Inleiding
Mijn profielwerkstuk gaat over het impressionisme. Ik heb dit onderwerp gekozen omdat ik het een interessante stroming vind en er nog niet zoveel over weet. Ik heb met kunstgeschiedenis er al wat over gehad maar dat waren alleen de hoofdlijnen.
Ik ga me vooral richten op de schilderkunst.
Mijn hoofdvraag is: Wie of wat heeft het impressionisme beïnvloedt?
Mijn deelvragen zijn: Hoe kwamen de kunstenaars van die tijd op de ideeën om hun schilderijen zo te schilderen? En hoe kwamen ze op de onderwerpen van hun schilderijen?Wat is het impressionisme?
Het impressionisme begint in 1874 in Parijs met een grote groepstentoonstelling. Het impressionisme blijft ook in Frankrijk. Bijna alle schilders zijn in Parijs of een nadere Franse stad geboren. Deze groep schilders bestaat uit Edgar Degas, Claude Monet, Camille Pissarro, Pierre-Auguste Renoir, Alfred Sisly, Edouard Manet, Mary Cassatt, Gustave Caillebotte en Berthe Morisot (er zijn nog veel meer impressionistische schilders maar deze schilders hebben de meeste invloed gehad). Veel van deze schilders hebben elkaar in hun studietijd ontmoet of via andere schilders die bevriend met elkaar waren. Deze schilders werden toen met afkeer bekeken omdat men vond dat hun schilderijen “slordig” geschilderd werden, de contouren waren niet scherp en de schaduwen waren niet zwart maar gekleurd.
De stroming die voor het impressionisme regeerde was het realisme. In die stroming werd alles precies afgebeeld. Dus toen het impressionisme kwam vond bijna niemand de schilderijen mooi. De critici van die tijd hadden de naam impressionisme bedacht want het was eigenlijk een scheldnaam. Ze vonden dat de impressionisten niet konden schilderen omdat ze niet realistisch, haast fotografisch genoeg schilderden. Het eerste impressionistische schilderij werd gemaakt door Claude Monet: ‘impressie van de opkomende zon’. Dus het impressionisme heeft ook zijn naam daaraan te danken.
De tentoonstelling die de impressionisten wilden houden werd geweigerd, maar ze richtten zelf een salon in ("Salon des Indépendants").
Er was nog iets wat de critici niet zinden; oudere kunstenaars schilderden vaak grootse dingen, het waren schilderijen met status, de nieuwe jonge impressionisten schilderden ‘gewone’ landschappen, zij schilderden l’art pour l’art, dus kunst om kunst. Niet om iets te laten zien of om een belangrijke boodschap te vertellen maar gewoon omdat het mooi was.
De impressionisten wilden de natuur weergeven zoals zij die meemaakten: een voortdurend spel van licht en kleur. Ze schilderden niet academisch, maar zoals zij een eerste impressie krijgen van een beeld. Ze hadden meer aandacht voor de kleuren en de lichtspeling dan voor de details en de nauwkeurigheid van het onderwerp.
Ook schilderden ze niet meer in hun atelier maar in de open lucht. Hiervoor schilderden alle kunstenaars in hun atelier en landschappen schilderden ze vooral naar herinnering. Ook door de nieuwe uitvinding van de verftube was het nu veel makkelijker om buiten te schilderen, zo hoefden ze niet een hele kar met pigmenten mee te slepen.
Tijdens de Frans-Duitse oorlog in 1870 werd er niet zoveel geschilderd, veel schilders vluchtten naar het buitenland, vooral naar London. Renoir, Degas, Manet en Bazille namen dienst in de Nationale Garde, ze hebben het allemaal overleefd, behalve Bazille die sneuvelde aan het front. Tijdens de oorlog werden er door de Duitsers ook veel schilderijen vernietigd. Vooral van het werk van Pissarro werden er 1450 werken vernietigd, er bleven er maar 40 gespaard.
De schilders.
De schilders die bij de groep Impressionisten behoorden waren:
1. Edgar Degas
2. Claude Monet
3. Camille Pissarro
4. Pierre-Auguste Renoir
5. Alfred Sisly
6. Edouard Manet
7. Mary Cassatt
8. Gustave Caillebotte
9. Berthe Morisot
Op de volgende bladzijden ga ik het werk en de levens van deze schilders beschrijven en uitleggen.
1. Edgar Degas(1834-1917)
Edgar Degas is op 19 juli in Parijs geboren. In 1855 geeft hij zijn rechtenstudie op en schrijft zich in op de École des Beaux-Arts. Van 1856 tot 1861 reist hij en studeert hij in Italië, daarna sluit hij zich aan bij de Nationale Garde in de Frans-Duitse oorlog. Na de oorlog nodigt hij Cassatt uit om samen met hem en de impressionisten te exposeren. Helaas gaat zijn gezichts vermogen steeds verder achteruit zodat hij de laatste twintig jaar van zijn leven bijna blind is. Na 1890 maakt hij allerlei wasmodellen van vrouwen en paarden waarna hij op 27 december 1917 sterft in Parijs.
