunnen vinden op deze vraag. Dat is mij in ieder geval wel gelukt, althans met behulp van de deelvragen:
* Wat was de aanleiding voor D-day? * Hoe was het plan voor D-day? * Hoe verliep de uitvoering van het plan op D-day zelf?
- Hoe verliepen de luchtlandingen? - Hoe verliepen de landingen op de “Amerikaanse” stranden? - Hoe verliepen de landingen op de “Brits / Canadese” stranden? - Wat was het resultaat aan het einde van D-day?
* Wat waren de gevolgen van D-day voor de bevrijding van Europa? * De aanleiding voor D-day was volgens mij dat het tij in de 2e wereldoorlog al lichtelijk aan het keren was in het voordeel van de geallieerden. Zij wisten al enkele overwinningen te behalen op de Duitsers, waaronder het succes van Operatie Torch. toch wist men nog geen vaste voet op het Europese vastenland te krijgen, mede daarom moest er een grootscheepse operatie komen om een steunpunt op het Europese vastenland te creëren, D-day moest de dag worden waarop dit zou gebeuren. * Het plan voor deze dag was volgens mij als volgt, een grote groep Amerikaanse, Britse en Canadese soldaten zouden middels de grootste amfibische operatie uit de wereldgeschiedenis een vaste voet op het Europese vastenland creëren. Hiervoor werd het landingsgebied in 5 aparte stranden verdeeld, nl. Utah, Omaha, Gold, Juno en Sword. De soldaten zouden ondersteund door vliegtuigen en paratroepers aan land gaan en aan het einde van D-day was het doel om een ononderbroken front van bijna 100 km te creëren. Dit front zou lopen van Quinéville in het westen tot Cabourg in het oosten, bovendien zouden de 2 grote plaatsen Bayeux en Caen in geallieerden handen zijn. Vanaf D-day hadden de geallieerden gepland om binnen een maand tijd Normandië bevrijd te hebben, van daar uit zou men dan verder plannen. * De uitvoering van dit plan liep niet zo goed. De luchtlandingen vonden veelal te vroeg of te laat plaats, zodat men niet optijd de aansluiting kreeg met de gelande troepen op de stranden. Bovendien kwamen de paratroepers van de luchtlandingen ook vak op de verkeerde plaatsen aan, waardoor zij niet met hun oorspronkelijke missie konden beginnen en dat was weer nadelig voor de landingstroepen op de stranden. Op de stranden Utah en Omaha moesten de Amerikanen landen, op het strand Utah verliep de landing het beste van alle stranden, jammer hieraan was dat dit in de plannen voor D-day het minst belangrijke strand was. Op Omaha verging het de Amerikanen veel slechter, men verwachte dat hier de weerstand klein zou zijn en daarom waren er hoge eisen gesteld aan de landingstroepen. Bovendien waren de soldaten niet al te zwaar bewapend. Daarom ging het op dit strand de verkeerde kant op, want de Duitsers waren juist in grote getale aanwezig op dit strand. En de 4 uitwegen vanaf dit strand werden door de Duitsers zwaar bewaakt. Mede hierdoor zijn er op Omaha in verhouding de meeste slachtoffers gevallen. De Engelse en Britten moesten landen op de stranden Gold, Juno en Sword. De troepen die landde op het strand Gold hadden als voornaamste doel het innemen van de stad Bayeux, omdat men toch aardig wat verzet ervaarde op D-day kon men er niet in slagen om dit doel te bereiken. Aan het einde van D-day was men zo’n 1,5 km verwijderd van Bayeux. Op het strand Juno stierven veel soldaten doordat er verzuimd werd de tanks na de troepen aan land te brengen. Hierdoor moesten de soldaten hevige strijd leveren wat veel levens koste. ook moest een deel van de troepen afkomstig van Juno zich aansluiten bij de troepen van Sword bij het plaatsje Douvres, om daarna richting Caen te trekken. Dit mislukte, omdat de Duitse 21 Panzerdivisie ‘s nachts het gat tussen Juno en Sword wist te dichten. De mensen die op Sword landen hadden als voornaamste doel om op D-day Caen in te nemen, achteraf is dit mijns inziens een fiasco geworden, omdat men pas 1,5 maand na D-day, d.m.v. Operatie Goodwood Caen wist in te nemen. * Het gevolg van D-day was uiteindelijk de gehele bevrijding van Europa, deze bevrijding kwam in het begin maar langzaam opgang. Want de geallieerden strijdkrachten deden een maand langer dan gepland over de verovering van het Normandische schiereiland. Pas in Augustus kon men verder met de bevrijding van de rest van Frankrijk met daarbij inbegrepen de bevrijding van Parijs. En daarna de bevrijding van de rest van Europa. Mijn conclusie hieruit is eigenlijk dat de gehele bevrijding van Europa langzaam opgang kwam, maar toen hij eenmaal op gang was, toen liep het aardig gesmeerd.
Door de beantwoording van de diverse deelvragen heb ik meteen ook de hoofdvraag beantwoord. En dan rest mij alleen nog te zeggen dat ik met veel plezier aan dit werkstuk gewerkt heb en dat ik hoop dat je als lezer ook met veel plezier dit Zelfstandig Onderzoek hebt gelezen en dat je kunt zeggen dat je nu meer van de gebeurtenissen voor, tijdens en na D-day afweet, net als ik.
REACTIES
1 seconde geleden
M.
M.
Dit is geen profielwerkstuk dit is gewoon gekopierde zooi van allerlei sites,
18 jaar geleden
AntwoordenP.
P.
Vind ik ook
10 jaar geleden
S.
S.
He Pequeño bedankt voor je goede werkstuk man.
22 jaar geleden
AntwoordenC.
C.
mooie naam
9 jaar geleden
S.
S.
wat een mooi werkstuk thanx voor de info over montgomeryxxx sas *N fok
21 jaar geleden
AntwoordenC.
C.
ERRUG GOED!!!!!
21 jaar geleden
AntwoordenM.
M.
mmm bedankt
21 jaar geleden
AntwoordenD.
D.
goede werkstuk alleen heel langdradig en veel tekst. maar super informatie. goedgedaan.
8 jaar geleden
AntwoordenS.
S.
ik vond het leuk
6 jaar geleden
Antwoorden