Degas was een van de belangrijkste figuren van de impressionistische tentoonstellingen hoewel hij zich niet als impressionist beschouwde. Hij bleef een buitenstaander tot hij de kunstenares Mary Casset ontmoette.
Een van de belangrijkste gebeurtenissen die het impressionisme hebben beïnvloed is de ontmoeting tussen Degas en Manet. Door Manet heeft Degas zich van de klassieke onderwerpen afgewend en ging hij zich concentreren op modernere onderwerpen.
De kunstwerken waren meestal anders dan de rest van de impressionisten. Ze werden gekenmerkt door een passie voor lijnen. Hij schilderde ze dan ook in zijn atelier. Hij zei eens: ”een schilderij is iets kunstmatigs wat buiten de natuur staat”. Dit schilderij wijkt dan ook af van het ‘pure’ impressionisme, want de lijnen zijn zorgvuldig en de afwerking is verfijnd. Het thema wijkt niet af: het moderne leven in Parijs. De excentrieke compositie en de ongedwongen pose van de hoedenmaakster staan juist midden in de impressionistische traditie.
De hoedenwinkel (1879-1884)
Degas was net zo gefascineerd door kunstlicht als de andere impressionisten door natuurlijk licht. Dit is een schilderij van een café zangeres die van onderen beschenen wordt. Dit werk is voor Degas zeldzaam want hij maakte weinig schilderijen die zo dramatisch, geheel van de omgeving losgerukt en zo dichtbij (dus niet van achter uit het publiek) waren. Je ziet alleen aan het lattenwerk achter haar dat ze in een café staat.
Cafézangeres (1878)
De ontdekking van de fotografie had ook een belangrijke invloed op het werk van Degas. In dit schilderij heeft hij gebruik gemaakt van een foto van een toneelvoorstelling. Hij maakt gebruik van de niet-gecentreerde compositie die de opnames met zich meebrengen.
Op het toneel (1876-1878)
Vanaf 1870 was Degas bezeten van ballerina’s. Meer dan de helft van al zijn pastel- en olieverfschilderijen zijn van de danseresjes. Zijn bekendste ballerina is het sculptuur “danseresje, veertien jaar”. Hierbij heeft hij het begrip impressionisme tot het uiterste gebruikt door haar eigen tutu en zijden lint te gebruiken. Hij schilderde de danseresjes vooral achter de schermen, als ze aan het rusten waren, en in hun kleedkamers, als ze aan het oefenen waren.
Danseresje, veertien jaar (1881)
2. Claude Monet(1840-1926)
Claude Monet is geboren op 14 november in Parijs. Hij gaat naar de Académie Suisse en daar leert hij Pissarro kennen. Van 1863 tot 1864 studeert hij verder in het atelier van Gleyre en leert hij Renoir, Sisly en Bazille kennen. Ook leidt hij excursies naar het bos van Fontainebleau.
Tijdens de Frans-Duitse oorlog verbijft hij in London en op de terugreis (1871) verblijft hij ook nog in Zaandam. Van 1871 tot 1878 woont hij in Argenteuil en in 1883 verstigt hij zich in Giverny. Van 1914 tot 1926 gaar hij steeds slechter zien maar ondanks dat maakt hij toch reusachtige waterlelie- schilderijen naar voorbeelden in zijn tuin. Hij sterft daar op 5 december.
Monet was een overtuigd voorstander van schilderen in de open lucht, omdat je dan de ‘vluchtige effecten’ van de natuur kon vastleggen. Hij schilderde met heldere, onvermengde kleuren en schilderde wat zijn ogen zagen en niet wat de kunstregels voorschreven. Ook hield hij zich niet aan de verfijnde afwerktechnieken van de academische kunst. Dit schilderij is een van de eerste schilderijen van Monet die hij schilderde in de nieuwe stijl. Het geeft een levendige indruk van de drukte in La Grenouillère.
Badgasten in La Grenouillère (1869)
Het bekendste schilderij van Monet is een impressie van de zonsopgang (impression: soleil levant). Dit schilderij leidde het impressionisme in. Het is een schetserige afbeelding van een haven in Le Havre.
De criticus Louis Leroy schreef over dit schilderij in een satirisch blad Le Charivari: “een stuk behang in oorspronkelijke staat is meer uitgewerkt dan dit schilderij”. Hij gaf daarbij de scheldnaam impressionist aan Monet.
Impressie: zonsopgang(1872)
Monet had op de eerste tentoonstelling een schilderij geëxposeerd van “Boulevard des Capucines”. De criticus Leroy zei “het lijkt alsof de figuren in de verte met een zwarte tong op het doek gelikt zijn”. Voor het menselijk oog lijken de figuren niet wazig maar door een camera wel. Dit komt omdat de camera’s in die tijd een lange sluitertijd hadden en dus alleen de stilstaande objecten scherp afgebeeld werden. Monet maakte zijn schilderijen aan de hand van een foto, daarom werden de figuren dus ook wazig op zijn schilderij.
Boulevard des Capucines (1873)
Monet vond figuren schilderen niet zo interessant maar toch wist hij heel goed de sfeer weer te geven, zoals bij het schilderij “de brug bij Argenteuil”. Ook had hij een tuin. Overal waar hij kwam legde hij tuinen aan en schilderde hij ze, hij zei altijd dat zijn eigen tuin zijn mooiste kunstwerk was.
De brug bij Argenteuil (1874)
3. Camille Pissarro (1830-1930)
Camille Pissarro wordt geboren op 25 januari in Parijs. Van 1842 tot 1847 doet hij de middelbare school in Parijs waarna hij zich net zoals Degas inschrijft aan de École des Beaux-Arts en ook doet hij mee aan de lessen aan de Académie Suisse.
In de Frans-Duitse oorlog gaat hij naar London en bijna al zijn werk wordt vernietigd door de Duitsers (40 bleven er over van 1500). Van 1872 tot 1874 vestigt hij zich in Pontoise en daar krijgt hij bezoek van Cézanne en Gauguin. Na 1880 neemt hij de pointillistische techniek over maar daar doet hij later weer afstand van en op 13 november sterft hij in Parijs.
Pissaro’s ontwikkeling liep langs vele wegen. Naast het feit dat hij bijde leraren van Beaux-Arts studeerde bezocht hij ook niet academische studio’s. Daarnaast kreeg hij ook begeleiding van de grote landschapsschilder Camille Corot.
Eens maakte Pissarro een schilderijtje op zijn palet om te bewijzen dat je uiteenlopende effecten kon bereiken met maar beperkte kleuren. Dit palet is typisch impressionistisch door de pure heldere kleuren en het ontbreken van aardkleuren.
Pissaro’s palet
Cézanne was de leerling van Pissarro en ze hebben elkaar veel beïnvloed. Het linkse schilderij is van Cézanne waarop hij een panorama van het stadje Auvers laat zien. Het rechtse schilderij is van Pissarro waar hij ook vanaf hetzelfde hoge gezichtspunt de daken laat zien.
Panorama van Auvers (1875)
L’hermitage (het steile pad (1873-1875))
Pissaro maakte liever schilderijen van werk dan van vrije tijd want hij was een van de meest politiek beïnvloede schilders. Hij maakte 4 aanzichten van de distilleerderij die in Oise gebouwd was. Dat waren voorbereidende schetsen voor het doek dat hij later maakte: “De Seine bij Port-Marly”. In tegenstelling tot Manet, Morisot, Monet en Renoir die tuinen schilderden met rustende en spelende mensen, schilderde Pissarro tuinen met werkende mensen die bijv. appels oogsen, erwten planten en koolveldjes onderhouden. Op de schilderijen hieonder is het verschil goed te zien tussen de tuinen. Het linkse schilderij is van Morisot waarop de tegenhanger van de sierlijke ranke vrouw een robuste begroeide boom is. De tegenhanger van de stevige boerenvrouw is een iel klein boompje. De vrouw werkt tussen de kolen en ze lijkt wel in de grond geworteld met haar handen die zo stevig zijn dat ze zelf wel kolen lijken.
De vlinderjacht (1874)
Boerin tussen de kolen (1885)
Pissarro heeft 35 waaiers gemaakt en ze waren voor hem meer een kunstvoorwerp dan een gebruiksvoorwerp. Deze hieronder is één van de mooiste. In tegenstelling tot zijn andere werk waar hij de harde werkelijk weergeeft, heeft dit schilderij iets heel sierlijks. Het is veel idyllischer dan zijn andere werken. Je ziet dat de kromming van de boom terugkomt in de gebogen vrouwenlichamen.
Boerinnen die bonenstaken zetten (1890)
4. Pierre- Auguste Renoir (1841-1919)
Renoir werd op 25 februari in Limoges geboren. In 1856 volgde hij een opleiding als porseleinschilder. Van 1862 tot 1864 studeert hij in het atelier van Gleyre, daar bestudeert hij de oudere meesters in het Louvre en begint hij in de open lucht te werken. Van 1882 tot 1883 maakt hij veel reizen en werkt jaren in de nieuwe ‘strenge’ stijl. Na 1890 krijgt hij steeds meer last van jicht en in 1907 vestigt hij zich in Cagnes in Zuid-Frankrijk waar hij op 3 december 1919 sterft.
Renoir werkte samen met Sisly, Monet en Bazille in het atelier van Gleyre. Renoir beschreef eens hoe Gleyre hun les gaf: ”hij laat de leerlingen aan hun eigen lot over”.
In 1881 schilderde hij het schilderij “twee zusters”. Het schilderij werd waarschijnlijk gemaakt in een badplaatsje aan de Seine. Renoir heeft de balustrade gebruikt om onderscheid te maken tussen voorgrond en achtergrond. De kleuren op de voorgrond zijn heldere, onvermengde kleuren maar de kleuren op de achtergrond worden steeds meer door elkaar heen gemengd. Meestal mengde hij de kleuren op het doek om te voorkomen dat de kleuren doods en levenloos zouden ogen. Hij gebruikte vaak de techniek ‘nat-in-nat’ : een nieuwe verfstreek werd dan op of naast een vorige verfstreek aangebracht voordat deze is opgedroogd. Renoir wist een maximaal effect te bereiken door zijn kleurgebruik. Hij wist precies de juiste kleuren te gebruiken. Dat kwam voornamelijk door zijn kennis over complementaire kleuren en heldere kleuren, kennis opgedaan tijdens zijn opleiding als porseleinschilder.
Twee zusters (1881)
Het werk van Renoir heeft in tegenstelling tot Manet en Degas geen ironie en beschaafde afstandelijkheid van de hogere klassen, maar thema’s zoals plezier want hij schilderde voor zijn plezier. Het schilderij hieronder uit 1876 heet: “Le Moulin de la Galette”. Volgens sommigen werd het ter plekke gemaakt maar aan de voorafgaande schetsen is te zien dat hij het waarschijnlijk in zijn atelier gemaakt heeft. Hij had een appartement gehuurd tegenover de Moulin en hij woonde de ‘dansmatinees’ elke zondag bij. Ook vroeg hij bevriende schilders en schrijvers om voor hem te poseren.
Le Moulin de la Galette (1876)
Renoir gebruikte hetzelfde effect als Degas om niet alles precies in het beeld te passen maar bijv. iemand die net het schilderij binnen komt lopen. Zo ontstond er een lege plek die dan opgevuld werd door de verbeelding dat die persoon daar starks zou heen lopen. Het schilderij laat dezelfde spontaniteit zien als van een foto. Een foto word genomen op een willekeurig moment terwijl een schilderij meestal een nauwkeurige compositie weergeeft.
Renoir gebruikt ook vaak een soort vegerige techniek waardoor dit schilderij er een nog ontspannener sfeer krijgt. Het schilderij weergeeft een lunch van drie roeiers en is waarschijnlijk geschilderd in het ‘paradijs voor vissers en roeiers’: Chatou. Door het vegerige effect wist Renoir een ragfijn web van kleuren over het doek te weven.
De lunch van de roeiers (1880)
Ook Renoir schilderde graag in zijn tuin, hij schilderde daar zelfs tot zijn dood. Renoir’s schilderstijl lijkt veel op die van Monet doordat hij ook kleine verbrokkelde kleurtoetsen gebruikte. Een element dat bij Monet meestal onbreekt zijn de naburige huizen die aan Monets tuin grenzen. In dit schilderij heeft Renoir Monet aan het werk geschilderd in zijn tuin. Hij heeft waarschijnlijk net zoals Monet zijn ezel zo opgesteld.
Monet aan het schilderen in zijn tuin in Argenteuil(1873)
Naast tuinen schilderde Renoir ook huiselijke aangelegenheden. En behalve Degas schilderden de impressionisten mooie stillevens. Rond 1880 ontdekte Renoir dat er veel vraag was naar stillevens. Hij heeft er daarom ook een aantal geschilderd. In dit stilleven heeft hij de varatie en kleur uitgebuit en dat komt nog meer naar voren door het witte tafelkleed.
Vruchten uit de midi (1881)
5. Alfred Sisly (1839-1899)
Sisly werd op 30 oktober in Parijs geboren. Hij had Engelse ouders. Van 1857 tot 1859 had hij een carriére als zakenman in Londen. In 1860 keert hij terug naar Parijs waar hij studeert in het alelier van Gleyre. Hier ontmoet hij Bazille, Monet en Renoir . In de Frans-Duitse oorlog wordt bijna al zijn werk verwoest. Zijn vader is inmiddels ook geruïneerd en Sisly blijft zijn verdere leven arm.
Van 1875 tot 1878 woont hij in Marly-le-Roi en in 1889 vestigd hij zich voorgoed in Moret-sur-Loing. Op 29 januari 1899 sterft hij aan keelkanker.
Sisly leerde ook door Monet de taal van de impressionistische kunst ontwikkelen, doordat Monet schildertochten leidde naar Fontainebleau. Sisly had een grote voorkeur om winterlandschappen te schilderen zoals deze hieronder. Hij legde de sfeer vast met een genuanceerd, harmonieus en sober kleurgebruik.
Sneeuw in Louveciennes (1878)
Sisly schilderde voornamelijk dorpjes aan de Seine, vooral het gedeelte aan Marly-le-Roi. Hij hield niet zo van het drukke stadsleven waar de andere impressionisten zich door lieten inspireren of de dagjes mensen die zich vemaakten. Door zijn bescheidenheid was hij geneigd om alledaagse dingen te schilderen.
Dit schilderij is een gezicht op de Seine bij Port-Marly. Omdat hij van alledaagse onderwerpen hield schilderde hij niet de formele tuinen van Lodewijk XIV maar mannen die zand baggeren voor een vaargeul voor boten.
Sisly koos een bewolkte dag om dit alledaagse, weinig spectaculaire, harmonieuze tafereel vast te leggen. Hij heeft het wel in de open lucht geschildert maar in zijn atelier zorvuldig afgewerkt. De zandhopen trekken je blik naar het midden van het schilderij en de staken zorgen voor eenheid tussen voor- en achtergrond.
Doordat hij het op een bewolkte dag heeft geschilderd komt het tafereel meer in beweging. Ook iets dat zijn voorkeur voor alledaagse dingen kenmerkt zijn de werkboten en niet de plezierbootjes die je bij de andere impressionisten ziet.
De Seine bij Port-Marly: zandhopen (1875)
6. Edouart Manet (1832-1883)
Manet werd geboren in Parijs op 25 januari. Terwijl hij de oude meesters van het Louvre bestudeert, is hij van 1850 tot 1856 leerling in het atelier van Thomas Couture. In 1865 veroorzaakt zijn schilderij ‘Olympia’ een schandaal in de Salon. Op het schilderij is een blote prostituée te zien die de toeschouwer recht in de ogen kijkt. Op de Wereldtentoonstelling in Parijs van 1867 heeft hij een eenmanstentoonstelling en in de Frans-Duitse oorlog sluit hij zich ook aan bij de Nationale Garde. In 1874 schildert hij samen met Monet in Argenteuil. En in 1883 sterft hij nadat hij een beenamputatie heeft gehad.
Manet maakt in 1862 dit schilderij aan de hand van een uitdaging die de dichter Charles Baudelaire stelde: “laat ons zien en begrijpen, met penseel of met potlood, hoe groots en poëtisch wij eruit zien met onze cravates en leren laarzen”. Dit schilderij maakte grote indruk op de jongere generatie kunstnaars die later bekend zouden worden als de impressionisten. Het liep qua onderwerp en stijl op zijn tijd vooruit. In die tijd was het gebruikelijk om een olieverf schilderij glad af te werken maar bij dit schilderij was de afwerking achterwege gelaten en was er geschilderd met schetserige penseel streken. Ook was de compositie zonder centrum, het heeft geen aandachtspunt. De mensen lijken willekeurig neergezet te zijn maar Manet heeft alles zorvuldig geconstrueerd aan de hand van voorstudies.
Het driehoekje openlucht tussen de bomen, doet een open plek suggereren waardoor de figuren die eronderstaan licht en donker zijn. Ook sommige gezichten zijn niet afgewerkt terwijl in die tijd alles nauwkeurig gedetaileerd was (realisme).
Muziek in de Tuilerieën (1862)
Ook Manet nam dienst in de Nationale Garde en hij maakte de oorlog van dichtbij mee. Dit is een litho van een dode communard en laat zien hoe zinloos oorlog kan zijn. Ook de sfeer is goed weergegeven: door het grijze is het beeld somber en de dode man maakt het ook niet echt vrolijk. Zo voel je bijna hoe het is als er oorlog woedt. Manet heeft deze litho op de laatste dag van de Commune, toen hij in Parijs was gemaakt.
Burgeroorlog (1871)
Manet wist ook de sfeer van het café “Café Guerbois” goed vast te leggen. Hij heeft deze pentekening ter plaatse gemaakt. In dit café kwamen de vrienden van Manet meestal op donderdag avond. Manet ‘bruiste van levenslust’ maar hij hield er niet van om tegengesproken te worden. Op een avond was hij zo in discussie met zijn vriend Duranty dat hij hem zelfs uitdaagde tot een duel. Duranty raakte gewond maar aan het eind van de avond waren ze alweer vrienden. In deze tekening is goed te zien hoe gezellig de kunstenaars het hadden.
Café Guerbois (1869)
Manet schilderde in dit schilderij een vrouw die op een terrasje in Parijs zit. Aan haar kleding is te zien dat het niet echt warm is: ze heeft een dikke sjaal om, een hoed op en handschoenen aan. Ze leest een geïllustreerd tijdschrift en drinkt een biertje. Zoals Manet vaak doet wordt hier geen verhaal verteld, het is slechts een moment opname uit het Parijse leven. Hij heeft het schilderij met snelle verfstreken geschilderd en het ziet er enigszins afgeraffeld uit. Maar de kleuren op de achtergrond zijn zorgvuldig uitgekozen zodat de dame naar de voorgrond komt.
De lezeres (1879)
Manet behoorde samen met Renoir, Caillebotte en Monet tot de rijke tak van de impressionisten. Zij schilderden taferelen rond het watersportcentrum in Argenteuil. Op een dag kwam hij op bezoek bij Monet die met zijn familie in de tuin zat. Manet was zo verrukt door de kleuren en het licht dat hij Monet om een doek en verf vroeg en begon te schilderen. Even later kwam Renoir ook langs en ook hij was verrukt en begon naast Manet te schilderen. Dit laat zien dat de schilders van die tijd nauw samenwerkten. Je ziet duidelijk de luie sfeer die er heerste: Monet die een beetje aan het tuinieren is, zijn vrouw die op het gras zit en zijn zoontje die onderuitgezakt tegen zijn moeder zit en ook de kippen die zomaar wat rondscharrelen.
De familie Monet in de tuin (1874)
7. Mary Cassatt(1844-1926)
Cassatt werd op 22 mei in Pittsburgh in Amerika geboren. Van 1865 tot 1870 maakt ze reizen door Europa en ze belandt uiteindelijk in Parijs in 1874. Daar wordt ze uitgenodigd door Degas voor haar eerste impressionistische tentoonstelling in 1879. In 1891 heeft ze een eenmanstentoonstelling bij Durand-Ruel. Ze sterft op 14 juni in Beaufresne.
Doordat Cassatt een vrouw was werd ze niet gerespecteerd door anderen. De vrouwelijke schilders Cassat, Morisot en Braquemond waren een tijd over het hoofd gezien. Ze deden niet mee aan het openbare moderne leven van Parijs wat voor de mannelijke schilders een veel geschilderd onderwerp was. Cassatt, Morisot en Braquemond konden niet zomaar tussen de mensen gaan zitten en gaan schilderen, daarom bleven ze meer bij de huiselijke onderwerpen zoals dit schilderij: het ‘thee uurtje’. Het laat een moment van rust in een verfijnd middagritueel zien. Het sjieke servies, de nette kleding en het weldadige interieur laat zien dat het een tamelijke rijke familie is.
Thee-uurtje (1880)
Omdat Cassatt vaak het dagelijkse leven schilderde kwam ook het onderwerp van moeder en kind boven. Deze verfijnde potlood tekening van een moeder met kind, is een van de voorschetsen voor de kleuretsen die over het dagelijkse leven van de vrouw gingen. Het zijn voornamelijk ronde vormen waardoor je ziet dat ze zich bezig hield met Japanse prenten. Cassatt bewonderde de Japanse kunst en ze vezamelde ook prenten.
Moeder en kind (1891)
Rond 1870 was Parijs de theater hoofdstad van Europa. Avond na avond trokken de vele theaters veel bezoekers. Omdat de bezoekers rijk waren zagen vooral de dames er elegant uit; dit was een mooi onderwerp voor Cassatt en Renoir. Degas richtte zich vooral op het toneel met de danseressen. Cassatt schilderde drie schilderijen van vrouwen in de loge van de opera. Degene hieronder heet : ‘Twee jonge vrouwen in een loge’. De andere twee heten: ‘In de loge van de opéra’ en ‘Vrouw in een loge’. Voor het laatste schilderij heeft ze waarschijnlijk haar zus Lydia laten poseren. Cassatt gebruikte voor de drie schilderijen het principe van de reflecties. Ze liet de vrouwen voor een spiegel poseren waardoor je de balkons terug ziet in de spiegel. De vrouwen in de andere schilderijen zijn vrolijk afgebeeld terwijl de vrouwen in dit schilderij er nogal somber uitzien. De één verbergt zich achter haar waaier die de meeste aandacht trekt in de compositie. De omtrek van de waaier loopt door in haar elleboog en langs de schouder en arm van haar vriendin. Zo lijken de vrouwen ingesloten te zijn in een cirkel.
Twee vrouwen in een loge (1882)
Aan de hand van Cassatts interesse voor Japanse kunst, heeft ze hier een impressie van een lamp gemaakt. Ze heeft ook een andere gemaakt die kleiner is en met andere kleuren. Het is een ‘droge naald op zachte grond’ ets en de Japanse kenmerken zie je aan het licht en de grote egale vlakken, er is geen schaduw. Er zit een opzettelijke fout in: de vleeskleur die over het randje van de jurk loopt om een spontaan effect op te roepen. De vrouw zit tussen haar waaier en meubelen in een elegante houding.
In totaal heeft Cassatt 25 series van 10 prenten gemaakt. Ze deed er bijna een jaar over omdat elk beeld verschillende platen vereiste: één voor de tekening en één voor de kleur.
Nog een impressie de Lamp (1891)
8. Gustave Caillebotte (1848-1894)
Caillebotte werd op 19 augustus in Parijs geboren. In 1870 dient hij bij de Mobile Garde en erft hij een belangrijk fortuin. Daarvan geeft hij in 1876 de leden van de impressionistische groep financiële steun. Hij vermaakt zijn collectie impressionistisch werk aan de Franse staat. In 1880 vestigd hij zich in Petit-Gennevilliers bij Argenteuil waar hij op 2 maart 1894 sterft.
Het schilderij ‘Parijs, een regenachtige dag’ domineerde de derde Impressionistische tentoonstelling. Toch is het schilderij tegenstrijdig met het impressionisme door het grote formaat, donkere tonen en precieze voorstelling. Een criticus zei over zijn werk ooit eens: “Hij is alleen in naam impressionist, hij kan tekenen en schildert veel serieuzer dan de anderen” .
Het beeld wordt doormidden gesneden door de lantaarnpaal waardoor het in het linkse deel de aandacht trekt door het ‘Hausmann kruispunt’, en in het rechtse deel door het echtpaar. De man rechts is opzettelijk doormidden geneden om een soort spontaan foto-effect te creëeren. Tussen de hoofden van het echtpaar zie je een schilder en een vrouw elkaar passeren. Ze worden doormidden gesneden door de paraplu en zo wordt de achtergrond verbonden met de voorgrond. Het hele beeld lijkt in beweging door de ‘bevroren’ bewegingen van de mensen. Het lijkt een willeurige compositie maar Caillebotte heeft opzettelijk de mensen op de plekken neergezet en het beeld uitgerekt zodat het schilderij nog groter lijkt dan het al is(212,2 x 276,2 cm).
Parijs, een regenachtige dag (1877)
Op de derde Impressionistische tentoonstelling stond het thema treinen centraal omdat het ‘tijdperk van de trein’ net was aangebroken. Het centrum van Parijs was nu ook bereikbaar geworden voor de mensen uit de voorsteden. Ook konden de impressionisten nu de kleine voosteden bereiken die we op schilderijen zien: Marly, Argenteuil en Auvers.
Dit schilderij wordt gedomineerd door de grote naar achter wijkende kruizen van de rand van de brug. In tegenstelling tot Monet die zijn schilderijen ter plekke maakte, heeft Caillebotte dit schilderij aan de hand van vele studies gemaakt. Net als bij ‘Parijs, een regenachtige dag’ zorgt de brug dat je blik naar achteren gezogen wordt. Ook hier heeft hij de mensen (en de hond) zorgvuldig neergezet zodat alles in het perspectief past. De man die bij de brug staat, staat zo gebogen dat zijn contouren overeen komen met de lijnen van de brug. De man met de hoge hoed is een zelfportret van Caillebotte, hij trekt de aandacht en is zo het brandpunt van de compositie.
Le Pont de l’Europe (1876)
Een onmiskenbaar kenmerk van het impressionisme is natuurlijk het alledaagse leven. Deze man kijkt uit het raam van zijn huis in Parijs op de mensen in de straat neer.
De man aan het raam (1876)
9. Berthe Morisot (1841-1895)
Morisot werd op 14 januari in Bourges geboren. In 1858 kopieert ze oude meesters in het Louvre. Na 1860 heeft Corot veel invloed op haar en omstreeks 1867 leert ze Manet kennen. In 1874 trouwt ze met de broer van Manet, Eugène Manet en in 1878 wordt hun enige kind geboren: Julie. Op 2 maart 1895 sterft ze.
Dit schilderij geeft twee vrouwen in een bootje weer, op een van de vele meertjes in het Bois. Het Bois is een bosrijk park aan de westrand van Parijs. Morisot ging graag naar het Bois en daar schilderde ze ook veel. Morisot schildert met streperige verfstreken. Ze geeft geen details weer maar de rusteloze dwarelende figuren worden een geheel door het rimpelende water.
Zomerdag (1879)
Critici noemden de vlotte, schetserige aanpak van Morisot vaak ‘kladwerk’. Haar collega’s vonden haar een echte impressionist door haar ‘frisse improviserende stijl’. Morisot wist als geen ander een heel knappe en vrije penseelstreek te combineren met een vrij subtiel kleurgebruik zoals op dit schilderij. Hier gebruikt ze parelachtig grijs, zachtroze en lichtblauw. Ook hier laat ze geen details zien. De vrouw zit zich op te maken voor een grote spiegel. Op het behang is een bloemenmotief te zien. Het zwart uit haar halsbandje is doorgetrokken naar haar schouder die het accentueert. Haar oorbel met een parel is aangegeven met grijs en een klein puntje wit. De glazen pot is aangegeven met een paar diagonale verfstreken en een paar toetsen wit. Morisot werkte geen foutjes weg, zoals een veeg zwart in haar nek of een vleeskleur over het halsbandje. Zo wordt er meer beweging gesuggereerd.
Dame die haar toilet opmaakt (1875)
Dit schilderij lijkt een beetje 18e eeuws door het Louis-XVI-bed. Toch is het ook vrij sensueel door de houding van de vrouw en de schijnbare onschuldige nachtjapon die van haar schouder is gegleden. Het rustige wit van het bed en de nachtjapon worden verstoord door het heftige rood van het vloerkleed en het blauw van het behang.
Bij het opstaan (1886)
Morisot en haar man hebben veel van de tentoonstellingen gefinancierd en ze speelden een actieve rol in het selecteren van de kunstenaars. Morisot zelf heeft ook op de tentoonstelling van 1886 een paar werken geëxposeerd zoals dit schilderij van haar diensmeisje in de eetkamer.
In de eetkamer (1885-1886)
Effecten van het impressionisme
De opkomst van het impressionisme heeft grote gevolgen gehad voor de verdere ontwikkeling van kunst. Na het impressionisme kwam het neo-impressionisme waar mee de schilders Georges Seurat, Vincent van Gogh, Paul Gauguin en Paul Cézanne bekend werden. Georges Seurat is een grote voorstander van het neo-impressionisme, hij vond het impressionisme vaag en wilde weer de strenge regels van vormen opleggen. Seurat werkte de techniek van het pointilisme uit. Hij vond dat je daardoor nog meer beweging krijgt en een grotere zuiverheid van kleur. Zijn beroemdste werken zijn: ‘Een zondag op het eiland la Grande-Jatte’, ‘De baadsters’ en ‘Het circus’. Het pointilisme is niet alleen een techniek maar ook een terugkeer naar een duidelijke compositie.
Zondagmiddag op het eiland van de Grande-Jatte(1884-1886)
Onderzoeksvraag
Mijn hoofdvraag luidde: wie of wat hebben het impressionisme beïnvloed?
Er zijn veel kunstenaars die invloed hebben gehad op het impressionisme. Berthe Morisot, een van de rijkere schilders, heeft een paar exposities gefinancierd, waardoor ze dus mogelijk gemaakt werden.
Ook Pissarrot is een vrij grote schilder geweest doordat hij bij alle 8 tentoonstellingen werk had hangen.
Degas zag zichzelf niet als een echte impressionist terwijl hij dat wel was. Hij heeft het impressionisme beïnvloed door zijn passie voor lijnen.
Het impressionisme werd ingeluid door het schilderij van Monet: een impressie van de zonsopgang. Dit is een van de belangrijkste schilderijen uit het impressionisme door de techniek en onderwerp. Monet leerde Sisly de “taal” van de impressionistische kunst. Hierdoor kreeg Sisly een eigen stijl en werd hij bekend. Het schilderij ‘muziek in de Tuilerieën’ wekte grote indruk bij de jonge impressionisten die later bekend zouden worden. Het was waarschijnlijk een soort voorbeeld voor de jonge schilders.
Cassatt en Morisot zijn eerst over het hoofd gezien omdat ze vrouwen waren maar juist daardoor werd het onderwerp huiselijkheid, privéleven en moeder en kind populairder. Morisot werd bekritiseerd door de critici, ze noemden haar werk ‘kladwerk’, maar de andere impressionisten vonden haar stijl mooi en noemden het een ‘frisse improviserende stijl’.
De komst van de trein heeft ook een grote invloed gehad op het impressionisme. Niet alleen omdat er nu nieuwe composities en onderwerpen ontstonden maar ook omdat de schilders uit de voorsteden nu veel makkelijker en sneller naar de binnenstad konden reizen. En ook naar het platteland. De schilders konden nu naar de plaatsen zoals Argenteuil, Marly en Auvers.
Een grote invloed was de modernisering van Parijs. Eerst bestond Parijs uit kleine achterbuurtjes zonder straat verlichting en sanitering. In de jaren zeventig, in het hoogtepunt van het impressionisme, was de oude stad van de aardbodem verdwenen en ervoor in de plaats gekomen was het nieuwe bruisende Parijs. Het nieuwe Parijs bestond nu uit allemaal cafés, restaurants en theaters die lans lange brede boulevards stonden.
Mijn deelvragen waren: hoe kwamen de schilders erop om zo te schilderen? En waarom kozen ze hun onderwerpen?
De impressionisten schilderden impressies van wat ze zagen. Omdat ze plezier hadden in het schilderen, schilderden de meeste schilders mensen die plezier hadden. Ze waren gefascineerd door kleuren en licht en ze wilden dat zo mooi mogelijk vast leggen. Ze letten niet meer op de composities, regels en precizie maar allen maar op kleuren en licht. Door hun fascinatie voor kleur en licht gingen ze buiten schilderen. Ze wilden het moderne leven weergeven en in de open lucht schilderen. Dat was goed te combineren omdat ze vaak mensen schilderden die buiten aan het rusten, spelen, eten en werken waren.
Reflectie
Ik vond het echt een heel leuk werkstuk om te maken. Ik begrijp nu echt waarom de kunstenaars hun schilderijen zo schilderden, hoe ze hun onderwerpen uitkozen, waarom ze die technieken gebruikten. Na het maken van dit werkstuk zie ik pas hoe gepassioneerd ze met hun werk bezig waren en hoe ze gewoon deden wat ze voelden en zagen, ze pasten helemaal geen regels toe zoals die er vroeger waren. Zo wordt zo’n schilderij heel persoonlijk, met een eigen stijl. Vroeger in andere stijlen waren er zoveel regels voor het schilderen van een schilderij dat ze allemaal op elkaar leken. Nu zie je echt dat zo’n schilderij van een bepaalde kunstenaar is doordat je zijn stijl kan herkennen. Een schilderij wordt dan best eenvoudig om naar te kijken omdat er geen achterliggende gedachten zijn of symbolische dingen. Gewoon kijken en je verwonderen over de lichtval, kleur en hoe de mensen het toen hadden. Ik weet wel dat de schilders bijna alleen de rijkere mensen schilderen die plezier hadden en een dagje weg gingen. Maar zoals Sisly de mensen aan het werk schilderde lijkt met het bijna leuk om zo te werken. De kunstenaars schilderden alles met plezier en dus schilderden ze ook plezierige onderwerpen. Toen ik de schilderijen aan het bekijken was wilde ik soms echt dat ik in die tijd leefde, zo fijn, plezierig en prettig leek alles toen.
Bronvermelding
Oog op kunst; impressionisme. Jude Welton, 1994, uitgeverij: Sesam in samenwering met ‘The Art Institute of Chicago‘’.
Impressionisme. Froukje Hoekstra, 1993, uitgeverij:Koninklijke Smeets Offset Weert.
Het rijk van de kunst deel 3. G.Pischel, 1967, uitgeverij: Uitgeverij Helmond, Helmond.
Impressionisten. Felicitas Tobien, 1983, uitgeverij: ICOB cv, Alphen aan de Rijn.
www.theartfile.com
www.canisus.nl
www.examen.nl
www.leerlingen.hetassink.nl
encarta
REACTIES
1 seconde geleden